Bridge Schaken Dammen Filatelie I Oplossing Jan vangt „een vis - win een prijs M Eieren tellen voor een prijs is ZATERDAG MAART 30 1974 Erbij 27 ESTHER best. Ik dacht dat ik iets had, maar eerst ving ik een stuk hout, toen een blik en toen.Nee Piet, geen vis. ’t Was een kist. En die kist zat vast. Ik dacht: dat is een vis en ik trok en trok en het gaf iets mee en toen niet meer.... plons! Ja, een voet, een schoen, een stok en een broek, die nat zijn. En de kist? Die staat nog in de zee. En de vis? Die is ook nog in de zee. Ik vang geen vis meer. Ik heb er geen zin meer in. Dag Piet, tot ziens. Dag Jan. Die Jan, ha, ha! Dag Jan, tot ziens. Je kijkt maar. Zo Jan, ben je weer terug? En heb je een vis? Laat hem eens zien! Hu Piet, nee, het ging niet zo Dag Jan. Dag Piet. Waar ga je naar toe, Jan? Ik ga naar het strand. Wat ga je daar doen? Nou Piet, je weet toch, dat de zee bij het strand is? Ja Jan, dat weet ik. Maar wat ga je bij de zee doen? Kijk eens hier Piet: een stok en een draad en een haak. Daar vang ik straks een vis mee. Een vis uit zee. Dat vind ik leuk. Nou Jan, ik vind het niet leuk. En ik denk, dat de vis het ook niet leuk vindt. Jij vindt het toch ook niet leuk, een haak in je mond. Of wel, soms? Nee, ik niet. Piet. Maar ik ben ook geen vis. En ik vind, dat jij zeurt. Ik ga toch. Dag Piet. Island - 3 7 i zoek naar op Byrne (aan zet) A. BOEKHORST. 18-23. BYRNE (aan zet) (DDR). (Wordt vervolgd) MR. E. SPANJAARD ASCENSION. Ter viering van het eeuwfeest van de Wereldpostvereni- ging verschenen op 27 maart twee zegels op papier met w.m. CA: 2 p. gebouw van de UPU en een envelop; 9 p. Hermes, boodschapper der góden. Beide zegels dragen het UPU-em- bleem. (afbeelding). Hoeveel eieren vindt de paashaas in een mand in de wei? Schrijf je oplossing naar het kantoor van de krant. Zet je er „Kinderkrant” bij? Misschien win jij het deze keer. N W O Z O H 8 7 V2 B 6 3 <2 A 7 5 4 3 De winnaars van de prijspuzzel: „So- lovliegen” zijn: Irma Beerepoot, Wim van Ingen en Pieter Streutker. De prij zen worden thuisbezorgd. cus). (afbeelding). GILBERT EN ELLICE. Kano-plui- men, die als totems van inboorlingen stammen de kano’s in de Stille Zuid zee versieren, zijn afgebeeld op vier meen minder ingewikkeld zijn dan eind spelen met paarden. Zuiver positionele overwegingen en methodes treden meer op de voorgrond. De aanwezigheid van één of meer vastgelegde pionnen impli ceert het kenmerk van de „goede’ en de „slechte” loper. De loper die de vastge legde pion kan aanvallen, is de goede, de loper die deze pion alleen maar verdedi gen kan, is de slechte. De slechte loper kan 1) alleen maar verdedigen; 2) de velden van de tegenovergestelde kleur niet bestrijken, hetgeen de activiteit van de vijandelijke koning zeer ten goede komt. Dit alles wordt nu op weergaloze wij ze gedemonstreerd door Spasski in een lopereindspel, dat in lengte van jaren tot standaardvoorbeeld zal kunnen dienen. Hier valt iets wezenlijks te leren! 