KARATE-EXPERT: NAOKI ISHIKAWA
Monumentenzorg
1
Eh
„Goed opgeleide karateka niet gevaarlijk”
„Voor een pistool loop ik hard weg”
F
wc
door Theo Klein
Idem dito
Uitzondering
08
Slecht image
Keihard
Eigen manier
MBW/Ai" Wt
't
jl;
26
27
1 3
APRIL
1974
ZATERDAG
Erbij
Ss
Nederland
J
Zeven minuten
in
Kohan is zijn eigen
tekstschrijver
op dit gebied van oudsher toch al wel het een en ander gewend was. In
middels hebben de karatehelden zich ook al enige tijd meester gemaakt
van de Nederlandse bioscopen. Onder veelzeggende titels als De Stalen
Vuist of Het Duivelsmasker van Tang vonden zij hun weg naar het Neder
landse publiek. Hoewel men bij de Budo Bond Nederland spreekt van een
sterk stijgende lijn is het aantal geregistreerde karateka’s in ons land de
2.500 maar net gepasseerd. Met de ongeorganiseerden meegerekend komt
men zeker niet boven zeven-, achtduizend beoefenaars.
De heer But, aftredend specialist voor karatezaken in het BBN-bestuur:
„Die films hebben toch ook hier invloed gehad. Je kan het op de scholen
merken aan de vele witte banden” (beginnelingen, red.). Net als in Singa
pore bevinden zich ook daar lieden onder die karate beoefenen met het
vooropgezette doel de vaardigheid in straatgevechten te gebruiken. But:
„Dat er in Nederland onderwereldfiguren bij de gevechtssporten betrokken
zijn is moeilijk te bewijzen. Het komt natuurlijk wel eens voor dat een
karate-beoefenaar negatief in de publiciteit komt (Bluming, red.), maar
in de 8 jaar dat ik in het bestuur gezeten heb, heeft mij nog nooit een klacht
over misdragingen van een karateka bereikt”. Er is dan ook nog nooit ge
sproken over een verbod of zelfs maar een beperking van de gevechts
sporten. „Dat is volgens mij ook niet nodig”, aldus hoofdinspecteur
K. Sietsma, afdeling bijzondere wetten van de Amsterdamse gemeente
politie, „nergens is aangetoond dat de beoefening van karate een slechte
invloed heeft. Ik heb er zelf ook nog nooit iets van gemerkt”.
"'Mp'
Wig
Een bericht van het persbureau Reuter deze week: „Verontrust door de
toenemende populariteit van de oosterse krachtsporten dank zij film en
televisie, heeft de regering van Singapore een wetsontwerp bij het parle
ment ingediend om deze sporten te reglementeren. In het wetsontwerp
wordt van de leerlingen en instructeurs geëist dat zij zich laten inschrijven
bij een „inspecteur voor oosterse krachtsporten”, die dan de bevoegdheid
krijgt personen uit de onderwereld te weren”. Aangemoedigd door het
elegante gemak waarmee helden als de nog niet zo lang geleden overleden
Bruce Lee en David Chiang schurken op het witte doek total loss slaan,
hebben duizenden bewoners van het vrij kleine stad-staatje zich opgegeven
bij de diverse sportscholen.
In totaal beoefenen nu alleen in Singapore 25.000 mensen één of andere
vorm van zelfverdediging. Het hoogst op de ranglijst staan nog altijd het
Japanse karate en het Koreaanse taekwon-do. Het persbericht vervolgt:
„De regering heeft waarschijnlijk ingegrepen nadat er met geweld mis
daden waren gepleegd door onderwereldfiguren, die hun vuistvaardigheid
hadden opgedaan in scholen voor oosterse gevechtssporten. De toekom
stige „inspecteur voor oosterse krachtsporten” zal moeten voorkomen dat
deze elementen gevaarlijker kunnen worden door zich een vechtvaardig
heid eigen te maken”. Tot zover het bericht uit Zuidoost-Azië, waar men
TOjii
W-
Maj,,
r'
ilfW
Hl
i,
„Veel leraren hebben maar één doel
en dat is veel geld verdienen. Hoe, dat
lendam mogen ook nog op de monu
mentenlijst, en daar wou ik het dan
verder bij laten.
doet er verder niet veel toe. Maar ik
vind dat je je als prof op moet stellen.
