Bridge
Schaken
Dammen
Filatelie
I
Oplossing
Jan vangt „een vis
- win een prijs M
Eieren tellen
voor een prijs
is
ZATERDAG
MAART
30
1974
Erbij
27
ESTHER
best. Ik dacht dat ik iets had, maar
eerst ving ik een stuk hout, toen
een blik en toen.Nee Piet, geen
vis. ’t Was een kist. En die kist zat
vast. Ik dacht: dat is een vis en ik
trok en trok en het gaf iets mee en
toen niet meer.... plons! Ja, een
voet, een schoen, een stok en een
broek, die nat zijn.
En de kist?
Die staat nog in de zee.
En de vis?
Die is ook nog in de zee. Ik
vang geen vis meer. Ik heb er geen
zin meer in. Dag Piet, tot ziens.
Dag Jan. Die Jan, ha, ha!
Dag Jan, tot ziens. Je kijkt
maar.
Zo Jan, ben je weer terug?
En heb je een vis? Laat hem eens
zien!
Hu Piet, nee, het ging niet zo
Dag Jan.
Dag Piet.
Waar ga je naar toe, Jan?
Ik ga naar het strand.
Wat ga je daar doen?
Nou Piet, je weet toch, dat
de zee bij het strand is?
Ja Jan, dat weet ik. Maar wat
ga je bij de zee doen?
Kijk eens hier Piet: een stok
en een draad en een haak. Daar
vang ik straks een vis mee. Een vis
uit zee. Dat vind ik leuk.
Nou Jan, ik vind het niet leuk.
En ik denk, dat de vis het ook niet
leuk vindt. Jij vindt het toch ook
niet leuk, een haak in je mond. Of
wel, soms?
Nee, ik niet. Piet. Maar ik ben
ook geen vis. En ik vind, dat jij
zeurt. Ik ga toch. Dag Piet.
Island
-
3
7
i
zoek naar
op
Byrne (aan zet)
A. BOEKHORST.
18-23.
BYRNE (aan zet)
(DDR).
(Wordt vervolgd)
MR. E. SPANJAARD
ASCENSION. Ter viering van het
eeuwfeest van de Wereldpostvereni-
ging verschenen op 27 maart twee
zegels op papier met w.m. CA: 2 p.
gebouw van de UPU en een envelop;
9 p. Hermes, boodschapper der góden.
Beide zegels dragen het UPU-em-
bleem. (afbeelding).
Hoeveel eieren vindt de paashaas in
een mand in de wei? Schrijf je oplossing
naar het kantoor van de krant. Zet je er
„Kinderkrant” bij? Misschien win jij het
deze keer.
N
W O
Z
O H 8 7
V2
B 6 3
<2 A 7 5 4 3
De winnaars van de prijspuzzel: „So-
lovliegen” zijn: Irma Beerepoot, Wim
van Ingen en Pieter Streutker. De prij
zen worden thuisbezorgd.
cus). (afbeelding).
GILBERT EN ELLICE. Kano-plui-
men, die als totems van inboorlingen
stammen de kano’s in de Stille Zuid
zee versieren, zijn afgebeeld op vier
meen minder ingewikkeld zijn dan eind
spelen met paarden. Zuiver positionele
overwegingen en methodes treden meer
op de voorgrond. De aanwezigheid van
één of meer vastgelegde pionnen impli
ceert het kenmerk van de „goede’ en de
„slechte” loper. De loper die de vastge
legde pion kan aanvallen, is de goede, de
loper die deze pion alleen maar verdedi
gen kan, is de slechte. De slechte loper
kan 1) alleen maar verdedigen; 2) de
velden van de tegenovergestelde kleur
niet bestrijken, hetgeen de activiteit van
de vijandelijke koning zeer ten goede
komt.
Dit alles wordt nu op weergaloze wij
ze gedemonstreerd door Spasski in een
lopereindspel, dat in lengte van jaren tot
standaardvoorbeeld zal kunnen dienen.
Hier valt iets wezenlijks te leren!
