Het is de
vraag
hoeveel
zaakwaarnemer van
volmachten
jonge Ajacieden
Kraay krijgt
DE LIJDENSWEG IS VOOR AJAX
NOG NIET HELEMAAL AFGELOPEN
Ajax finilaat
niet lachen
me
O
;ing
I
Kapot
Ongenoegen
Knobel
Ralf Edström
Raf Vallone
Zweeds sonnet
Twintig jaar
door Mare Serné
ES
UT"
UT'
■Nf
L
23
ZATERDAG
MEI
1 1
19 74
A
and,
spreken!
„Ik heb er een beetje om gelachen; om die terugval van Ajax.” De
woorden klinken ironisch genoeg niet eens als leedvermaak maar eerder
erg nuchter uit de mond van de 36-jarige Henk Groot, die momenteel als
een keurig forens tussen Zaandam en Rotterdam met de trein heen en weer
reist om zijn werkzaamheden als administrateur bij een im- en exportfirma
van sigaretten uit te oefenen. Een functie die hij accepteerde omdat hij na
zijn ontslag bij Ajax in september niets meer met de voetballerij te maken
wilde hebben. Groot had zo genoeg van de intriges, verdachtmakingen en
schimpscheuten waar blijkbaar niemand bij Ajax, toen het elftal eenzaam
regeerde, aan kon ontkomen, dat hij met al zijn ervaring (vooral op het
terrein van de scouting en bespionering van een tegenstander) voorgoed
voor de voetballerij verloren leek. Er was in de afgelopen maanden nog
wel even vluchtig contact met Wiel Coerver, die de mogelijkheid met
Groot heeft besproken om iets op scouting-gebied voor Fevenoord te
gaan doen, maar Groot kwam pas werkelijk weer in de publiciteit toen en
kele weken geleden bekend werd dat hij als zaakwaarnemer voor jeugd-
Ajacieden als Medik, Zand, Alberts, Veenendaal en Buma, voor wie hij
deze week weer een eenjarig contract bij Ajax heeft afgesloten, ging
fungeren.
HENK GROOT
iris van
j
ntrum
enorme
toch
n
9
STEFAN KOVACS
nde.
RALF EDSTRÖM
atrun
mis
a.s. een
rangvaj
en in het
voortge-
en bewijs
iar). b.v.
r-stroom
aan deze
e de ditek-
Beelslaan
ian wie ook
den gericht
da
van
ipaweg,
chen om die terug val van Ajax, omdat
alles wat ik heb voorspeld ook is uitge
komen. Zeker na de verkoop van Johan
Cruyff aan Barcelona.”
Telstar; Telstar fini? Laissez-moi ri-
re!).
Maar ook in dit soort zaken was Henk
Groot een roepende in de woestijn. Ze
ker toen Knobel kwam. Groot: „Die man
wilde alles alleen doen. Hij begon met
een nieuw scouting-systeem toen hij bij
Ajax kwam. Het resultaat was dat een
scout die al acht jaar voor Ajax werk
zaam was ermee stopte. Knobel kon dat
gemakkelijk doorzetten omdat er volgens
hem door Kovacs niets aan de onder
bouw was gedaan. Juist één van zijn
sterke punten beweerde men. Maar dat
was ook betrekkelijk. Tenslotte bungelde
de MW-jeugd ergens in de tweede klas
se onderaan, terwijl Ajax bijna kampi
oen van Nederland werd. Daarom zie ik
ook erg veel in een manager als Hans
Kraay. De constellatie zoals Ajax nu
voor ogen staat, zie ik wel zitten. Het is
alleen maar de vraag hoeveel volmach
ten Kraay krijgt. Of hem toch weer niet
te veel door derden uit handen wordt
genomen. Daar staat of valt het rnana-
gerschap van Kraay mee volgens mij.
ber 1974
cghuis
erkende
ï-g.pd-
i kost et
netto
eiskosteo
rlijk hui<
otna be-
9-jarigen
iplopend
lijkheden
«mfaWekn
nsche inousirt
luorcowijv
doof J. Sta
jes. Voor
9,— per
00-12.30
r.
licitaties
a-direktetf.
