WIL DE STRAAT OP Van elitair pop publiek naar werkende jongeren Schatten VOC op veiling Staalmeesters Hondentoilet Jan Roza verkoopt ook aan Eskimo’s Reguliersbree Cok-Cok Partijen Dapperbuurt s Begijnhofkerk LW ÉL I I ft'B' Na eeuwenlang op zeebodem te hebben gelegen Klompenmakerij moet toeristen trekken n IBt IIIB 11 1974 VRIJDAG 22 MAART ONDER REDACTIE VAN ROLF STALLING^/ ER IS EEN TIJD geweest dat niets op pop- en undergroundgebied te dol was in Paradiso, de roze poptempel op de Weteringschans. Daaraan lijkt nu een einde te zijn gekomen. Paradiso wil van dat super-alterna- tieve imago af en „gewoon” de straat op om iets voor de werkende jon geren te kunnen betekenen. En dan speciaal voor de Amsterdamse jon geren. Paradiso als een soort vormingscentrum? Stafleden Ruud Fontijn („Ik zit hier voor het opbouwen van de sociëteit”) en programma-coördi- nator Hans Turlings beamen dat. VOLGENDE MAAND, om precies te zijn, op 29 april, wordt een tipje opgelicht van de sluier van de kloeke Verenigde Oostindische Compagnie. Mak van Waay, dat sinds de komst van concurrerende kunstveilinghuizen als Sotheby en Christie’s naar Amsterdam steeds beter gaat draaien, veilt dan name lijk VOC-schatten die eeuwenlang op de bodem van de zee hebben ge legen. i 1 (Uit Paradiso-bulletin maart) PARADISO Een deel van de collectie die uit gezonken Oost-Indiëvaarders is gehaald. Paradiso poptempel af? i ISSING^ binnen aan wat anders te knutselen” „Paradiso is ook niet meer wat het geweest is. De winters van vroe ger waren trouwens ook veel kouder. Bovendien, wie durft zich tegenwoor dig nog hip te noemen en drukte te maken over drugs. God ging dood in ’60. Provo maakte nog geen vijf jaar en haalde ’70 net niet. Van Oranje Vrijstaat moet nog ergens een verge ten departement bestaan onder lei ding van Chris Kraskruis” Ze zijn afkomstig van Oost-Indiëvaar- ders als de Hollandia, Prinses Maria, De Lastdrager en de Curacao die in de 18de eeuw voor de kust van Engeland met man en muis zijn vergaan en de afgelo pen jaren door duikersteams van de Brit Rex Cowan en de Belg Robert Stenuit van de bodem zijn gevist. HET POLITIEK bewustzijn van de 65-plussers in de hoofdstad stijgt met de dag. Voor de raadsverkiezingen hebben zich namelijk drie nieuwe bejaardenpartijen laten inschrijven. En aangezien er reeds twee in de raad zitten met elk een zetel wordt het voor de bejaarde kiezer hoogst ingewikkeld. „Een ding is zeker: de Paradiso- leiding heeft een tjjdelijke afkoelings periode wenselijk geacht. Het van zelfsprekende van het heilig moeten der concerten enz. is aan de kant gedaan om gelegenheid te nemen eens rustig naar buiten te kijken en EEN KERK die men nu eens niet wil slopen in Amsterdam is de Be gijnhofkerk van de Engelse hervorm de gemeente, maar dat gebouw stamt dan ook uit de 15de eeuw. Het verval heeft evenwel ook hier toegeslagen en voor de restauratie is ruim een miljoen gulden nodig. Door een inter nationale actie, waarvoor ook de Britse koningin een gift heeft toege zegd, hoopt men dit geld bijeen te brengen. Het is de bedoeling dat de Begijnhofkerk mettertijd bij het His torisch Museum wordt getrokken. haven binnen met een uitdrukking op hun gezicht van: nou, dat langharige geteisem willen we wel eens bekijken. Die jongens hadden een beeld van Para diso voor ogen, dat goor en verderfelijk was. Nou, ze werden er helemaal gek van, want ze begrepen er niets van. Aan het einde van de avond vroegen ze naar Als straks de touringcars voor zijn winkel stoppen, weet Roza wat hem te doen staat. Want naast demonstreren wil hij tenslotte ook verkopen. Een ervaring van jaren heeft hem geleerd hoe je dat bij buitenlanders doet. „Die Amerikanen pak ik ook heel anders aan”, meent hij. „Als ze hier even hebben rondgekeken, zeg ik: Come on darling. En dan komen ze los en gaan ze met een hand en een zoen weer de deur uit. En met klompen natuurlijk”. de directie en kwamen ons een tientje aanbieden, omdat ze het zo leuk hadden gevonden.’ ZE WORDEN nu in de dependance van Mak aan de Nes gecatalogiseerd. Enkele zilveren dukaten en realen sommige worden getaxeerd op een paar duizend gulden per stuk bevinden zich nog bij de Nederlandse Bank om gekeurd te worden. Gezien de aard van de collectie zullen er vooral liefhebbers op af komen. In dit geval zijn dat ook het Historisch Museum en het Scheep vaartmuseum, die er toch wel op ge brand zijn om dit buitenkansje niet te laten lopen. Diederik Westerhuis van Mak van Waay: „Het is uniek dat we het hier kunnen veilen, want het slaat allemaal op Amsterdam. Het gekke van dit soort werk is dat je soms de idiootste dingen ziet. We hebben nu pas ook een partij porno binnengekregen uit de 18de eeuw. Dat gaat voor veel geld weg”. MET SCHRIK heeft men op het stadhuis vastgesteld dat het bouwen in de open „gaten” duurder is dan men had gedacht. Een voorbeeld is een complex van 230 nieuwe wonin gen aan de Pontanusstraat (Dapper buurt) waar huren zijn uitgerold van 300 gulden. En dat terwijl het rijk, dat in de persoon van staatssecretaris Schaefer allerlei potjes heeft aange boord, op deze huizen al 290 gulden per maand toelegt. En meer zit er echt niet in, aldus Schaefer. De buurtbewoners hebben daartegen de laatste dagen nogal geprotesteerd en onder meer een modelwoning bezet. Het PvdA-raadslid heeft nu een po ging gedaan om de huren alsnog omlaag te krijgen. Hij vindt dat hier toe in afwachting van een nieuw huur- en subsidiebeleid maar geld uit het fonds voor woningonttrekking moet komen. DIT IS het eerste hondentoilet in Amsterdam. Twee zandbakken aan de Zaanstraat (Spaarndammerbuurt) en daar moeten de door zoveel publiek en politiek geklaag achtervolgde vier voeters nog wel erg aan wennen. Het hoopje wat de hond op de foto op ons speciale verzoek creëerde, was dan ook absoluut het eerste. Want de „hondebak” wordt pas zaterdag geo pend. Compleet met fanfaremuziek, toespraken en een hondenshow met als titel: „Wie heeft de mooiste, lief ste, magerste, dikste en best onder houden hond?” Het betreft een bronzen kanon met het zeldzame admiraliteitswapen van de VOC, zilveren munten, springkogels, gouden knopen, kannen, Baardmankrui- ken (eentje is er geheel gevuld met kwikzilver), pittentrekkers, pommels (de knopen van een zwaardvest), tinnen schalen, flessen wijn en ga zo maar door. „we moeten af Vroeger heerste waan.” DE KLOMPENBOER van Amsterdam, alias „ome” Jan Roza, jaagt op het Grote Publiek. In ztfn van houten schoeisel bol- staande zaak aan de Nieuwezijds Voorburgwal beschikt hij nu ook over een uiterst oorspronkelijke klompenmaker^ en de toeristische geldmakers in de hoofdstad hebben hem verze kerd, dat daar brood in zit. DE LEIDSESTRAAT was de eerste belangrijke winkelstraat, die autovrij werd gemaakt. De Ferdinand Bol straat wordt de volgende en inmid dels is uitgelekt dat B. en W. in beginsel ook hebben besloten de Re- guliersbreestraat van de gemotori seerde vierwielers te ontdoen. Het WD-raadslid Roemer is daar kwaad over, omdat men in de commissie van verkeer helemaal nog niet zo ver was. Ook de winkeliers (het „oude” liedje) zijn boos en dreigen de gemeente met een kort geding. Datzelfde wapen hadden hun collega’s in het centrum met sukses gehanteerd toen de ge meente het denkbeeld