8 Q O A V B 9 4 A B 10 8 7 5 3 PAPUA NIEUW-GUINEA. Het derde gedeelte van de nieuwe serie zegels, gedrukt op papier met w.m. definitieve frankeerzegels met CA Block: 3 c. Te-Mataaua, 10 c. Te- J Nimta-wama, 35 c. Tara-tara-venei na en 50 c. Te-Bouuoua. (afbeelding). JOEGOSLAVIË. SPASSKI Het vastleggen van de zwarte pionnen op de linkervleugel is nu optimaal, maar bovendien speelt thans een rol dat de witte pionnen zo ver zijn opgerukt dat bij een doorbraak zij eerder promoveren dan de zwarte. Zie bijv, als motieven: a) La5 ba5:? b6 en haalt dame. b) La5 (willek, zet) Lb6: ab6 a7 enz. c) Lb6: ab6: a7 enz. d) c5 bc5: b6 enz. Tegen al deze motieven moet zwart paraat blijven. Wit bindt zijn koning en loper. Wit moet er derhalve naar streven, op de andere vleugel, met g2-g4, een vrij pion te creëren, waardoor zwarts defen sie ook op die zijde gebonden blijft. Een technisch zeer moeilijke opgave. Hoe Spasski die oplbste? Dat zien we „mórgen” (volgende keer) dan wel weer! 34-29 en 30x8. (Echter 14-20!, 9x20, 33- 28, 37-28, 20-24! 15x24 en zwart staat zo goed als gewonnen; 14-20. gevolgd door 20-24 verdient daarom de voorkeur). 36. 44-39 23-28, 37. 29-24. Wit mag 19-23 natuurlijk niet toelaten. 37- .S-13, 38. 34-29. Verhindert nu enige tijd 19-23 door 24-20. 38. 11-17, 39. 41-36, 17-21. no’s (Manus District), 60 c. Tapa- vrouwen (Northern District) en 1 Asaro-moddermannen (Eastern High lands). SPANJE. Naar aanleiding van het 125-jarig bestaan van de spoorlijn BarcelonaMataro verschijnt op 2 april een zegel van 2 Ptas. met voor stelling van een ouderwetse stoomlo comotief en het portret van M. Biada. Twee „Europa”-zegels worden op 29 april uitgegeven met afbeeldingen van vrouwefiguren: 2 Ptas. „Dama Oferente” en 8 Ptas. „Dama de Baza”. ZWEDEN. Op 2 april verschijnen twee frankeerzegels met toeristische voorstellingen: 35 (in rollen) de Stora Sjöfallet (Grote Waterval) in het gelijknamige nationale park, en 75 (in boekjes van 10) een gezicht op Ystad in Zuid-Zweden. Als propa ganda voor de internationale postze- geltentoonstelling „Stockholmia 74" wordt op dezelfde datum een postze- gelboekje uitgegeven met tweemaal vier zegels in de waarden 20, 25, 30 en 35 „waarvan de verkoopprijs 3 Skr. bedraagt; de toeslag van 80 komt aan het tentoonstellingscomité ten goede. Als afbeelding komt op de zegels een gezicht op Stockholm voor, ontleend aan de UPU-serie 1924 t.g.v. het Achtste Werëldpostcongres. K. J. HEYMANS van kwaad tot erger te geraken en besloot het hoofd maar in de schoot te leggen. 5 Harten kan ééntje down bij een schoppenstart maar Oost had de indruk dat er misschien iets op tafel zou worden getroefd en begon met een klei ne harten. West speelde wel onmiddellijk schoppen maar te laat, Noord kon zijn verliezende schoppen kwijt op klaveren aas en nog naar zijn hand terug door een klaveren hoog te troeven zonder de harten zeven van Oost tot een slag te laten promoveren. Die 650 punten voor 5 harten gedou bleerd gemaakt werd een top. Een ook 800 punten voor 4 schoppen gedoubleerd minus 3 zouden Noord-Zuid nog geen goud hebben opgeleverd. Aan de tafel waar e’en veelbelovend jeugdpaar de Noord-Zuid