Je accepteert geld, dus moet je daar ook
je uiterste best voor doen. Alleen met
die instelling kweekt men ook bij de
leerlingen de juiste mentaliteit. Een goed
leraar leert zijn pupillen niet alleen hoe
hij karate beoefent, maar ook hoe hij er
Het volgende verhaal werd me ver
teld door Kick Geudeker, een van de
Nederlandse journalisten die met het
Nederlands elftal in 1934 naar Rome
trokken, om voortijdig in Milaan over
Zwitserland te struikelen. De dag voor
de fatale wedstrijd tegen Zwitserland
gingen de Nederlandse sportjournalis
ten even poolshoogte nemen in het
stadion in Milaan, om te kijken hoe
de faciliteiten waren. Zij kwamen
In Engeland vecht Manchester Uni
ted in een strijd op leven en dood
tegen degradatie. Dat zou eigenlijk
niet moeten mogen. Clubs met een
dergelijk roemrijk verleden, met een
dergelijke internationale faam (denk
aan de „Busby-baby’s”, aan het vlieg
ongeval bij München dat de club
nog beroemder maakte, aan de talloze
kampioenschappen en gewonnen be
kers), zouden gevrijwaard dienen te
blijven van zo iets minderwaardigs
en asociaals als degradatie.
is, "S*-
verder mee om moet gaan. Wanneer dat
altijd gebeurt, dan is het risico voor
excessen minimaal.”
De voor een Japanse begrippen vrij
forse karateleraar erkent dat een oefen -
hangt veel af van de instelling van de
leraar”, aldus Ishikawa, „is die slecht,
dan zal het de leerlingen niet beter
vergaan. Ik eis van mijn leerlingen een
uiterste discipline, net zoals ik in Japan
zou doen. Maar ik heb de laatste jaren
gemerkt dat die benadering in Neder
land niet altijd gewaardeerd wordt. Veel
meester er nooit voor de volle honderd
percent zeker van kan zijn dat zijn
leerlingen hun kennis verkeerd gebrui
ken. Hij vertelt: „Ook in Japan komt
het bij hoge uitzondering voor dat er bij
het vechten op straat karate gebruikt
wordt, net zo goed als dat met judo of
boksen kan. Ik heb het met mijn leer
lingen nog nooit meegemaakt, maar zou
het gebeuren dat er één op straat karate
gebruikt om een vechtpartij mee uit te
lokken, dan heeft hij zijn laatste les van
mij gehad.”
,O”, zei Geudeker, „het is bij ons
een goede gewoonte om bij het ver
slag een portret af te drukken van de
official die ons bij ons werk het
meest behulpzaam is geweest!’’
Toen de Nederlandse journalisten
de volgende dag bij het stadion arri
veerden, stond „Mussolini” hen al
met veel strijkages, en drie grote
portretfoto’s, op te wachten. De Ne
derlanders kregen alle faciliteiten die
zij maar wensten, en over slechts
zeven minuten telefoneren werd ui
teraard helemaal niet meer gerept.
STOPPER
Tel ik de monumentenzorg-elftal-
len nu even bij elkaar op, dan krijg
ik een totaal van 20 Engelse clubs die
voor altijd en eeuwig in de eerste
divisie dienen te blijven vanwege hun
onvervangbare waarde. Dat kan net.
De Engelse eerste divisie telt momen
teel 22 clubs, er kunnen dus ieder
jaar twee clubs automatisch degrade
ren die niet op de monumentenlijst
staan, en dan vervangen wor
den door twee nieuwe clubs. Dat
houdt de levendigheid er toch nog
een beetje in, terwijl nooit meer
onherstelbare schade kan worden
toegebracht aan het klassieke beeld
van de Engelse eerste divisie!
Idem dito in Nederland
Er zou ook in het voetbal een soort
Monumentenzorg opgericht moeten
worden, die bepaalt welke clubs van
wege hun roem en traditie bewaard
dienen te blijven voor het nageslacht,
en dus niet voor degradatie naar de
tweede divisie in aanmerking komen.
Zoals je ook oude kerken of gebouwen
in een bepaalde, inmiddels achter
haalde, maar voor de architectuurge
schiedenis toch waardevolle stijl op
de monumentenlijst kunt plaatsen,
waardoor ze niet mogen worden af
gebroken.
