OMROEPVERENIGINGEN BOGEN IN HET
STOF VOOR DUITSE BEZETTERS
NSB blij, dat veel niet-leden aan omroe
wilden meewerken
PI
tslag
AVRO:
on
voor
KRO: feesten voor Duitsers
joden
Vlinnu MORGEN
Sport in oorlog
ZATERDAG^
28 JUNIa'.L,
S AVONOSOMNEGEMUNp
VOOR DE
ZATERDAG
3 O
19 74
MAART
17
Erbij
Grote wens
Voor Wehrmacht
Mr. Wagenaar
Moeilijkheid
Opmerkelijk
Trappelend
Terug
Het is bijna ongelooflijk, wat er zich met name tijdens en vlak na de
inval van de Duitsers in mei 1940 heeft afgespeeld in de omroepwereld.
Er was voor de ambtenaren geen leidraad van hogerhand wat men moest
doen als een vijand het land zou binnentrekken. Er waren wel zogenoem
de „aanwijzingen”, maar die waren geheim en lagen in kluizen, waar op
het moment suprème niemand bij kon. Bij de omroep was opgedragen
niets te vernielen aan de omroepinstallaties. De Duitsers waren dan ook
verbijsterd, toen ze bezit konden nemen van een volledig functionerend
omroepapparaat. Ongelooflijk ook zeker wanneer men na de oorlog
de lieden weer fris en vrolijk aan het werk zag gaan bij de omroep wa
ren de manipulaties van de leiders van de omroepverenigingen, die zich
in het stof bogen voor de Duitse bezetters om toch maar hun eigen om-
roepclub in stand te kunnen houden. Vogt van de AVRO was op dat gebied
(met KRO-man Speet) de grootste matador: hij stelde dat de AVRO vol
ledig paste in de Nieuwe (nazi-) Orde. Hij spoorde aan met lofprijzingen
aan het adres van de gedisciplineerde oostburen 'de luistertucht (niet
naar Engelse zenders luisteren) te eerbiedigen. Vogt arrangeerde een ge
sprek met Mussert. Vogt legde de eerste contacten met Max Blokzijl, de
NSB-propagandist nr. 1). Vogt ontsloeg ook, voordat de Duitsers daar zelf
over begonnen, alle joodse medewerkers van de AVRO. Intussen organi
seerde de KRO, bang voor het alleenrecht van de AVRO, vrolijke feestjes
met vrolijke vrouwtjes ten gerieve van de Duitsers, zelfs bij KRO-direc-
teur Speet thuis. Pater Dito, voorzitter van de KRO, die ook geen fraaie
rol heeft gespeeld: „Speet gaf Bosman (een NSB-medewerker) opdracht
de Duitsers onder tafel te drinken”.
Op straat
Loyaal
Z 8 M g Ml'm S M t
r
VAN 113 0 -114 5
IEDEREN
-xf.
Hoe werkte de Nederlandsche Omroep en wie werkten er zoal aan mee? Dat zgn
Intrigerende vragen. Zeker als men weet, dat er in het boek van Dick Verkijk „Radio
Hilversum 1940-1945” veel bekende namen voorkomen, van omroepbonzen. radio- en
televisiefiguren. van artiesten en journalisten. Het waren nationaal-socialisten. sym
pathisanten, meelopers, anti-nazi’s (weinigen) of opportunisten. De algemene pro-
gramma-beleidsljjn was duidelijk: in „gewone" programma’s ongemerkt propaganda
stoppen, zo subtiel mogelijk. En als er al duidelijk politieke uitzendingen waren dan
werden die omgeven met zeer populaire programma's, waaraan ook door a-politieke
uitvoerders werd meegewerkt. Die medewerking is uit de aard der zaak ook ver
derfelijk geweest. Ze dienden alleen maar om de propaganda te versterken. En er
zjjn nogal wat lieden (ze blazen nu hun partij weer volop mee), die daaraan hun
medewerking hebben verleend.
omroep alsof er niets aan de hand was.
