OMROEPVERENIGINGEN BOGEN IN HET STOF VOOR DUITSE BEZETTERS NSB blij, dat veel niet-leden aan omroe wilden meewerken PI tslag AVRO: on voor KRO: feesten voor Duitsers joden Vlinnu MORGEN Sport in oorlog ZATERDAG^ 28 JUNIa'.L, S AVONOSOMNEGEMUNp VOOR DE ZATERDAG 3 O 19 74 MAART 17 Erbij Grote wens Voor Wehrmacht Mr. Wagenaar Moeilijkheid Opmerkelijk Trappelend Terug Het is bijna ongelooflijk, wat er zich met name tijdens en vlak na de inval van de Duitsers in mei 1940 heeft afgespeeld in de omroepwereld. Er was voor de ambtenaren geen leidraad van hogerhand wat men moest doen als een vijand het land zou binnentrekken. Er waren wel zogenoem de „aanwijzingen”, maar die waren geheim en lagen in kluizen, waar op het moment suprème niemand bij kon. Bij de omroep was opgedragen niets te vernielen aan de omroepinstallaties. De Duitsers waren dan ook verbijsterd, toen ze bezit konden nemen van een volledig functionerend omroepapparaat. Ongelooflijk ook zeker wanneer men na de oorlog de lieden weer fris en vrolijk aan het werk zag gaan bij de omroep wa ren de manipulaties van de leiders van de omroepverenigingen, die zich in het stof bogen voor de Duitse bezetters om toch maar hun eigen om- roepclub in stand te kunnen houden. Vogt van de AVRO was op dat gebied (met KRO-man Speet) de grootste matador: hij stelde dat de AVRO vol ledig paste in de Nieuwe (nazi-) Orde. Hij spoorde aan met lofprijzingen aan het adres van de gedisciplineerde oostburen 'de luistertucht (niet naar Engelse zenders luisteren) te eerbiedigen. Vogt arrangeerde een ge sprek met Mussert. Vogt legde de eerste contacten met Max Blokzijl, de NSB-propagandist nr. 1). Vogt ontsloeg ook, voordat de Duitsers daar zelf over begonnen, alle joodse medewerkers van de AVRO. Intussen organi seerde de KRO, bang voor het alleenrecht van de AVRO, vrolijke feestjes met vrolijke vrouwtjes ten gerieve van de Duitsers, zelfs bij KRO-direc- teur Speet thuis. Pater Dito, voorzitter van de KRO, die ook geen fraaie rol heeft gespeeld: „Speet gaf Bosman (een NSB-medewerker) opdracht de Duitsers onder tafel te drinken”. Op straat Loyaal Z 8 M g Ml'm S M t r VAN 113 0 -114 5 IEDEREN -xf. Hoe werkte de Nederlandsche Omroep en wie werkten er zoal aan mee? Dat zgn Intrigerende vragen. Zeker als men weet, dat er in het boek van Dick Verkijk „Radio Hilversum 1940-1945” veel bekende namen voorkomen, van omroepbonzen. radio- en televisiefiguren. van artiesten en journalisten. Het waren nationaal-socialisten. sym pathisanten, meelopers, anti-nazi’s (weinigen) of opportunisten. De algemene pro- gramma-beleidsljjn was duidelijk: in „gewone" programma’s ongemerkt propaganda stoppen, zo subtiel mogelijk. En als er al duidelijk politieke uitzendingen waren dan werden die omgeven met zeer populaire programma's, waaraan ook door a-politieke uitvoerders werd meegewerkt. Die medewerking is uit de aard der zaak ook ver derfelijk geweest. Ze dienden alleen maar om de propaganda te versterken. En er zjjn nogal wat lieden (ze blazen nu hun partij weer volop mee), die daaraan hun medewerking hebben verleend. omroep alsof er niets aan de hand was. En alsof de vaste personeelsleden niet de kans hadden gehad om eruit te stappen met een goede financiële afvloeiingsre geling. Ze tekenden grif voor de Kultuur kamer (later bewerend, dat ze dat deden om in leven te blijven, aangezien ze dan een