8
Q
O A V B 9 4
A B 10 8 7 5 3
PAPUA NIEUW-GUINEA. Het
derde gedeelte van de nieuwe serie
zegels, gedrukt op papier met w.m. definitieve frankeerzegels met
CA Block: 3 c. Te-Mataaua, 10 c. Te- J
Nimta-wama, 35 c. Tara-tara-venei
na en 50 c. Te-Bouuoua. (afbeelding).
JOEGOSLAVIË.
SPASSKI
Het vastleggen van de zwarte pionnen
op de linkervleugel is nu optimaal, maar
bovendien speelt thans een rol dat de
witte pionnen zo ver zijn opgerukt dat
bij een doorbraak zij eerder promoveren
dan de zwarte. Zie bijv, als motieven:
a) La5 ba5:? b6 en haalt dame.
b) La5 (willek, zet) Lb6: ab6 a7 enz.
c) Lb6: ab6: a7 enz.
d) c5 bc5: b6 enz.
Tegen al deze motieven moet zwart
paraat blijven. Wit bindt zijn koning en
loper. Wit moet er derhalve naar streven,
op de andere vleugel, met g2-g4, een vrij
pion te creëren, waardoor zwarts defen
sie ook op die zijde gebonden blijft. Een
technisch zeer moeilijke opgave.
Hoe Spasski die oplbste? Dat zien we
„mórgen” (volgende keer) dan wel weer!
34-29 en 30x8. (Echter 14-20!, 9x20, 33-
28, 37-28, 20-24! 15x24 en zwart staat zo
goed als gewonnen; 14-20. gevolgd door
20-24 verdient daarom de voorkeur). 36.
44-39 23-28, 37. 29-24. Wit mag 19-23
natuurlijk niet toelaten. 37- .S-13, 38.
34-29. Verhindert nu enige tijd 19-23
door 24-20. 38. 11-17, 39. 41-36, 17-21.
no’s (Manus District), 60 c. Tapa-
vrouwen (Northern District) en 1
Asaro-moddermannen (Eastern High
lands).
SPANJE. Naar aanleiding van het
125-jarig bestaan van de spoorlijn
BarcelonaMataro verschijnt op 2
april een zegel van 2 Ptas. met voor
stelling van een ouderwetse stoomlo
comotief en het portret van M. Biada.
Twee „Europa”-zegels worden op 29
april uitgegeven met afbeeldingen
van vrouwefiguren: 2 Ptas. „Dama
Oferente” en 8 Ptas. „Dama de Baza”.
ZWEDEN. Op 2 april verschijnen
twee frankeerzegels met toeristische
voorstellingen: 35 (in rollen) de
Stora Sjöfallet (Grote Waterval) in
het gelijknamige nationale park, en
75 (in boekjes van 10) een gezicht
op Ystad in Zuid-Zweden. Als propa
ganda voor de internationale postze-
geltentoonstelling „Stockholmia 74"
wordt op dezelfde datum een postze-
gelboekje uitgegeven met tweemaal
vier zegels in de waarden 20, 25, 30
en 35 „waarvan de verkoopprijs 3
Skr. bedraagt; de toeslag van 80
komt aan het tentoonstellingscomité
ten goede. Als afbeelding komt op de
zegels een gezicht op Stockholm voor,
ontleend aan de UPU-serie 1924 t.g.v.
het Achtste Werëldpostcongres.
K. J. HEYMANS
van kwaad tot erger te geraken en
besloot het hoofd maar in de schoot te
leggen. 5 Harten kan ééntje down bij
een schoppenstart maar Oost had de
indruk dat er misschien iets op tafel zou
worden getroefd en begon met een klei
ne harten. West speelde wel onmiddellijk
schoppen maar te laat, Noord kon zijn
verliezende schoppen kwijt op klaveren
aas en nog naar zijn hand terug door
een klaveren hoog te troeven zonder de
harten zeven van Oost tot een slag te
laten promoveren.
