TE SCHRIJVEN TE SPELEN, NIET OM OVER PAROOL: MUZIEK IS ER OM Jazzmusicus vormt vanuit blues eigen identiteit concert Plaat of 16 17 MUZIEK VRIJDAG 12 APRIL 1974 J door Ferry Tromp Enthousiasme door Rob Hoeke Familieconcert door Pau! Chr. van Westering Van slaapt nog en er is niemand die er ook maar over prakkizeert om hem wakker te maken. Het is zondagavond erg laat geworden voor de heren. Een avondwandeling over de grachten eindigde bij de Melkweg, waar iedereen inclusief Van zich enorm heeft vermaakt met het spelen van een paar sessions. „Zelfs de volgestuffte heren van de Melkweg kwamen tot leven”, wordt er gegrinnikt. Na afloop, rond een uur of drie ’s nachts, is de helft van het gezelschap gaan dineren en de anderen namen de fiets om al rijdend de zon over Amsterdam te zien opgaan. Wat een energie. lij INK 5 Zee B.V. AMSTERDAM Maandagmiddag 8 april, 13 uur. Pullitzerhotel, Prinsengracht. De zon buiten, blije Amerikanen binnen. „Amsterdam is sooooh beautiful!” Er is een afspraak gemaakt met Van Morrison, de Ierse soul-, blues-, jazzgod die op het podium alles geeft, maar daarbuiten de kaken stijf gesloten houdt. Van is in Europa voor een tournee van een maand erg lang voor hem samen met de Caledonia Soul Express bestaande uit vijf musici, zijn nieuwe manager Steve Filister, een paar roadmanagers en een paar vrouwen waaronder zijn eigen, prachtig gevormde vriendin Caroline over wie straks meer. Legende Image <0- E, r f o I. VAN MORRISON heeft angst voor vaste structuren (Foto’s Gijsbert Hanekroot) 12A 25821 DAVE BRUBECK soms direct in de te 1 •52278 ■1502. >ost en Ierland kwadraats opgefroempte driekwartsmaat in C voorstelde, werd het aanbod van slaapgelegenheden verbazend groot. Opportunisten snurkten gemiddeld 24 uur per dag en verlieten dan slechts het ledikant om nieuwe inlichtingen te verzamelen ten einde hun amoureuze slaapje van nieuwe impulsen te kunnen voorzien. Wellicht is het Haarlemse jazzvolkje daarom zo „uitgeslapen’-, hoewel andere redenen daaraan ook ten grondslag liggen. Kortom, Dave Brubeck heeft een zeer duidelijke indruk gemaakt en het zal iedere oprechte Brubeck-fan wel interesseren, hoe het sinds die tijd is gegaan. Op zaterdagnacht 9 maart in De Doelen in Rotterdam had een uniek concert plaats: een jazzgebeuren, dat oud nieuw en nieuw hedendaags maakte. Dave Brubeck trad daar op zonder befaamde medewerkers als Paul Desmond, Joe Morello of Gene Wright, maar met zijn zonen, te weten Darius, Chris en Danny Brubeck. Een duidelijke familie aangelegenheid dus, die - al was het alleen maar om praatjes te voorkomen - gecompleteerd werd door Pete-Madcat- Ruth, harmonica; Perry Robinson, klarinet; Randy Powell, slagwerk en sporadisch hoorde, door veelvuldig draaien tot in details leren kennen. Jerry Bergonzi op saxofoon. Hoewel Brubeck en de zijnen verrassend goed uit de muzikale verf kwamen, riep één en ander toch vragen bij mij op, waar ik graag antwoord op wilde hebben en ik besloot - dit omwille van de objectiviteit - zowel Dave Brubeck als een willekeurig aanwezige jazzliefhebber en commercieel belanghebbende enkele vragen te stellen. Te beginnen met Brubeck: ,,’t Soort muziek dat u speelt is wel wat anders dan ik normaal van u gewend ben.” Dave Brubeck (letterlijk): „Ik wordt doodziek van dat ge-o.h„ want iedereen denkt direct aan commerciële aanpassing en dergelijke, omdat ik toevallig 54 jaar ben, met lange grijze haren rondloop, van mijn oude reputatie afhankelijk zou zijn en mijn zonen aan het pousseren ben. Nou, vergeet dat maar; toevallig