volkstuintje kregen)- Het einde van de omroepverenigingen (voorjaar 1941) kwam in zicht. De KRO had dat door en ging dwars liggen. Men oordeelde de aanstelling van Dubois on- grondwettelijk. Toch zegt Dito nog eind 1940: „Zo gaan wij het nieuwe jaar 1941 in, ongeschokt, trappelend van ongeduld om mee te bouwen aan de Nieuwe Orde die weldra komen gaat. propaganda zou worden gemaakt. Dubois oordeelde het beter dat er een „goede” Nederlander dan een NSB-er aan de top zat. de oorlog door een handige zet buiten schot hielden. De omroepbazen konden weer aan de slag. In 1943 al (28 dec.) hadden zij een omroepcomité opgericht om de zaken voor na de bevrijding voor te bereiden. Ze draven dan weer op: Speet, Vogt, Dito, Broeksz.Bomli, van de VARA v. d. Deure e.a. Het bindmiddel is: hoe redden we na de oorlog het vooroorlogse omroepbestel en niet: hoe verzetten we ons tegen de Duitsers. Er wordt een Federatie van Omroepverenigingen opge richt. Het personeel richt een eigen or ganisatie op. Op 5 mei 1945 hernemen de omroepbestuurders de studio’s. Ze wor den er prompt weer uitgezet. De onze kerheid over de al of niet terugkeer van het voor-oorlogs omroepsysteem blijft nog even. Verkijk: „Op 4 mei eindigde de omroep in een chaos. De chaos in de omroep begon op 5 mei”. De censuur wordt na de concentratie (19 dec. 1940) scherper. Dubois is al snel vertrokken. Ir. W. A. Herweyer volgt hem op. Hij is een merkwaardige natio- naal-socialist, die zijn ogen dicht kon doen, als er gevaar voor zijn medewer kers dreigde. Taubert nam de plaats van Freudenberg in. Vogt het wordt eentonig (hij redde zich na de oorlog omdat hij later voor de KP wapens zou verbergen) zorgde er voor dat de verrader Alfred Rügner Duitse les voor de radio kon gaan geven. De AVRO nam vrijwillig artikelen op van de nazi-sympathisanten als De Josselin de Jong en Leo Riemens, die later in NSB-uniform de studio binnen zou stap pen. Vogt had nota bene op 21 mei 1940 al, joodse medewerkers als Jacob Hamel, Han Hollander, Max Tak en Ida de Leeuw-Van Rees persoonlijk ontslagen. Terwijl Max Blokzijl al vanaf 2 fe bruari 1941 zijn kwalijke praatjes hield, waren er nogal wat figuren, die hun medewerking om wat voor reden dan ook niet aan de NO wilden ontzeg gen. Eén van hen uit de door Dick Verkijk samengestelde „galerij der op- merkelijken” is Henri Knap. Vanaf ja nuari 1942 tot oktober 1943 leverde hij klankbeelden en hoorspelen af, al dan niet onder pseudoniem. Zo schreef Knap (die zich daar aanvankelijk niets meer van herinnerde, aldus Verkijk) een klankbeeld over Sinterklaas en over (in goed-Germaanse trant) het Zonnewende- feest, waarin alle edelgermaanse regis ters worden opengetrokken. Zo spreekt hij niet over Oostenrijkers, maar naar goed gebruik over Ostmarkers. Later de ommekeer bij Stalingrad was een feit deed Knap goed werk in het verzet bij Arnhem. tember 1944 kwam in feite het einde van de NO. plus enkele erkende nationaal-socialis ten. Prof. dr. T. Goedewaagen, de nieu we (NSB) secretaris-generaal van het departement voor Volksvoorlichting en Kunsten, beschikte anders. Ir. v.d. Vegte werd voorzitter van de Radioraad en ir. Dubois nam de begeerde troon van Vogt in. Hij werd de gemachtigde voor de omroep. Ir. A. Dubois, afkomstig van de Noze- ma (organisatie die de zenders beheert) was nu de belangrijkste man. Hij was geen nazi, maar nam een pragmatisch