Stel dat ik voorzitter was van de
Engelse Monumentenzorg voor voet
balclubs, dan zou ik behalve Man
chester United ook Arsenal, Wolver
hampton Wanderers, Chelsea, Totten
ham Hotspur, Everton, Liverpool,
Leeds United, Westham United en
Newcastle United erop zetten. Boven
dien zou ik het nooit zover hebben
laten komen dat Middlesborough,
Blackpool, West Bromwich Albion,
Bolton Wanderers, Fulham, Sheffield
Wednesday en Preston North End
naar de tweede divisie konden afzak
ken, laat staan Aston Villa! En wat
te denken van Blackburn Rovers en
Charlton, die zelfs naar de derde
divisie afdaalden? Schande, driewerf
schande!
Bij elkaar zestien clubs, die dan
net als in Engeland met steeds
wisselende, degraderende en promo
verende clubs kunnen worden aange
vuld om een hechte, onomstotelijke
eredivisie te vormen. Want, o lieve
mensen, er zijn al zoveel onvervang
bare oude voetbalgebouwen verloren
gegaan in de loop der jaren! Waar
bleven kampioenen van Nederland
als HBS, RCH, BW, Limburgia, DOS,
Rapid JC en DWS? FC Den Haag
wordt nog altijd aangemoedigd met
,,ADO! ADO!”, maar hoe lang zal dat
nog duren? Waar bleven Blauw Wit
en Hermes DVS? Waar EDO, VUC en
Longa? Waar VSV, Be Quick en
AGOVV?
In Nederland zijn er trouwens ook
genoeg clubs aan te wijzen voor zo’n
monumentenlijst. Van de eredivisie
zou ik zeggen: Ajax, Feyenoord
maar dan weer met een ij met
puntjes), PSV, Sparta, MVV, NAC,
NEC en Haarlem. De andere clubs
hebben hun plaatsje op de monumen
tenlijst verspeeld door een andere
naam aan te nemen (FC Den Haag,
FC Twente etcetera), of door hun
roemrijke naam te verbasteren: Go
Ahead Eagles.
Van de eerste divisie dienen Willem
II, Heracles, De Volewijckers, SVV en
Eindhoven so-wie-so voor het nage
slacht bewaard te blijven, omdat zij
alle in het verleden minstens een
keer kampioen van Nederland waren.
En natuurlijk moet Heerenveen, als
veelvoudig noordelijk kampioen en de
club van Abe, tot in de eeuwigheid
blijven voortbestaan. Vitesse en Vo-
leraren zijn lui. Vooral de mensen uit de
grote steden. Zij hebben feitelijk geen
interesse en dat is een slecht uitgangs
punt. De leerlingen zullen daar ook
onder lijden”.
Karate in Nederland wordt op
kele verstrooide wilde hondjes na
beoefend onder de beschermende pa
plu van de BBN. Hij ziet erop toe dal
les wordt gegeven door erkende 1<
krachten en hij behoudt zich het r<
voor een lid dat zich in het openb
zou misdragen ie schorsen. Een deel
de opleiding van de Nederlandse kan
leraren geschiedt door Japanners, onder
supervisie van Naoki Ishikawa, als vijf
de dan de hoogste (internationaal erken
de) gegradueerde in ons land. Sinds 1966
woont Ishikawa, die zijn keiharde oplei
ding ontving op de high-school en uni-
versiteit Chu kyo in Nagoya, in Europa.
De 32-jarige Ishikawa is seoretaris-gene-
raal van de European Karate Wadokai
(een overkoepelende organisatie) werkte
van ’67 .tot '72 mee aan de opbouw van
het karate in Frankrijk en Engeland en
houdt zich sinds twee jaar weer bezig
met de opleiding van de Nederlandse
leraren, waarvoor hij met zijn twee
assistenten wekelijks zeven cursusplaat
sen afreist.
Ishikawa: „Ik weet dat gevechtsspor
ten, niet alleen karate, maar ook boksen
en judo, vaak barkeepers en uitsmijters
aantrekken. Ik hou daar niet van, maar
ik kan het wel merken. Als ik op het
Leidseplein loop bijvoorbeeld, dan word
ik door alle portiers op zijn Japans
begroet.”
