Handen af van Bach De motivaties komen pas achteraf” Hfe M Hg I Or Ik heb de kleinste volwassen tanden ter wereld 3 1 1974 DAG MEI MUZIEK VR (door Ferry Tromp) door Ry Cooder Geen cynicus Katalysator RANDY NEWMAN, zoon uit een filmmuziekgeslacht en in de pop verzeild geraakt door de mateloze bewondering van mensen die „muziek op niveau” voor een groot deel aan de kwaliteit van de teksten afmeten, was vorige week voor de tweede maal in Nederland. Twee jaar geleden was zijn faam via de Edison-elpee „Twelve Songs” netaan voldoende voor één Amsterdams Concertgebouw vol; ditmaal stond Newman ook in Eindhoven, Groningen, Rotterdam en Nijmegen. En met groot succes getuige de volle zalen, het daverende applaus en de glunderende gezichten. Newman heeft een soort hulpeloze oprechtheid gekoppeld aan een grandioos cynisme die goed overkomen bij mensen. Dat geldt meer voor een zaalpubliek situatie overigens dan voor een directe confrontatie via een interview. Ook dan veel cynisme, maar daarnaast een spel waarvan de waarheidsgetrouwheid voor mij niet voor honderd percent vaststaat. Het spel der Grote Onschuld, het spel van het Grote Niks. Volgens Randy Newman is hijzelf lui, nauwelijks betrokken, weinig geïnteresseerd, bijna een kluizenaar, meer huisvader, echtgenoot en familielid dan wat dan ook, geen wereldbestormer én in ieder geval geen boodschapper. Zo. Toch een beetje een teleurstelling voor wie z’n liedjesteksten met al hun dubbele bodems veel en aandachtig gevolgd heeft. avo wee dat nofl vul< lijk; ben mu: tolk O zwe „Fo shoi neu Ii and Edi: ven jap< VRIJ 111 t ff""'4-^ Foto’s Gijsbert Hanekroot Je nieuwe elpee. I Hoe gaat het? Ben jij een pessimist? I Ook in een concertzaal? „Dat is de enige uitzondering, haha”. Ferry Tromp. ludium Op het werker werden den de lezingen iets dat hoorde. „Niks. Ik houd niet van werken.dat geloof je niet, hè, maar het is waar. De meeste van de nummers op m’n nieuwe elpee waren vorig jaar zomer al klaar maar ik ben er gewoon niet toe gekomen ze op te nemen. Voor de elpee er is zal het wel september worden. Ik doe niets totdat ik weer moet eten, geld nodig heb of zoveel beloftes heb gedaan dat ik er niet onderuit kan zonder een grote schoft te zijn. Maar ze moeten me met een stok de studio inslaan”. Randy Newman is net uit z’n bed als wij ’s middags om drie uur zijn kamer in het Amsterdamse Hilton binnenstappen. Hij grijnst ons van achter z’n koffie slaperig toe. De fotograaf vraagt of hij z’n tanden kan laten zien. „Dat kan niet. Ze zijn niet te zien. Ik heb de kleinste volwassen tanden ter wereld”. Voorzichtig aan beginnen dan maar. „In Eindhoven was het concert erg goed. Een fijn publiek, al snap ik niet hoe ze al dié Amerikaanse songs begrijpen, maar dat schijnt hier te kunnen, niet? Ik moest drie keer terugkomen. Toen heb ik maar Lynda gespeeld want dan loopt de zaal overal altijd leeg”. Je bent twee jaar weggeweest. In die tijd hebben we ook weinig van je gehoord. Wat heb je gedaan? niet. Ik ben een familieman”. Volgens z’n Duitse vrouw (Jood Randy: „We zijn in Duitsland op bezoek geweest om ze te laten zien hoe normaal ik ben”) staat Randy tussen elf en twee uur op, spelt de krant en wisselt dan het lezen van een boek eindeloos af met het kijken naar televisie en spelen met z’n kinderen. Terend op het geld dat met name „Sail Away” met z’n 120.000 verkochte exemplaren binnenbracht en op een incidenteel weekendje „on the road”, onder meer naar New York waar met groot orkest werd opgetreden. Word je dan ook niet moe van optreden? „Dat is anders. Contact met het publiek, dat vind ik erg fijn, laten we zeggen dat ik het heb leren waarderen. Maar de studio, vreselijk. Niets doen is zalig, weet je dat, je moet het ook eens proberen. Als ik maar niet weet hoeveel Elton John allemaal doet en schrijft. Nou ja, vroeger deed ik ook veel, alhoewel niet zo veel als hij”. Vroeger schreef je filmmuziek. Nu nog? „Oh nee, zeker niet. Zelfs geen cynicus zoals ze me vaak proberen wijs te maken. Ik hou van mensen voor zover dat mogelijk is. Als individu zijn ze oké, als groep kunnen ze erg gevaarlijk zijn”. Je teksten. Ze behoren ongetwijfeld tot de betere in de op dit gebied armzalig bedeelde pop. Hoe kom je aan je onderwerpen. In hoeverre sta je erachter. Word je kwaad en ga je schrijven? Wat zijn je motivaties? Randy lachend: „Elton John krijgt kant en klare teksten en schrijft daar achter mekaar muziek bij. Het lijkt me een erg goed systeem als je vooruit wil, maar ik hoef niet rijk te worden en ik geloof niet dat ik het kan. Je zoekt naar de verkeerde weg, trouwens. Ik heb wel motivaties, maar bijna altijd pas nadat ik iets geschreven heb”. Dat kan toch niet. Je schrijft over God die van mensen houdt omdat ze hem blijven toejuichen ook als hij ze vernietigt, maar je zingt ook over diezelfde God: „He gives us all his love”. En „Political Science” is toch duidelijk een lied met een politieke meningsvorming erachter. Randy Newman is voor de zoveelste keer ontsnapt. En het doet hem overduidelijk plezier. Randy heeft geleerd dat interviews bij het vak horen maar hij heeft zich voorgenomen om de deur naar z’n hart en ziel stevig op slot te houden. Of niet? Is hij werkelijk een luie, niet betrokken, cynische burgelijke huisvader van dertig. Randy Newman: „De macht van muziek wordt overschat. Er wordt teveel waarde aan gehecht. Muziek is een uiting meer dan een katalysator van dingen. Muziek is voor de spieren, voor stampen meer dan voor denken. Daarom hoef ik niet met een vlag te staan zwaaien op het podium. En als ik het al deed zou het verdomd moeilijk te zien zijn wat voor vlag het was”. bekken-combinatie in zijn muziekka mer had, daar waar hij dat nodig vindt. Na de eerste ronde (want Bach’s Preludium gaat in dit geval drie keer) breekt de slagwerker Christian Garros in een tumultueuze orgie los. Neem het hem niet kwalijk, want het is Bach, die hem zo heeft opgewon den. „Nee, ik heb de laatste tijd geen films gezien die ik goed genoeg vind. Maar het zal er ooit wel weer eens van komen. Och, jawel, ik heb voor een film geschreven maar dat was niks. Forget it”. „Muzikaal mag je hem vergelijken met Sail Away. Het album gaat over het zuiden van de Verenigde Staten. Voor jullie hier zal het misschien wat moeilijk te volgen zijn. Ik praat over een staalmijnwerker in Birmingham, Alabama. Die sfeer moet je eigenlijk kennen om te weten wat ik bedoel. Maar goed. Jullie schijnen nogal te knap te zijn, dus..Oorspronkelijk zou ik de hele plaat vullen met songs over die ene man maar ik redde het niet en ik had geen zin pm hem doof eri blind en pinball-kampioen te laten worden. Het belangrijkste thema is nu de hooghartigheid van het noorden dat zichzelf op alle punten superieur voelt aan het zuiden. Maar het is een groot misverstand dat de negers in New York, Detroit en Chicago beter af zijn dan in Atlanta, Georgia of New Orleans. Er bestaat absoluut geen verschil. De discriminatie, het ghettoleven is overal even erg, misschien nog wel minder iïi het zuiden”. Wèl gebeurde het omgekeerde. Mijn vrouw en ik zaten naar een originele uit aering van Bach’s Pre- op clavecimbel te luisteren, punt waar Loussier de slag- geheimzinnig laat aansluipen we beiden onrustig. We bad plaat te dikwijls op onze gedraaid en wachtten nu op niet kwam en er ook niet NOG ALTIJD WOEDT de rage en men bewerkt niet alleen alles van Bach, wat maar te gebruiken valt, maar ook andere klassieke componis ten, zelfs romantici als Grieg, moes ten er aan geloven. Oi derd weg het een ook maa haar terg: als Satii die wijd maa het men van den! jong krui: danl en z op h gelui He mog op h als t een een on tv lend muz: in rr van schir hoe verv heid ging, huls, donk Koer de j veer' brac! Ee treec en om z „Oké, ik heb uiteraard op McGovern gestemd. Misschien dat het woord relativeren nog het beste is. Ik ben vóór relativeren, het betrekkelijk zien. „Lonely at the top” is er om de belachelijkheid van het absolutisme van de traditionale showbiz, van Hollywood, glamour, succes en egotrips duidelijk te maken. Maar echt ik ben geen boodschapper. Ik ben aartslui en ik schrijf liedjes. Zo is het toch eigenlijk. Ik heb de mensen niet echt wat te zeggen. Dat mag toch ook niet. Ik zeg wat, gewoon, omdat ik dat op dat moment bij die muziek bedenk. „Op z’n hoogst mag je misschien zeggen dat 7 songs instructief zijn over Amerika. Ik vind m’n teksten trouwens wel goed, zo gek ben ik wel, net zoals die van de Kinks en sommige van Dylan en Paul Simon die nog beter is geworden dan hij al was en dat is zeer opmerkelijk na al die jaren”. Toen we dit voor het eerst hoorden hebben we al direkt gezegd dat het hier wel niet bij zou blijven. Maar één troost (dachten we toen nog), van de Mattheus Passie zou men onge twijfeld afblijven. Vergeet het maar. Ook de Matheus Passie kwam aan de beurt. HET EERSTE PRELUDIUM uit „Das Wohltemperiertes Klavier” van J. S. Bach heeft in zijn oorspronkelij ke vorm iets heerlijks vaags over zich. Men krijgt soms zelfs het gevoel dat dit volmaakte Preludium onvol tooid is. Er schuilt een geheimzinnige melodie in het stuk, die maar met stippen is aangegeven. HET DUURDE HONDERD jaar voordat een tweede artiest zich aan ditzelfde Preludium zou „vergrijpen”. Het was Jacques Loussier, die met een diploma van het Parijse conser vatorium in zijn zak, vermoedelijk om commerciële redenen, maar mo gelijk ook omdat hij het leuk vond, op zijn eerste plaat „Play Bach” op nieuw een greep naar dit eerste Pre ludium uit „Das Wohltemperiertes Klavier” deed. Deze keer was elke vroomheid zoek. Randy Newman woont met vrouw en twee zóóns van 5 en 31/a jaar oud in Santa Monica even buiten Los Angeles. Hij noemt zijn levensstijl kluizenaarsachtig. „Ik zie bijna nooit iemand. Heb er ook geen behoefte aan. Ry Cooder woont een kilometer bij me vandaan, geloof ik. Maar van de muzikale samenwerking waarover gesproken wordt, is niets waar. Hoeft Volgens velen is dit alles een voortreffelijke weg om de beat-jeugd (pop-jeugd mag ook) soepel met de klassieken in kennis te brengen. Zou het waar zijn? PIANIST LOUSSIER doet aanvan kelijk alsof er niets aan de hand is. Maar er is een contrabas bij geko men. De bespeler van dit instrument, Pierre Michelot, zat er op die eerste plaat, ruim 10 jaar geleden, vaak lelijk naast. Ook alweer met de beste bedoelingen. Hij vond Bach’s oor spronkelijke bas-partij wat doods en bracht er nu enige variatie in. Maar we zijn er nog niet. Plotseling heft de discofiel uit de vroege jaren zestig het hoofd en denkt even dat hem een plaat met gebreken is verkocht. Haast onhoorbaar sluipt een slag werk je aan. Het wordt steeds duide lijker: Daar is iemand in de weer, die getroffen is door Bach’s motoriek. Hij wil zijn geloof belijden(toch weer religie?) en ondersteunt die arme Bach, die geen hi-hat of een andere IN DE VORIGE EEUW was Gou nod, componist van de opera „Faust”, blijkbaar niet zo erg onder de indruk van deze gepointilleerde muziek. Geen geheimzinnige stippen voor Gounod. De tijd van de vereenvoudi ging in de kunst was nog niet aange broken. Dat Bach daar al enige eeu wen op vooruit liep kon men om streeks 1860 ook niet weten. In ieder geval wilde Gounod juist dèt stuk van Bach niet met rust laten. Hij verbond de stippen uit het Preludium met elkaar, maakte er nog wat bij en plotseling bleek de protestant Bach samen met de katholiek Gounod een „Ave Maria” te hebben geschreven. Een vroege voorloper van de oeku- mene en in zijn soort nog knap gedaan ook. Maar voor de kenner van „Das Wohltemperiertes Klavier” om de bibberatie van te zrijgen. Toen heb ik me echt kwaad ge maakt, maar een vriend zei: Wat deed Bach in zijn tijd met muziek van anderen? Hierover meer in een volgend artikel. gQi?’

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1974 | | pagina 18