standpunt in. Wel samenwerking met de bezetters, zolang als het nadeel niet aanwezig of aantoonbaar is. Hij ging werken onder de condities, dat er geen propaganda zou worden gevoerd tegen het koninklijk huis, de godsdienst, de joden en er geen nationaal-socialistische Hilversum I was nu een Europees - Germaanse zender geworden, Hilversum II een Nederlandse (NSB). Zoals elders te lezen valt faalde Hilversum II als propaganda-instrument en werd het op 1 juni 1943 onder het Reichsrundfunkge- sellschaft geplaatst als zender Calais II (waar o.a. het Utrechts Stedelijk Orkest voor optrad). Op 18 juni 1943 werd de uitgave van De Luistergids (de ene om- roepgids na het verdwijnen van de om roepverenigingen) gestaakt. Op 5 sep- De strijd tussen de omroepverenigin gen (voor de oorlog mocht het personeel niet met elkaar omgaan) verdween niet in mei 1940. Integendeel. Er werd heftig om de gunst van de bezetters gedon gen. Zo was pater Dito zeer voldaan over de vlotte samenwerking tussen om roepen en Duitsers. Hij verklaarde dat men loyale medewerking zou geven. Di to probeerde in een kwalijke rede voor de KRO-radio de houding van de KRO recht te praten. Dito: „Ze hebben de omroepverenigingen intact gelaten, wij moeten dus ook met de Duitse belangen rekening houden”. Aartsbisschop De Jong liet zich niet voor het karretje van Freudenberg (de „opzichter bij de radio”, het hoofd van de Rundfunkbetreuung- stelle) en Dito spannen, die ontkenden, dat de Duitsers zouden optreden tegen de RK geest en het kerkelijk leven. Het episcopaat keurde overigens in grote lij nen wel het beleid van de KRO in dat eerste oorlogsjaar goed. De bezetters, die onmiddellijk na de inval het ANP onder hun directe hoede namen, gooiden 23 joodse medewerkers direct op straat. Later zou de Berichten dienst Nederlandsche Omroep het ANP gaan vervangen, met G. Noordhuis als hoofdredacteur. Op 9 maart 1941 werd de omroep genazificeerd. Het werd een belangrijke datum (zoals kort daarvoor de februari staking een belangrijk feit was geweest: het breekpunt voor wie pro- of anti-nazi was). Er werd een afvloeiingsregeling (vijf jaar werd er doorbetaald) inge voerd voor gewetensbezwaarden. Een re geling waarvan ook de joodse ex-mede- Wat te zeggen van een man als Leon Povel, die montageleider was van de reportagedienst en in die functie veel anti-semitische hoorspelen en pro-Duitse klankbeelden verzorgde. Of van een Yge Foppema, die een rubriek begon om de taal zuiver te houden (goed aansluitend op het ideologische karakter van het nationaal-socialisme). Hij schiep de zg. taal-familie Schrijver, een taalclub dat tussen de propaganda ingekapseld zat. De „zoon” was Wim Sonneveld. Verder speelden o.a. mee: Jeanne Verstraete (een erkend NSB-lid), A. D. Hildebrand en Jaap Alving. dat op 15 mei 1940 120.000 bedroeg, duikelde naar 34.000 (eind 1940). Alleen al op 15 mei zegden 40.000 leden hun lidmaatschap op. J. Scheps was des dui vels. Hij ging in een brochure te keer tegen de socialistische omroeporganisatie. De VPRO, die altijd al vóór een nationale omroep was geweest en dientengevolge zoveel mogelijk door de „grote vier” op afstand werd gehouden- zeilde zoveel mogelijk tussen de klippen door. Hoewel ook ds. Spelberg toezegde de nazi-predikant J. Schut reli gieuze voordrachten te laten houden. Terwijl de bonzen van de „grote vier” (AVRO. KRO, VARA en NCRV) trach