En alsof de vaste personeelsleden niet de
kans hadden gehad om eruit te stappen
met een goede financiële afvloeiingsre
geling. Ze tekenden grif voor de Kultuur
kamer (later bewerend, dat ze dat deden
om in leven te blijven, aangezien ze dan
een volkstuintje kregen)-
Het einde van de omroepverenigingen
(voorjaar 1941) kwam in zicht. De KRO
had dat door en ging dwars liggen. Men
oordeelde de aanstelling van Dubois on-
grondwettelijk. Toch zegt Dito nog eind
1940: „Zo gaan wij het nieuwe jaar 1941
in, ongeschokt, trappelend van ongeduld
om mee te bouwen aan de Nieuwe Orde
die weldra komen gaat.
propaganda zou worden gemaakt. Dubois
oordeelde het beter dat er een „goede”
Nederlander dan een NSB-er aan de top
zat.
de oorlog door een handige zet buiten
schot hielden.
De omroepbazen konden weer aan de
slag. In 1943 al (28 dec.) hadden zij een
omroepcomité opgericht om de zaken
voor na de bevrijding voor te bereiden.
Ze draven dan weer op: Speet, Vogt,
Dito, Broeksz.Bomli, van de VARA v.
d. Deure e.a. Het bindmiddel is: hoe
redden we na de oorlog het vooroorlogse
omroepbestel en niet: hoe verzetten we
ons tegen de Duitsers. Er wordt een
Federatie van Omroepverenigingen opge
richt. Het personeel richt een eigen or
ganisatie op. Op 5 mei 1945 hernemen de
omroepbestuurders de studio’s. Ze wor
den er prompt weer uitgezet. De onze
kerheid over de al of niet terugkeer van
het voor-oorlogs omroepsysteem blijft
nog even. Verkijk: „Op 4 mei eindigde
de omroep in een chaos. De chaos in de
omroep begon op 5 mei”.
De censuur wordt na de concentratie
(19 dec. 1940) scherper. Dubois is al snel
vertrokken. Ir. W. A. Herweyer volgt
hem op. Hij is een merkwaardige natio-
naal-socialist, die zijn ogen dicht kon
doen, als er gevaar voor zijn medewer
kers dreigde. Taubert nam de plaats van
Freudenberg in.
Vogt het wordt eentonig (hij redde
zich na de oorlog omdat hij later voor
de KP wapens zou verbergen) zorgde
er voor dat de verrader Alfred Rügner
Duitse les voor de radio kon gaan geven.
De AVRO nam vrijwillig artikelen op van
de nazi-sympathisanten als De Josselin
de Jong en Leo Riemens, die later in
NSB-uniform de studio binnen zou stap
pen. Vogt had nota bene op 21 mei 1940
al, joodse medewerkers als Jacob Hamel,
Han Hollander, Max Tak en Ida de
Leeuw-Van Rees persoonlijk ontslagen.
Terwijl Max Blokzijl al vanaf 2 fe
bruari 1941 zijn kwalijke praatjes hield,
waren er nogal wat figuren, die hun
medewerking om wat voor reden dan
ook niet aan de NO wilden ontzeg
gen. Eén van hen uit de door Dick
Verkijk samengestelde „galerij der op-
merkelijken” is Henri Knap. Vanaf ja
nuari 1942 tot oktober 1943 leverde hij
klankbeelden en hoorspelen af, al dan
niet onder pseudoniem. Zo schreef Knap
(die zich daar aanvankelijk niets meer
van herinnerde, aldus Verkijk) een
klankbeeld over Sinterklaas en over (in
goed-Germaanse trant) het Zonnewende-
feest, waarin alle edelgermaanse regis
ters worden opengetrokken. Zo spreekt
hij niet over Oostenrijkers, maar naar
goed gebruik over Ostmarkers. Later
de ommekeer bij Stalingrad was een feit
deed Knap goed werk in het verzet
bij Arnhem.
tember 1944 kwam in feite het einde
van de NO.
plus enkele erkende nationaal-socialis
ten. Prof. dr. T. Goedewaagen, de nieu
we (NSB) secretaris-generaal van het
departement voor Volksvoorlichting en
Kunsten, beschikte anders. Ir. v.d. Vegte
werd voorzitter van de Radioraad en ir.
Dubois nam de begeerde troon van Vogt
in. Hij werd de gemachtigde voor de
omroep.
