Sonja Kehler:
Een rasechte materialist heeft de meeste kansen
ARROGANTE RUSSEN BRON VAN ERGERNIS
R$.
te politiek
I
IN TSJECHOSLOWAKIJE HEERST DE TOTALE BERUSTING
ids
z*
Zangeres
vindt westerse
kunstenaars
99
r
STE
Bezettingstroepen in volledig isolement
Een auto
dass es
auf dieser welt
nicht mehr
zweieriei menschen
gibt
ZATERDAG 23 MAART
1974
23
ANGELA DAVIES
DOOR ROLF STALLINGA
MENSELIJK
EXISTENTIE
SOLZJENITSIN
ARD
door An Salomonson
Genormaliseerd
De Tsjechoslowaakse grensbeambte in het douanekantoor van Mikulov
neemt mijn documenten en loopt ermee naar een andere kamer. Het be
looft lang te duren. Ik steek een sigaret op. Onmiddellijk schiet een van de
ambtenaren op me af. Er zitten er hier welgeteld tien (en alle tien zijn aan
het snoepen). „Waarom rookt u?”, snauwt hij. Daarbij wijst hij op een
bordje dat zo hoog tegen het plafond hangt, dat geen sterveling het kan
opmerken. Ik doe mijn sigaret uit. Onmiddellijk daarop grijpt een van de
tien in zijn zak en steekt op zijn beurt triomfantelijk een sigaret op. Nie
mand die er iets van zegt, ook mijn snauwert niet. Als bezoeker uit een
kapitalistisch land behoor je voor de genormaliseerde autoriteiten in
Tsjecho-Slowakije tot een inferieur slag mensen. En dat krijg je te voelen
ook. Als ik eindelijk door kan rijden, is er geen groet, geen gebaar. Het
is een oponthoud van zegge en schrijve drie kwartier geweest, en dat aan
een doodstille grens.
3
Apathie
Jl
Solzjenitsin is
Heeft ze idealen?
Dit incident is tekenend voor de
Dubcek
Dr. GUSTAV HUSAK
orden
rwijk.
al
rsUSSSH
ele
a’s
De Oostduitse chansonzangeres Sonja Kehler, die al wordt vergeleken
met de beroemde Brecht-vertolkster Gisela May, maakt op het ogen
blik voor de tweede maal een tournee door ons land. Morgenavond
komt ze met haar programma, dat ze als titel gaf ,,Dass es auf dieser
Welt nicht mehr zweieriei Menschen gibt”, in de Haarlemse Stads
schouwburg. Een onzer verslaggevers had een gesprek met haar.
Unie prikkelen het Tsjechoslowaakse
volk tot witgloeiende rage.
Nee, maar dat komt omdat ze in
het Westen teveel politiek zijn inge
steld”.
ik
zich
door een politieke achtergrond. Bo
vendien is er nog zoiets als vrijheid
van meningsuiting.
zeggen hebt. Ik hou niet van ijdele
acteurs’.
Heb je die in de DDR?
„Natuurlijk. Net zoals in ieder an
der land”.
„Zeker is er kritiek want anders
zouden de autoriteiten geen spreek
uur hebben”.
SEMESSm
schappij. Dat doet mij lol
geloof er in om de mensen
bewust te maken van wat ze hebben
en dat ze er van moeten genieten”.
daar vermoedelijk het strenge isole
ment waarin de bezettingstroepen
worden gehouden. Vandaar ook hun
opschepperige houding: een kwestie
van psychologische zelfbescherming.
En vandaar vermoedelijk de regelma
tige vervanging van de lagere kaders.
De culturele attaché van de DDR
in ons land, die deze week de eerste
voorstelling van de Oostduitse chan
sonzangeres Sonja Kehler bijwoonde,
droeg een zwart roosje op zijn over
hemd. Merkteken van een bekende
Westduitse firma. Tijdens de met veel
enthousiasme gevolgde solo van Sonja
flitsen zijn ogen Schichtig langs het
publiek in de zaal. De dame achter
ons schijnt hem te kennen. Ze zegt:
„Hij is menselijk en echt heel vriende
lijk.” Als het applaus is weggeëbt
krijgt de attaché voor de kleedkamer
van de kleinkunstenares een woede
aanval. De bontmantel van „Mammi”
is zoek en het theaterpersoneel krijgt
te horen dat het een enorme „Schwei-
nerei” is. Dat blijkt later een misver
stand, want „Mammi” heeft niet goed
gekeken. De attaché neemt echter niet
de moeite zich te verontschuldigen.
