WK 74 Georg Buschner kreeg opdracht DDR op voorste plan te brengen De omhelzingen voetballers van OOST-DUITSLAND ZIET SUCCES BIJ VOETBAL ALS EEN NATIONALE EIS De eerste keer Geen doelpunt Vol op mond Hoed op ZATERDAG 8 JUNI 1974 23 l Tweede finale ronde door Wim Hesselink Voorste plan Vooruitgang Jarenlang kregen de voetballers in Oost-Duitsland olympische medailles, wereldrecords en Europese titels van zwemmers en atleten, van roeiers, skispringers en worstelaars onder de neus geduwd. „Wij spannen ons in om aan te haken bij de successen die de DDR in andere takken van sport behaalt”, zo luidde stee vast het verweer van de voetballeiders. En zij pakten opnieuw hun organisatieschema’s en bogen zich voor de zoveelste keer over het materiaal dat hun deputaties meebrachten van uitge breide studiereizen naar vooral de andere Oostbloklanden maar ook naar bijvoorbeeld Zuid-Amerika. Want ook zij beseften, dat maar weinig andere facetten van dé samenleving zo machtig zijn om het aanzien van een volk te vergroten en erkenning af te dwingen, als juist sportprestaties. L K K Georg Buschner eis een STOPPER. „De reden van de vooruitgang in het Oostduitsé voetbal is te vinden in de duidelijke verbetering in de verhouding tussen de DFV (Deut- Het Oostduitsé elftal eindigde op de derde plaats in het Olympisch voetbaltoernooi van 1972 in München, waar het in de halve-finalegroep o.a. West-Duitsland versloeg en in de strjjd om de derde plaats tegen de Sovjet-Unie tot 22 kwam. Het UEFA-team van de DDR eindigde vorig jaar als tweede in het toernooi van de Europese voetbalunie in Italië na in de finale met 32 (na verlenging) van Engeland te hebben verloren. Het Oostduitsé elftal voor spelers onder 23 jaar bereikte onlangs de finale van de strijd om het Europees kampioenschap. In de kwartfinale werd Italië, in de halve eindstrijd Polen, bedwongen. Lokomotiv Leipzig bracht het in het toernooi om de UEFA-Cup tot de halve finales (uitgeschakeld door Tottenham Hotspur) na daarvoor AC Torino (Italië), Wolverhampton Wanderers (Engeland), Fortuna Dus- FC Magdeburg won de Europa-Cup voor bekerwinnaars door in de finale AC Milan met 20 te verslaan na eerder NAC (Nederland), Banik Ostrava (Tsjechoslowakije), Beroe Stara Zagora (Bulgarije) en Sporting Lissabon (Portugal) uitgeschakeld te hebben. Ook geen juichend publiek. Mis schien vonden fotografen en redacties dat wel oninteressant en niet ter zake doende, de hemel mag het weten. Want er werd, blijkens het bijgaande verslag van Leo Lauer, wel degelijk gejuicht: in de voetbalsport is een zaak die tijd vraagt van dat opmerkelijke De spelers door werd deze onheuse betiteling bekend, en dat schonk het Rotterdam se publiek weer de zekerheid dat „hondelul” een op scheidsrechters toepasselijke benaming was. De toe voeging ,,hi-ha” komt ongetwijfeld uit de volksmond zelf. Vo^tr het eerst in de geschiedenis neemt de DDR dit jaar een plaats in onder de laatste 16 voor het eindtoernooi om het wereldkampioenschap waarvoor het zich kwalificeerde ten koste van Roemenië, Finland en Albanië. „Ja, vader van ons voetbalspel, wees nu maar boos, dat 'n onbeschei den krabbelaar zulke geheimpjes ver raadt, dat ik hier schrijf van ’n moeilijk ingehouden waterlander, 't vermaarde brok in de keel. Maar ik doe dat, wijl juist dat oogenblik het mooiste voor mij is geweest van den geheelen middag, ik heb begrepen en meegevoeld. De 24ste Maart 1913 is voor den Nederlandschen sportsman een dag om nooit te vergeten..” De 47-jarige, uit Thuringen af komstige cheftrainer van de DDR, na zijn grootste succes tot dusver: „Voetbal wordt beoordeeld naar resultaten, dat is nu eenmaal zo. En in