Die 650 punten voor 5 harten gedou
bleerd gemaakt werd een top. Een ook
800 punten voor 4 schoppen gedoubleerd
minus 3 zouden Noord-Zuid nog geen
goud hebben opgeleverd. Aan de tafel
waar e’en veelbelovend jeugdpaar de
Noord-Zuid kaarten hanteerde opende
Zuid heel rustig met 1 klaveren en ook
hier mengde West zich woest in de strijd
met 4 schoppen. Ook hier koos Noord
voor 5 harten en ook hier had Oost geen
sekonde bedenktijd nodig voor zijn dou
blet. Toen hield de overeenkomst echter
op want de jeugdige Zuid was niet van
plan om 5 harten te laten spelen, maar
wat dan? 6 klaveren is een schot in de
lucht want ruiten k'an best een betere
troefkleur zijn. Hij vond een uitstekende
oplossing in een bod van 5 schoppen. Dit
kan natuurlijk niets anders betekenen
dan dat Zuid een klaveren-ruitenspel
heeft, want met hartensteun past of
redoubleert hij. De boodschap kwam
goed over en Noord bood 6 ruiten,
hetgeen door Oost hijgend van opwin
ding werd gedoubleerd.
Het verloop van het spel werd voor
OW een enorme teleurstelling. De schop-
penuitkomst was voor Noords aas. Toen
klaveren heer en een ruitensnit. Vervol
gens een kleine klaveren met ruiten tien
getroefd en een herhaald snit in troef.
Toen de ruitens vielen was de tafel
hoog. 6 ruiten gedoubleerd en met een
overslag gemaakt. Het laat zich denken
dat Oost enigszins beteuterd heeft zitten
kijken.
Vandaag gaat in Apeldoorn (hotel
Nieland) het toernooi om de landstitel
voor senioren van start. Na dit weekend
wordt de strijd voortgezet van vrijdag 5
april t.e.m. zaterdag 13 april- De jeugdti-
telstrijd wordt tegelijkertijd gehouden
(behalve 5 en 6 april).
Bij de twaalf senioren is niet Ton
Sij brands, die als commentator voor het
publiek zal fungeren. Zijn plaats wordt
ingenomen door de Fries Sjoerd Visser.
Voor deze plaats was aanvankelijk An
dreas Kuyken uitgenodigd. De Neder-
lands-Zwitserse grootmeester mag als
ingezetene (hij studeert in Groningen)
nu voor ons land uitkomen. Waarom hij
toch niet meedoet en hoe het beleid van
het bondsbestuur rond de „keuzeplaats”
is geweest, wordt weergegeven in het
volgende sappige stukje uit ,.De Brouwe
rij”, het uitstekend geredigeerde club
blad van het Amsterdamse V.A.D., dat
landelijke bekendheid geniet.
„Toen bekend werd dat Ton Sij brands
niet zou meespelen in het kampioen
schap van Nederland stond het bestuur
voor de taak een plaatsvervanger aan te
wijzen. Er werden drie kandidaten naar
voren geschoven: Andreas Kuyken,
Sjoerd Visser en Rob Clerc. Wij vinden
het vreemd dat Kuyken afhankelijk is
van een keuzeplaats en niet gewoon kan
inschrijven voor dit kampioenschap- Een
grootmeester moet te allen tijden mee
kunnen doen. Doordat Kuyken verhuisd
was en geen adreswijziging aan de bond
had gezonden, was hij niet in staat om
te reageren op de uitnodiging. Erg be
roerd voor Andreas.
toernooi wordt er enigszins door gedeva
lueerd omdat Wiersma nu zonder groot-
meester-concurrentie recht op de titel af
kan stevenen- De strijd zal zich eerder
afspelen om de volgende drie plaatsen,
die recht geven op automatische deelna
me aan de finale 1975. Als kanshebbers
tip ik Hermelink en De Ruiter, die vorig
jaar dit recht verdienden, en Drost en
Goudt, de beide groepswinnaars in de
halve finale van dit jaar.