kaarten hanteerde opende Zuid heel rustig met 1 klaveren en ook hier mengde West zich woest in de strijd met 4 schoppen. Ook hier koos Noord voor 5 harten en ook hier had Oost geen sekonde bedenktijd nodig voor zijn dou blet. Toen hield de overeenkomst echter op want de jeugdige Zuid was niet van plan om 5 harten te laten spelen, maar wat dan? 6 klaveren is een schot in de lucht want ruiten k'an best een betere troefkleur zijn. Hij vond een uitstekende oplossing in een bod van 5 schoppen. Dit kan natuurlijk niets anders betekenen dan dat Zuid een klaveren-ruitenspel heeft, want met hartensteun past of redoubleert hij. De boodschap kwam goed over en Noord bood 6 ruiten, hetgeen door Oost hijgend van opwin ding werd gedoubleerd. Het verloop van het spel werd voor OW een enorme teleurstelling. De schop- penuitkomst was voor Noords aas. Toen klaveren heer en een ruitensnit. Vervol gens een kleine klaveren met ruiten tien getroefd en een herhaald snit in troef. Toen de ruitens vielen was de tafel hoog. 6 ruiten gedoubleerd en met een overslag gemaakt. Het laat zich denken dat Oost enigszins beteuterd heeft zitten kijken. Vandaag gaat in Apeldoorn (hotel Nieland) het toernooi om de landstitel voor senioren van start. Na dit weekend wordt de strijd voortgezet van vrijdag 5 april t.e.m. zaterdag 13 april- De jeugdti- telstrijd wordt tegelijkertijd gehouden (behalve 5 en 6 april). Bij de twaalf senioren is niet Ton Sij brands, die als commentator voor het publiek zal fungeren. Zijn plaats wordt ingenomen door de Fries Sjoerd Visser. Voor deze plaats was aanvankelijk An dreas Kuyken uitgenodigd. De Neder- lands-Zwitserse grootmeester mag als ingezetene (hij studeert in Groningen) nu voor ons land uitkomen. Waarom hij toch niet meedoet en hoe het beleid van het bondsbestuur rond de „keuzeplaats” is geweest, wordt weergegeven in het volgende sappige stukje uit ,.De Brouwe rij”, het uitstekend geredigeerde club blad van het Amsterdamse V.A.D., dat landelijke bekendheid geniet. „Toen bekend werd dat Ton Sij brands niet zou meespelen in het kampioen schap van Nederland stond het bestuur voor de taak een plaatsvervanger aan te wijzen. Er werden drie kandidaten naar voren geschoven: Andreas Kuyken, Sjoerd Visser en Rob Clerc. Wij vinden het vreemd dat Kuyken afhankelijk is van een keuzeplaats en niet gewoon kan inschrijven voor dit kampioenschap- Een grootmeester moet te allen tijden mee kunnen doen. Doordat Kuyken verhuisd was en geen adreswijziging aan de bond had gezonden, was hij niet in staat om te reageren op de uitnodiging. Erg be roerd voor Andreas. toernooi wordt er enigszins door gedeva lueerd omdat Wiersma nu zonder groot- meester-concurrentie recht op de titel af kan stevenen- De strijd zal zich eerder afspelen om de volgende drie plaatsen, die recht geven op automatische deelna me aan de finale 1975. Als kanshebbers tip ik Hermelink en De Ruiter, die vorig jaar dit recht verdienden, en Drost en Goudt, de beide groepswinnaars in de halve finale van dit jaar. Met de keuze van Visser boven Clerc ben ik