DE RUSSISCHE bezettingstroepen
leven in Tsjechoslowakijke in volle
dig isolement. Ze vertonen zich
slechts zelden en nooit alleen
Als een vuurrode lap werken ook
bijna zes jaar na de invasie nog de
Russische bezetters op het verder zo
apathische Tsjechoslowaakse gemoed.
Op de wegen kom je niet zelden
auto’s met Russisch nummerbord te
gen. Op de televisie zie je dagelijks
Russische en Tsjechoslowaakse poli
tic, die elkaar minutenlang in de
armen vallen. Toch weet ook de eer
ste de beste fabrieksarbeider heel ze
ker dat die veelbezongen solidariteit
met het vaderland van de revolutie
in werkelijkheid absoluut niet be
staat. En dat er noch hier, noch daar
sprake is van socialisme-
Zou ze een vergelijking kunnen
maken tussen de kunst in Oost- en
West-Europa?
Sonja Kehler is in Maagdenburg
geboren. Haar vader, die vroeg is
overleden, was kraandrijver en haar
moeder kantooremplyee. Over haar
jeugd is ze erg summier. „Die was
heel normaal. Ik ben altijd nogal
strijdlustig geweest en interesseerde
me erg voor de veranderende maat-
Heeft u veel contact met buiten
landse kunstenaars?
Ze praat over Lenin en over de
Amerikaanse Angela Davies, die ze
enkele malen heeft ontmoet en op
haar een grote indruk heeft gemaakt.
„De gesprekken met haar hebben
mijn nieuwsgierigheid vergroot en ik
zou graag eens naar Amerika gaan
om te zien wat daar aan de hand is.
Natuurlijk is het een wreed fascistisch
land, maar het rassenprobleem daar
zou ik graag willen voelen”.
wat gespannen en kille sfeer bij het
DDR-gezelschap. Sonja Kehler vormt
hierop een uitzondering. Ze werkt
jonger dan de veertig lentes die ze al
achter zich weet. Haar bleke gezicht
is onopgesmukt. Ze praat makkelijk,
maar bouwt opmerkelijk veel van de
communistische ideologie in haar ant
woorden in. Zoals dat trouwens ook
het geval is met de teksten van de
liedjes, die moderne Oostduitse
schrijvers voor haar hebben gemaakt.
Maar ook onder elkaar zijn ze niet
anders. Niet iedereen is als held geboren
en waar geen schemer van hoop daagt,
daar is ook geen protest. Als er in
communistisch Oost-Europa ooit iets zou
gaan veranderen, dan is één ding zeker:
Tsjechoslowakije komt pas op de aller
laatste plaats aan de beurt. En dus
moeten de Tsjechoslowaken het er in
deze niet zeer rozige jaren op zien aan
te leggen te overleven. Niet voor de
eerste keer in hun geschiedenis overi
gens. Wie wil overleven, moet zich in
kapselen. Hij moet leren opportunistisch
te handelen. Vergeet je principes en je
interesses maar. Een rasechte materialist
heeft de meeste kansen.
Een behoorlijke woning. Een week
endhuisje om de schrikbarende lucht
vervuiling in de steden te ontvluchten.
Een auto. Een hogere opleiding voor je
kind. Dat zijn zo de gemiddelde idealen
van de genormaliseerde bevolking. Om
die te realiseren dien je je „goeie wil”
jegens het regime van Husak te tonen.
Sommigen, vooral jongeren, worden par
tijlid. Anderen, die die laatste drempel
toch nog net niet kunnen nemen, zijn
actief in hun bedrijf, in de gemeente. Z»
ontplooien initiatieven in de zgn. vrij
willige brigades. Over hun ware instel-
Een student vraagt haar of ze soms
een boodschap voor zijn makkers
heeft. „Jullie moeten Brecht niet al
leen lezen maar hem ook proberen te
begrijpen”, zegt ze vriendelijk.
Sonja Kehler woont in de Oostber-
lijnse binnenstad, omdat ze zich in de
betonnen buitenwijken niet thuis
voelt. Krijgt de bevolking daar kans
kritiek te hebben op de plannen van
de stedelijke overheid?
ling maakt niemand zich illusies. Ook de
partijfunctionarissen en apparatschiks
niet. Trouwens, die maken zich ook over
zichzelf geen illusies. En ze zien het
nodige door de vingers om een alibi te
hebben voor later, als de wind misschien
weer uit een andere hoek waait.