opperde om eenrichtingverkeer op het Damrak in te stellen. JAAP EN GER Cok zijn tweeling broers en doen samen in jeugdhotels. Daarom was het dan ook niet zo vreemd dat hun jongste aanwinst, een Young Budget Hotel aan de in de Vondelparkbuurt gesitueerde Ko- ningslaan, als etiket CokCok op de gevel kreeg. Twaalf jaar geleden za gen de broertjes wel iets in de op vang van het jeugdtoerisme en nu beschikken ze over vijf hotels met in totaal 720 bedden. Waarmee ze ruim éénderde van alle slaapplaatsen voor jongeren in handen hebben. Op het ministerie van CRM en het Prinsenhof wordt het proces van „ver- maatschappeling” bij Paradiso met te vredenheid bekeken. Ook de leiding was ervan overtuigd dat er iets moest gebeu ren. Ee pop- en jazzconcerten werden de laatste maanden op een laag pitje gezet en in deze „afkoelingsperiode” zijn er spijkers met koppen geslagen. Ruud Fontijn: „Er was bij een aantal mensen zo veel geloof in de popcultuur. Je zag het krampachtig vasthouden aan de underground. De concerten kostten veel geld, ook voor de bezoekers en een gegeven moment kreeg Paradiso als briefhoofd: Concerthal. Dat was naar ons idee een te grote afwijking van wat de opzet was.” DIE OPZET om tot een „eigentijds” jongerencentrum te komen, waar allerlei vernieuwingen een kans zouden krijgen, is eigenlijk alleen in het eerste jaar (1968) uit de verf gekomen. Sindsdien is het als theater zijn eigen weg gegaan. Het geglitter van de flower-power. Alles wat nieuw was, kwam er en iedereen mocht zich er superstar noemen. Fon tijn: „We hebben uit Amerika een cultu rele invasie van jewelste gehad. Dat doodt en is net zo iets als de jacht op Indianen.” Dat internationale is iets afgenomen door de concurrentie van de Melkweg „waar ze met hun nostalgie alle kanten op kunnen.” Fontijn en Turlings willen nu van het „elitaire” publiek af en de drempel van Paradiso verlagen. Terwijl Paradiso-directeur Louis Groen vorig jaar nog verklaarde dat het grote succes te danken was aan het feit dat „iedereen hier anoniem kan zijn”, menen de staf leden nu dat juist die anonimiteit de zaak geen goed heeft gedaan. Dat mani festeerde zich het duidelijkst in de zo mermaanden, als het internationale jeugdtoerisme er kind aan huis was en buitenlandse drugshandelaars nogal ern stige vormen van geweld in Paradiso introduceerden. „Dat frustreerde erg veel Amsterdammers”, aldus Fontijn. HET ZIET ernaar uit dat de concerten maar dan meer met Nederlandse popgroepen in de weekeinden nog wel zullen blijven, maar dat op werkda gen de werkende jongeren er aan bod komen. Een eerste aanzet hiervoor was de in het najaar geopende kelder, waar de laatste tijd met veel animo wordt gedamd, geschaakt en gepingpongd. „Op een avond hadden we hier een simultaan-schaakwedstrijd met Jan Hein Donner. De hele zaal zat toen vol spe lende mensen en het was nog ludiek ook. Er stapten vier jongens uit de Jan Roza (rechts) met collega-klompenmaker en bezoeksters in zijn zaak aan de Nieuwezijds. Fontijn realiseert zich dat het „oude” Paradiso-imago niet zo snel zal verdwij nen. „Maar’, zegt hij, „we bieden nu andere dingen aan en dan zullen de mensen vanzelf ervaren, dat het beeld wat ze hadden niet juist is.’ De eerste, nog informele contacten met organisaties op hei gebied van wer kende jongeren zijn gelegd en het moet gezegd, dat het niet in alle gevallen tot geweldig enthousiaste reacties aanleiding gaf. „Men toonde zich een beetje huive rig en zeiDat is een mooie val waarin je de werkende jeugd terecht laat komen.’ Fontijn en Turlings vinden dat een niet onbegrijpelijke reactie, ook al omdat de Paradisoplannen nog niet concreet zijn. Daarvoor willen zij de betrokken jeugd organisaties de kans geven met een eigen inbreng te komen. Fontijn: „Je hebt het niet te dicteren.’ Zelf is hij blij met deze ontwikkeling. „Want’, zegt hij, van de mooimakerij, hier een grootheids- HET IS alweer een jaar geleden dat wethouder Lammers verklapte dat Amsterdam De Staalmeesters van Rembrandt terug wilde hebben van het rijk, dat de collectie van de meester in de vorige eeuw in bruik leen kreeg. Het doek moest terecht komen in het Amsterdams Historisch Museum, dat door zo’n trekpleister beter mee zou kunnen doen met de prominente kunstinstellingen. Het Amsterdamse verzoek leek onschul dig, want het Rijksmuseum zou ten slotte nog negentien Rembrandts over houden. Het pakte evenwel anders uit. Geïnspireerd door Rijksmuseum- directeur Van Schendel reageerde de toenmalige staatssecretaris Vonhoff uiterst giftig. Intussen is Lammers met CRM-minister Van Doorn, die politiek toch gunstiger „ligt”, al even min veel opgeschoten en aangezien men op het Prinsenhof niet de indruk maakt om dit schilderij een oorlogje te willen ontketenen, ziet het er naar uit dat De Staalmeesters de Kalver- straat maar moeten vergeten. Direc teur dr. S. H. Levie van het „Histo risch” is er wat ongeduldig door ge worden. „Deze zaak moet een keer de wereld uit”, meent hij, „want je kunt zo niet tot Sint Juttemis doorgaan”. Wat nog niemand weet is. dat de officials van CRM volgend jaar als de hoofdstad op zeven eeuwen kan terug kijken en het museum hele maal gerestaureerd is alsnog met het schilderij zullen komen opdraven. Bij wijze van surprise, maar toch ook wel uit oogpunt van kostenbesparing. Want, zo redeneren ze in Den Haag, het scheelt wel een alternatief ka- dootje. Jan Roza vindt dat een gelukkige gedachte want erg breed heeft hij het nooit gehad. In het land van Maas en Waal, waar hij 59 jaar geleden werd geboren en als kind al leerde hoe je een schoen moest lappen, had hij immers een weinig geluk kige jeugd gehad en toen hij in 1923 ouderloos in Am sterdam aanspoelde en in de Jordaan een schoenmakerijtje begon, was hij arm met de armen. „Dat was hard werken”, zegt hij, „en het gebeurde toen nogal eens dat ik achter de toonbank lag te slapen”. Na de oorlog kwam hij op het Rusland terecht een zijstraat van de Oudezijds Achterburgwal. Die zaak heeft hij ook nu nog. „Daar ben ik toen begonnen met klompen. Ik zag er wel wat in en mijn idee was: Amsterdam heeft 850.000 inwoners, waarvan vijftig percent boeren zijn”. Waarmee hij de import- Amsterdammers bedoelt. DIE „BOEREN” bleven dan ook niet weg, maar opmerke lijker was de klomprage bij de toeristen. „Ik heb ze van over de hele wereld gehad”, legt Roza uit. „Amerikanen, maar ook Russen, Chinezen en Eskimo’s”. Maar omdat niet iedereen weet waar het Rusland ligt, kocht „ome Jan” een meer in het oog springend pandje van „baas” Tabak aan de Nieuwezijds en installeerde daar zijn klompenmakerij. Bezoekers kunnen daar zien hoe een klomp machinaal en met de hand wordt gemaakt. Via de VW kwam hij bij Arthur Frommer terecht en die zag er wel wat in om zijn klantjes behalve de tulp ook de klomp voor te schotelen. Waarmee hij ten strijde trekt tegen de souvenirwinkels, waar men „voor gortige prijzen klompen van zacht hout aan biedt, die al binnen veertien dagen versleten zijn”. Wat dat betreft, discrimineert hij niet. „Ik hou het gewoon en werk met normale prijzen”, aldus Roza, die niet zonder sukses de foor hem ontworpen „instappers” introduceerde en voor art sen een wit klompje heeft bedacht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1974 | | pagina 11