geen grote kunst
rï
„Bock zonder illustraties
Illustreren is een vak9
heeft minder waarde”
CARL HOLLANDER:
1
r 1
gh
BKT 'v
i
J
I
door Ceos Straus
F
ZATERDAG
3 0
MAART
19 74
Tr
14' ik i
vl
n
as*
Foto’s Gijsbert Hanekroot
Naar welke boeken gaat je voorkeur uit?
kon
Illustraties (boven en linksonder) uit De Kleine kapitein.
Je maakt de laatste jaren een duidelijke
ontwikkeling in je werk door.
Welke schrijvers van literatuur zou je graag
willen illustreren?
Geen groter contrast dan met
de vrolijke prentjes van Pippi.
een boek verschenen. Op het
moment is Carl Hollander be
zig met de illustraties voor
het boek van de Maand dat in
september uitkomt en verha
len voor de jeugd bevat.
„Een boek dat niet geïllustreerd is, is voor
mij minder waard. Ik zou ook graag romans
geïllustreerd willen' zien. Maar dan wordt het
weer te duur. Een kinderboek mag in ons land
niet te duur worden. Die grens ligt in de buurt
van de vijf gulden. Dat is een mentaliteits-
kwestie. geloof ik. Met sinterklaas sta je
verbaasd wat het publiek aan geld voor ca
deaus uitgeeft Maar boeken vormen dan de
sluitpost.”
kreeg. De schrijver gaf precies op wat en hoe
hij moest tekenen. De illustraties zijn toen in
een heel moeilijk proces tot stand gekomen.
Ondanks de vaak goede samenwerking met
andere schrijvers, in het bijzonder met Paul
Biegel die in vriendschap overging, wil hij
liever niet een te nauw contact met de auteur.
„Schrijvers hebben zo hun eigen ideeën wat de
voorstelling moet inhouden. Dan praat je zo
lang dat je het zelf niet meer ziet.”
Er is een stelling die zegt dat illustraties de
fantasie van het kind storen.
„Je kan ook stellen dat de illustratie min
of meer overbodig is. Maar je laat het beeld
ernaast zién. Daar kunnen ze het mee eens
zijn of niet.”
„Ik heb een enorme voorkeur voor de Rus
sen. Tsjechov, Toergenjev en Lermontov. En
voor Tolkien’s In de ban van de ring, dat wil
ik dolgraag van prenten voorzien. Je hoort
vaak zeggen dat je het boek door tekeningen
kapot zou maken. Maar als ik 10 jaar verder
ben en het vak goed beheers, zou ik het een
geweldige uitdaging vinden. Er zijn natuurlijk
talloze boeken die je niet meer kan illustreren.
Zoals Don Quichot, of Winnie the Pooh met
zijn schitterende tekeningen van Shepard. Het
gebeurt overigens niet zo vaak dat verhaal en
tekening zo vast aan elkaar zijn gekoppeld als
hier bij Milne en Shepard.”
vanwaar de regisseur zijn
aanwijzingen aan de acteurs
kan geven. Iedere handeling
wordt dus als het ware op de
tast gedaan. Het voordeel is
dat in één uitzending van een
groot aantal, relatief goedkope
decortjes gebruik kan worden
gemaakt. Nadelen zijn er ook:
problemen doen zich voor op
gebied van de perspectivische
diepte. Maar naar gebleken is
zijn de nadelen vaak snel op
te lossen. „Al zie je in de
eerste afleveringen nog wel
eens iemand op een verkeerde
plaats een deur binnenstap
pen”, lacht Carl Hollander,
ontwerper van de decors.
Een niet helemaal nieuw pro
cédé (de AVRO maakt er
voor Toppop een druk ge
bruik van), maar dat wel voor
de eerste keer zo consequent
werd toegepast. Bij chroma
key wordt gebruik gemaakt
van twee gelijklopende came
ra’s. Eén camera filmt de ac
teurs in een verder volstrekt
lege ruimte, de tweede came
ra staat ingesteld op het decor
in een aanpalende studio. Dat
decor is niet groter dan een
prent in een normaal boek.
Beide beelden komen gelijk
tijdig tezamen op een monitor
Hollander werkt al langer
samen met Paul Biegel, illus
treerde onder meer diens
Kleine Kapitein. Naam had
Hollander toen al verworven
met zijn tekeningen van Pippi
Langkous die nog steeds tref
fen door hun grote plastici
teit. Hollander heeft ooit een
strip gemaakt. Rosie Geur en
Manie Schijn, die onder pseu
doniem in Pep verscheen. Het
werd geen succes, woedende
brieven van boze kindertjes
konden zijn fantasie niet
waarderen en de serie werd
voortijdig afgebroken. Van
Woeste Wolf is inmiddels ook
Verdient Hollander zijn (re
delijk belegde) boterham met
tekeningen voor de jeugd,
voor zich zelf tekent hij graag
onderwerpen in een stijl die
volkomen afwijkt van de boek
illustraties. Tekeningen in
een monumentale stijl, vaak
in weinig kleuren. Ze zijn ei
genlijk een beetje triest: men
sen die zitten opgesloten m
een doolhof of op een plein
dat omsloten is door huizen.