Ishikawa beseft dat het karate (dat in
Japan één miljoen beoefenaars telt) me
de daardoor in Nederland een totaal
ander image heeft dan in zijn geboorte
land. „Maar ook daar komt nu verande
ring in. Onder invloed van de Japanners
die hier les geven, raakt men langza
merhand af van het demonstreren met
stenen en planken, waardoor het publiek
altijd een verkeerde indruk heeft gekre
gen. Daarnaast geloven de mensen hier
ook steeds minder in de sprookjes dat
een karateka met een hand een oog uit
de kas zou kunnen trekken, of iemand
een oor afslaan.”
„Ik heb zelfs wel eens horen vertellen
dat wij met een vinger door iemands
huid zouden kunnen boren om zo van
binnenuit organen weg te trekken. Dat
zijn pure verzinsels. Net zo goed als de
Nederlanders daar niet toe in staat zijn,
kunnen wij dat ook niet. Ik heb zo iets
nog nooit gezien. Die sprookjes hebben
hier lang stand gehouden, omdat het iets
mystieks heeft. En daar houden veel
Nederlanders van. Daarom kon ook een
man als Oyama (één van de grote voor
beelden van de Europese karateka’s) in
Europa zo populair worden. Hij liet in
zijn boeken foto’s opnemen, waarop hij
met blote handen een stier de nek brak.
In Japan is die man bijna niet bekend,
maar hier doet hij het erg goed omdat
hij zich altijd met het mysterieuze aure
ool omkleed heeft.”
Ishikawa, in de wedstrijdzaal geen ge
makkelijke jongen, is wars van oosterse
geheimzinnigheid. In de puntjes gekleed
en perfect Engels sprekend neigt hij
naar het westerse. Eenmaal in de dojo
gedraagt hij zich echter weer identiek
aan zijn voorvaderen, keihard, zonder
pardon. „Bij de opleiding van karateka’s
Ook Ishikawa heeft de invloed van de
Aziatische knokfilms in de dojo’s opge
merkt. Hij zegt: „Er komen de laatste
tijd inderdaad veel mensen, omdat ze die
acteurs op het scherm bezig hebben
gezien. Ze zijn onder de indruk van het
springen en het slaan. Ze vinden het
spectaculair. Die figuren knappen bij
mij echter snel af, omdat ze al gauw
bemerken dat er aan het echte karate
training weinig spectaculairs zit. Om de
basisprincipes onder de knie te krijgen
moet er vrij monotoon geoefend worden,
al proberen we daar wel enige variatie
in te brengen door verschillende oefen
partijtjes. Karate is moeilijk. Ik geloof
dan ook niet dat iemand die twee, drie
jaar karate getraind heeft, daar in een
straatgevecht werkelijk veel profijt van
zou kunnen trekken. Ik train zelf al
zestien jaar karate. Maar als er op
straat iemand met een mes of een pis
tool op me af zou komen, dan loop ik
hard weg, als het kan met mijn handen
in omhoog.”
Naoki Ishikawa is er trouwens heilig
van overtuigd dat de Nederlander qua
fysieke mogelijkheden, uitstekend ge
schikt is voor het karate. Daarom be
landde hij uiteindelijk na zijn rondreis
door Europa toch weer in Amsterdam,
waar hij zijn intrek heeft genomen bo
ven een Japans restaurant. In september
hoopt hij in het Olympisch Stadion een
eigen opleidingsinstituut (Wado-kan
Weg naar de Vrede) te openen, waar hij
zelf met zijn dan intussen tot vier man
uitgegroeide staf les zal gaan geven.
Ishikawa: „Dan kan ik het eindelijk
helemaal op mijn eigen manier gaan
doen. Dat is nu lang niet altijd mogelijk.
Niet alleen omdat een aantal leraren
gewoon te lui is, maar ook omdat velen
van hen bang zijn dat ik door mijn
harde aanpak leden afstoot. Het is meer
dan eens voorgekomen dat ze me vroe
gen het rustiger aan te doen, omdat ze
bang waren dat de omzet zou dalen. Dat
geldt natuurlijk lang niet voor alle Ne
derlandse leraren. Er zijn ook goeie bij,
maar ik geloof dat er zeker de eerste
jaren Japanners nodig zullen zijn om
het karate hier op de juiste manier
direct aan de mensen over te kunnen
brengen. En nogmaals, ik ben er vast
van overtuigd dat een goed voorbeeld
goed doet volgen.”