Ir. A. Dubois, afkomstig van de Noze-
ma (organisatie die de zenders beheert)
was nu de belangrijkste man. Hij was
geen nazi, maar nam een pragmatisch
standpunt in. Wel samenwerking met de
bezetters, zolang als het nadeel niet
aanwezig of aantoonbaar is. Hij ging
werken onder de condities, dat er geen
propaganda zou worden gevoerd tegen
het koninklijk huis, de godsdienst, de
joden en er geen nationaal-socialistische
Hilversum I was nu een Europees -
Germaanse zender geworden, Hilversum
II een Nederlandse (NSB). Zoals elders
te lezen valt faalde Hilversum II als
propaganda-instrument en werd het op 1
juni 1943 onder het Reichsrundfunkge-
sellschaft geplaatst als zender Calais II
(waar o.a. het Utrechts Stedelijk Orkest
voor optrad). Op 18 juni 1943 werd de
uitgave van De Luistergids (de ene om-
roepgids na het verdwijnen van de om
roepverenigingen) gestaakt. Op 5 sep-
De strijd tussen de omroepverenigin
gen (voor de oorlog mocht het personeel
niet met elkaar omgaan) verdween niet
in mei 1940. Integendeel. Er werd heftig
om de gunst van de bezetters gedon
gen. Zo was pater Dito zeer voldaan
over de vlotte samenwerking tussen om
roepen en Duitsers. Hij verklaarde dat
men loyale medewerking zou geven. Di
to probeerde in een kwalijke rede voor
de KRO-radio de houding van de KRO
recht te praten. Dito: „Ze hebben de
omroepverenigingen intact gelaten, wij
moeten dus ook met de Duitse belangen
rekening houden”. Aartsbisschop De
Jong liet zich niet voor het karretje van
Freudenberg (de „opzichter bij de radio”,
het hoofd van de Rundfunkbetreuung-
stelle) en Dito spannen, die ontkenden,
dat de Duitsers zouden optreden tegen
de RK geest en het kerkelijk leven. Het
episcopaat keurde overigens in grote lij
nen wel het beleid van de KRO in dat
eerste oorlogsjaar goed.
De bezetters, die onmiddellijk na de
inval het ANP onder hun directe hoede
namen, gooiden 23 joodse medewerkers
direct op straat. Later zou de Berichten
dienst Nederlandsche Omroep het ANP
gaan vervangen, met G. Noordhuis als
hoofdredacteur.
Op 9 maart 1941 werd de omroep
genazificeerd. Het werd een belangrijke
datum (zoals kort daarvoor de februari
staking een belangrijk feit was geweest:
het breekpunt voor wie pro- of anti-nazi
was). Er werd een afvloeiingsregeling
(vijf jaar werd er doorbetaald) inge
voerd voor gewetensbezwaarden. Een re
geling waarvan ook de joodse ex-mede-
Wat te zeggen van een man als Leon
Povel, die montageleider was van de
reportagedienst en in die functie veel
anti-semitische hoorspelen en pro-Duitse
klankbeelden verzorgde. Of van een Yge
Foppema, die een rubriek begon om de
taal zuiver te houden (goed aansluitend
op het ideologische karakter van het
nationaal-socialisme). Hij schiep de zg.
taal-familie Schrijver, een taalclub dat
tussen de propaganda ingekapseld zat.
De „zoon” was Wim Sonneveld. Verder
speelden o.a. mee: Jeanne Verstraete
(een erkend NSB-lid), A. D. Hildebrand
en Jaap Alving.
dat op 15 mei 1940 120.000 bedroeg,
duikelde naar 34.000 (eind 1940). Alleen
al op 15 mei zegden 40.000 leden hun
lidmaatschap op. J. Scheps was des dui
vels. Hij ging in een brochure te keer
tegen de socialistische omroeporganisatie.
De VPRO, die altijd al vóór een
nationale omroep was geweest en
dientengevolge zoveel mogelijk door de
„grote vier” op afstand werd gehouden-
zeilde zoveel mogelijk tussen de
klippen door. Hoewel ook ds. Spelberg
toezegde de nazi-predikant J. Schut reli
gieuze voordrachten te laten houden.
