Simson en Jonas zien Chassidische mystiek zuiver belicht E SAMENSTELLING EN STIJLENSORTERING BEPALEN WAARDE VAN Rob van Reyn laat menselijke trekjes van Kain ÖWw „WARMONDZILVER" ^EXEGESÉSf^X. WoR VAM REIJN^^p Geestelijk Leven EXEGESE" VOLGENDE WEEK IN HAARLEMSE SCHOUWBURG r KB Afstandelijk Geschiedenis en rubricering te boek gesteld Nalatenschap Bisschopsstaf Voorpremière „VUUR IN DE DUISTERNIS" Verantwoordelijkheid ZATERDAG 1 JUNI 16 Zingen en dansen Tijdeloze wijsheid my? Kijk als ze zo pertinent beweren dat God niet bestaat zou ik toch wel heel even verdomd graag wil len weten waar de mens dan het vermogen vandaan haalt een God te verzinnen. Van jongsaf hebben we helaas onderscheid leren maken tussen „waar gebeurd” en „maar verzonnen”. Ondertussen is het zo dat een mens in staat is met zijn fantasie dingen te verzinnen, die echt waar zijn. Een soort godsbe wijs uit de fantasie. Deze uitspraak doet de cabaretier Fons Jansen achterop de aankondiging van Exe gese, de pantomime van verhalen uit het Oude Testament, zoals Rob van Reyn, die dinsdag 4 en woens dag 5 juni in de Haarlemse stads schouwburg zal geven. weed de mm ldw Jèieex!wezen ïWsS* - t), O' J. POLAK-SILIAVA. IBKX F. Er werden verder voorwerpen van onedel metaal, enig meubilair, een aantal boeken en talrijke misgewaden afgestaan. Tot die boeken behoren de met zilver beslagen missalen en een privé gebedenboek van Lodewijk Na poleon, in rood marokijn gebonden en met op de band een in goud uitge- Reliquiarium van S. Carolus Borro- meus, bestaande uit een met verguld koper beslagen, houten voetstuk, als mede een zilveren „borstbeeld” van de heilige en enkele insignia. Diverse particulieren en studenten hebben eveneens een bijdrage gele verd aan de Warmondcollectie onder meer met een reliquiarium van Sint Carolus Borromeus, cibories, zilveren voorwerpen. Tot na de Tweede We reldoorlog heeft Warmond de aanko pen voortgezet zodat er thans ook moderne miskelken en cibories tot de collectie behoren. Rob van Reyn in zijn creatie van de „krachtpatser” Simson. voerde koningskroon met daaronder de initialen L. N. gemimed als zit hij in een auto- Hij heeft voor „Exegese” niet speciaal op de kerkmensen gemikt. „Het is een interes sant onderwerp, de verhalen zijn boei end. Het is net als met Henk van Ulsen. die het bijbelboek Prediker vertolkt om dat hij het een goede tekst vindt.” - die elkaar het bezit van een kind be twisten, lees je wel van de vrouw, die het kind toegewezen krijgt maar hoe het met die andere gaat, die dan niets heeft, wordt niet verteld. Dat wil ik ook uit beelden. En de tragiek van een figuur als Simson, die krachtpatser, waar niets van overblijft maar die toch nog één keer zijn kracht terugkrijgt. Een niet onbelangrijke schenking zijn ook de ornamenten en misgewa den uit een der Haarlemse staties, hoewel alle hiertoe behorende stuk ken al in de vorige eeuw in Haarlem zijn teruggekeerd. Toen de Statie van den Hoeck in 1850 eindigde werden voorwerpen met een historische waarde afgestaan aan seminarie War mond. Bij het verhaal van de aan boord van Noachs ark komende dierenparen heb ben we muziek gebruikt uit Saint Saëns’ Carnaval des animaux. Van Reyn meent dat de hele avond niet met louter mime kan worden gevuld en dus zijn er schimmenspelen (Mozes in het biezen mandje) en wordt het verhaal van de ark van Noach verder gevisualiseerd met een door Perspekt gebouwde boot. Met Exegese, dat in eerste aanleg voor volwassenen en leerlingen van het hoger en voortgezet onderwijs is, viert Rob van Reyn tevens dat hij 25 jaar lang als pantomimespeler bezig is. De voorstellin gen in Haarlem zijn een soort voorpre mière van het officiële gebeuren op het Holland Festival. Daarna zal het lopende seizoen worden besloten met een serie voorstellingen in Klein Bellevue. '=3’“ Niet alleen het gebouw, waarin se minarie Warmond was ondergebracht, maar ook het bezit aan kerkzilver en paramenten (liturgische kerkgewaden) nam sedert het begin van vorige eeuw nog aanmerkelijk in omvang toe. Hierbij speelde mgr. Cornelis Lodovi- cus Baron Van Wijkerslooth, de bis- schop van Curium een grote rol doordat een belangrijk deel van zijn nalatenschap in 1907 tegen taxatie prijs in handen van Warmond kwam. Deze aankoop op „Duinzigt” be stond uit tafelzilver, kandelaars en religieus zilverwerk, zoals canonbor- den, ampullen en altaarkandelaren alsmede talrijke misgewaden en een kruis met ivoren corpus. De eivormige kan, die aan de boven zijde is afgeplat en via een ingesnoer de hals overgaat in een gebogen tuit, rust op een zeslobbige voet. Aan de achterzijde van de kan, die wordt af gesloten door een deksel met daarop een liggend lam, is een voluutvormig oor bevestigd, dat voorzien is van een gevleugeld engelenkopje. EIGENLIJK VALT er over „Vuur in de duisternis” van Elie Wiesel, vertaald door Bieke de Hingh-Camby door Ambo i n Bilthoven uitgegeven nauwelijks iets te zeggen, want op een zo diepgaand en zo diep ontroe rend boek klinkt ieder commentaar onnozel of aanmatigend. De schrijver vertelt over verscheidene chassidische leiders, hun leerlingen en hun aan hangers, van Israël ben Eliëzer bijge naamd de Baal sjem tow (Hebreeuws voor „meester van de goede naam”) uit het begin van de 18e eeuw die als grondlegger van het moderne chassi- disme geldt tot Rabbi Menachem Mendel in het midden van de 19e eeuw toen de chassidische beweging al zeer verschillende richtingen ken de. Wat Wiesel hier verhaalt, is al eerder verteld, het leefde in de oost- joodse traditie en maakt deel uit van Wiesels persoonlijke traditie. Hij heeft het als kind van zyn grootva der en van zijn vader gehoord. Elie Wiesel mengt zijn herinneringen en commentaren met de verhalen en heeft zo een aangrijpend persoonlijk relaas geschreven (anders dan inder tijd Martin Buber die de legenden van de Baal sjem en de verhalen over Rabbi Nachman in het Duits heeft vertaald). Bovendien is Wiesels taal zo eenvoudig, zo direct dat wer kelijk iedereen de inhoud kan begrij pen. Het is niet voor het eerst dat het Oude Testament een bron is voor scena rio's voor een pantomime. Bekend is de vertolking die zowel Charlie Chaplin als Marcel Marceau geven van het gevecht tussen David en Goliath en ook Rob van Reyn is al eens in de bijbel gedoken met zijn „Eva en de appel”. Met „Exegese” waarbij sfeerbepa lend was de inspiratie, die uitging van het door Peter Vos getekende schep pingsverhaal brengt Rob van Reyn de verfrissende menselijke aspecten van fi guren als Kaïn en Abel, Noach, Simson of Jonas, nadat ze ontdaan zijn van de afstand scheppende gewijde sfeer. Hij wil die verhalen, die iedereen kent naar deze tijd trekken en de reacties vertolken, zoals wij die tegenwoordig geven. Een voorbeeld van die actualise ring is het verhaal van de Tien Gebo den, dat door Rob van Reyn wordt De collectie is hoofdbestanddeel van het tentoongestelde in de Schat kamer, die ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de kathedrale basiliek Sint Bavo is ingericht in de Bisschoppelijke Sacristie. De kost baarheden uit het in 1967 gesloten Groot-Seminarie werden dankzij be middeling van de bischop van Haar lem mgr. Th. Zwartkruis voor exposi tie in de kathedraal beschikbaar ge steld. Drs. Ter Molen heeft ze uitge breid en gedetailleerd gerubriceerd. Seminarie Warmond werd in 