het overigens wel eens. De jeugd- wereldtitel van Clerc, waarop in het geciteerde stukje werd gedoeld, zegt nog niet veel over zijn kansen bij de senio ren. Het enige resultaat van Clerc in dat milieu, dat ik ken, is zijn vierde plaats in het Amsterdamse kampioenschap 1973. Visser is daarentegen al kandidaat- meester. Hij werd weliswaar in de halve finale 1974 slechts vijfde (de eerste vier gingen over), maar werd in 1973 eerste vóór o.a. Drost. Zijn talent heeft hij meermalen bewezen. Rob Clerc krijgt nu voor het laatst de kans om de nationale jeugdtitel te grijpen. In 1973 werd hij in een herkamp door de Drent Hans 'Jansen teruggewezen- Daarna re vancheerde hij zich echter door via een beslissende zege op Jansen in een finale met twee Russen de jeugd wereldtitel te veroveren. Om de jonge Amsterdammer recht te doen publiceer ik deze partij, die met zijn kanttekeningen in „De Brouwerij” werd opgenomen. (Tussen haakjes zijn enkele opmerkingen van mij geplaatst). Hier bood ik remise aan uit vrees voor eventuele vastloopvarianten, die niet blijken te bestaan. Het aanbod werd door Jansen gedecideerd af geslagen. (Angst is een slechte raadgever!). 40. 37- 31 21-26, 41. 47-42 26x37, 42- 42x31 12-17, 43. 48-43 3-8. Op 19-23 volgt 31-26, 33-29 en 24-20. 44. 24-20. (Dit moet nu wel, want na 43-38 wint zwart fraai door 28- 32, 39-34, 24-20, 29x9, 33-28, 31x2 en nu 33-39!, 43-49 en 49x15). 45. 29x9 13x4. 46. 30-24. Op 33-29 ook 8-12. 46. ....19x30, 47. 25x34 8-12, 48. 34-29? Een blunder in tijdnood. Na 33-29 is er niet meer dan remise te verwachten. (Dat staat na 17- 21, 31-26, 12-17, 35-30, 27-32, 43-38, 39x48, 21-27 echter nog te bezien). 48. 28-32! (dreigt 32-28). 49. 31-26 32-37, 50. 43-38 27-32, 51. 38x27 22x31, 52. 36x27 37-42, 53. 33-28 42-47, 54. 39-33 18-23, 55. 29x7 47x1 en na een aantal zetten moest wit de vlag strijken. Een partij, waarin niet de avontuurlij kste. maar wel de beste heeft gewonnen. DUITSLAND (DDR). Portretten gels van Montenegro 100 jaar gele- van beroemde personen komen voor den, werden op 11 maart twee zegels op een serie zegels die op 26 maart in verkrijgbaar gesteld met reprodukties omloop werd gebracht: 5 Pf. Gustav van de 2 en 25 Nkr. uit 1874 met het Robert Kirchhoff, fysicus (1824-1887), portret van Vorst Nikola I. De waar- Pf. Immanuel Kant, wijsgeer den zijn 0.80 en 6.00 Din. NEDERLAND. De jaarlijkse zomer zegels komen op 23 april tot uitgifte Zij tonen aspecten uit het Nederland se culturele leven: 25 15 c. fanfare korps tijdens een show (gewijd aan het Wereldmuziekconcours in Kerk- rade); 30 10 c. twee balletdanse ressen tegen een achtergrond van verkeerselementen (ver- racefiets en snelweg); Omdat deze vogel, slangen, in de lucht allerlei buitelin gen maak't, heet hij bateleur of goochelarend. Als hij een slang ge vonden heeft, duikt hij en geeft de slang met z’n snavel een houw. Den stijgt hij weer op en doet het nog eens. Daarna pakt hij hem beet en begint hem op te eten. De goochel arend leeft onder andere in Etiopië in Afrika. Dat parentoernooien zich in een grote