Terwijl de bonzen van de „grote vier”
(AVRO. KRO, VARA en NCRV) trach
ten via allerlei manipualties hun
zelfstandigheid zoveel mogelijk te bewa
ren, trekken de befaamde verslaggevers
Paul de Waart en Herman Felderhof
met de SS-ers Wij brands, Marcussen en
Van Hoof in het spoor van de Duitse
propaganda naar allerlei aardige onder
werpen, zoals de Rotterdamse kinderen
in Oostenrijk. De Waart zou later (maar
wel pas in 1943) afnokken. Felderhof
zou ten gerieve van de illegaliteit blij
ven zitten.
Bij de NCRV bleef men in loftuitin
gen aan het adres van de Duitsers niet
achter. Zo zei NCRV-voorzitter v.d.
Deure o.a.: „en het ontmoet zeker geen
tegenspraak- wanneer beweerd wordt
dat het grote succes der Duitse wapenen,
behalve van luchtwapens (Rotterdam,
DV) en aanvalstank, zeker in niet min
dere mate aan de geest van het Duitse
leger is toe te schrijven”. Loyaal jegens
de bezetters. Verkijk: „En dat wordt
gezegd tegen het NCRV-volk, dat het
„god-koningin-en-vaderland” met de pap
lepel was ingegoten, de koningin, die
elke loyaliteit afwees”.
De rol van de VARA in die dagen is
ook allerminst verkwikkend geweest.
Met name een verklaring van Arend de
Vries, die gemaakt was door Arie Pley-
sier, op 24 juli 1940, sloeg alle getrou
wen van de VARA (met vooraan na
tuurlijk SDAP-leider Vorrink, die van
„verraders” sprak) met verpletterende
kracht. „Wij zijn bereid om ondanks alle
moeilijkheden mee te bouwen aan een
nieuwe arbeidsgemeenschap”. De VARA
besloot los van elke politieke partij of
beweging (tegen de wil van de SDAP in.
een eigen sociaal-economisch beleid te
gaan voeren. Het ledental van de VARA,
De NSB, die een eigen omroep had
willen hebben, maar daar bij de Duitsers
(die niets van de Mussertbeweging moes
ten hebben, zijnde onbruikbaar, omdat
zij slechts een uitermate gering deel van
de bevolking vormde) kreeg aanvanke
lijk in zekere zin clandestiene zendtijd.
Vogt alweer bood zendtijd en stu-
diogebruik aan de NSB. De AVRO en
KRO waren ook de eersten, die Wehr-
machtsvoorstellingen verzorgden. De
AVRO had de primeur van het optreden
van een militair Duits orkest voor de
Nederlandse omroep. De KRO liet zijn
symfonie-orkest voor de Wehrmacht
spelen (met medewerking van Greet
Koeman). De AVRO nam bonte avonden
voor de Opbouwdienst, later de Neder
landse Arbeidsdienst voor haar rekening.
De nieuwjaarswensen en kalenders vlo
gen van de omroepverenigingen naar de
Duitse autoreiteiten.
De moeilijkheid voor de NSB-omroep
was, dat men in eigen gelederen geen
goede tekstschrijvers had en men was
blij met elke medewerking. Zo vroeg
men zich af: „Zou het niet mogelijk
zijn, dat menschen”, aldus notulen, „die
goed radioteksten kunnen maken, ge
woon ingeschakeld worden, terwijl hun
teksten dan door mensen, die ideologisch
op deze tijd ingesteld zijn bewerkt kun
nen worden?” Dat was mogelijk en „de
heer Van Gorkom is van meening, dat de
heren Ger H. Knap (niet te verwarren
met Henri Knap, HR) en Van de Bos
poort hier zeer goed werk zouden kun
nen verrichten”. Zo begon eind maart
1941 Schröder nog aan een nieuwe
hoorspelserie van de NO en was
Van de Bospoort, het hoofd van de
boeren- en agrarische rubrieken (belang
rijke rubrieken voor de Duitsers, omdat
de Blut und Boden-theorie erin uitge
dragen kon worden) blij met de vaste
i als
waren
inmiddels (per 15 mei 1941) bij de NO
ontslagen (iedereen bij de omroep had
een ariërverklaring moeten tekenen). Bij
de afdeling gesproken woord maakten
inmiddels furore Mien Duymaer van
Twist, Helene Vink, Jeanne Verstraete,
Ada v.d. Brink-Van Duyl, Jacques de
Haas, Bert van der Linden, Jules Ver
straete, Adolf Bouwmeester. Philippe la
Chapelle, Louis van Dommelen en Piet
Rienks. De laatste twee traden ook op in
het smerige Zondagmiddagcabaret van
Paulus de Ruiter, een vondst van Jac
ques van Tol, een felle anti-semiet,
vroeger tekstschrijver van Louis Davids.