Voorlopig waait de wind uit het ijs
koude oosten. Dubcek is in werkelijk
heid een pion van de Russen geweest,
kan men horen uit de mond van mensen
die in augustus 1968 met de blote vuist
op de broederlijke tanks zijn losge
stormd. De Russen hadden een aanlei
ding nodig om in Tsjechoslowakije mili
taire steunpunten op te richten. Dubcek
heeft zich daar als notoire Russenvriend
vrijwillig voor geleend. En neem nou
Smrkovski. Toch zeker een carrièrema
ker, zonder moed en zonder overtuigin
gen. Het hele experiment met de libera
lisering en de Praagse lente is niks
anders dan een alibi geweest. Anders
had Dubcek nu toch al weer niet zo’n
hoge directeursfunctie? Je oren klappe
ren. Hier wordt hersenspoeling in het
groot bedreven. In werkelijkheid is de
bleke, tengere man, die het socialisme
met een menselijk gezicht uitvond, chef
van de garage van het bosbeheer in
Bratislava.
Volgens hetzelfde soort praatjes is de
huidige partijleider Husak helemaal niet
zo erg als hij er uitziet. Zolang Husak er
is, zijn er tenminste geen politieke pro
cessen. Er zit toch alleen maar een
handvol voormalige hervormers in de
gevangenis, en dan alleen voor zulke
bagatellen als bijvoorbeeld deviezen-
smokkel? Lang niet iedereen heeft met
dergelijke rationaliseringen de oude
beelden verdrongen, maar het zijn er
genoeg, meer dan genoeg.
We leggen haar uit dat de bewon
dering in het Westen voor het werk
en de houding van Solzjenitsin be
paald niet alleen wordt ingegeven
Normaal is in Tsjechoslowakije de to
tale berusting. De apathie. De slechte
arbeidsmoraal. Het volledige desinteresse
in politiek en in alles wat zich buiten de
eigen vier muren afspeelt. De genorma
liseerde Tsjechen en Slowaken beschou
wen anno 1974 Alexander Dubcek als
een verrader, die hen onder valse voor
spiegelingen in het ongeluk heeft ge
stort. Aan die lente van zes jaar geleden
denkt geen mens meer. Zo'n geurende,
zingende lente komt toch nooit meer
terug. En na dit jongste bezoek begint
ook de gast uit het Westen dat te
geloven. Dit volk hebben ze tenminste
goed doodgeslagen.
klasse behoren, is het eten uiterst matig.
Om van de toestand in de toiletten maar
niet te spreken. De genormaliseerde
Tsjechen en Slowaken zijn goed gekleed
en op een gewone, nauurlijke manier
vriendelijk tegen de kapitalistische be
zoeker. Zij weten precies waar hun
plaats is en ook waar de mijne is. Geen
dubbelzinnig antwoord, geen blik van
verstandhouding, daar zijn ze veel te
genormaliseerd voor.
,Ik respecteer in West-Europa de
poging om kritische en progressieve
kunst te maken en geloof dat de tijd
van destructie in de kunst na zoveel
oorlogen wel voorbij is. De kunst in
Oost-Europa is voor mij erg boeiend,
maar je rijdt wel eens tegen bomen
aan Ik bedoel dat er nogal wat
misverstanden en vergissingen be
staan. De schrijver Solzjenitsin is niet
interessant. Bij ons leven en boeken
verkopen aan het Westen, cfat is
makkelijk. Hij kon dan ook geen
betere zaak afsluiten dan naar het
westen te gaan. Daar kent men alleen
deze schandaalfiguren, maar niemand
weet iets over Maurer en andere,
werkelijk grote dichters”.
„Ik geloof in een menselijk leven.
Dat is wel eens moeilijk. (Wrang) Als
ordentelijk mens moet je zeker een
keer gescheiden zijn. Bovendien heb
je in dit beroep ook veel ergernis”.
Op dat moment maakt één van
haar muzikale begeleiders resoluut
een einde aan het gesprek. Hij wijst
er op dat de chansonniére dringend
naar bed moet en oogt daarbij mis
prijzend onze kant op. Sonja Kehler
lijkt weinig verheugd over’ deze in
terventie, maar Zegt er niets van.