belangstelling blijven koesteren blijkt wel weer uit het feit dat het Kruiken- toernooi in Tilburg dit jaar maar liefst 480 deelnemers op de been bracht. In afwijking van voorgaande jaren duurde _het toernooi dit keer maar één dag, de Organisatie moest immers enige maanden geleden starten en in die tijd leek de energiekrisis bridge op zondag te gaan torpederen. Het toernooi werd gewonnen door Al- mekinders-Sint die vanaf het eerste spel bovenaan hebben gestaan. Het smake lijkste hapje dat de deelnemers werd voorgeschoteld zag er als volgt uit: Zuid gever, OW kwetsbaar A 7 <2 V B 10 9 8 6 2 O 10 6 3 H V 10 9 5* H 4 3 H <>5 2 *964 Het passeren van Kuyken om louter formalistische reden (bij de centrale training in februari had het daarbij aanwezige hoofdbestuur alsnog van Kuyken een bevestiging kunnen vragen in plaats van snel een ander aan te wijzen) is weer een staaltje van amateu ristisch bestuursbeleid, dat zo kenmer kend is voor kleine sportbonden. Het Wit: Hans Jansen Zwart: Rob Clerc Jeugd-WK, 27-12-1973 1. 32-28 19-23, 2. 28x19 14x23, 3. 34-30 10-14, 4. 30-25 18- 22, 5. 35-30 12-18, 6. 40-35 7-12, 7. 45-40 1-7, 8. 40-34 13-19. Ter versterking van de lange vleugel. 9. 33-29- Deze zet is m.i. te vroeg. (Zie ook de 13de en 32ste zet: deze omsingeling is weinig doeltref fend). 98-13, 10. 38-33 20-24, 11. 29x20 15x24, 12. 43-38 5-10, 13- 33-29. Tracht een aanval tegen zwarts lange vleugel in te zetten. Wit geeft zijn plan snel prijs, waardoor zwart zijn lange vleugel sterk kan houden, zodat er van een aanval nauwelijks sprake is. 13. ....24x33, 14. 38x29 10-15, 15. 39-33 2-8, 16. 44-39 16-21, 17. 31-26, 22-28, 18. 33x22 17x28, 19. 26x17 11x22- Wit moet nu rekening houden met 14-20. 20. 49-43 12- 17, 21. 37-31 6-11, 22. 31-27 22x31, 23. 36x27 18-22 (een terechte vereenvoudi ging, anders krijgt wit wel omsingelings- kansen). 24. 27x18 23x12. Na 29x18, 22x31, 41-36, 13x22, 36x18 speelt zwart 8- 12. 25. 41-37 12-18. Op 13-18 volgt 39-33, 25-20, 30-25 met dam. 26. 43-38 8-12- In deze stand leefden we beiden in de veronderstelling goed te staan! (Zwart staat echter duidelijk beter). 27. 38-33 19-23. Waarschijnlijk is 18-23. 17x28, 12x23 beter. 28. 33x22 18x27, 29. 29x18 12x23, 30. 39-33 7-12, 31. 50-44 13-18, 32. 33-29. De thematische manoevre 34-29 is m.i. beter 32. ...9-13, 33. 42-38 4-9, 34. 38-33 (op 29-24 de plakker 23-29), 13-19, 35. 46-41 17-22. Om 33-28 te verhinderen. Na bijv. 9-13, 33-28, 37x28, 18-22?, 29-23, DUITSLAND (BRD). Op 17 april verschijnen de jaarlijkse Jugendmar- ken met toeslag ten bate van de „Stiftung Deutsche Jugendmarke e.V”, ditmaal onder het motto „inter nationale ontmoeting”. Peter Lorenz uit Freiburg i.Br. verzorgde de ont werpen. De waarden zijn: 25 10 Pf. jeugd bouwt op, 30 15 Pf. jeugd- folklore (meiboom), 40 20 Pf. jeugd studeert en 70 35 Pf. jeugd onder zoekt (meisje aan het microscoop). Met inschrift „Deutsche Bundespost Berlin” worden uitgegeven: 20 10 Pf. jeugd fotografeert, 30 15 Pf. jeugd beoefent sport, 40 20 Pf. jeugd musiceert (jongen speelt viool) en 70 35 Pf. jeugd helpt (meisje als verpleegster), (afbeelding). Lang geleden hadden wij eens een gesprek met een zgn. „intellectueel” hij was doctor in de Nederlandse lette ren over schaken. Dit spel was hem toch te eenvoudig om er al te veel energie in te steken. Daartoe zou hij slechts bereid zijn als het driedimensiale schaakspel in zwang mocht komen. (Het spelgebied wordt daarbij gevormd door acht borden boven elkander; Tal op het onderste bord mag dan niet alleen hori zontaal tot hl en verticaal tot a8, maar ook loodrecht naar boven tot al van het bovenste bord. Men zegt dat indertijd alleen de wereldkampioen j>rof. Emanuel Lasker en de Delftse hoogleraar Baudet er een beetje mee overweg konden; nadien is er over deze quadratuur van het schaakdenken nooit meer iets ge hoord). Wij nodigen onze intellectueel toch maar eens uit, kennis te nemen van een simpel eindspelletje met uitsluitend lo pers van gelijke kleur en pionnen, dat Spasski bij een stand 2-0 en drie remises tegen Byrne won en waarmede hij de halve finale op weg naar het wereld kampioenschap bereikte. Uw medewerker heeft er eerst vele uren op geanalyseerd, maar er pas wat van begrepen na kennisneming van Pachman’s commentaar in de Schach- Echo. Euwe (eindspelen deel 10) schrijft dat eindspelen met lopers in het alge- t voor stellingen ontleend aan de verschil lende districten zag het licht: 3 c. pruikenmakers (Southern Highlands) 8 c. Arawe-moeder met baby (West Ter herinnering New Britain), 10 c. Tifalmin-jager aan de uitgifte van de eerste postze- (West Sepik District), 20 c. Raceka- Spasski (stelling na 22) d3xc4 Op het eerste gezicht lijkt het dat zwart niet slecht staat met zijn gedekte vrijpion op d4, maar bij nader inzien blijkt het feit dat de zwarte pionnen op zwart zijn vastgelegd, een belangrijk en blijvend nadeel. Zie bijv. 22).f5, een logische poging om zwarts pionnencen trum te versterken. Er volgt echter 23) ef5: gf5: 24) Lg5! en de loper verovert via d8-c7 en b8 pion a7, een telkens terugkerend, structureel motief. Pach- man onderzoekt nog of zwart met h5 Kh7 Lh6 loperdruk kan nastre ven. Het is voor een goed begrip van de stelling essentieel te doorgronden, waar dit op faalt. Zie: 22).... h5 23) Kfl Kh7 24) Ke2 Lh6? 25) Lh6:! Kh6: 26) c5!.Dit pionoffer is de clou; slaat zwart met zijn d-pion, dan loopt pion d5 door en na bc6: 27) a4 4- a5 en b6 promoveert de b-pion. 22).f7-f6. Beter Kf8 f5. Het verschil is dat zwart dan het binnen dringen van de witte loper via d8 met Ke8 kan beletten. 23) Kgl-fl Lg7-f8(?) Beter Kf7 f5. 24) a3-a4 Lf8-e7 25) Kfl-e2 Kg8-f7 26) Lcl-d2 f6-f5. Rijkelijk laat. 27) e4xf5!Met de door ons geconsul teerde hoofdklassespelers vinden wij dit een zeer opmerkelijke zet, omdat er schijnbaar een gevaarlijk zwart pion nencentrum ontstaat. Maar Spasski heeft zeer goed voorzien dat hij dat centrum vastlegt en zelf actiemogelijkheden op beide vleugels behoudt. 27)g6xf5 28) Ke2-d3 Le7-f6 29) f2-f3Als zwart op de 22ste en 23ste zet sneller had gehandeld, had wit het centrum niet kunnen blokkeren. Zwart moet nu aller eerst voorkomen dat na g2-g4 f94: fg 4: wit a) een pionnenmeerderheid krijgt op de koningsvleugel b) meester wordt over veld e4. 