Andere medewerkenden aan dit cabaret
Ceesje Speenhoff (hetgeen een klap voor
de bekende familie was: ze was een
dochter van Koos) Wybe de Vries alias
Herman Kramer, M. Tummers, Jan
Brink en anderen, die anoniem wilden
blijven zoals Piet Ekel. In het begelei
dende orkest van Otto Hendriks speel
den André de Raaff en Jacques Schutte.
Gerard van Krevelen was zo vriendelijk
aan het schandaligste NSB-programma
mee te werken, als het orkest van Hen
driks niet kon spelen. Dit alles geschied
de onder verantwoordelijkheid van de
heren Den Daas en De Wolf, die zich na
De ernstige muziek, als die maar
arisch was, had tijdens de oorlog ook
bekende uitvoerenden of medewerkers.
Enkelen noemden we al. Verder bijv.
Felix de Nobel, Rutger Schoute, Frans
Vroons, Hein Jordans, Cor de Groot,
Paul van Kempen, Eugen Jochum- Edu
ard van Beinum, Eduard Flipse en Her
man Krebbers, die gaarne bereid was
een engagement bij de Reichssender
Berlin aan te nemen. Om al eerder
geschetste redenen was de NO er ook op
uit om talent op het gebied van ont
spanning en cabaret aan te trekken.
Onder leiding van Alex de Haas organi
seerde men zelfs eigen cursussen, waar
uit Hetty Blok, Ben Steggerda, Frans
Vroolijk (Jan Versteeg), Joop Simons,
Piet Ekel, Gert Lugtenburg en Karei
Prior te voorschijn kwamen. Zo zegden
Lugtenburg en Simons nationaal-socia
listische gedichten op. Wim lbo was een
belangrijke figuur bij de nieuwe cabaret-
afdeling van de NO. Zo bracht hij op 20
juni 1943 bij elkaar in één programma
(zomercabaret De Jonge Nederlanders):
Martie Verdenius, Rie Helmig, Conny
Stuart, Cory May, Jetty Corbelli (die
ook werkte als Tante Jet van de kleu
ters), Ans Heidendaal, Wim Sonneveld
en Frans van Schaik. Wim lbo zegt er
nu van: „Mijn houding toen was een
compromis om te kunnen leven en een
compromis werkt zelden bevredigend-
zeker niet met een natuur als de mijne.”
Willy van Hemert deed net zo veel als
lbo. Hij maakte o.a. cabaretrevues voor
„Vreugde en Arbeid”. Hij had toestem
ming gevraagd en verkregen om geen
politieke teksten te hoeven maken. Zijn
motief: „Op het moment, dat mijn onbe
nullige teksten worden uitgezonden is er
tenminste geen propaganda op de zen
der.”
Hoewel er geen echte verzetsorganisa
tie binnen de omroep was, waren er
toch mensen, die als het kon de zaak
saboteerden, zoals J. Madsen, directeur
van de technische dienst, die in de
verzetsgroep Goulooze zat en zo dicht
mogelijk in de buurt van de Duitse
omroepbaas Tauber verkeerde. Hij werd
in juli 1943 gearresteerd. Vooral de tech
nici lieten nogal eens wat mislukken,
zoals het tot vier maal toe opnemen van
een rede van Mussert (een schitterend
verhaal met brekende glasplaten). In de
omroepleiding zat een illegale kern
Haccou, Bomli, Kooij, Kalee en Hoff
mann, van wie er enkelen door de SD
aan de tand gevoeld zijn. Maar de mees
ten werkten gewoon mee aan de nazi-
Vogt, die zijn omroep en dan in die
omroep altijd zichzelf centraal stelde,
scheen inmiddels dicht bij zijn grote
wens te zijn gekomen: Vogt de baas van
de hele omroep, baas over alle personeel
van de omroepverenigingen. Er was een
plan tot stichting van een gezamenlijke
Nederlandse Radio Omroep, waarin de
omroepverenigingen gebundeld verder
zouden gaan. Vogt zou daarvan direc-
teur-generaal worden. De bonzen van de
omroep waren in die Omroep te vinden
werkers nog konden profiteren voor zo
lang ze niet opgepakt werden. Herweijer
wilde de omroepmensen zo veel moge
lijk buiten gewetensconflicten houden.