Vermoeid pakt ze haar spullen.
DE WERKELIJKHEID ziet er wel
even anders uit. Daarvan zijn beide
partijen zich in stilte heel goed be
wust. Niet alleen voor naïeve jongens
uit Swerdlowsk of Rostow, maar
heus ook voor bevoorrechte burgers
uit Moskou of Leningrad moet het
enorme verschil in levensstandaard
tussen de Sovjet-Unie en Tsjechoslo
wakije een bittere teleurstelling bete
kenen na een jeugd lang met natio
nalisme en Russische zelfverheerlij
king te zijn geïndoctrineerd. Zonder
twijfel een potentiële bron van on
rust in de verder zo hermetisch afge
schermde Russische bevolking. Ook
de Sovjet-autoriteiten schijnen zich
daarover geen illusies te maken. Van-
Voelt ze zich vrij in haar werk?
„Ja, maar dat is aan wetten onder
worpen. Je moet een bepaalde disci
pline hebben want ik kan mijn be
roep ook misbruiken. Die verant
woordelijkheid draag ik met plezier
want het gaat er niet om je ijdelheid
te demonstreren maar om wat je te
Inwoners van Praag lezen geïnteresseerd de berichten over het „staakt het vuren”
in Vietnam. Een foto uit Praag die vorig jaar gemaakt is.
De steden zien er nog steeds slordig en
onverzorgd uit. Maar de winkels zijn
goed gevuld. Er heerst geen gebrek,
behalve dan aan kwaliteit. In de restau
rants, die niet tot de hyper-luxueuze
in de steden, en dan beslist niet om
te winkelen of eens uit te gaan.
„Fraternising” is sinds de broederhulp
in augustus 1968 een absoluut taboe.
In hun eigen nederzettingen hebben
ze winkels, bars en zelfs scholen voor
hun kinderen. Want de meeste Russi
sche officieren hebben hun gezinnen
laten overkomen. Bij de sporadische
contacten met de inheemse bevolking
gedragen de Russen zich volgens de
verhalen van de Tsjechoslowaken
zeldzaam arrogant. Ze vinden het in
dit gastland een inferieure boel en
laten dat duidelijk blijken. Aan de
verworvenheden van het Russische
arbeidersparadijs kan geen enkel
land, hoe partijgetrouw ook, in hun
ogen tippen. Chauvinistische verhalen
over de excellente kwaliteit van een
consumptie en leven in de Sovjet-
nbt Ltcrsssaat
Het is alweer vijf jaar geleden dat
ze voor het eerst in het buitenland
optrad. Wat betekent zo’n tournee
voor haar? „Ik verheug me in de
interesse, die er voor mijn land be
staat en daarom wil ik niet alleen
doodzekere nummers als die van
Brecht zingen. Als ik in het buiten
land zit, wil ik erg veel weten. Ik
ben wel eens moeilijk voor mijn
partners en daardoor verlies ik veel
onderweg. Laatst waren we in Olden
burg tijdens de grote metaalstaking
daar. Dat was ongelooflijk. Je zag dat
de mensen er bang voor hun existen
tie waren en bij ons heb je dat niet
meer’.
ALS ZE UIT Tsjechoslowakije
worden teruggetrokken, gaan de jon
gens heus niet meteen naar huis.
Eerst worden ze in afgelegen delen
van de Sovjet-Unie gestationeerd om
af te koelen en hun verwarrende
ervaringen te „vergeten”. Een Sovjet
burger die langere tijd in het buiten
land heeft gewoond, blijft zijn leven
lang „verdacht”. De bezetting van
Tsjechoslowakije is geen lolletje.
Voor de Tsjechoslowaken niet, maar
ook niet voor de bezetters.
Kehler: „Dat mag waar zijn maar
ik vind het niet juist om een marte
laar van hem te maken. Wat je ziet
gebeuren in een revanchistisch land
als West-Duitsland. Als juist zo’n
staat zoveel in de waagschaal stelt
voor Solzjenitsin, dan vind ik dat
verdacht. Bovendien is hij niet we
zenlijk belangrijk zolang er nog zin
loze oorlogen worden gevoerd en er
mensen op straat verhongeren. Toen
hij Rusland werd uitgewezen, zat ik
in Algerije. Daar zag ik zoveel pro
blemen om me heen dat ik me zou
schamen als ik op dat moment aan
Solzjenitsin had gedacht”.
ij
N
en