dat opzicht was 1973 voor de DDR een bijzonder succes vol jaar. Het belangrijkste ook dat we ooit beleefden. We bereikten de „Endrunde”, de laatste 16 of beter de beste 16 die om de wereldbe ker gaan voetballen. Het zou minstens een scriptie en misschien wel een proefschrift waard ajn om na te gaan wanneer het omhelzen op de sportvelden begon. Begon het bij voetbal (zoals wel waarschijnlijk is), of misschien bij korfbal tussen de dames onderling? En wanneer begon het ueberhaupt te juichen bij een doelpunt? Heeft het publiek altijd al gejuicht (dolzin- Had Piet Romeijn indertijd niets gezegd, of had Van Gemert geen rap port opgemaakt, of in zijn rapport volstaan met „krachtterm" (zoals men dat in Amerika ook heeft gedaan op al die plaatsen waar Nixon iemand tijdens zijn conversaties op de band een hondelul noemde), dan zou de gevleugelde publieke verwensing „hi- ha-hondelul” nooit ontstaan zijn! Hoe komt de toekomstige doctoran dus nu te weten wanneer men pre cies met omhelzen, juichen en rolle bollen begon? Hij kan ook de fotoar chieven napluizen. Om hem te helpen heb ik bijvoorbeeld de Zesde Jaargang van De Revue der Sporten nagevlooid Dynamo Dresden werd in de strjjd om Europa-Cup 1 op het nippertje uitgeschakeld (33 en 43) door de latere Europa-Cupwinnaar Bayern München. op alle voetbalkiekjes uit die dagen. Ik spreek van mei 1912 tot mei 1913. Keurige actiefoto’s, bijvoorbeeld op pagina 476, van de „Voetbalwedstrijd tusschen een elftal van den Goud- schen voetbalbond en De Grashoppers uit Den Haag, gespeeld op het keuri ge veld in de pijpenstad en gewonnen door de Hagenaars met 2-0”, zoals het onderschrift luidt. Op de foto zie je hoe de keeper een bal klemvast tegen de borst houdt, terwijl hij belaagd wordt door een inlopende tegenstan der. Wat opvalt is, dat de keeper hetzelfde verticaal gestreepte shirt aan heeft als zijn medespelers. Wel licht om verwarring te voorkomen, droeg hij daarom, en daarom alleen, een hoed! Geen pet, maar een dood gewone hoed! Ook uit andere foto’s krijg je trou wens niet de indruk dat ze 60 jaar geleden al konden voetballen. Er is een foto bij van de aftrap van ,,de groote strijd in de hoofdstad Ajax speelt tegen Haarlem De Meer in opschudding een reuzenaantal kij kers rondom het veld de menigte wordt op 7500 man geschat Haar lem wint met 2-0”. Niemand van het „We zullen in de eerste plaats streven naar het bereiken van de tweede finaleronde. Dat moet, dacht ik, mogelijk zijn”, aldus Ge org Buschner, die in West-Duits- land, Brazilië, Uruguay en Italië de grootste favorieten ziet, maar daarnaast Argentinië, Joegoslavië en Nederland als kanshebbers noemt. „Maar ik wijs er steeds op, dat behalve deze gerenommeerde ploegen goede outsiders staan, zo als Polen en zoals wijzelf, landen waarvan men na afloop zal zeggen dat ze goed hebben meegedaan.” Georg Buschner reist met zijn equipe voor de eerste keer naar het eindtoernooi. Naar algemeen wordt aangenomen zal de DDR niet meer zijn dan een outsider, ook al omdat zij elke WK-erva- De opmars van het Oostduitsé voetbal werd dit seizoen nog eens onderstreept door de verovering van de Europa-cup II. FC Magde burg versloeg in de finale AC Mi lan. Op de foto v.l.n.r. Tyll, Spar wasser en Zapf. Ik moest toen even terugdenken aan Jan Blankers, vele jaren geleden sportredacteur van De Telegraaf, te vens echtgenoot van Fanny Koen, die in zijn krant een waarschuwend arti kel schreef waarin hij de barre ge woonte van spelers om elkaar na het maken van een doelpunt „en plein public” op het veld te omhelzen, met de nodige afschuw van de hand wees. Als ik mij goed herinner, noemde hij het een „onmannelijke’’ gewoonte