Met de keuze van Visser boven Clerc
ben ik het overigens wel eens. De jeugd-
wereldtitel van Clerc, waarop in het
geciteerde stukje werd gedoeld, zegt nog
niet veel over zijn kansen bij de senio
ren. Het enige resultaat van Clerc in dat
milieu, dat ik ken, is zijn vierde plaats
in het Amsterdamse kampioenschap
1973. Visser is daarentegen al kandidaat-
meester. Hij werd weliswaar in de halve
finale 1974 slechts vijfde (de eerste vier
gingen over), maar werd in 1973 eerste
vóór o.a. Drost. Zijn talent heeft hij
meermalen bewezen. Rob Clerc krijgt
nu voor het laatst de kans om de
nationale jeugdtitel te grijpen. In 1973
werd hij in een herkamp door de Drent
Hans 'Jansen teruggewezen- Daarna re
vancheerde hij zich echter door via een
beslissende zege op Jansen in een finale
met twee Russen de jeugd wereldtitel te
veroveren. Om de jonge Amsterdammer
recht te doen publiceer ik deze partij,
die met zijn kanttekeningen in „De
Brouwerij” werd opgenomen. (Tussen
haakjes zijn enkele opmerkingen van
mij geplaatst).
Hier bood ik remise aan uit vrees voor
eventuele vastloopvarianten, die niet
blijken te bestaan. Het aanbod werd
door Jansen gedecideerd af geslagen.
(Angst is een slechte raadgever!). 40. 37-
31 21-26, 41. 47-42 26x37, 42- 42x31 12-17,
43. 48-43 3-8. Op 19-23 volgt 31-26, 33-29
en 24-20. 44. 24-20. (Dit moet nu wel,
want na 43-38 wint zwart fraai door 28-
32, 39-34, 24-20, 29x9, 33-28, 31x2 en nu
33-39!, 43-49 en 49x15). 45. 29x9 13x4. 46.
30-24. Op 33-29 ook 8-12. 46. ....19x30,
47. 25x34 8-12, 48. 34-29? Een blunder in
tijdnood. Na 33-29 is er niet meer dan
remise te verwachten. (Dat staat na 17-
21, 31-26, 12-17, 35-30, 27-32, 43-38,
39x48, 21-27 echter nog te bezien). 48.
28-32! (dreigt 32-28). 49. 31-26 32-37,
50. 43-38 27-32, 51. 38x27 22x31, 52. 36x27
37-42, 53. 33-28 42-47, 54. 39-33 18-23, 55.
29x7 47x1 en na een aantal zetten moest
wit de vlag strijken. Een partij, waarin
niet de avontuurlij kste. maar wel de
beste heeft gewonnen.
DUITSLAND (DDR). Portretten gels van Montenegro 100 jaar gele-
van beroemde personen komen voor den, werden op 11 maart twee zegels
op een serie zegels die op 26 maart in verkrijgbaar gesteld met reprodukties
omloop werd gebracht: 5 Pf. Gustav van de 2 en 25 Nkr. uit 1874 met het
Robert Kirchhoff, fysicus (1824-1887), portret van Vorst Nikola I. De waar-
Pf. Immanuel Kant, wijsgeer den zijn 0.80 en 6.00 Din.
NEDERLAND. De jaarlijkse zomer
zegels komen op 23 april tot uitgifte
Zij tonen aspecten uit het Nederland
se culturele leven: 25 15 c. fanfare
korps tijdens een show (gewijd aan
het Wereldmuziekconcours in Kerk-
rade); 30 10 c. twee balletdanse
ressen tegen een achtergrond van
verkeerselementen (ver-
racefiets en snelweg);
Omdat deze vogel,
slangen, in de lucht allerlei buitelin
gen maak't, heet hij bateleur of
goochelarend. Als hij een slang ge
vonden heeft, duikt hij en geeft de
slang met z’n snavel een houw. Den
stijgt hij weer op en doet het nog
eens. Daarna pakt hij hem beet en
begint hem op te eten. De goochel
arend leeft onder andere in Etiopië
in Afrika.
Dat parentoernooien zich in een grote
belangstelling blijven koesteren blijkt
wel weer uit het feit dat het Kruiken-
toernooi in Tilburg dit jaar maar liefst
480 deelnemers op de been bracht. In
afwijking van voorgaande jaren duurde
_het toernooi dit keer maar één dag, de
Organisatie moest immers enige maanden
geleden starten en in die tijd leek de
energiekrisis bridge op zondag te gaan
torpederen.