89 50.
uur.
gen.
jpteidins
ipleidins
mizen
oprechte, de meest serieuze mensen
ontmoet. Ja, de sportman draagt ken
nis van het leven, en die kennis is
objectief.”
In de Franse sportpers kom je de
naam Kovacs ruw geschat zeven keer
zo vaak tegen als de naam Michels in
de Nederlandse sportpers. Dat is toch
knap werk van die kleine, slimme
Roemeen, die blijkens de uitvoerige
statements die hij bijna dagelijks (in
ieder geval wekelijks) in de Franse
kranten afgeeft, zich wat dat betreft
een stuk verstandiger en handiger
opstelt dan George Knobel heeft ge
daan. Ik weet niet wat de toekomst
nog voor Knobel in het vat heeft,
maar voorlopig ziet het ernaar uit
dat Rinus Michels en Stefan Kovacs
dankzij de aanvangssnelheid, die zij
via het Ajax-vliegwiel meekregen, al
leen nog maar groter, belangrijker en
gezaghebbender zijn geworden, ter
wijl Knobel door de middelpuntvlie
dende kracht van datzelfde vliegwiel
aan gezag en importantie lijkt te
hebben ingeboet.
nodigde ons uit de Walpurgisnacht
te komen vieren, op dinsdag 30 april,
het traditionele feest waarop de
Scandinaviërs afscheid nemen van de
winter.
Misschien niet eens zo’n gekke redene
ring, want als die voorhoede goed had
gedraaid, dan had er niet eens meei' een
competitie hoeven worden gespeeld. Dan
kon Ajax automatisch landskampioen
worden verklaard. Toch had je Edström
moeten pakken. Je ziet hoe hij dit
seizoen bij PSV heeft gespeeld. Hij komt
nog wel wat te kort maar hij komt er.
En in mijn ogen is het nog een blijver
tje ook.”
Wordt hij, in tegenstelling tot de „be
smette” Coster, niet met een
rancune geconfronteerd als hij met het
Ajax-bestuur onderhandelt? Groot: „Dat
valt wel mee. Ik heb contact met pen
ningmeester Timman gehad en dat is
een figuur bij Ajax waar je altijd rede
lijk mee kunt praten. Zeker als het over
allerlei financiële aangelegenheden gaat.
I En dat is voorlopig het doel van mijn
streven: Een beter contract voor de
betrokken voetballers.” Groot, die ook in
de toekomst (voor welke werkgever dan
ook) weer zijn scouting-activiteiten wil
opnemen, heeft dus weer bemoeienis
met de voetballerij. En dat terwijl hij
maanden afstand heeft kunnen nemen
van het voetbalbedrijf Ajax. Iets waar
door ook het verval bij Ajax voor hem
duidelijker gestalte kreeg dan voor de
naaste betrokkenen. Groot: „Ik heb gela-
Maar Ajax is dan wel behoorlijk ka
pot. Groot: „Daar zal Ajax mee moeten
leren leven. Om drie keer achter elkaar
de Europa-cup te winnen, zal de eerste
vijfentwintig jaar ook wel niet meer
voorkomen. Daarvoor heb je voetballers
als Cruyff en Neeskens nodig. Ajax kan
het alleen opvangen. Het kan weer gaan
bouwen. En dan hoeft het niet op zo’n
laag niveau te beginnen als acht jaar
geleden toen Michels rond enkele super
talenten jarenlang mannetje na mannetje
Hij wacht niet af, af rijst er als
satelliet
loodrecht omhoog, maar hij bepaalt
de baan
waarin de bal vanaf de voet zal gaan,
zodat hij hun ontmoetingspunt voor-
ziet.
hij rent erheen: een punt in het
verschiet,
terwijl de anderen te wachten staan
op dingen die niet meer gebeuren
gaan,
want hij komt in, en missen doet
hij niet.
Hij kurketrekkert zich vanzelf om
hoog
en blijft dan even, met een haviks-
oog,
gedurende een fractie van seconde,
stil hangen in de lucht: een god die
wiekt,
maar toch al snel zijn doelwit heeft
gevonden:
hij heeft de knikker in het doel
geknikt!
logische afsluiting is van het vooraf
gaande. Een feit is, dat AC Milan
afgelopen woensdag tegen FC Mag-
denburg met de billen bloot de boom
in vluchtte, maar deze handeling mis
te toch dat uitdagende en brutalise
rende dat Raf Vallone erin wilde
leggen.
Iedereen die wel eens naar een
film is geweest, kent Raf Vallone. Hij
speelde hoofdrollen in „Bittere Rijst”,
„Anna”, „El Cid", „Van de brug af
gezien” en talloze andere films. In de
jaren ’36, ’37 en ’38, toen hij tussen
de 20 en 23 jaar oud was, speelde hij
nog niet in films, maar wel in het
eerste elftal van Torino, de Italiaanse
topclub uit Turijn. Toen hij onlangs
weer eens in Turijn terug was voor
de regie van de opera „Norma”, heeft
hij over sport in het algemeen en
voetbal in het bijzonder het volgende
gezegd: „Sport is een levenseis in een
compleet waanzinnige wereld. Zij
blijft, volgens mij, een eilandje van
zuiverheid te midden van alle intel
lectuele bedriegerij. Zij is een middel
om de bekentenis en de grootte van
onze problemen terug te vinden. On
der sportmensen heb ik de meest
Misschien kan de jeugd bij Ajax vaak
als een schatkamer van talent omschre
ven, een grotere rol spelen bij die weg
terug. Groot: „Daar moet je het toch in
zoeken. Niet in aankopen als Varga en
Steffenhagen. Daarmee is anderhalf mil
joen gulden van de Cruyff-transfer zo
maar weggegooid. Niet te geloven eigen
lijk. Een talentje als Buma kan echter
een hele grote worden. Hij heeft dit
seizoen een rot jaar gehad. Hij heeft ook
drie maanden met zijn been in het gips
gezeten, maar hij werd wel tijdens dat
UEFA-toernooi in Cannes één van de
beste voetballers. Dat een Braziliaan tot
voetballer van het toernooi werd uitge
roepen, kwam alleen omdat Brazilië in
de finale van Nederland won. Had Ne
derland gewonnen dan was Buma de
beste speler geweest”
STOPPER
Groot illustreert de miljoenentransfer
met een voorbeeld dat duidelijk maakt
waarom Ajax-bestuursleden en ook club-
arts Rolink hun ongenoegen ventileer
den over de handelwijze van Cruyff-
Coster. een illuster duo dat Ajax volgens
hen jarenlang gechanteerd heeft. Groot:
„Hoe belangrijk Cruyff voor Ajax was.
ben ik jaren geleden al te weten geko
men. Drie, vier seizoenen terug zei Mi
chels al op de hem bekende wijze: „Dat
gesodemieter met Cruyff moet nu maar
eens afgelopen wezen. Al dat gelul van
ik ga weg en ik blijf en ik kan wel of
niet spelen, moet maar eens afgelopen
zijn. Ga jij maar eens, desnoods in
Europa, op zoek naar een vervanger.
Nou, die was er niet. Nergens.”
Ik zie er nu al tegenop dat ik over
twintig jaar aan jongere generaties
moet vertellen dat („heus, geloof me
nou”) het Ajax. van de zeventiger
jaren met Cruyff, Keizer, Swart,
Neeskens en al die anderen, mooier en
opwindender voetbal speelde dan
het Ajax van anno 1994.
Er werd gegeten, gedronken, zeer
veel gezongen (vooral door de Finnen,
die de zangers van Scandinavië heten
te zijn) en getoast. Eerst op de konin
gin van Nederland en de koning van
Zweden, die beiden jarig bleken te
zijn, en later ook op de koning van
Finland, die niet bestaat. Hemming
Sten bracht ook een toast uit op de
aanwezige Nederlandse gasten, en
vermeldde daarbij dat ik een sonnet
zou schrijven op Ralf Edström. Ap
plaus!
Op het televisiefestival in Mon
treux ontmoette ik de Zweedse tele
visiecriticus Hemming Sten, die net
als ik zijn belangstelling voor televi
sie met die voor sport weet te combi
neren. Uiteraard kwam het gesprek
op onze gemeenschappelijke topvoet-
baller, Ralf Edström van PSV-Zwe-
den. Ik beloofde hem, in vage be
woordingen, dat ik wel eens een son
net over Edström zou schrijven. Hij
En dat ondanks het feit dat Ajax,
althans in Frankrijk, nog steeds een
reputatie van hier tot gunder heeft,
die via die 1-0 nederlaag tegen het
Franse nationale elftal eerder schijnt
te zijn toegenomen dan af genomen
De Franse spelers vonden Ajax een
moeilijker tegenstander dan het Tsje
chische elftal, waartegen zij enkele
dagen later met 3-3 in Praag gelijk
speelden. Bernard Lacombe, de mid-
voor van het Franse elftal, zei bij
voorbeeld: „Ik geloof niet dat we ooit
eerder zo achter de bal hebben moe
ten aanrennen. De Hollanders plaat
sen de bal zo zuiver, dat het bijna
iets diabolisch heeft. En wat zijn ze
degelijk en atletisch! Het had weinig
gescheeld, of ze hadden ons een com
plex bezorgd." En hij besloot zijn
tirade met de woorden: „Ajax fini?
Eaat me niet lachen!” (een halve
later verloor Ajax met 2-1 van
verdiend konden worden, was hij hele
maal niet meer te houden. Daarom kan
volgens mij Neeskens ook niet bij Ajax
blijven. Of je honderdduizend gulden in
één seizoen schoon overhoudt of zeven
honderdduizend gulden. Aan de andere
kant geloof ik niet in een totale leegloop
van het Nederlandse voetbal. Miljoenen
transfers als die van Cruyff en Neeskens
komen namelijk maar één keer voor.”
Toen moest ik wel. Nog diezelfde
nacht, geïnspireerd door Walpurgis
zelf, neem ik aan, schreef ik het
navolgende sonnet, waarbij ik uitging -
van twee kenmerken van Edströms
spel: 1. dat hij met feilloos instinct
voorvoelt waar de bal terecht zal
komen zodra deze van de voet van de
medespeler is vertrokken, daarbij niet
afïvachtend, maar zich spoorslags
naar dat „ontmoetingspunt” begevend,
en 2. dat hij een fractie van een
seconde in de lucht lijkt stil te han
gen voordat hij de bal inkopt.
Dat laatste is, natuurkundig gezien,
uiteraard onmogelijk, maar vermoe
delijk wekt hij die schijn doordat hij,
als hij opspringend zijn hoogste punt
heeft bereikt, zich dan nog even met
zijn lange, buigzame lichaam weet uit
te rekken, waardoor het lijkt alsof
hij stil hangt, terwijl zijn opspringende
tegenstanders alweer dalen.
Het sonnet is, met behulp van de
Zweeds sprekende Linda van Dyck,
voor Hemming Sten vertaald, die be
loofd heeft het ook in het Zweeds in
sonnetvorm terug te vertalen en al
daar te publiceren. Daarmee zal dan
het droombeeld van elke dichter zijn
bereikt: dat hij door middel van een
sonnet in twee geciviliseerde landen
een schrijversstipendium kan aanvra
gen
Volgens mij is Raf Vallone er
eventjes extra netjes voor gaan zit
ten, voordat hij dit optekende. Het is
meer een bijbelse evocatie geworden,
dan een exacte omschrijving van de
hedendaagse sport, als u het mij
vraagt. Maar misschien is de sport in
Italië nog altijd zo engelachtig als in
de vorige eeuw, toen ze nog geen
middel van bestaan of bron van ver
maak was, maar een poging om de
mens via lichaamsbeweging en spel
hogerop te brengen. Ook over voetbal
in het bijzonder heeft Raf Vallone
zich uitgesproken:
heeft ingevoegd wat tenslotte in het
afgelopen succesteam resulteerde. Ajax
kan natuurlijk Rensenbrink kopen. Maar
dat is toch geen Keizer. Ook Edström
niet. Die spelers missen toch net dat
tikkeltje dat buitengewoon maakt.
Edström had Ajax al lang kunnen heb
ben. Ik ben verscheidene keren naar
Zweden geweest en heb hem aanbevo
len. Men had hem niet nodig. Ajax had
immers Cruyff, Keizer, Mulder?
Wat dat betreft vormt Kovacs een mooi
voorbeeld. Naar buiten heeft hij onnoe-
melijk veel voor Ajax betekend. Op het
gebied van de public-relations heeft
Ajax nog nooit zo’n oefenmeester gehad.
Maar het voetbalbedrijf Ajax ging eraan
kapot. Kovacs liet het bestuur de zaken
regelen en trad af en toe naar buiten
waar hij de meest zinnige dingen zei.
Die liet iedereen verder rustig aanrom
melen. Zo’n man had het op de lange
duur ook niet gered maar hij houdt het
wel twee seizoenen vol. En dat was
precies voldoende.”
Toch is de lijdensweg voor Ajax vol
gens Groot nog niet helemaal afgelopen.
Hij stelt: „Die terugval zoals Ajax die
nu meemaakt, heeft te kort geduurd.
Hoewel; het is wel grondig geweest. In
enkele maanden tijd is verwoest wat in
acht jaar is opgebouwd. Twee maanden
geleden stond Ajax nog bovenaan. Toen
heerste nog steeds de gedachte: Dat
maken we nog wel even. Ajax moet nu
echter terugknokken. En dat is het ver
leerd. Misschien moeten de „vedetten”
nog wel verder terug voordat het reali
teitsbesef weer de overhand krijgt. Te
meer daar geen enkele tegenstander
meer echt bang is van Ajax. Die tijd is
voorbij.”
Ook daarom vindt Groot dat het Ajax-
bestuur een ongelofelijke blunder heeft
begaan door de controverse tussen de
stervoetballer en de rest van de spelers
eerder aan te wakkeren dan te tempe
ren. Groot: „Die kwestie heeft men bij
Ajax nooit goed behandeld. Het elftal
waande zich op een bepaald moment
onoverwinnelijk. In die uitwedstrijd te
gen Bayern München heerste er ook een
sfeertje onder de spelers van: „Cruyff
weg? Nou en? Dat fiksen we toch wel
even”. De spelers hebben toen de fout
gemaakt dat die stelregel wellicht wel
voor enkele incidentele wedstrijden op
ging maar niet voor een reeks duels. Dat
bevorderde die verwijdering tussen
Cruyff en de rest nog meer. Als het
allemaal goed had gezeten dan had
Cruyff zich nog wel enkele keren be
dacht voordat hij naar Spanje zou zijn
gegaan. Toen hem echter het aanvoerder
schap ontnomen werd, terwijl hem be
loofd was dat er over zijn desertie in
München niet meer gesproken zou wor
den, is hij weggegaan. En toen hij een
maal wist welke bedragen er in Spanje
„Het voetbal van tegenwoordig is
moeilijker dan vroeger, maar ook
minder mooi. Men probeert te veel de
tegenstander lam te leggen, waardoor
het spel zijn uitdrukkingskracht, zijn
grandeur en poëzie verliest. Het hui
dige voetbal is alleen nog maar weg
gelegd voor krachtpatsers. Het doet
me denken aan een aap die in een
boom klimt en ons zijn achterwerk
laat zien"
Tot zo ver filmspeler- en regisseur
Raf Vallone. Ik betwijfel overigens,
of dat laatste beeld van die aap in
die boom met het achterwerk een
Een soort Cor Coster in het klein dus.
Groot: „Nou, zo zöu ik het nog niet
helemaal durven stellen. Het zou zelfs
aanbeveling verdienen als mijn activitei
ten zich op dit gebied nog gaan uitbrei-
■onau r den dat ik eens met vader Coster ga
praten. Die is op dit gebied natuurlijk
meer ervaren. Die Ajax-spelers hebben
mij zelf gevraagd. Ik verdien er ook
niets aan. Voor zover ik op de hoogte
ben, wil ik ze graag adviseren. Iets
waarvoor ik ook mijn adviseurs weer
heb.”