die niet bij onze volksaard paste, maar klakkeloos was overgenomen van de Oosteuropese spelers. In Engeland haalden ze zulke fratsen ook niet uit, schreef hij, de hoop uitsprekend dat de Nederlandse voetballers op de dwalingen huns weegs zouden terug keren. Georg Buschner, die voorheen ook trainer van het succesvolle Carl Zeiss Jena is geweest: „Ja, de vooruitgang valt natuurlijk het duidelijkst waar te nemen in de resultaten, de uitslagen en klasse ringen. Bij de werkelijke presta ties zijn evenwel nog heel wat kanttekeningen te plaatsen en dat betreft dan zowel de clubs als de nationale ploeg. Er is vaak nog te weinig evenwicht, zoals we in het kwalificatietoernooi hebben onder- Er moet altijd een eerste keer zijn geweest. Ik geloof er bijvoorbeeld niets van dat die dingen meteen al begonnen zijn vanaf de eerste voet balwedstrijd die gespeeld werd. Zo min als de spelers elkaar vroeger omhelsden, elkaar om de hals vielen, over elkaar heenduikelden op de grasmat en met schoenen met noppen aan de grilligste variaties opvoerden, zomin werd er heel vroeger al ge juicht. Of vuurwerk afgestoken. Of met bierflesjes gegooid. Of met rollen closetpapier het veld versierd. Het zou een heel interessante sociologi sche studie opleveren als eens haar fijn werd nagegaan op welk tijdstip en onder welke omstandigheden al die dingen bij de verschillende spor ten een aanvang namen. „Toen Holland razend was van vreugde, toen men zong en sprong, hoeden, stokken, alles omhoog wierp in dolle uitgelatenheid, toen, in dat heerlijke oogenblik, heb ik eens naar Alleen vorig jaar al speelde de DDR 13 interlands en sedert de WK-verloting werden vele officië le landenwedstrijden gespeeld te gen onder andere Algerije, Tune sië, België, Tsjechoslowakije en Noorwegen en er werden oefendu els afgewerkt tegen clubteams als Djurgarden Stockholm, Bohemians Praag en het Hongaarse PECS Dosza. terwijl in mei ook nog een trip naar Zweden werd gemaakt waar vier wedstrijden werden ge speeld. Zo zal ook ik straks, als onbeschei den krabbelaar, het stille ontroerende en door de dol geworden menigte onopgemerkte tafereeltje onthullen dat mijn oog trof na het behalen van het wereldkampioenschap door Ne derland. Rinus Michels, die in een verloren hoekje van de dug-out een pink wegtraande, of een traan weg pinkte, en Frantisec Fadrhonc, die volkomen buiten zinnen van geluk zijn chef vol op de mond zoende. Ik zal dan altijd kunnen zeggen dat ik aan de wieg heb gestaan van die gewoonte in de laat-zeventiger jaren om elkaar, na ieder doelpunt, in een hartstochtelijke omhelzing niet alleen vol op de mond te kussen, maar ook... Maar daarover liever een volgende keer. Gemakkelijk was het ook niet. Ik heb er slapeloze nachten van gehad, als wij met het nationale elftal niet alleen een tegenstander op het veld hadden, maar daar naast ook nog tegen de volle tri bunes moesten optornen. Door consequent te blijven, hard te werken, ook de spelers deden dat, hebben we een vertrouwensbasis met ons publiek bereikt.” Roerende scene tijdens de persbij eenkomst na afloop van een wed strijd van het Nederlands elftal. Ri nus Michels stond nog wat na te praten met journalisten, onder wie enkele Duitse, die te horen kregen dat een elftal speelt zoals zijn mid denveld speelt. Dr. Frantisek Fadr honc stapte op Michels af, zeggende: „Even afscheid nemen van de chef”. Het bleef niet bij een hand, er volgde ook een Oosteuropese omhelzing, door Michels (zoals bekend een nuch tere Amsterdammer) nog vervolmaakt door na zijn linkerwang ook nog zijn rechterwang aan te bieden, zoals hij het op zondagsschool geleerd heeft. „In Spanje doen we het twee keer”, zei hij verklarend tegen Fadrhonc. speler Hans Jürgen Kreische (de veel scorende middenvelder hield vorig jaar september aan de be slissende WK-kwalificatiewedstrijd tegen Roemenië een ernstige knie blessure over) zich weerde, toonde aan dat de doorbraak gaande is. Dynamo werd uitgeschakeld, maar scoorde wel zes doelpunten tegen een verdediging die ook het de fensieve hart van het nationale Westduitse team vormt scher Fussballverband de Oost- duitse KNVB) en zijn verschil- lendd aftakkingen, waartoe ik ook de trainers en de clubs reken. Daarnaast werden op systemati sche wijze vanuit de onderste re gionen talentvolle jeugdspelers naar de diverse vertegenwoordi gende selecties begeleid. Een groot aantal jonge spelers heeft dan ook naast onze routiniers een rol ge speeld bij onze kwalificatie voor het wereldkampioenschap. Het is algemeen bekend, dat de DDR al verschillende jaren goede resulta ten met zijn jeugdelftallen boekte. Die manier van werken kon wor den voortgezet in de seniorente ams. Het derde punt is dat bij onze trainingsmethodiek veel ster ker dan tevoren wetenschappelijke de officieele tribune gekeken, onwil lekeurig, misschien ook uit nieuws gierigheid, hoe men daar zijn vreugde uitte. En zoo loerend zag ik daar ‘n heer, correct in het zwart, hoog ge hoed, die stillekens voor zich uitkeek naar het woest gedans en golven der menigte, telkens zijn oogen afwischte, met niemand sprak, voor zichzelf be waarde het zoete van het nieuw ge luk. Die man was Muiter...” Alleen van het goed-Rotterdamse, maar later ook naar andere steden overgeslagen, gebruik om de scheids rechter massaal uit te maken voor „hi-ha-hondelul”, kunnen we de oor sprong nog gemakkelijk nagaan. Het was Feyenoord-rechtsback Piet Ro meijn (zaliger nagedachtenis) die bij het verlaten van het veld na de wedstrijd FC Twente-Feyenoord scheidsrechter Arie van Gemert voor „hondelul” uitmaakte. Van Gemert maakte daar rapport van op, daar- nig opspringen, hoera roepen, een lied zingen), of volstond men vroeger, toen iedereen nog een hoed op had, op de tribune met een beleefd maar blij applaus? Wanneer sprong de eer ste onverlaat over de railing om na het behalen van een kampioenschap de spelers om de hals te vallen? Wanneer werd de eerste goalgetter door zijn supporters in triomf op de schouders van het veld gedragen? Maar uitgerekend in de voetbal lerij, de populairste sport in een groot deel van de wereld, bleef de DDR voortdurend buitenspel. En dat, terwijl op steeds meer plaat sen de Oostduitsé vlag gehesen en het Oostduitsé volkslied gespeeld mochten worden, waar dat eerder niet het geval was. Of, zoals on langs op het vierjaarlijkse congres van de DTSB, de Deutscher Turn- und Sport Bundes te vergelijken met onze NSF, maar van veel grotere politieke betekenis werd vastgesteld, waar „reactionaire krachten, voor al uit de Bondsrepubliek dat gedu rende twee decennia hebben kun nen tegenhouden.” Uit diezelfde Bondsrepubliek, waar men momenteel hardnekkig strijdt tegen het trauma dat de Westduitse sportprestaties interna tionaal steeds minder op hun ei gen waarde worden beoordeeld, maar nog slechts worden vergele ken met hetgeen de DDR in het zelfde vlak presteert, klonk vorig jaar niettemin een juichkreet, toen in het toernooi om de Europa Cup voor het eerst twee „Duitse” kampioenen tegen elkaar lootten, Dynamo Dresden en Bayern München. „Daarop hebben we 25 jaar gewacht” was de algemene teneur. Met het doel de toenade ring te intensiveren (zo ja, dan heeft de Westduitse voetbalbond door het recent torpederen van de sportovereenkomst met de DDR. eerder het tegendeel bereikt) of om zich als Europa’s voetbalnatie nummer 1 te manifesteren. Van het laatste kwam weinig terecht. De manier wa-'-op Dyna mo, nota bene zonder zijn beste Een kleine vier jaar geleden kreeg Georg Buschner (47) van bovenaf, dat wil zeggen via de DTSB, de opdracht dat nu einde lijk ook de voetballers van de DDR naar het voorste plan moes ten. Zeker, er waren incidentele succesjes geweest, maar het grote doel was het eindtoernooi om het wereldkampioenschap. Vier keer achtereen (in 1958) laatste achter Tsjechoslowakije en Wales, in 1962 laatste achter Hongarije en Neder land. in 1966 tweede achter Hon garije en in 1970 tweede achter de latere finalist Italië was vergeefs een aanloop genomen. „Ombouw en reorganisatie van het nationale elftal”, zo luidde de order aan Buschner, die het karwei klaarde. seldorf (West-Duitsland) en Ipswich Town (Engeland) geëlimineerd te hebben. vonden, speltechnische tekortko mingen die beslist niet alleen moeten worden terupgevoerd op de psychische belasting. Wat mij zelf betreft: lang niet alles ge beurde de afgelopen jaren op de juiste manier. Maar in zijn totali teit geloof ik, dat ik het een vol gende keer precies zo zou aanpak ken Maar ik heb wel veel geleerd, ben rustiger geworden en geef mijn oordeel meer overwogen. Bouwen ring mist. „Dat kan zijn, maar op onze trips naar Zuid-Amerika bij voorbeeld hebben we wel steeds westrijden kort achter elkaar ge speld en dit voorjaar waren we in Noord-Afrika binnen 48 uur twee keer in actie tegen Algerije en Tunesië, waarna we een et maal voor de eerstvolgende com- petitieronde weer thuis waren. Neen, over de conditie en de strijdlust maak ik me geen zorgen. En outsider zijn wil toch niet zeggen dat je een puntenleveran- cier bent voor de andere ploegen?” De Revue der Sporten wijdt in deze jaargang ook zeven pagina’s aan Nederland-Engeland. Jawel: „dé” Ne- derland-Engeland van 2-1 op Hout- rust. Dertien spelmomenten op de foto’s, maar er zit niet één doelpunt bij, en nergens zie je juichen. In de hele jaargang van ruim 800 bladzijden heb ik trouwens maar twee keer zien juichen: een speler die zijn ene arm omhoog steekt bij het maken van een doelpunt, en een speler die beide armen omhoog steekt terwijl hij de bal in het doel schiet. Dat was alles. Verder veel situaties voor het doel, zelden een doelpunt, laat staan jui chende spelers apart of spelers die elkaar feliciteren. Niets, helemaal niets van dit alles. menigtetje dat op de tribune staat, draagt geen hoed of pet! Vrouwen staan er uiteraard helemaal niet tus sen. Het was een andere wereld dan de onze. Daarom kan ik me voorstel len dat hossen en juichen op een stampvolle tribune pas mogelijk werd toen de toeschouwers geen hoed meer droegen, omdat zo’n kostbaar hoofd deksel anders afviel en zoek raakte. Hoewel... Die keeper keepte ook met een hoed op, misschien geeft hoed wel geen enkel probleem. Oost-Duitsland heeft zich bij zonder intensief op dit eindtoer nooi voorbereid. De nationale competitie werd er in feite onder geschikt aan gemaakt en was be gin april al ten einde. Toen overi gens Carl Zeiss Jena (Buschner’s vroegere club) kort voor de afslui ting de belangrijke wedstrijd te gen de latere kampioen FC Mag deburg verloor (de eerste thuisne derlaag in bijna zes jaren viel wel uit Jena een klacht te beluisteren. deze club vonden namelijk hun aanvankelijk zo grote puntenvoorsprong verloren was gegaan, mede doordat steeds zove- len van hen moesten opdraven voor het nationale team. Ook daar dus inzichten zijn doorgevoerd en het geheele trainings- en competitie- systeem kwalitatief verbeterd zijn.” ■F B 'w jol

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1974 | | pagina 23