Donderdag is Tram, adieu! ER VIELEN DE MACHINIST ONDERWEG TEVEEL DODEN Pekelwagen op terras Bellevue DE MEEST PRIMITIEVE PAARDETRAM VAN NEDERLAND” In beslaggenomen fruitautomaten geretourneerd I MX „De Moordenaar” onderhield tramverbinding Haarlem/Alkmaar „Onsmakelijke verschijning” voldeed niet aan gespannen verwachtingen 7 APRIL 1974 PLAATSELIJK NIEUWS fl g| Tramongeval anno 1912 Motortram Uitspraken rechtbank 'ouranl Voorwaarden waaronder IERS Dagblad bij: Paardetram Stapvoets Cour^ (Van een onzer verslaggeefsters) Beverwijk keerde tramhistorie om aat M «at M i jéstraat ijéatrMtH 108 I 113 B 590 71 at 23 89 e 'aat M raat tt aat R raat R raat Hl eg l gracht I «raat H straat ld aat 18 w ebt R Mi ADVERTENTIE h-adraafl ote QaitM kL N ardank N la M tan T ADVERTENTIE vtg W raat »l I lenweg I M oleln -damstrwi UT >11 H >eï IW»* hul» worden belemmerd”. Wat het einde van alle tramverwikkelingen betekende. maar staan”. zich mevrouw De Graaf, „gebeeurden vrijwel altijd ongelukken. Er was maar heel weinig verlichting, en de tram liep constant uit de rails. De mensen schrok ken van het gebel, de zwarte rookwol ken en het soomafblazen; de paarden werden schichtig. En dat zit een ongeval in een lein hoekje". beelding van de paardentram zoals deze van 1892 .tot 1924 de verbinding tussen Beverwijk en Wijk aan Zee heeft ver zorgd. Aan de ommezijde van de koek- plank is een voorstelling van de stoom tram, die van 1882 tot 1892 dienst deed op hetzelfde traject, uitgesneden. d 2 n t M ilad lat 21 blad xpltlnl ig enwttf k D t 1 oor icht blM ihuü PoMHinW enhull o u rant genomen door de Hollandsche Ijzeren Spoorweg Maatschappij te Amsterdam. In deze concessie waren nogal wat voorwaarden met betrekking tot veilig heid en snelheid opgenomen. Zo mocht bijvoorbeeld „de brug over het Noord- zeekanaal niet door de tram worden bereden, wanneer zich binnen tien meter van de brug, aan tegenovergestelde zijde dan wel op de brug, een voertuig be vindt, dat in tegengestelde richting rijdt”. Voorts mocht er in Beverwijk „vanaf de toegangsweg naar het station tot aan de Munnikenweg niet sneller worden gereden dan iemand stapvoets kon lopen”. Ten bewijze hiervan moest een persoon, met een ketting verbonden aan de voorste wagen of de locomotief, voor de tram uitlopen. Hetgeen mooie tafereeltjes moet hebben opgeleverd. In een later stadium werd bepaald, dat van de Hobbesteeg tot aan de grens der gemeente Wijk aan Zee en Duin niet harder mocht worden gereden dan 10 Verlaging van de boete van ƒ100, hem door de kantonrechter opgelegd, naar ƒ25 vormde de enige wijziging die de rechtbank bracht in de straf voor een inwoner van Haarlemmermeer die zijn ten verkoop aangeboden caravans langs de IJweg had opgesteld hoewel dat in strijd is met de verordening landschaps- schoon in de provincie. aldus Beverwijk, te veel ongelukken: men zag met een zekere angst de tram naderen. De EPU betoonde zich veront waardigd: het materiaal was niet slecht, de ongelukken waren te wijten aan toevallige schrikreacties van de paarden. En zo bleef voorlopig alles bij het oude. In de Kennemer Oudheidkamer bevindt zich en koekplank, waarschijnlijk af komstig uit de voormalige bakkerij Ter Hoeven aan de Breestraat, met een af- (Van een onzer verslaggeefsters) BEVERWIJK Wanneer op 1 oktober 1894 ene heer M. Lubcké uit Heemstede de Beverwijkse gemeenteraad verzoekt, hem een voorlopige concessie te verlenen voor een stoomtramweg van Haarlem naar Bever wijk, dan hecht het gemeentebestuur hieraan onverwijld zijn goedkeuring. Men ziet wel brood in een dergelijke tramverbinding: de verwachtingen zijn hooggespannen, vooral wanneer blijkt, dat de ondernemende Lubcké (in 1896) het eindpunt van zijn tramlijn van Beverwijk wil verleggen naar Alkmaar. En op 14 februari 1897 gaat de tram, inmiddels onder verant woordelijkheid van de Maatschappij „Société Anonyme Beige des Tram ways Neerlandais” die de concessie van Lubcké heeft overgenomen voor de eerste maal rijden. (Van een onzer verslaggeefsters) BEVERWIJK De geschiedenis van de tramlijn Beverwijk/Wijk aan Zee kent een ietwat merkwaardig verloop. Heeft in de meeste gemeenten de paardentram het veld moeten ruimen voor een stoomtram, in het Beverwijk van vlak voor de eeuwwisseling geschiedde precies het omge keerde. In 1882 werd de Omnibusdienst (een voorloper van de paarden tram) vervangen door de als „modern” geldende stoomtram, die het op zijn beurt in 1892 weer af moest leggen tegen de enige onvervalste paarden tram. Wat de kwaliteit van het vervoer tussen de badplaats en Beverwijk er bepaald niet op vooruit deed gaan, temeer daar aldus een ingezonden brief in het Handelsblad anno 1917 de tram als de primitiefste van heel Nederland moest worden aangemerkt: „Het materiaal verkeert in een allertreurigsten toestand, waardoor déraillementen geregeld plaatsvinden. Onlangs vijf op één dag. En wanneer dan, zoals laatst bij „Westerhout” gebeurde, de heele tram in de sloot terecht kwam, mag het toeval heeten een gelukkig toeval dat er geen persoonlijke ongelukken bij plaats hebben”. De stoomtram HaarlemAlkmaar nabij de oprit van de Velserpont. Duidelijk is op de foto het kenteken van de locomo tief (A 54) te herkennen. (Prentenkabi net J. van der Linden, Wijk aan Zee). Aanhouding tot 2 mei en voorgeleiding van de verdachte was de beslissing die de rechtbank nam in de zaak tegen een 52-jarige Haarlemmer die op 5 oktober na een inhaalmanoeuvre in dichte mist op de Schipholweg ingereden was op een tegenligger, die net als hij naar de berm was uitgeweken. De bestuurder was drie maanden ziek, maar hoorde taal noch teken van de dader die hem wel verweet dat hij was uitgeweken. Als hij recht door had gereden was er niets gebeurd. Om de verdachte over deze uitspraak te kunnen horen heeft de rechtbank de zaak aangehouden. Tegen hem is een maand voorwaardelijk, ƒ1000 boete en een jaar ontzegging geëist. Het rijden op de tram vormde, aldus mevrouw De Graaf, geen onverdeeld ge noegen: „Ik werd altijd misselijk. Die wagons schudden hevig en er werd flink gerookt. Ik ging na vijf minuten altijd al op het voorbalkonnetje staan. Dan kon ik mijn vader en mijn oom die op dezelfde tram stoker waren goed zien”. Tweemaal ƒ50 boete en vier maanden voorwaardelijke ontzegging van de rij bevoegdheid was weggelegd voor een 21- jarige IJmuidenaar, die zijn motor niet in overeenstemming met de wet had verfraaid en opgesierd. De kantonrechter had hem behalve de vier maanden on voorwaardelijk ook ƒ250 boete opgelegd en de motor in beslaggenomen. (Van onze stadsredactie) HAARLEM. Tweemaal ƒ100 boete heeft de rechtbank vanmorgen opgelegd aan een 25-jarige Haarlemmer, die in mei 1973 in Zandvoort twee fruitauto maten exploiteerde. De inhoud van de apparaten, 244, werd verbeurd ver klaard maar de machines zelf kreeg hij terug. De kantonrechter had in eerdere instantie de fruitautomaten ter waarde van dertienduizend gulden verbeurd verklaard maar de rechtbank sloot zich aan bij de mening van de officier van justitie, dat een dergelijke verkapte boe te wel wat te ver ging. Tramaanleg en exploitatie werden nog hetzelfde jaar verkocht aan de Buffet- maatschappij „E Pluribus Unum” te Amsterdam. Concessie voor dertig jaren werd verleend tot het rijden met een paardentram, daar vooral de gemeente Wijk aan Duin zich sterk tegen het denkbeeld van wéér een stoomtram kantte. Omdat de toestand van het ma teriaal (in casu de paardentram) in de loop der jaren aanzienlijk verslechterde, gaf de gemeente Beverwijk de EPU in ernstige overweging „de dienst zo spoe dig