Het toernooi werd gewonnen door Al-
mekinders-Sint die vanaf het eerste spel
bovenaan hebben gestaan. Het smake
lijkste hapje dat de deelnemers werd
voorgeschoteld zag er als volgt uit:
Zuid gever, OW kwetsbaar
A 7
<2 V B 10 9 8 6 2
O 10 6 3
H V 10 9 5* H
4 3
H
<>5 2
*964
Het passeren van Kuyken om louter
formalistische reden (bij de centrale
training in februari had het daarbij
aanwezige hoofdbestuur alsnog van
Kuyken een bevestiging kunnen vragen
in plaats van snel een ander aan te
wijzen) is weer een staaltje van amateu
ristisch bestuursbeleid, dat zo kenmer
kend is voor kleine sportbonden. Het
Wit: Hans Jansen Zwart: Rob Clerc
Jeugd-WK, 27-12-1973 1. 32-28 19-23, 2.
28x19 14x23, 3. 34-30 10-14, 4. 30-25 18-
22, 5. 35-30 12-18, 6. 40-35 7-12, 7. 45-40
1-7, 8. 40-34 13-19. Ter versterking van
de lange vleugel. 9. 33-29- Deze zet is
m.i. te vroeg. (Zie ook de 13de en 32ste
zet: deze omsingeling is weinig doeltref
fend). 98-13, 10. 38-33 20-24, 11.
29x20 15x24, 12. 43-38 5-10, 13- 33-29.
Tracht een aanval tegen zwarts lange
vleugel in te zetten. Wit geeft zijn plan
snel prijs, waardoor zwart zijn lange
vleugel sterk kan houden, zodat er van
een aanval nauwelijks sprake is. 13.
....24x33, 14. 38x29 10-15, 15. 39-33 2-8,
16. 44-39 16-21, 17. 31-26, 22-28, 18. 33x22
17x28, 19. 26x17 11x22- Wit moet nu
rekening houden met 14-20. 20. 49-43 12-
17, 21. 37-31 6-11, 22. 31-27 22x31, 23.
36x27 18-22 (een terechte vereenvoudi
ging, anders krijgt wit wel omsingelings-
kansen). 24. 27x18 23x12. Na 29x18,
22x31, 41-36, 13x22, 36x18 speelt zwart 8-
12. 25. 41-37 12-18. Op 13-18 volgt 39-33,
25-20, 30-25 met dam. 26. 43-38 8-12- In
deze stand leefden we beiden in de
veronderstelling goed te staan! (Zwart
staat echter duidelijk beter). 27. 38-33
19-23. Waarschijnlijk is 18-23. 17x28,
12x23 beter. 28. 33x22 18x27, 29. 29x18
12x23, 30. 39-33 7-12, 31. 50-44 13-18, 32.
33-29. De thematische manoevre 34-29 is
m.i. beter 32. ...9-13, 33. 42-38 4-9, 34.
38-33 (op 29-24 de plakker 23-29), 13-19,
35. 46-41 17-22. Om 33-28 te verhinderen.
Na bijv. 9-13, 33-28, 37x28, 18-22?, 29-23,
DUITSLAND (BRD). Op 17 april
verschijnen de jaarlijkse Jugendmar-
ken met toeslag ten bate van de
„Stiftung Deutsche Jugendmarke
e.V”, ditmaal onder het motto „inter
nationale ontmoeting”. Peter Lorenz
uit Freiburg i.Br. verzorgde de ont
werpen. De waarden zijn: 25 10 Pf.
jeugd bouwt op, 30 15 Pf. jeugd-
folklore (meiboom), 40 20 Pf. jeugd
studeert en 70 35 Pf. jeugd onder
zoekt (meisje aan het microscoop).