is dat niet zo en ik heb ook geen zin je dat allemaal uit te leggen, want de ervaring heeft geleerd dat iedere uitspraak die ik doe, anders geïnterpreteerd wordt dan ik bedoelde en (slechts) alleen op zijn juiste waarde geschat wordt door musici, maar die schrijven niet en journalisten musiceren niet”. Als ik dan beledigd opmerk, dat ik zijdelings wel degelijk iets met de muziek te maken heb en mij zelfs zeer verwant voel aan piano-muziek, moet ik jazzmusicus van daaruit zijn eigen identiteit gevormd. Dat ze dat later ontkennen en zelfs beweren geen enkele verwantschap met de blues te hebben is een grove leugen. Het is net zoiets als een schrijver die beweert het ABC niet te kennen. De jazz-blues combinatie is iets, wat ik altijd gepropageerd heb, alleen was het niet altijd mogelijk als zodanig te spelen, omdat je voor het grote publiek toch altijd die pianist bent, die vast zit aan het „Take Five” image, eens een wereldhit”. Staat u daar dan niet achter? Brubeck: „In principe wel, maar het is een nummer, dat naar mijn idee tot een van die vele muzikale lolletjes behoort, die musici nu eenmaal altijd maken. er de Lieden die dat beweren, kunnen zich beter bepalen tot de kwaliteit van de spinazie, waarmee hun oren schijnen dicht te groeien. Dave Brubeck oogst nu wat hij gezaaid heeft en dat zijn een stel jongens die weten en voelen wat jazz is en samen met hun vader muziek met een grote M weten te maken. IRINK WARD c.v. en »P zee. 1, gang/ badk. n, nii- i. Incl. taris. ■ekt. DO,-. n oor Post, im. EEN CONCERT is een avontuur. De plaat een zekerheid. Het avontuur schuwheid en „z’n eigen leven willen leiden” een beetje kwijt. Ik was verrast hoe direkt hij nu is. En ik heb hem zien lachen. Ongelofelijk gewoon. In San Francisco was het. Naar het publiek keek hij op zijn normale afwezige maar in werkelijkheid door concentratie veroorzaakte manier. We zijn erg lekker bezig, hij draait zich om en lacht breeduit. Ik kan je vertellen dat er dan wat door je heengaat”. Hoe is het om met Morrison samen te werken? Londen, één dag voor de start, was het goed mis. Bij Morrison werd een begin van longontsteking geconstateerd en dat betekende tien dagen bed en een grote teleurstelling voor de Engelsen, die deze afgelopen week drie concerten als goedmakertje hebben gekregen. Met Van aan de steeds beterende hand werd vier keer opgetreden in Dublin, daarna Parijs, Brussel, Kopenhagen en Amsterdam. Rothermell: „In Dublin stond er voortdurend een kerel met een grote stethoscoop tussen de gordijnen die Van tussen elke serie nummers door een check-up en een zootje pillen gaf. Ik vond het maar een eng gezicht”. „Geen punt. Een aardige man om mee samen te werken en een erg harde werker. Ga maar na. In januari kwam het dubbel live album „It’s too late to stop now” uit, op de plank ligt alweer de studio-elpee „Veedon Fleece” die in mei komt en van de zomer gaan we naar Montreux waar op het festival weer een live-album wordt gemaakt. Van is erg veranderd. Ik ontmoette hem voor het eerst drie jaar geleden, maar het klikte helemaal niet. Hij was volstrekt onbenaderbaar, wat je ook probeerde- Niet mee te praten, zeg je dan. Nu is hij dat gekwelde, dat gekrenkte, dat stalen pantser, dat mengsel van pure verlegenheid. dat onmiddellijk bewijzen. Ik doe dat met knikkende vingers en tracht te overtuigen. Zoon Darius knikt vervolgens naar zijn vader en zegt: „It’s allright, pa”, en Dave Brubeck verandert op slag. Hij is bereid als musicus te praten en als toffe jongens onder elkaar vraag ik hem, waarom hij