Het hoofd juridische afdeling, Enserinck
van de Nederlandsche Omroep, die nu
een feit geworden was, zorgde voor een
goede financiële regeling van de af
vloeiing. Overigens en dat is een
kwalijke zaak maakten slechts wei
nigen gebruik van de gewetensbezwaar-
den-clausule, zoals Frits Thors.
Aan de sport werd, als grote
trekker voor de radio en dus voor
de propaganda ten gerieve van het
nationaal-socialisme. veel aan
dacht besteed in de oorlog. Onder
leiding van de SS-er Oberink was
er een uitgebreide sportrubriek bij
de Nederlandsche Omroep. Aange
zien Oberink verplichtingen had
als SS-er nam Ru de Groot zijn
werk vaak over. Ir. A. van Emme-
nes nam de plaats in van de Jood
Han Hollander, die weggejaagd
werd en later zou omkomen in een
concentratiekamp. Van Emmenes
was de voetbalman nr. 1. Verder
werkten o.a. mee De Josselin de
Jong, Joris v. d. Berg, Hans van
Swol> George Hogenkamp, C.
Groothoff en Barend Barendse.
Ook toen ging men er niets
geleerd hebbend van de les van de
OS 1936 in Berlijn van uit, dat
sport en politiek niets met elkaar
van doen hadden. Dick van Rijn
nam de ochtendgymnastiek voor
zyn rekening.
medewerking van journalisten
Meijer en Frequin. Alle joden
De huidige programmacommissaris
van de NOS-radio mr. W. J. A. Wage
naar, die tijdens de oorlog een snelle
promotie maakte („Ik bleef om een
matigende invloed uit te oefenen”)
werkte tot 16 oktober 1942 mee aan de
NO. Tegen Verkijk zei hij pas geleden,
toen hem gevraagd werd wat hij nu in
eenzelfde geval zou doen: meewerken of
niet aan een vijandige omroep: „Als het
om een ideologische dictatuur gaat dan
zou ik het niet doen, maar als het om
een gewone militaire dictatuur zou gaan:
ja. dan zou ik het wel weer doen”.
Men komt nogal wat namen tegen in
het boek van Verkijk. Zo werkte Gré
Brouwenstijn, de zangeres, die bij het
zilveren regeringsjubileum van koningin
Juliana optrad, tot aan het einde van de
oorlog mee aan de NO. Ze trad op voor
de Wehrmacht (zelfs nog in november
1944). Ze deed ook mee aan een radiore-
vue. van Van Tol (de man van het
zondagmiddagcabaret). Conny Stuart
was een regelmatige klant bij de NO. Ze
werkte o-a. samen met Tummers (de
zakelijk leider van dat cabaret). Wie
traden er zoal op voor Frontzorg-avon-
den (ten bate van SS-ers), uitvoeringen
met veel nazi-vlagvertoon? Theo Uden
Masman, Boyd Bachman, Piet Lusten-
houwer en hun orkesten, André de
Raaff. Johan Jong, Henk Dorel, Eliza
beth Glastra van Loon, Johnny Ombach.
Of voor „Vreugde en Arbeid”-avonden
(zoiets als Kraft durch Freude)? O.a.
Conny Stuart, de NSB-ster Elly van
Stekelenburg, de Wama’s, Gregor Ser-
ban, Scholten en van ’t Zelfde. Dat
gebeurde dan samen met NSB-ers. Op
die avonden traden trouwens ook de
twee propaganda-mannetjes van „V. en
A.” op, met samenzang o.l.v. Johan Jong.