ten via allerlei manipualties hun zelfstandigheid zoveel mogelijk te bewa ren, trekken de befaamde verslaggevers Paul de Waart en Herman Felderhof met de SS-ers Wij brands, Marcussen en Van Hoof in het spoor van de Duitse propaganda naar allerlei aardige onder werpen, zoals de Rotterdamse kinderen in Oostenrijk. De Waart zou later (maar wel pas in 1943) afnokken. Felderhof zou ten gerieve van de illegaliteit blij ven zitten. Bij de NCRV bleef men in loftuitin gen aan het adres van de Duitsers niet achter. Zo zei NCRV-voorzitter v.d. Deure o.a.: „en het ontmoet zeker geen tegenspraak- wanneer beweerd wordt dat het grote succes der Duitse wapenen, behalve van luchtwapens (Rotterdam, DV) en aanvalstank, zeker in niet min dere mate aan de geest van het Duitse leger is toe te schrijven”. Loyaal jegens de bezetters. Verkijk: „En dat wordt gezegd tegen het NCRV-volk, dat het „god-koningin-en-vaderland” met de pap lepel was ingegoten, de koningin, die elke loyaliteit afwees”. De rol van de VARA in die dagen is ook allerminst verkwikkend geweest. Met name een verklaring van Arend de Vries, die gemaakt was door Arie Pley- sier, op 24 juli 1940, sloeg alle getrou wen van de VARA (met vooraan na tuurlijk SDAP-leider Vorrink, die van „verraders” sprak) met verpletterende kracht. „Wij zijn bereid om ondanks alle moeilijkheden mee te bouwen aan een nieuwe arbeidsgemeenschap”. De VARA besloot los van elke politieke partij of beweging (tegen de wil van de SDAP in. een eigen sociaal-economisch beleid te gaan voeren. Het ledental van de VARA, De NSB, die een eigen omroep had willen hebben, maar daar bij de Duitsers (die niets van de Mussertbeweging moes ten hebben, zijnde onbruikbaar, omdat zij slechts een uitermate gering deel van de bevolking vormde) kreeg aanvanke lijk in zekere zin clandestiene zendtijd. Vogt alweer bood zendtijd en stu- diogebruik aan de NSB. De AVRO en KRO waren ook de eersten, die Wehr- machtsvoorstellingen verzorgden. De AVRO had de primeur van het optreden van een militair Duits orkest voor de Nederlandse omroep. De KRO liet zijn symfonie-orkest voor de Wehrmacht spelen (met medewerking van Greet Koeman). De AVRO nam bonte avonden voor de Opbouwdienst, later de Neder landse Arbeidsdienst voor haar rekening. De nieuwjaarswensen en kalenders vlo gen van de omroepverenigingen naar de Duitse autoreiteiten. De moeilijkheid voor de NSB-omroep was, dat men in eigen gelederen geen goede tekstschrijvers had en men was blij met elke medewerking. Zo vroeg men zich af: „Zou het niet mogelijk zijn, dat menschen”, aldus notulen, „die goed radioteksten kunnen maken, ge woon ingeschakeld worden, terwijl hun teksten dan door mensen, die ideologisch op deze tijd ingesteld zijn bewerkt kun nen worden?” Dat was mogelijk en „de heer Van Gorkom is van meening, dat de heren Ger H. Knap (niet te verwarren met Henri Knap, HR) en Van de Bos poort hier zeer goed werk zouden kun nen verrichten”. Zo begon eind maart 1941 Schröder nog aan een nieuwe hoorspelserie van de NO en was Van de Bospoort, het hoofd van de boeren- en agrarische rubrieken (belang rijke rubrieken voor de Duitsers, omdat de Blut und Boden-theorie erin uitge dragen kon worden) blij met de vaste i als waren inmiddels (per 15 mei 1941) bij de NO ontslagen (iedereen bij de omroep had een ariërverklaring moeten tekenen). Bij de afdeling gesproken woord maakten