blues speelt die tegen de pop aanleunt en of hij ook werkelijk achter de muziek staat die hij onder de naam van „Two Generations of Brubeck” maakt. tijd voor praatjes. Van heeft ons schichtig de hand gedrukt toen we snel even aan hem werden voorgesteld. In de zaal landerige mensen in de stoelen en veel plezier op het podium. Er wordt echt gerepeteerd, want de groep is nog nieuw en Van houdt er van om voortdurend aan nieuwe nummers te werken. Eindelijk om zes uur ’s avonds is het dan zover. Van wil met Caroline nog even terug naar het hotel, Sjeng Stokkink van Negram brengt hem en ik rij mee. Simpel. Caroline toont Van omstandig wat ze op het Waterlooplein heeft gekocht en vraagt mij of een zwartkralig met namaakgoud beslagen halsbandje voor Van niet te kitscherig is. Ik vind van wel- Van heeft geen mening. Hij vindt het ook niet erg als Caroline probeert uit zuivere goedheid overigens en niet om uit te sloven geloof ik vijftig percent van de antwoorden voor haar rekening te nemen. Ik vind het wel erg maar ja, het zijn de enige uitgebreide antwoorden die je krijgt. Morrison probeert het wel, is uiteindelijk niet onwelwillend, gaat zelfs na de autorit meer naar de bar om daar verder te praten, maar is het levende bewijs van zijn eigen stelling dat muziek er is om te spelen of naar te luisteren. Niet om over te praten, laat staan schrijven. Maar goed. Hoe bevalt de tournee tot nu toe? „Het is okay. Wat moet je ervan zeggen. Het is overal anders. Het publiek, de zaal, je eigen stemming. Je weet het niet. De ene keer vind je het goed, de andere niet. Moeilijk te zeggen waarom wel en waarom niet. De start was natuurlijk erg vervelend. Ik heb trouwens nog steeds last van m’n keel en m’n longen, maar het gaat nu wel gelukkig.” James Rothermell, je saxofonist, zei dat de tournee steeds beter wordt met elk nieuw concert. „Oh ja. Nou- Ik weet het niet. Misschien. Dat is voor iedereen verschillend. We waren verbaasd je hier na een jaar met een nieuwe bezetting te zien. Waarom heb je dat gedaan? „Waarom doe je iets. Ik weet het niet. Deze jongens hebben jazzwortels, maar de anderen hadden dat ook. De zaken zijn op een gegeven moment zo gelopen. Het gebeurt. De muzikale ontwikkeling vraagt het. Je voelt dat het zo moet. Vorige keer had ik de strijkers. Deze keer niet. Volgende keer misschien weer wel. Het was geen experiment, het was een aanvulling.” Caroline: „Het is erg zwaar en moeilijk om met zo’n grote groep mensen op tournee te gaan.” Je live-elpee is erg goed ontvangen hier en verkoopt. „Dat is fijn- De volgende is weer een studio-elpee. Die ligt al klaar, maar daarna gaan we weer een live-elpee doen. Live is wel fijn maar het vereist Van Morrison. Bij zijn leven al een legende. Vanwege zijn stugge Noordierse natuur, zijn gevoelens van verbondenheid met de Schotse hoogvlakten, Caledonia, waar de soulmuziek geboren zou zijn en alle mystiek daarom heen, vanwege „Them”, de Ierse band die eigenlijk niet lang een band was maar met name in Nederland en vooral met „Gloria” stormen van enthousiasme lossloeg. Vriendin Caroline zit aan de andere tafel in het restaurant druk tegen Van aan te praten. Hij is tot onze teleurstelling aan een andere tafel gaan zitten. Een kleine man met een beetje een aardappelhoofd, heel licht blauwe ogen en roodachtig haar. Een echte Ier, roep je dan. Hij is nu 28 jaar oud. Het is half vier in de middag. Op naar Carré voor de repetities. Geen is toch verre te verkiezen boven een uitvoering, die nooit verandert en bo vendien een vertekend beeld kan ge ven. De