Amerikaanse presidenten beschik
ken altijd over „ghost-writers”, geest-
schrijvers die hun speeches op de
meest aansprekende manier in elkaar
zetten. John F. Kennedy maakte zich
voor eeuwig geliefd in West-Duits-
land door in Berlijn uit te roepen:
,,Ich bin ein Berliner!”, maar de kans
dat niet zijn tekstleverancier maar
hij zelf dat verzonnen had, is vrij
gering.
Soms lijkt het erop dat ook Johan
Cruyff over een dergelijke tekst
schrijver beschikt, die hem allerlei op
het lijf geschreven uitspraken in de
mond legt. Jopies zuinigheid kennen
de (laatst werd in de Duitse Sport-
schau laatdunkend gezegd dat hij
8000 mark geëist had voor een inter
view voor de camera, maar wij han
delen niet in koopwaar, wij geven
informatie, zei de presentator mis
prijzend), neem ik aan dat hij zich
de hoge kosten van een ghost-writer
bespaart door zijn eigen ingebouwde
schrijver op de juiste ogenblikken
aan te zetten, want je kan zeggen
wat je wil, maar hij heeft een feillo
ze feeling voor het juiste woord en
het juiste gebaar op die juiste plaats
en het juiste moment. Hij arriveerde
in Spanje met iets korter haar dan
hij gewend was te dragen (lang ge
noeg om zichzelf te blijven, maar net
niet te lang om de conservatieve
Spanjaarden te irriteren, zoals Netzer
deed), hij promoveerde ogenblikkelijk
Barcelona tot de club waar hij zijn
hele leven al van gedroomd had
Twaarom van Barcelona, vraag je je
af, dat al dertien jaar niet kampioen
was geweest, en waarom droomde hij
nooit van Real Madrid?), Di Stefano
werd zijn grote voorbeeld, en hij gaf
zijn zoontje als tweede naam een
Catalaanse naam: Jorge.
Het lijkt wel of een langdurig
bombardement het Nederlandse voet
bal tot een stad vol open gaten met
ruïnes heeft getransformeerd. Een
verdere afbraak kunnen we ons echt
niet veroorloven. Want stel dat Ajax
op de ingeslagen weg voortgaat en
volgend jaar moet degraderen? Ont
waak KNVB, ontwaak volk van Ne
derland, uw mooiste cultuurbezit
dreigt door onachtzaamheid verloren
te gaan! Help!
U ziet het, allemaal prima ver
zorgd. En wat zei hij, toen hij door
zijn lijfbiograaf Casanovas op het
middenveld geïnterviewd werd na de
magistrale ontvangst vanwege het be
haalde kampioenschap door het pu
bliek van Barcelona in het eigen
stadion? Dat hij erg blij was voor het
publiek, want „we hebben niet in de
eerste plaats voor de competitie ge
speeld, maar voor het publiek”. En
dat allemaal in vlot, maar ongetwij
feld gebroken Spaans! Alweer precies
raak, onder de gegeven omstandighe
den! Misschien kan Johan te gelege
ner tijd Franco wel opvolgen, als hij
zo doorgaat.
Een beeld uit een van de vele hedendaagse vechtfilms.
jHw 1 "iJl
Rb;
P^™ISé|
terecht bij een soort manager die niet
alleen een groot portret van Mussoli
ni aan de muur van zijn kantoor had
hangen, maar zelf ook nog sprekend
op de duce leek.
De man trad dienovereenkomstig
ook autoritair en onaangenaam op, en
verkondigde bij voorbaat dat elke
Nederlandse journalist na afloop van
de wedstrijd precies zeven minuten
gebruik zou mogen maken van de
telefoon. Dat was voor het doorbellen
van de belangrijkste wedstrijd die het
Nederlands elftal ooit gespeeld had.
natuurlijk veel te kort, en men pro
testeerde heftig.
Tevergeefs. Zijn wil was wet. Een
van de journalisten (ik neem aan dat
het Kick Geudeker zelf was) kreeg
toen, onder het motto: „Verzin een
list, goed vrind!” een inval. Hij
vroeg, tussen neus en lippen door, of
de man morgen dan toch in ieder
geval wèl een foto van zichzelf voor
de Nederlandse pers ter beschikking
had.
„Hoe dat zo?", vroeg de pseudo-
Mussolini wantrouwend.
llHtnmM:
iiiiuiw: