CISKA JANSSEN tl JONGE ATLETEN OVER ALGEMEEN MINDER SERIEUS DAN VROEGER f maar Jopie maakt Joop niet ’t 99 99 >rt Stimulerend door Pieter Mul Stokbrood F ii Pak slaag Fruitmand Volgers ZATERDAG 2 9 1974 JUNI 25 Tennis r M ling tekort kwam ten opzichte van de eis die haar bond had gesteld (4700 punten). Een jaar geleden keerde zij terug uit de West, maar pas sinds februari is er weer sprake van serieuze trai ning. In korte tijd verbaasde zij de buitenwacht via een reeks persoonlijke records, waarbij met name het vèrspringen (met 6.35 kwam ze verleden week op ge lijke hoogte met Corrie Bakker) en de vijfkamp flon kerden. Verhoudingsgewijs is de hoogspringcurve nog sterker hemelwaarts gegaan: binnen een tijdsbestek van vier maanden van anderhalve meter naar lm70. Na Mieke van Wissen is ze al de snelste vrouw op de horden (14.4), terwijl ook kogel (13.07) en de 200 m (24.4) vooruit gingen. Haar eerste optreden in de vijf- kampploeg kreeg dan ook een bekroning met het to taal van 4151 punten, nog maar 49 onder de Rome- limiet. Dit weekeinde treedt zij in Brussel aan met de (algemene) landenploeg voor de ontmoeting met de top uit Roemenië, België en Spanje. Vijf jaar lang heeft de Nederlandse atletiek het moeten stellen zonder Ciska Janssen. De Amsterdamse atlete beleefde een topjaar in 1968 en verdween daar na uit de vaderlandse sportwereld. Met haar man Har- rie en dochter Monique vertrok ze naar Aruba, daar mee het rijksdeel aan de oostzijde van de oceaan ver armd achterlatend. Met name bij haar specialiteit, het vèrspringen, viel er een gat dat niet door andere at letes kon worden opgevuld. Corrie Bakker schoot een maal naar de recordafstand van 6m35, vierentwintig centimeter verder dan Ciska Janssen in 1968 deed, maar andere atletes haalden ternauwernood de inter nationaal vereiste zes meter. Ook op de vijfkamp was de hoofdstedelijke kleuter leidster een kracht van betekenis. Kort voor de Olym pische Spelen van Mexico stond zij veertiende op de wereldranglijst. Ze maakte het evenement desondanks niet mee omdat zij 28 punten volgens de oude tel- iwi lem Ik weet niet meer waar mijn grenzen liggen de JOPIE CRUYFF JOOP ZOETEMELK een it. H. Jt UBERO L - acaastó 1 D dat een „Dat ben ich” riep hij vrolijk uit. Uiteindelijk kwam het proces-verbaal rond. We kregen niets meer te eten. De restaurants waren gesloten. ik- ijk in- ne ler en 0,-. >st- 1 gen voor de Europa-cup (volgend jaar) treedt er dan namelijk een formatie aan die in Mieke van Wissen, Ciska Janssen, een herstelde Mirjam van Laar en Syl via Barlag geheide 4000 punten-troeven heeft. BOB, de Belgische Opsporings Briga de. Deze deed zijn faam eer aan. Onze man in de Tour kon de volgen de dag het stuurrad hanteren. Maar toen begon het pas goed. expert Peter Heerkens zal de ronde niet volgen. Een dichtgeklapte long, die zich inmiddels weer fraai hero pend heeft, verhindert hem de cou reurs kritisch en als het moet hinder lijk te volgen. Een verrichting die nog meer reliëf krijgt als men beseft dat de rankge- Deze Willem dan, die zich de dag vóór de start zeer druk gemaakt had over diverse zaken (hij vond bijvoor beeld, dat hij eigenlijk het best Rini Wagtmans en enkele andere renners kon motiveren, hetgeen hem bijna op een pak slaag door de verzorgers van Wagtmans kwam te staan) wankelde op de eerste dag van de Tour de trap van het hotel af, lijkbleek hier en gifgroen daar van ziekte en ellende. Hij schoof zijn narigheid naar het adres van de Franse artisjokkencul tuur. Het betekende, dat niet Willem die dag aan het stuur van de Mus tang zat, maar schrijver dezes. De chauffeur lag als een baal oude lap pen achterin, was Sjef van Oekel al jaren vooruit door alsmaar te roepen: „Ik voel me niet goed” en moest regelmatig de wagen verlaten, het geen ons wedstrijdritme niet optimaal maakte. Met enige moeite haalden wij de finish op tijd. Wij haastten ons Willem af te leveren bij één van de grote tovenaars van de ronde, een vermaard so'gneur, bekend bij de baasje te bestellen, maar een gendar me greep hem in de kraag. Willem bekende geen woord Frans te kunnen praten. Onze hele equipe werd in een politie-auto gestopt, alwaar Guillau me de la Rivière alsmaar riep: het is mijn schuld. Inmiddels raasden Merckx en zijn kornuiten keihard langs onze camion. Na veel gepraat en overleg met de speciale Tour- politie mochten we vertrekken. Tegen de belofte, dat we ons ’s avonds bij de gendarmerie zouden melden. Toen we na een verbeten jacht op de wielermeute de bezemwagen te pakken hadden gekregen, greep de winnaar al de bloemen van de zoen- miss. Zo geschiedde het, dat ik, ver slag doende aan de hand van gege vens van behulpzame collega’s, zat te typen met achter me een enorme politieman, die wel vriendelijk maar toch dringend herhaalde dat we ons moesten melden. Het verhoor werd een comedia del arte. Van Rivier kon geen woord uitbrengen. Hij holde in eens naar buiten, de gendarmes ver bijsterd achterlatend. Ontsnapping? Niets daarvan. Willem had bij terug komst een busseltje ball-points in de hand. Hij deelde ze uit aan de politie, van de ball-points (met zijn naam en firma erop) naar zichzelf wijzend. atletes is er niet bij „alleen als hun prestaties daar aanleiding toe geven ko men ze in de nationale ploeg”. In haar ogen zijn er twee factoren die een doorbraak van de jeugd belemmeren. „Volgens mij zijn jonge atleten over het algemeen minder serieus dan vroeger daarnaast wordt er te veel opgekeken tegen de verrichtingen van de ouderen. Ze zijn te snel geïmponeerd een mentale kwestie dus en een goede trai ner moet dat opvangen.” Een nadelige zaak voor de hele Neder landse atletiek ziet zij in het ontbreken van een kunststof accommodatie met toeschouwerscapaciteit (die er op Papen dal niet is). „Dat zou nu in Uden gebeu ren maar de minister heeft dat tegenge houden, onder meer omdat die baan niet centraal genoeg gelegen is. Maar wat betekent dat nu als bijna iedereen een auto heeft? Ik vind zijn excuses in elk geval niet redelijk al is het wel zo dat ik de achtergrond van die affaire niet ken. Maar de atletiek heeft die baan gewoon hard nodig en daarom ben ik ook in dat comité gaan zitten dat hand tekeningen verzamelt om de minister van CRM van gedachten te doen veran- dereren.” Ciska Janssen zelf zal haar heil blij ven zoeken op de sintelbaan van het Olympiaplein. Atletiek is een prettige ontspanning na overdag voor haar inmiddels twee kinderen te hebben gezorgd. Een welkome afleiding nu haar man, Adidas-vertegenwoordiger in het Caraibisch gebied, veel in de West is. Een manier waarop zij nog tijden in de vaderlandse top kan meedraaien. En misschien nog wel internationaal. „Kijk maar naar Mary Peters, die was 33 toen zij Olympisch kampioen werd”. Hij vergiste zich, want de volgende dag— toen hij tegen onze waarschu wing inwat dicht langs het publiek reed, werd zijn radio-antenne eraf gebogen. Hij wilde de zaak herstellen, maar het enige resultaat was een felbloedende duim. Na een verwar rende poging tot gesprek in een win kel veroverde hij een nieuwe anten ne. Het waren slechts wat incidentjes bij hetgeen ons in die bewogen Tour te wachten stond. Want Wim van Rivier miste nog slechts één vel uit de groene WA-verzekeringsmap. Hij zou ze practisch allemaal opsouperen. Maar daarover de volgende kee: meer. bouwde Sagitta-atlete in haar vijf Aru baanse jaren niet aan haar sport had gedaan. „Ik stortte me daar helemaal op het tennis. Voor de aardigheid heb ik wel eens meegedaan aan een demonstra tie in de pauze van een voetbalwedstrijd, toen sprong ik 5m30. Nou, dat vond iedereen geweldig gek een vrouw die zover kon springen. Accommodaties zijn er niet op de Antillen de sport is er dan ook nauwelijks bekend.” De Amsterdamse kwam zelf op zes tienjarige leeftijd in aanraking met de atletiek waarin van het begin af aan het verspringen favoriet was. Ook op de kortere loopnummers kon ze goed mee komen. De iets langere 400 meter deed ze korte tijd ze maakte in '68 zelfs een tijd van 55.2 maar daar was het plezier snel verdwenen. „In de training moet je daarvoor te veel hetzelfde werk doen. De gevarieerdheid van de vijf kamp ligt me veel beter”. Dat zwaarste onderdeel van de damesatletiek is zij het laatste half jaar steeds beter gaan be heersen en daar is de hand van trainster Dini Bom niet vreemd aan. In haar „eerste” atletiekperiode lag het accent vooral op lopen en verspringen. „Onge veer in februari heeft zij gezegd: wat wil je nu echt serieus: er tegenaan of voor je ontsnanning bfezig zijn. Je moet een keus maken want zo’n beetje kwak kelen is niks. Toen heb ik tot het eerste besloten en is de training vooral op de techniek gericht. Op het ogenblik weet ik niet meer waar m’n grenzen liggen." Een verschuiving die veel vrucht heeft geworpen getuige de sterke