1799 geopend als opleidingsschool voor priesters in het kerkdistrict Holland. De teksten in Exegese uit een proefje dat Van Reyn laat horen, blijkt dat er geen poging is gedaan de bijbel taal sterk te populariseren worden gesproken door Henk van Ulsen. De muziek heeft een erg belangrijke plaats in het programma gekregen. We zijn ontzettend lang bezig geweest met het maken van een mixage, die sfeer bepa lend is. Er is geen gebruik gemaakt van nieuwe composities. Van Reyn, die overigens meent dat de behoefte aan religieuze zaken weer toe neemt, omdat de mensen een bepaalde verantwoordelijkheid willen afschuiven naar een hogere macht, stelt dat er geen blasfemische tendensen in zijn mime zitten en dat kerkmensen dingen her kennen en niet-kerkelijk gebonden men sen een interesse krijgen voor de bijbel se verhalen. Tegenwerking en geldgebrek maakten de eerste jaren van het seminarie tot erg moeilijke. In 1812 werd men zelfs verplicht een bijdrage te leveren ter ondersteuning van de Keizerlijke Uni- versiteit in Parijs, Koning Willem I gaf, pas aan de macht gekomen, in 1814 Warmond een aanzienlijke hoe veelheid kerkelijke kostbaarheden die in het Amsterdamse Paleis op de Dam waren achtergebleven na het vertrek van Lodewijk Napoleon. Afgezien van een aantal stukken van oudere datum is een belangrijk deel van het bij de diensten van de Fransman gebruikte altaarzilver tijdens het verblijf van Lodewijk Napoleon in ons land ver vaardigd. Aan de hand van een bewaard gebleven lijst is een duidelijk beeld te vormen van de omvang en de samenstelling van de koninklijke schenking aan het seminarie. Daartoe behoorden onder meer zes grote kan delaars, twee wierookvaten, kelken een blad met ampullen, een mon strans en een altaarschel. Na de bittere teleurstellingen van het valse messianisme in de 17e eeuw konden de oostjoden de herleefde strengheid van hun rabbijnen nauwe lijks nog aan. De Baal sjem verlichtte hun lot, want hij leerde hun de vreugde. Hij zei dat niet wanhoop en lijden de zekerste weg naar God is, maar de vreugde; dat kennis noch heiligheid nodig is om tot God te komen, dat de intentie telt en niet de formule, dat zingen en dansen beter zijn dan het woord, dat uitverkoren heid niet een genade of gunst is, maar dat iedereen, ook de allernede rigste jood door zijn verzet tegen de wanhoop en de vurige wil tot bij- schaven van zichzelf tot de vol maaktheid kan komen. Hij gaf hun een vernieuwd gevoel van gemeen schap en waardigheid en leerde ze het leven niet alleen te aanvaarden, maar ook lief te hebben. Anders dan veelal gemeend wordt, heeft het chassidisme later ook een zekere mystiek gekend en bepaalde elementen zijn toen zelfs in hun tegendeel veranderd, zoals bij Mena chem Mendel, die weer de wanhoop met de wanhoop wilde bestrijden. Maar over het geheel genomen heeft deze stroming het de joden gemakke lijker gemaakt joods te zijn, ze heeft in een directe liefdesrelatie met God een dimensie aan hun zware bestaan op aarde toegevoegd. „God is de scha duw van de mens”, zegt de Baal sjem. Deze schaduw heeft de chassi- diem het sterven in Auschwitz ver licht (Wiesel is zelf een overlevende van Auschwitz). OP VRIJWEL ELKE bladzij van „Vuur in de duisternis” worden we zenlijke vragen aangeroerd, maar verbazingwekkender nog zijn de wen ken, vingerwijzigingen, antwoorden die ook vrijwel elke bladzij gegeven Van Reyn: „Als je die oude verhalen leest, kijk je op van die enorme afstan delijkheid. Je ziet geen enkel menselijk aspect. Neem bijvoorbeeld dat verhaal van Abraham, die Izaak moet offeren. Wat Abraham daarbij denkt, lees je niet.” Van Reyn wil het Oude Testament in beweging brengen