inmiddels furore Mien Duymaer van Twist, Helene Vink, Jeanne Verstraete, Ada v.d. Brink-Van Duyl, Jacques de Haas, Bert van der Linden, Jules Ver straete, Adolf Bouwmeester. Philippe la Chapelle, Louis van Dommelen en Piet Rienks. De laatste twee traden ook op in het smerige Zondagmiddagcabaret van Paulus de Ruiter, een vondst van Jac ques van Tol, een felle anti-semiet, vroeger tekstschrijver van Louis Davids. Andere medewerkenden aan dit cabaret Ceesje Speenhoff (hetgeen een klap voor de bekende familie was: ze was een dochter van Koos) Wybe de Vries alias Herman Kramer, M. Tummers, Jan Brink en anderen, die anoniem wilden blijven zoals Piet Ekel. In het begelei dende orkest van Otto Hendriks speel den André de Raaff en Jacques Schutte. Gerard van Krevelen was zo vriendelijk aan het schandaligste NSB-programma mee te werken, als het orkest van Hen driks niet kon spelen. Dit alles geschied de onder verantwoordelijkheid van de heren Den Daas en De Wolf, die zich na De ernstige muziek, als die maar arisch was, had tijdens de oorlog ook bekende uitvoerenden of medewerkers. Enkelen noemden we al. Verder bijv. Felix de Nobel, Rutger Schoute, Frans Vroons, Hein Jordans, Cor de Groot, Paul van Kempen, Eugen Jochum- Edu ard van Beinum, Eduard Flipse en Her man Krebbers, die gaarne bereid was een engagement bij de Reichssender Berlin aan te nemen. Om al eerder geschetste redenen was de NO er ook op uit om talent op het gebied van ont spanning en cabaret aan te trekken. Onder leiding van Alex de Haas organi seerde men zelfs eigen cursussen, waar uit Hetty Blok, Ben Steggerda, Frans Vroolijk (Jan Versteeg), Joop Simons, Piet Ekel, Gert Lugtenburg en Karei Prior te voorschijn kwamen. Zo zegden Lugtenburg en Simons nationaal-socia listische gedichten op. Wim lbo was een belangrijke figuur bij de nieuwe cabaret- afdeling van de NO. Zo bracht hij op 20 juni 1943 bij elkaar in één programma (zomercabaret De Jonge Nederlanders): Martie Verdenius, Rie Helmig, Conny Stuart, Cory May, Jetty Corbelli (die ook werkte als Tante Jet van de kleu ters), Ans Heidendaal, Wim Sonneveld en Frans van Schaik. Wim lbo zegt er nu van: „Mijn houding toen was een compromis om te kunnen leven en een compromis werkt zelden bevredigend- zeker niet met een natuur als de mijne.” Willy van Hemert deed net zo veel als lbo. Hij maakte o.a. cabaretrevues voor „Vreugde en Arbeid”. Hij had toestem ming gevraagd en verkregen om geen politieke teksten te hoeven maken. Zijn motief: „Op het moment, dat mijn onbe nullige teksten worden uitgezonden is er tenminste geen propaganda op de zen der.” Hoewel er geen echte verzetsorganisa tie binnen de omroep was, waren er toch mensen, die als het kon de zaak saboteerden, zoals J. Madsen, directeur van de technische dienst, die in de verzetsgroep Goulooze zat en zo dicht mogelijk in de buurt van de Duitse omroepbaas Tauber verkeerde. Hij werd in juli 1943 gearresteerd. Vooral de tech nici lieten nogal eens wat mislukken, zoals het tot vier maal toe opnemen van een rede van Mussert (een schitterend verhaal met brekende glasplaten). In de omroepleiding zat een illegale kern Haccou, Bomli, Kooij, Kalee en Hoff mann, van wie er enkelen door de SD aan de tand gevoeld zijn. Maar de mees ten werkten gewoon mee aan de nazi- Vogt, die zijn omroep en dan in die omroep altijd zichzelf centraal stelde, scheen inmiddels