„Tekenen is een verrukkelijk vak, afgezien
van de stress. Dat is voor mij de reden dat ik
teken, het is het leukste dat ik ken. Ik zie het
tekenen als een vak zonder meer, maar ik doe
het zonder verveling. Ik ken nog niet een
verzadigingspunt, zoals je dat wel ziet bij
sommigen van je collega’s die na 20, 25 jaar
tekenen uitgeput zijn” (Hollander is 39 jaar
oud, noemt zich een laatbloeier, die pas de
laatste jaren „wat leuks doet”).
Zoals zo vaak het geval is, is ook voor Carl
Hollander zijn jeugd bepalend voor zijn latere
leven geweest. Zijn vader was stadsarchitect,
het architectonische en monumentale is on
miskenbaar in Carl’s werk. Hij las veel en
wilde al van jongensafaan het tekenvak in.
„Een kind dat vroeger niet heeft gelezen, mist
wat voor de rest van zijn leven. Hij zal de
aansluiting bij de poëzie van de dingen niet
hebben.”
Hollander: „Vader was architect. Ik was als
kind al gefascineerd door zijn bouwkundige
tekeningen. Moeder tekende ook, ik heb het
vak van beide kanten meegekregen. Maar ik
geloof dat iedereen wel kan tekenen. Vaak
blijkt dat jongelui die op de academie minder
getalenteerd zijn, later goede tekenaars wor
den. Voor dit vak zijn belangstelling en dage
lijkse training belangrijk. Ik merk bet als ik
een paar maanden niet teken, dan moet ik een
paar dagen „intekenen”. Het is gewoon een
vak.”
Carl Hollander: „Ik heb de neiging om veel
preciezer en gedetailleerder te worden. Dat is
lastig want het vereist intensiever werken. Ik
heb de neiging om nooit meer te kunnen
ophouden. Weet je, eigenlijk ben je in dit vak
erg geïsoleerd. Ik vind het jammer dat je het
niet lopend kan doen. Ik zou graag de wereld
willen zien.”
„Ik houd erg van een wat wonderlijke,
sprookjesachtige wereld. Een wereld die wat
abstracter is dan gewoonlijk. Ik stel bij mijn
werk voorop dat het leuk wordt gevonden
door kinderen, want daar doe ik het toch voor.
Het nadeel van die ongelofelijk mooie pren
tenboeken is dat ze soms te moeilijk zijn voor
de kinderen. Maar ik weet eigenlijk ook niet
precies wat kinderen leuk vinden, ik ben geen
autoriteit op dit gebied. Mijn ervaring gaat
niet verder dan mijn naaste omgeving.”
„ALS ILLUSTRATOR kan je hooit vernieu
wend werken, je loopt altijd achter de stro
mingen van de schilders aan. Een uitgever zou
het gewoon niet accepteren, durft de gok niet
te wagen iets te brengen dat nog niet eerder
was. Illustreren is een toegepast vak. Het is
geen grote kunst, ik zie het eigenlijk in de
marge zitten. Je doet al concessies op het
moment dat je vanuit de tekst begint te
werken.” Carl Hollander, zijn vak omschrij
vend als „het maken van prenten” heeft met
die concessies niet zo veel moeite: „Je laat je
toch niet duwen en dringen.”
Met deze veelzijdige man
hadden we bijgaand gesprek
dat plaats greep op zijn ate
lier, uitkijkend over de Am
stel, de Magere brug en
groen-grijze pakhuizen. Een
voor Carel Hollander inspire
rende omgeving waar hij zijn
ideaal om „toch liever rond te
trekken” redelijk kan onder
drukken.
Hollander heeft de klassieke opleiding ge
volgd, vijf jaar aan de Koninklijke Academie
in Den Haag. „Ik vond het een erg fijne tijd,
iedere dag fijn tekenen en schilderen
zonder lastig te worden gevallen met proef
werken.”
ZONDAGAVOND loopt de
NOS-TV serie De vloek van
Woeste Wolf ten einde. Voor
de laatste keer beleven dokter
Kroch, zijn knecht Valet en
de boeven Oenk en Boenk
hun wonderlijke avonturen.
Woeste Wolf kwam tot stand
in nauwe samenwerking tus
sen regisseur Thijs -Fabeltjes-
krant-Chanowski, auteur Paul
Biegel en illustrator Carl Hol
lander. Bij het opnemen werd
gebruik gemaakt van de zoge
naamde chromakey-techniek
(letterlijk kleuren-sleutel).
Illustreren is voor de Amsterdammer het
uitgaan van het gegeven van het boek. „Je
zoekt naar die passages die je liggen en
aanspreken. Vaak zijn het onderwerpen die je
zelf gezien hebt. Ik heb een voorkeur voor
boeken die een vrije interpretatie geven. Dat
heb ik met de boeken van Biegel en Annie M.
G. Schmidt gemerkt. Ongelofelijk fijne boeken
waar je veel kan aanvullen. Je moet eigenlijk
kunnen preluderen op een boek, dan komt je
vak het best tot zijn recht.”
Carl is altijd vrij geweest in de keuze van
zijn onderwerpen. Behalve één keer toen hij
een boek van een Britse auteur onder handen
z
Twee decors die in De Vloek van Woeste Wolf zijn gebruikt.
fÉ*
in
I
--■
y