plaat kent geen fouten, de solist slaat er nooit naast. Dat heeft hij bij de opname in de studio ver moedelijk wel gedaan. Maar dan deed men alles nog eens over en met knip- en plakwerk wist een handige technicus een onwaarschijnlijk gaaf geheel tot stand te brengen. De plaat geeft ook een vertekend beeld omdat de opname-technicus met zijn vele microfoons en volume regelaars instrumentengroepen of een solo-instrument naar voren kan halen of afzwakken. ZO WENT de platenbezitter aan één bepaalde uitvoering, één van de vele opvattingen. Hij wenst diezelfde in de concertzaal weer te horen en voelt zich vervreemd, wanneer blijkt dat een uitvoering iets anders is dan een plaat. Zeker, er kunnen fouten gemaakt worden in de concertzaal, dat is niet meer dan natuurlijk. Maar er kunnen ook hoogtepunten worden bereikt waarover men jaren later nog spreekt. Daarom is een concert een spannend avontuur en een plaat een nuttig voorwerp om een stuk grondig te leren kennen Brubeck: „Natuurlijk doe ik dat, per saldo is de blues de meest elementaire vorm van muziek maken en heeft iedere Plannen? „Oh ja, genoeg (voor het eerst en laatst is er enthousiasme in zijn stem, red.). Ik ben met een aantal dingen tegelijk bezig: nieuwe songs, maar ook andere zaken.” Wat? „Het is een groot, klassiek soort werkstuk. Helemaal instrumentaal, geen zang. Nou ja, klassiek niet als Beethoven natuurlijk, maar wel met invloeden. Het gaat twee uur duren met veel piano en blazers en misschien op het eind nog wat strijkers- Misschien dat we deze herfst kunnen opnemen en dan maar eens kijken of de mensen het pikken. Als dat zo is, gaan we er misschien nog wel eens mee op tournee. Maar dat is nog verre toekomst en ik kijk nooit verder dan zes maanden vooruit. De rest heteft geen zin.” Caroline komt hem halen. Van moet een uur rusten voor het concert dat een doorslaand succes zal worden. „Heb je genoeg?” Van geeft een snelle hand en loopt half achterom kijkend weg. Zijn koffie staat koud en onaangeroerd. Toch eigenlijk best een aardige jongen. CBS-manager Hemmy Wapperom - een goede vriend van Brubeck - vraag ik vervolgens, hoe hij over een en ander denkt. Hij antwoordt zoals hij er uit ziet: kort en krachtig, eerlijk en zonder omwegen. „Dave Brubeck is een bijzonder begaafd musicus met bijna onbegrensde kwaliteiten, die als één van 's werelds beste jazzpianisten - ik herhaal met klem: jazzpianisten - uitzonderlijk knap zijn gevoelens in muziek weet om te zetten. Zijn drie zoons zijn duidelijk erfelijk „belast”. Hun concert loog er niet om. Zijn formatie op dit ogenblik, die oude en vertrouwde composities uitvoert in een frisse, nieuwe sfeer, swingend als de takken, vrolijk, spontaan'en gezond, komt op iedereen bijzonder goed over. Ondanks opmerkingen van sommige lieden die beweren, dat Brubeck „geen jazz maakt”, „het swingt niet” en het behoort tot „een beter soort dansmuziek”. Voor de lunchbijeenkomst in Pullitzer zijn slechts twee journalisten uitgenodigd. Geen enkele fotograaf. Een minimum aantal dat zijn oorzaak vindt in de bijna knokpartij die Morrison vorig jaar heeft gehad tijdens een chaotische persbijeenkomst in Amsterdam. Met name de fotografen maakten deze in wezen uiterst schuwe man dol. „Ik ben het alweer vergeten”, zegt hij later. „Maar op dat moment overviel het me, ik was niet gewaarschuwd”. Voorlopig echter ligt Morrison in bed en zitten wij aan de bar. James Rothermell is de eerste van de groep die verschijnt. Hij is er dan ook nog maar pas bij. Een erg aardige jongen en zo blijkt 's avonds