Voor Winterhulp-uitvoeringen waren het
Concertgebouworkest o.l.v. Mengelberg
(natuurlijk) en Piet van Egmond te
vinden, zoals voor de lichte avonden
voor die instelling een reeks andere
artiesten. Wie zien we maart 1944 optre
den bij het herdenkingsfeest van het
driejarig bestaan van de NO? Corrie
Bijster, Laurens Bogtman, Henk Dorel,
Gerard Hengeveld, Pierre Palla, Tonny
Bok, Jan Lamersf Willy Francois, Henk
Badings (de beschermeling van Seyss-In-
quart), Theo v-d. Pas, Willem Noske.
Ook Oscar van Hemel, Anthon van der
Horst, Jan Koetsier en Willem van Ot-
terloo waren in voor dat soort muziek
feesten. De serie Nederlandse Volksklan-
ken had uitvoerders in Dolf van der
landen, Rudolf Karsemeyer, Willem
Ciere, Tom Erich, Jaap Meyer, Jan
Vogel, Cor van der Linden, Hugo de
Groot (die Wehrmachtsconcerten op de
zender Bremen leidde) en een vaste kern
bij wie o.a. Dora Schrama, het koor van
Fred Boshart, het kinderkoor van Wil
lem Hespe, de zangklas van H. v.d.
Heide Wyma, J. Pinkse met zijn stafmu-
ziekkorps, Wessel Dekker, Theo Baylé en
Jan Lemaire. Voor de NO hoorde men
tijdens de oorlogsjaren ook Bandi Balogh,
Klaas van Beek, Frans van Capelle,
Guus Jansen, Ernst van ’t Hof, Ben
Steggerda en Lia Dorana en al dan
niet in vaste dienst de drie Jacksons,
Malando, de Kilima’s, het Miller-kwartet
en Jan Corduwener.
Men hield de populariteitsmeting zeer
goed in het oog bij de NO. Zo had men
door het hele land zg. „luisterposten”,
waaraan o.a. meewerkten Leo Hane-
kroot, L. Arntzenius, Wouter Paap en
Leo Riemens. De populairste ensembles,
orkesten of gezelschappen werden dan
rond de propaganda-uitzendingen ge
plaatst. De Ramblers (toen Het Orkest
van Theo Uden Marsman) stonden hoog
genoteerd. Trouwens ook op de avonden
voor nazistische organisaties als „Arbeid
en Vreugde”, Winterhulp, de Arbeids
dienst of bijeenkomsten voor de Wehr
macht waren de Ramblers nogal eens
present. Ze fiebben dat trouwens vlak na
de oorlog bij hun zaaloptredens wel
gemerkt. In de NO had een man als
Guus Weitzel een vooraanstaande positie.
Dick Verkijk noemt hem een politieke
naïeveling. In de eerste maanden van
1941 bleek dat al. Weitzel accepteerde de
bezetting als een gegeven. In zijn beoor-
delingsstaat (hij was chef van de om
roepdienst) wordt hij door de NSB-
leiding van de NO zeer lovend gekwali
ficeerd: „zeer enthousiast voor zijn
werk, dat getuigt van liefde en zorgvul
digheid.” Weitzel is bezeten van zijn
werk. „Guus beschouwde de microfoon
als doel, niet als middel- Hij had niet in
de gaten, dat de omroep volledig in
dienst van een ideologie stond, die door
95 percent van de bevolking niet werd
aanvaard.” Verkijk schrijft: „Weitzel
was beslist geen nazi. Zijn hoofddoel
was alles gladjes te laten verlopen .zo
iets als „sport en politiek” hebben ook
niets met elkaar te maken.” Elke anti
verkneukelde zich er over als er iets
fout ging (en dat gebeurde nogal eens
opzettelijk), maar Weitzel beklaagde zich
dan over zoveel slordigheden. Zo viel
het hem op, „dat het Jeugdstormkoor zo
slecht zong”. Verbetering werd be
loofd. Bij een bezoek van Mussert
aan de studio was iedereen opzettelijk
slordig gekleed. Weitzel verscheen in
jacquet.
Weitzel, die joodse onderduikers heeft
geholpen, verklaarde: „het was mis
schien beter geweest als ik meteen ge
zegd had: ik stap er uit.” Zoals een Frits
Thors, die reiziger in papiertouw werd.