mogelijk te staken”. Er gebeurden, Na de opheffing van de tramlijn, waartegen vooral de burgemeester van Limmen nogal wat bezwaren aantekende (hij belegde conferenties om „in vereen de samenwerking het onheil van ophef fing van de tramlijn te voorkomen”) zijn de aan de NZHTM verleende ver gunningen ingetrokken en is de lijn voor rekening van deze Maatschappij opge ruimd. „De Moordenaar”, zoals de tram in de volksmond werd genoemd, was voor eeuwig verdwenen: zelfs z’n sporen waren grotendeels uitgewist. Op de foto: Machinist Lettenmeijer (uniform, schipperspet) met zijn mannen bij de locomotief, die werd gebruikt bij het uitdiepen van het Noordzeekanaal. Via deze betrekkingkwam hij bij de tramdienst Haarlem/Alkmaar terecht. Later werkte hij als machinist op de Papierfabriek. Overigens kon de stoomtramdienst Be verwijk/Wijk aan Zee nauwelijks een regelmatige verbinding worden ge noemd: in de herfst werd de dienst ieder jaar gestaakt om in het voorjaar weer te worden voortgezet. Het vrachtvervoer vond over het algemeen wel normaal doorgang. In 1892 wilde de H.IJ.S.M. het exploitatiecontract met eigenaar Tap- penbeck niet meer verlengen, waardoor nogal plotseling een einde kwam aan de stoomtramdienst. Dit bracht de Wijk aan Zeeër schelpen visserij in gevaar: de be langrijke voorraden konden niet meer worden afgevoerd. Sr De voorwaarden waaronder mocht worden gereden waren niet misselijk: zo moest vrijwel voortdurend van de „schel” gebruik worden gemaakt, mocht in de bebouwde kom geen „stoom ont snappen” en dienden de bestuurders zich te onthouden van het „maken van ge raas”. Aan de maximum snelheid diende streng de hand te worden gehouden, terwijl het „verboden is iets op, tusschen of in de onmiddellijke nabijheid van de rails te plaatsen of te laten staan of liggen waardoor de tram belemmering zou kunnen ondervinden”. Uiteraard werd tegen deze regels met de regelmaat van de klok gezondigd. - De stoomtram bestreek het traject Haarlem-Alkmaar via de tussenstations, Santpoort, Driehuis, Velsen, Beverwijk, Heemskerk, Noordord, Castricum, Lim men en Heiloo. Rond de eeuwwisseling ging de tram - „teneinde de loop der treinen zo regelmatig mogelijk te doen geschieden” - ook stoppen op tussen de haltes gelegen plaatsen. Dit echter alleen „na waarschuwing”. In 1902 werd de tramlijnconcessie van de in liquidatie verkerende Belgische onderneming over- BEVERWIJK. Een halve eeuw geleden reed de laatste tram door Beverwijk. Luttele maanden na el kaar in respectievelijk mei en au gustus 1924 werden de paarde- tramdienst Beverwijk-Wijk aan Z ee en de stoomtramlijn Haarlem-Alk maar opgeheven. Dit tot grote op luchting van het Beverwijkse ge meentebestuur, dat „de gevaarlijke en onsmakelijke verschijningen” maar liever radicaal uit de binnenstad ver dwijnen zag. Protesten tegen de op heffing van de onrendabele tramlijnen bleven dan ook begrijpe lijkerwijze uit. De trams hebben het in deze regio af moeten leggen tegen de onstuitbaar opmarcherende snellere vervoers middelen als de autobus (Beverwijk- Wijk aan Zee) en de trein (Haarlem- Alkmaar). Men vond de trams traag, een gevaar voor de andere wegge bruikers en gebrekkige „vergroters van de stofplaag”. Voor het goederen verkeer zo werd gesteld hadden de trams nauwelijks betekenis en zij verhinderden „noodzakelijke weg- en rioleringsverbeteringen”. Tram, adieu! En in 1924 was het dan zover. Verslaggeefster Joke Dieben-Fre- richs dook in de Beverwijkse tramhis torie, daarbij dankbaar gebruik ma kend van de archieven van de ge meenten Beverwijk en Wijk aan Zee en -Duin. Aan de totstandkoming van deze pagina werkten voorts de Kenne mer Oudheidkamer (beheerder J. Prins) en het Prentenkabinet van Wijk aan Zeeër J. van der Linden mee. Beverwijk heeft er dan ook geen traan om