29)h7-h5 30) a4-a5 Kf7-e8. Natuurlijk niet ba5: La5:+Lc7-b8xa7, doch nu komt een nieuw kenmerk aan het licht. 31) a5-a6! Hatsjoe, hatsjie, wat moet ik niezen. M’n neus staat helemaal in brand. Ik dacht eerst nog: - Het valt wel mee; er is niet zoveel aan de hand.- Hatsjoe, hatsjie, maar dat viel tegen. Het houdt nog steeds niet op. En als m’n moeder komt, mag ik niets laten merken. Anders krijg ik ook nog op m’n kop. Want, hatsloe, hatsjie, ik kreeg van haar een eitje met zout en licht gebakken. Maar ’k wilde er ook peper op en daar vloog de dop van de peperbus naar m’n neus, voordat ik hem kon pakken. E. T. 10 Pf. Immanuel Kant, (1724-1804), 20 Pf. Ehm Welk, roman cier (1884-1966), 25 Pf. Johann Gott fried Herder, predikant en cultuurfi losoof (1744-1803) en 35 Pf. Lion Feuchtwanger, schrijver (1884-1958) De ontwerper is Gerhard Stauf uit Leipzig, (afbeelding). FALKLAND-EILANDEN. Ter be vordering van het toerisme werd op 6 moderne maart een serie van vier zegels uitge- keerslicht, racefiets en geven, ontworpen door J. Cooter: 2 p. 40 20 c. portret van de schrijver Zuidelijke zeebeer Arctocephalus au- Herman Heijermans (1864-1924) met stralis), 4 p. het vissen op forel, 5 p. opdracht; en 50 20 c. Esther de Geelkuifpinguin of Rotsspringer (Eu- Boer van Rijk (1853-1939) als dyptes crestatus) en 15 p. Soldaten- „Kniertje” in Heijermans’ toneelstuk spreeuw (Pezites militaris falklandi- „Op Hoop van Zegen”. De zegels wer den door Jelle van der Toom Vrijt- hoff ontworpen. Zij zijn t.m. 7 juni a.s. verkrijgbaar, (afbeelding). NIEUW-GUINEA. Met zulke kaartverdelingen worden biedverlopen vaak sta-of-ik-schiet par tijen en dat gebeurde dan ook aan één tafel waar twee zuidelijke paren elkaar met grote geestdrift bestreden. Zuid opende met 1 klaveren en West knalde 4 schoppen, met deze kwetsbaarheid na tuurlijk een dodensprong. Wanneer dat wordt gedoubleerd en Noord-Zuid vin den het juiste tegenspel, mogen Oost- West 800 punten inleveren. Noord moet dan, nadat klaveren heer hem is geble ven, harten naspelen die Zuid kan troe ven. Zuid moet dan onder klaveren aas uit spelen om Noord weer aan slag te brengen en deze moet dan ruiten vervol gen. Noord-zuid kunnen zo tot 6 slagen komen. In werkelijkheid plaatste het 4 schoppenbod Noord voor grote proble men; na rijp beraad besloot hij tot een bod van 5 harten en dat werd door Oost van een doublet voorzien. Zuid vreesde Vervolgens stond men voor de keuze Visser of Clerc. Zoals bekend is het Visser geworden en dat is niet billijk. Visser heeft zijn kans in de halve finale gehad, Clerc niet. Zeker na diens formi dabele prestatie in december j.l. had men aan hem, net als in het verleden met sterke jeugdspelers gebeurde, de voorrang moeten geven. Of zou men denken dat zijn prestatie een uitschieter is geweest? Het is niet te hopen; wij V.A.D.-ers weten wel beter”. S

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1974 | | pagina 27