tijdens het concert een voortreffelijk saxofonist en fluitist met duidelijke jazzwortels. „Ik heb tien jaar lang in allerlei groepen gespeeld, meestal jazzbands en als het even kon dixieland. Geweldige muziek.” James vertelt alvast wat vooruit en wij vragen maar want je weet het nooit met popsterren in het algemeen en zeker niet met inktvijanden als Morrison. De Caledonia Soul Express (opvolger van het Soul Orchestra) mist de strijkers van vorig jaar en ook Jack Schroer op saxofoon en John Platania op gitaar die zo’n vijf jaar met Van Morrison gespeeld hebben. Rothermell: „Ik heb het gevoel dat Van bang werd dat er een vaste structuur in het geheel zou komen. Dat wil hij niet. Hij moet vrij zijn, vooral muzikaal. Deze band brengt minder rock and roll en meer improvisatie- Van Morrison herontdekte de stem als instrument, is er gezegd en ik ben het daarmee eens, daar moet je gebruik van maken en de in ieder geval een beetje jazzy muziek leent zich het best voor verwisseling van stemmingen. Na afloop van het concert in Kopenhagen hebben we een geheel -eïmproviseerde toegift gedaan. Erg fijn." De Express, met de bekende gezichten David Hayes op bas en David Shaw op drums, is pas een paar maanden bij elkaar in de nieuwe samenstelling: Rothermell op sax, James Trumbo op piano en orgel en Ralph Wash die drie jaar met Paul Butterfield speelde op gitaar. Eind vorig jaar is er in de huisstudio van Morrison in Marin County in Californië hard gerepeteerd. Ter voorbereiding op de Europese tournee werden drie daverende concerten gegeven in de VS, maar in DE KOMST van de langspeelplaat (ongeveer 1950) heeft grote verander ingen in het muziekleven gebracht. Daarvoor kende men al geruime tijd de breekbare 78-toerenplaat, waarbij een complete symphonie een groot aantal plaatkanten opeiste. Men had ingenieuze apparaten, platenwisse laars, waarbij het spel na enkele minuten werd onderbroken, totdat de goede kant weer voor lag en de naald de juiste groef had gevonden. Deze toestand was verre van ideaal en men maakte er geen druk gebruik van. Maar de langspeelplaat, waarvan de perfectie in de loop van de jaren nog werd opgevoerd, bracht geheel onverwachte consequenties met zich mee. Goede en minder goede. Blijkt zo’n nummer dan een toevalstreffer te zijn, dan wil dat nog helemaal niet zeggen dat je daar gelukkig mee bent, maar het bepaalt toch wel je image. Het publiek verwacht dan zo’n nummer, waar ik altijd aan voldoe en het geeft me tevens de gelegenheid dat soort muziek te maken waar ik wel volledig achter sta.” Ik ben het volkomen met hem eens. Hij stapt op en gaat spelen. BEKEND WAREN vroeger de Phi- lips-opnamen onder regie van Jaap van Ginniken, die een „beschaafd” klankgemiddelde nastreefde- Een rau we trompettoon, die ook werkelijk rauw moest wezen, werd dat onder DE VOORDELEN springen natuur lijk direct in het oog- Met behulp van de L.P. kan men bepaalde werken, die men vroeger in de concertzaal thuis naar de grammofoonplaat luis tert krijgt alles te horen wat de solist speelt. Deze had bij de opname im mers een eigen microfoon. Soms wordt hij zelfs onnatuurlijk sterk naar voren gehaald in verhouding tot de orkestklank. GELUKKIG gaat niet iedere mu ziekliefhebber zo ver als vroeger de schrijver Simon Vestdijk, een groot muziekkenner, die concerten geheel prijs gaf terwille van de plaat. Hij beweerde dat men in de concertzalen te veel hinder ondervond. Men zat er niet gemakkelijk. Links was iemand tijdens de uitvoering het programma aan het bestuderen, of, nog erger, de toelichting op het stuk dat nog ko men moest. Rechts waren ze met snoepjes in de weer. Achter hem zat iemand hoorbaar mee te neuriën en ergens voor hem bevond zich een enthousiast, die de muziek in parti tuur volgde en daarbij losjes mee dirigeerde. Niets voor Vestdijk, die de stille huiskamer en de plaat met goede weergave-apparatuur prefe reerde. Besefte hij ook wat hij miste? Vader Brubeck temidden van zijn drie goede zonen. Van links naar rechts Chris, Dave en Darius Brubeck. toe. Ik doe het vanwege het verschijnen. Je moet verschijnen voor je publiek om te verkopen. En als ik niet verkoop, heb ik geen geld om nieuwe platen te maken, nieuwe muziek te schrijven en mijn musici te betalen. Dus moet ik wel. Maar of ik nu thuis speel, of in de studio of hier, maakt niets uit. Spelen is spelen.” IN HET GRIJS en historisch verleden van Haarlem is er ooit een tijd geweest, waarin zelfs de meest onfrisse figuren tot populaire „big shots” werden gepromoveerd, als ze maar voldoende op de hoogte waren met de muzikale verrichtingen van Dave Brubeck. De mooiste Haarlemse Mienen lagen aan d'r lui voeten en als ze dan nog even achteloos wisten te vermelden, dat -Take Five” van Brubeck een B- enorm veel voorbereiding en geeft bergen werk achteraf. Met een studio- elpee kun je dingen meer naar je eigen hand zetten en dan gelijk afmaken.” Zit je veel achter de knoppen? ..Nee. niet meer. Wel gedaan, maar dat werd niks. Ik ontdekte dat je technische zaken aan de technici moet overlaten. Iedereen heeft zijn eigen bank, je moet aan het brood van een ander komen. Ik ben producer. Dat kan zoveel betekenen. Soms betekent het de man die het geld op tafel legt, soms de man met de ideeën of achter de knoppen. Voor mij, dus ik, ben ik degene met het geluid in zijn hoofd. Ik weet hoe het moet klinken. Dus ben ik de producer.” Morrison heeft lange tijd een uitgesproken aversie gehad tegen de muziekbusiness die in zijn ogen veel te veel met business en veel te weinig met muziek te maken had én tegen de ondeskundige DJ’s die alleen voorbijgaande, commerciële platen draaien en daarmee de „onzin” in stand houden. Nu hij een eigen, onafhankelijke platenmaatschappij heeft en een nieuwe manager is dat een beetje over. „Ze doen maar. Ik verzet me er niet meer tegen, ik kan er toch ook niets aan verhelpen- Laat zij hun zaakjes maar doen, dan doe ik de mijne.” Tournees, vind je die fijn? „Ik haat hotels en het snel van de ene naar de andere stad reizen. Het maakt je helemaal leeg en je bent voortdurend in een soort schijnwereld, los van de wortels. Een enge situatie en ik houd mijn tournees dan ook zo kort mogelijk. Deze van een maand is' de langste tot nu leiding van van Ginniken nooit. Bij opnamen zat de trompettist achter de dirigent, om te voorkomen dat zijn klanken microfoon kwamen. Zulke afgezwak- te klankverhoudingen kent de con certbezoeker niet. Tenzij de dirigent de zaak niet in de hand heeft. Een interessant voorbeeld is ook het be kende Celloconcert van Dvorak. De cello heeft een laag register en zijn delen in dit werk waarin solist overspeeld wordt door het or kest. Men ziet hem met een rood hoofd in de weer op zijn mooie instrument, maar alleen de voorste rijen en dan nog de mensen, die dicht bij hem zitten, kunnen hem doorlo pend horen. Dat heeft de componist geweten. De cellist Janos Starker zei in een interview dat het ook niet hindert. De klank van het solo-in strument duikt wel weer op waar de componist dit gewenst heeft. Wie m

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1974 | | pagina 17