Met inschrift „Deutsche Bundespost
Berlin” worden uitgegeven: 20 10
Pf. jeugd fotografeert, 30 15 Pf.
jeugd beoefent sport, 40 20 Pf.
jeugd musiceert (jongen speelt viool)
en 70 35 Pf. jeugd helpt (meisje als
verpleegster), (afbeelding).
Lang geleden hadden wij eens een
gesprek met een zgn. „intellectueel”
hij was doctor in de Nederlandse lette
ren over schaken. Dit spel was hem
toch te eenvoudig om er al te veel
energie in te steken. Daartoe zou hij
slechts bereid zijn als het driedimensiale
schaakspel in zwang mocht komen. (Het
spelgebied wordt daarbij gevormd door
acht borden boven elkander; Tal op het
onderste bord mag dan niet alleen hori
zontaal tot hl en verticaal tot a8, maar
ook loodrecht naar boven tot al van het
bovenste bord. Men zegt dat indertijd
alleen de wereldkampioen j>rof. Emanuel
Lasker en de Delftse hoogleraar Baudet
er een beetje mee overweg konden;
nadien is er over deze quadratuur van
het schaakdenken nooit meer iets ge
hoord).
Wij nodigen onze intellectueel toch
maar eens uit, kennis te nemen van een
simpel eindspelletje met uitsluitend lo
pers van gelijke kleur en pionnen, dat
Spasski bij een stand 2-0 en drie remises
tegen Byrne won en waarmede hij de
halve finale op weg naar het wereld
kampioenschap bereikte.
Uw medewerker heeft er eerst vele
uren op geanalyseerd, maar er pas wat
van begrepen na kennisneming van
Pachman’s commentaar in de Schach-
Echo. Euwe (eindspelen deel 10) schrijft
dat eindspelen met lopers in het alge-
t voor
stellingen ontleend aan de verschil
lende districten zag het licht: 3 c.
pruikenmakers (Southern Highlands)
8 c. Arawe-moeder met baby (West
Ter herinnering New Britain), 10 c. Tifalmin-jager
aan de uitgifte van de eerste postze- (West Sepik District), 20 c. Raceka-
Spasski (stelling na 22) d3xc4
Op het eerste gezicht lijkt het dat
zwart niet slecht staat met zijn gedekte
vrijpion op d4, maar bij nader inzien
blijkt het feit dat de zwarte pionnen op
zwart zijn vastgelegd, een belangrijk en
blijvend nadeel. Zie bijv. 22).f5, een
logische poging om zwarts pionnencen
trum te versterken. Er volgt echter 23)
ef5: gf5: 24) Lg5! en de loper verovert
via d8-c7 en b8 pion a7, een telkens
terugkerend, structureel motief. Pach-
man onderzoekt nog of zwart met
h5 Kh7 Lh6 loperdruk kan nastre
ven. Het is voor een goed begrip van de
stelling essentieel te doorgronden, waar
dit op faalt.
Zie: 22).... h5 23) Kfl Kh7 24) Ke2
Lh6? 25) Lh6:! Kh6: 26) c5!.Dit
pionoffer is de clou; slaat zwart met
zijn d-pion, dan loopt pion d5 door en
na bc6: 27) a4 4- a5 en b6 promoveert de
b-pion. 22).f7-f6. Beter Kf8 f5. Het
verschil is dat zwart dan het binnen
dringen van de witte loper via d8 met
Ke8 kan beletten. 23) Kgl-fl Lg7-f8(?)
Beter Kf7 f5.
24) a3-a4 Lf8-e7 25) Kfl-e2 Kg8-f7 26)
Lcl-d2 f6-f5. Rijkelijk laat. 27)
e4xf5!Met de door ons geconsul
teerde hoofdklassespelers vinden wij dit
een zeer opmerkelijke zet, omdat er
schijnbaar een gevaarlijk zwart pion
nencentrum ontstaat. Maar Spasski heeft
zeer goed voorzien dat hij dat centrum
vastlegt en zelf actiemogelijkheden op
beide vleugels behoudt. 27)g6xf5
28) Ke2-d3 Le7-f6 29) f2-f3Als
zwart op de 22ste en 23ste zet sneller
had gehandeld, had wit het centrum niet
kunnen blokkeren. Zwart moet nu aller
eerst voorkomen dat na g2-g4 f94: fg 4:
wit a) een pionnenmeerderheid krijgt op
de koningsvleugel b) meester wordt over
veld e4. 29)h7-h5 30) a4-a5 Kf7-e8.
Natuurlijk niet ba5: La5:+Lc7-b8xa7,
doch nu komt een nieuw kenmerk aan
het licht. 31) a5-a6!
Hatsjoe, hatsjie,
wat moet ik niezen.
M’n neus staat helemaal in brand.
Ik dacht eerst nog:
- Het valt wel mee;
er is niet zoveel aan de hand.-
Hatsjoe, hatsjie,
maar dat viel tegen.
Het houdt nog steeds niet op.
En als m’n moeder komt,
mag ik niets laten merken.
Anders krijg ik ook nog op m’n kop.
Want, hatsloe, hatsjie,
ik kreeg van haar een eitje
met zout en licht gebakken.
Maar ’k wilde er ook peper op
en daar vloog de dop van de peperbus
naar m’n neus, voordat ik hem kon
pakken. E. T.
10 Pf. Immanuel Kant,
(1724-1804), 20 Pf. Ehm Welk, roman
cier (1884-1966), 25 Pf. Johann Gott
fried Herder, predikant en cultuurfi
losoof (1744-1803) en 35 Pf. Lion
Feuchtwanger, schrijver (1884-1958)
De ontwerper is Gerhard Stauf uit
Leipzig, (afbeelding).
FALKLAND-EILANDEN. Ter be
vordering van het toerisme werd op 6 moderne
maart een serie van vier zegels uitge- keerslicht, racefiets en
geven, ontworpen door J. Cooter: 2 p. 40 20 c. portret van de schrijver
Zuidelijke zeebeer Arctocephalus au- Herman Heijermans (1864-1924) met
stralis), 4 p. het vissen op forel, 5 p. opdracht; en 50 20 c. Esther de
Geelkuifpinguin of Rotsspringer (Eu- Boer van Rijk (1853-1939) als
dyptes crestatus) en 15 p. Soldaten- „Kniertje” in Heijermans’ toneelstuk
spreeuw (Pezites militaris falklandi- „Op Hoop van Zegen”. De zegels wer
den door Jelle van der Toom Vrijt-
hoff ontworpen. Zij zijn t.m. 7 juni
a.s. verkrijgbaar, (afbeelding).
NIEUW-GUINEA.
Met zulke kaartverdelingen worden
biedverlopen vaak sta-of-ik-schiet par
tijen en dat gebeurde dan ook aan één
tafel waar twee zuidelijke paren elkaar
met grote geestdrift bestreden. Zuid
opende met 1 klaveren en West knalde 4
schoppen, met deze kwetsbaarheid na
tuurlijk een dodensprong. Wanneer dat
wordt gedoubleerd en Noord-Zuid vin
den het juiste tegenspel, mogen Oost-
West 800 punten inleveren. Noord moet
dan, nadat klaveren heer hem is geble
ven, harten naspelen die Zuid kan troe
ven. Zuid moet dan onder klaveren aas
uit spelen om Noord weer aan slag te
brengen en deze moet dan ruiten vervol
gen. Noord-zuid kunnen zo tot 6 slagen
komen. In werkelijkheid plaatste het 4
schoppenbod Noord voor grote proble
men; na rijp beraad besloot hij tot een
bod van 5 harten en dat werd door Oost
van een doublet voorzien. Zuid vreesde
Vervolgens stond men voor de keuze
Visser of Clerc. Zoals bekend is het
Visser geworden en dat is niet billijk.
Visser heeft zijn kans in de halve finale
gehad, Clerc niet. Zeker na diens formi
dabele prestatie in december j.l. had
men aan hem, net als in het verleden
met sterke jeugdspelers gebeurde, de
voorrang moeten geven. Of zou men
denken dat zijn prestatie een uitschieter
is geweest? Het is niet te hopen; wij
V.A.D.-ers weten wel beter”.
S