dicht bij zijn grote wens te zijn gekomen: Vogt de baas van de hele omroep, baas over alle personeel van de omroepverenigingen. Er was een plan tot stichting van een gezamenlijke Nederlandse Radio Omroep, waarin de omroepverenigingen gebundeld verder zouden gaan. Vogt zou daarvan direc- teur-generaal worden. De bonzen van de omroep waren in die Omroep te vinden werkers nog konden profiteren voor zo lang ze niet opgepakt werden. Herweijer wilde de omroepmensen zo veel moge lijk buiten gewetensconflicten houden. Het hoofd juridische afdeling, Enserinck van de Nederlandsche Omroep, die nu een feit geworden was, zorgde voor een goede financiële regeling van de af vloeiing. Overigens en dat is een kwalijke zaak maakten slechts wei nigen gebruik van de gewetensbezwaar- den-clausule, zoals Frits Thors. Aan de sport werd, als grote trekker voor de radio en dus voor de propaganda ten gerieve van het nationaal-socialisme. veel aan dacht besteed in de oorlog. Onder leiding van de SS-er Oberink was er een uitgebreide sportrubriek bij de Nederlandsche Omroep. Aange zien Oberink verplichtingen had als SS-er nam Ru de Groot zijn werk vaak over. Ir. A. van Emme- nes nam de plaats in van de Jood Han Hollander, die weggejaagd werd en later zou omkomen in een concentratiekamp. Van Emmenes was de voetbalman nr. 1. Verder werkten o.a. mee De Josselin de Jong, Joris v. d. Berg, Hans van Swol> George Hogenkamp, C. Groothoff en Barend Barendse. Ook toen ging men er niets geleerd hebbend van de les van de OS 1936 in Berlijn van uit, dat sport en politiek niets met elkaar van doen hadden. Dick van Rijn nam de ochtendgymnastiek voor zyn rekening. medewerking van journalisten Meijer en Frequin. Alle joden De huidige programmacommissaris van de NOS-radio mr. W. J. A. Wage naar, die tijdens de oorlog een snelle promotie maakte („Ik bleef om een matigende invloed uit te oefenen”) werkte tot 16 oktober 1942 mee aan de NO. Tegen Verkijk zei hij pas geleden, toen hem gevraagd werd wat hij nu in eenzelfde geval zou doen: meewerken of niet aan een vijandige omroep: „Als het om een ideologische dictatuur gaat dan zou ik het niet doen, maar als het om een gewone militaire dictatuur zou gaan: ja. dan zou ik het wel weer doen”. Men komt nogal wat namen tegen in het boek van Verkijk. Zo werkte Gré Brouwenstijn, de zangeres, die bij het zilveren regeringsjubileum van koningin Juliana optrad, tot aan het einde van de oorlog mee aan de NO. Ze trad op voor de Wehrmacht (zelfs nog in november 1944). Ze deed ook mee aan een radiore- vue. van Van Tol (de man van het zondagmiddagcabaret). Conny Stuart was een regelmatige klant bij de NO. Ze werkte o-a. samen met Tummers (de zakelijk leider van dat cabaret). Wie traden er zoal op voor Frontzorg-avon- den (ten bate van SS-ers), uitvoeringen met veel nazi-vlagvertoon? Theo Uden Masman, Boyd Bachman, Piet Lusten- houwer en hun orkesten, André de Raaff. Johan Jong, Henk Dorel, Eliza beth Glastra van Loon, Johnny Ombach. Of voor „Vreugde en Arbeid”-avonden (zoiets als Kraft durch Freude)? O.a. Conny Stuart, de NSB-ster Elly van Stekelenburg, de Wama’s, Gregor Ser- ban, Scholten en van ’t Zelfde. Dat gebeurde dan samen met NSB-ers. Op die avonden traden trouwens ook de twee propaganda-mannetjes van „V. en A.” op, met samenzang o.l.v. Johan Jong. Voor Winterhulp-uitvoeringen waren het Concertgebouworkest