gelaten, toen besloten moest worden de concessie op de exploitatie van de paardentram niet te verlengen. Voor het aanbod van de exploitant, de paardentram te vervangen door een mo- tortramverbinding (getrokken door mo tortractors) voelde Beverwijk eveneens weinig. In een autobusvervoersdienst, zo als die in voorafgaande jaren al lang zaam op gang was gekomen, zag de gemeente meer heil. Autobussen, zo stel de men, onderhielden een snellere ver binding en vernielden de bestrating ten minste niet. En daarmee was het bad- plaats-trammetje verleden tijd: de strijd om het bestaan was in het voordeel van de autobus beslecht. Om de loop der geschiedenis aan te houden: in het voorjaar van 1881 deelde mede-exploitant H. Tappenbeck van de Omnibusdienst Beverwijk-Wijk aan Zee aan B. en W. mede, dat hij met plannen rondliep „tot het daarstellen van eenen stoomtramweg tusen de beide gemeenten Beverwijk en Wijk aan Zee en Duin”. Zevenentwintig jaar en ettelijke onge lukken later voelen B. en W. van Bever wijk zich blijkens een brief aan Gede puteerde Staten van Noordholland stevig „in hun verwachtingen beschaamd”. De duur van de rit met de dood en verderf zaaiende tram is veel langer dan die met de trein, zo stelt het college, en voorts had men verwacht dat de Spoorwegen door de concurrentie van de tram ge dwongen zouden worden hun dienst uit te breiden. Het tegenovergestelde bleek echter het geval: na de opening van de met zoveel enthousiasme binnengehaalde stoomtramdienst waren verschillende lo- caal-treinen tussen Beverwijk en Haar lem vervallen. De mededeling dat de tramlijn zou worden opgeheven wegens „de steeds toenemende verliezen”, werd door Beverwijk dan ook zeker niet als een onheilstijding opgevat. Men was de „onsmakelijke verschijning” liever kwijt dan rijk- ant raat Voor een aanrijding op 21 december in Velsen, waarbij een negentigjarige voetganger op zich niet ernstig gewond werd maar wel in de daarop volgende nacht overleed, is een 60-jarige verte genwoordiger uit Alkmaar veroordeeld tot ƒ100 boete. De rechtbank ging er daarbij vanuit, dat de automobilist geen grove schuld aan het overlijden verwe ten kan worden. Wel waren zijn rem men ten tijde van het ongeval ondeug delijk. Er waren ƒ200 boete en vier maanden ontzegging gevraagd. Machinist J. F. Lettenmeijer, afkomstig uit Avereest, werd omstreeks 1898 be noemd tot bestuurder van de stoomtram Haarlem-Alkmaar. Na drie jaa, aldus dochter mevrouw De Graaf, hield de machinist het wel voor gezien: er vielen hem onder weg teveel doden. De tram had niet voor niets de bijnaam „De Moordenaar” verworven. „Op het Halve Maantje”, zo herinnert km p.u. De 'exploitant van de tramweg, de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg Maatschappij, ging met deze voorwaarde accoord. BEVERWIJK. „Het zal 1912 ge weest zijn, misschien 1913. Het had erg gesneeuwd, en dan sloeg de stoomtram Haarlem/Alkmaar altijd de eerste dien sten over. Uit Haarlem ver.trok dan een locomotief met een pekelwagen ervoor en slechts één rijtuig erachter, om het traject een beetje te ontdooien. Ja, het had behoorlijk gesneeuwd, dat weet ik nog. En toen de tram de bocht bij Ter Burg (Stationsplein) omkwam, ging het mis. De pekelwagen schoot uit de rails en kwam op het terras van Bellevue tot stilstand. De locomotief kantelde, het rijtuig bleef naast de rails staan. De ravage was kompleet”. De 70-jarige heer C. E. de Boer herin nert zich nog als de dag van gisteren hoe hij van zijn „meester” naar het spektakel mocht kijken: „Ik zat op de openbare school in de Breestraat, waar nu het Luxor is. We mochten allemaal naar de bovenverdieping toe, en om de beurt uit het raampje kijken naar de bergingswerkzaamheden onder ons. Er bestaat ook nog een foto van. Daar staan de politieagent