en ziet de bijbelfi- guren als mensen zoals wij, met hun humor en angst, hun liefde en verdriet. „In het verhaal van Salomo als scheidsrechter tussen de twee vrouwen. De zilvercollectie, die zich in de loop der jaren binnen de muren van het voormalige Groot-Seminarie War mond heeft gevormd, verdient om tweeërlei redenen in haar totaliteit bewaard te blijven voor het nage slacht. In de eerste plaats is dat vanwege haar sterk gevarieerde sa menstelling. Ten tweede loopt de ou derdom van de diverse stukken sterk uiteen. Zo zyn van vrywel alle stij len in de Nederlandse edelsmeed kunst van de afgelopen vijf eeuwen voorbeelden aan te wijzen. Dit zegt drs. Joh. R. ter Molen in „Het zilver van de .Warmond-collectie’ „een in het Jaarboek Haerlem 1973 opgeno men geschiedschrijving en catalogise ring. Hierbij behoren misgewaden, een geëmailleerde gouden ring met groene edelsteen met aan de binnenkant het wapen van paus Alexander VII, een gouden kruis en antieke bis schopsstaf mogelijk een waardig heidsteken van de abten van Egmond met zilver gemonteerd. Een aantal stukken is in de loop er tijd uit de Warmondcollectie verdwenen, maar zegt drs. Ter Molen: „Toch mogen wij ons gelukkig prijzen dat de rijke inboedel van het seminarie Warmond voor een zo belangrijk gedeelte voor het nageslacht bewaard gebleven is. Het is dan ook verheugend dat de waardevolle collectie na de sluiting van deze instelling niet voorgoed uit eengevallen is, maar dat er een pas sende museale bestemming aan gege ven kon worden.” worden. De wijsheid van de chassi dische leiders is vaak beangstigend, zo tijdloos zijn hun uitspraken. Als Rabbi Israël erop wijst hoe belang rijk het is de middelen even zuiver te houden als het doel en oproept tot hulp aan elkaar in plaats van aan de komende generaties redding te willen brengen over welke tijd spreekt hij dan? Zijn bewering dat in een onmeniselijke, dorre wereld wanorde en schuldgevoelens de kosmos zullen beheersen welke tijd bedoelt hij dan? Vergeten wat men is en daar door vergeten wat men kan zonde en vloek tegelijk. Dat zegt Rabbi Boenam, en in onze tijd schreef Franz Kafka daarover. „Wie zichzelf haat, gaat op den duur anderen ha ten!” En Rabbi Levi Jitschak zegt tegen een agnostische filosoof: „En als het ondanks alles toch waar zou zijn? Als het nu toch eens waar zou zijn?” Naast al het andere is het een leerrijk boek. Je begrijpt beter dat de joodse relegie geenszins maar star en archaïsch is, zoals velen (ook joden) menen. Je leert iets over de verschil len tussen joods en christelijk messi anisme en bovendien over de over eenkomsten. Je leest hoe de mens het recht heeft God ter verantwoording te roepen, dat nederigheid geen on derdanigheid is, dat ieder mens elke dag uit Egypte moet trekken en dat de essentie van uitverkorenheid lijden is. Treffend in zijn onontkoombaar heid is dan het favoriete gebed van Rabbi Elimelech (en Elie Wiesel): „Meester van het heelal, weet toch dat de kinderen Israels te veel lijden; ze verdienen de verlossing, ze hebben ze nodig. Maar als Gij, om een reden die ik niet ken, het niet wilt, nog niet, verlos dan de andere volkeren, de andere naties, maar doe het gauw!” Dit boek heeft bij alle uitzonderlij ke kwaliteiten een zeldzame eigen schap extra: het is alsof het speciaal voor mij is geschreven, dus voor u die deze regels leest. Ook dit maakt „Vuur in de duisternis” tot een kost baar bezit. Jammer dat in de niet geheel vlek keloze vertaling geen gebruik ge maakt is van de voortreffelijke woor denboeken van de bekende jiddisjist H. Beem). GEJV. a. ./'X 'Ey

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1974 | | pagina 16