o.l.v. Mengelberg (natuurlijk) en Piet van Egmond te vinden, zoals voor de lichte avonden voor die instelling een reeks andere artiesten. Wie zien we maart 1944 optre den bij het herdenkingsfeest van het driejarig bestaan van de NO? Corrie Bijster, Laurens Bogtman, Henk Dorel, Gerard Hengeveld, Pierre Palla, Tonny Bok, Jan Lamersf Willy Francois, Henk Badings (de beschermeling van Seyss-In- quart), Theo v-d. Pas, Willem Noske. Ook Oscar van Hemel, Anthon van der Horst, Jan Koetsier en Willem van Ot- terloo waren in voor dat soort muziek feesten. De serie Nederlandse Volksklan- ken had uitvoerders in Dolf van der landen, Rudolf Karsemeyer, Willem Ciere, Tom Erich, Jaap Meyer, Jan Vogel, Cor van der Linden, Hugo de Groot (die Wehrmachtsconcerten op de zender Bremen leidde) en een vaste kern bij wie o.a. Dora Schrama, het koor van Fred Boshart, het kinderkoor van Wil lem Hespe, de zangklas van H. v.d. Heide Wyma, J. Pinkse met zijn stafmu- ziekkorps, Wessel Dekker, Theo Baylé en Jan Lemaire. Voor de NO hoorde men tijdens de oorlogsjaren ook Bandi Balogh, Klaas van Beek, Frans van Capelle, Guus Jansen, Ernst van ’t Hof, Ben Steggerda en Lia Dorana en al dan niet in vaste dienst de drie Jacksons, Malando, de Kilima’s, het Miller-kwartet en Jan Corduwener. Men hield de populariteitsmeting zeer goed in het oog bij de NO. Zo had men door het hele land zg. „luisterposten”, waaraan o.a. meewerkten Leo Hane- kroot, L. Arntzenius, Wouter Paap en Leo Riemens. De populairste ensembles, orkesten of gezelschappen werden dan rond de propaganda-uitzendingen ge plaatst. De Ramblers (toen Het Orkest van Theo Uden Marsman) stonden hoog genoteerd. Trouwens ook op de avonden voor nazistische organisaties als „Arbeid en Vreugde”, Winterhulp, de Arbeids dienst of bijeenkomsten voor de Wehr macht waren de Ramblers nogal eens present. Ze fiebben dat trouwens vlak na de oorlog bij hun zaaloptredens wel gemerkt. In de NO had een man als Guus Weitzel een vooraanstaande positie. Dick Verkijk noemt hem een politieke naïeveling. In de eerste maanden van 1941 bleek dat al. Weitzel accepteerde de bezetting als een gegeven. In zijn beoor- delingsstaat (hij was chef van de om roepdienst) wordt hij door de NSB- leiding van de NO zeer lovend gekwali ficeerd: „zeer enthousiast voor zijn werk, dat getuigt van liefde en zorgvul digheid.” Weitzel is bezeten van zijn werk. „Guus beschouwde de microfoon als doel, niet als middel- Hij had niet in de gaten, dat de omroep volledig in dienst van een ideologie stond, die door 95 percent van de bevolking niet werd aanvaard.” Verkijk schrijft: „Weitzel was beslist geen nazi. Zijn hoofddoel was alles gladjes te laten verlopen .zo iets als „sport en politiek” hebben ook niets met elkaar te maken.” Elke anti verkneukelde zich er over als er iets fout ging (en dat gebeurde nogal eens opzettelijk), maar Weitzel beklaagde zich dan over zoveel slordigheden. Zo viel het hem op, „dat het Jeugdstormkoor zo slecht zong”. Verbetering werd be loofd. Bij een bezoek van Mussert aan de studio was iedereen opzettelijk slordig gekleed. Weitzel verscheen in jacquet. Weitzel, die joodse onderduikers heeft geholpen, verklaarde: „het was mis schien beter geweest als ik meteen ge zegd had: ik stap er uit.” Zoals een Frits Thors, die reiziger in papiertouw werd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1974 | | pagina 17