Blikslager en ge- meentearchitect Kerkhof naar de massa verwrongen staal te kijken”. De bocht bij Ter Burg was, aldus de heer De Boer, een berucht punt. „De stoom- en paardetram naar Wijk aan Zee kruisten daar elkaar. Diverse malen hebben ze bijna op elkaar gezeten. Later is er een grote spiegel neergezet: dan kon de machinist van de stoomtram de paardetram zien aankomen”. „Je moet niet vergeten”, aldus de heer De Boer, „dat die stoomtram vroeger snelverkeer was. Wij noemden hem de koffiemolen, vanwege het pruttelende geluid. We waren jongens, we haalden kattekwaad uit. Met een sneeuwbal het peilglas kapot gooien, dan schoot de stoom luid sissend alle kanten op. Sneeuwpoppen maken, net langs de rand van de rails, en dan wachten tot de tram er de neuzen en pijpen afreed. Dat was de sport”. Ook van de paardetram op Wijk aan Zee kent de heer De Boer nog mooie verhalen. „Die paarden stonden op het stationsemplacement in een hok. bij te komen van de rit. Plotseling brak er ééntje los, hij sloeg op hol. Niet zomaar een kant op, welnee, dat beest rende keurig tussen de rails z’n vaste route af, richting Wijk aan Zee. Bij het Ken- nemertheater hebben ze 'm na veel spul en moeite weten te pakken”. Feestelijke tijden, kortom. Er werd een concessie verleend voor 35 jaren waarbij werd bepaald dat de maxi mumsnelheid in Wijk aan Zee en Duin in de bebouwde kom T/z km. p.u. en in het open veld 15 km. p.u. mocht bedra gen. Beverwijk stelde 10 km. p.u. als maximum. Op 25 mei 1882 ging de tram, waarvan de exploitatie al spoedig door Tappenbeck werd overgedragen aan de Hollandsche Ijzeren Spoorweg Maat schappij, rijden. N-HU/UEN MET VERKOOP vah «s SttKS. GELOrO T/M 20APRIL Beverwijk beschikte afwijzend op dit verzoek: de raad meende, dat het „onge wenst was mede te werken aan de bestendiging van een zo gebrekkig en uit de tijd geraakt openbaar middel van vervoer, en dat de totstandkoming van een zeer gewenste verbetering door een modern vervoersmiddel met de bad plaats Wijk aan Zee hierdoor slechts zou In 1924 vroeg de EPU om een conces sie voor de tijd van tien jaren tot het exploiteren van een motortramverbin- ding op hetzelfde baanvak. De maat schappij kon, zo werd meegedeeld, niet besluiten tot de aanschaffing van motor rijtuigen op rails „omdat er niet vol doende betrouwbare rijtuigen te verkrij gen zijn tegen een prijs, die een lonende exploitatie-voering mogelijk zou maken”. Voortzetting van de paardentramdienst zag de EPU vanwege de concurrentie positie ten opzichte van da veel snelere autobussen, niet zitten. In december 1917 en november 1918 werd de tramdienst „in verband met de tijdsomstandigheden” (oorlog ’14-’18) voor een paar maanden stopgezet. Dit kwam een geregelde vervoerdienst uiter aard niet ten goede. Voorts had de tram nogal wat last van het op gang komende autoverkeer, dat af en toe „ten gevolge van vreemde stuurmanoeuvres” de trambaan blokkeerde. Ondanks de ern stige bezwaren, die de Beverwijkse raad koesterde tegen „het schier uit den tijd geraakte vehikel, dat op zeer primitieve wijze de verbinding tusschen het dorp Wijk aan Zee en het spoorwegstation alhier onderhoudt”, werd in 1921 de concessie voor één jaar verlengd. In 1923 werd de concessie opnieuw voor één jaar verlengd, waarbij men kritiek spui de op de zogenoemde gootrails, die her- bestratingswerkzaamheden in de weg stond. Wat de prijzen betreft, meent me vrouw De Graaf dat een retourtje Vel- sen/Haarlem 0,40 kostte, en een re tourtje Velsen/Beverwijk 0,25. „Baron Van Tuyll ging ook met de tram. Hij stond altijd bij Velserbeek. Was hij er nog niet, dat wachtte mijn vader op hem. Het was wel geen echte halte, de baron kon je moeilijk laten 1 Md /r In tra n o,?.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1974 | | pagina 7