vooruitgang met de kogel (een specialiteit van haar trainster) en bij het hoogspringen. De Nederlandse vijfkamonloeg krrgt daar mee een sterke impuls. In de ontmoetin- Een niet te fors schilderij in typeren de stijl (met als hoofdtinten paars, geel, groen en blauw) herinnert Ciska Jans sen-Jansen aan haar verblijf begin dit jaar in Santo Domingo. Op uitnodiging nam zij daar deel aan de vierjaarlijkse „Middenamerikaanse en Caraibische Spe len”. Niet in het minst tot haar eigen verbazing sleepte ze daar de vijfkampti- tel in de wacht (met 4014 punten) vóór enkele sterk favoriete Cubaansen. Hij zwaaide dus volop en was daar zo intens mee bezig, dat hij we reden enkele kilometers voor het rus tige peloton de kant in stuurde bij een flauwe bocht. Het resultaat was verbijsterend. Op de motorkap lagen slordig wat Franse inwoners. Een ou de man bleef liggen. Hij moest naar het plaatselijke ziekenhuis (het ge beurde daar op de stoep) worden afgevoerd. Van Rivier wilde direct al naar de lokale groenteman rennen om een fruitmand voor het Franse berg is altijd nog wel even iets an ders dan de Mont Ventoux of de Galibier om maar even een paar oneffenheden te noemen. Dit stippen we aan, omdat hij vele, vele dagen later in een openhartige bui bekende hoogtevrees te hebben en toen we met veel moeite allerlei griezelige haarspeldbochten genomen en ravij nen „geschoren” hadden meldde dat één van de remmen in Alpen en Pyreneeën niet gewerkt had. Maar dit slechts als een onnozel terzijde. Ook op collega-verspringsters heeft de terugkeer van de 29-jarige Ciska Janssen een stimulerende invloed gehad. Vorig seizoen werd er een doodenkele keer zes meter gehaald, voor het overige hikte iedereen voortdurend tegen die barrière aan. ADA-atlete Rola Koekoek om een voorbeeld te noemen lijkt dit jaar vrijer te springen en kwam al diverse malen verder dan die zes meter. Ciska Janssen zelf vindt in haar resultaten datgene wat ze hard nodig heeft: overtuiging. „Als ik naar een wedstrijd ga moet dat zijn met het idee dat ik het kan. Ik moet voor mezelf weten dat het goed zit. Aan de andere kant: ik moet hele maal niets, ik vind dat het ontspanning moet blijven. Naar Rome hoefde ik niet per se, heb ik gezegd. Daar werkte ik ook niet voor maar als je er zo dicht bij die limiet zit zegt iedereen dat het makkelijk kan. Dat is het gevaar als je wat presteert: dan word je geleefd. Ook in de pers gaat men iets van je verwach ten. Bij de centrale training kan ik niet wegblijven.” Blasé van een uitverkiezing in de nationale ploeg is ze niet: „Je hebt toch wel eergevoel”. Zoals de zaken er nu bij staan lijkt een plaats in vertegenwoor digden de équipes een uitgemaakte zaak. Zonder meer opzij gaan voor jongere We zitten nu in de Tour met een Frisol-ploeg, die je zou kunnen be schouwen als de Zaïr-ers van de ronde. Een ronde van Frankrijk, die dit jaar toch al niet groots van bezetting is. Merckx is eigenlijk een- bofkont, want nu hij niet meer zo goed draait (hij heeft enkele dagen geleden nog een abces op het zo belangrijke onderdeel van zijn lijf zijn zitvlak, laten verwijderen) ont breken de mannen, die het hem ein delijk eens in een Tour moeilijk zou den hebben kunnen maken. Fuente, die Merckx in de bergen het licht uit de ogen fietst; de genoemde Zoete melk: Louis Ocana, die last heeft van bronchythis en een val; de wereld kampioen Felice Gimondi; ze zijn er niet. Merckx hoeft slechts tot wanhoop van Levitan af te reke nen met Haïtianen, Australiërs en Zaïr-ers. Bovendien en dat moeten even melden toch: onze Tour- „Ik had al meegedaan aan het ver springen en daarop faalde ik het leverde namelijk drie foutsprongen op. Op de meerkamp wilde ik me toen uiteraard revancheren. Nu had ik me nauwelijks voorbereid want sinds sep tember trainde ik voor m’n lol maar een keer per week. Een uurtje voordat ik op de horden moest uitkomen ben ik het op dat onderdeel even gaan proberen. Bij het verspringen ging het erg goed: ik haalde 6m03. Misschien dat ik in het begin van die Spelen wel te veel uit m’n gewone doen was geraakt omdat die opening zo plechtig erliep, met fakkels, volksliede ren en orkesten. Bovendien waren de juryleden bij het verspringen bulten die Met de duidelijke instructie, dat er door Willem niet en nooit meer ge zwaaid zou worden, vertrokken wij de volgende dag met toch wel klam me handen. Hij verzekerde ons, dat er niets zou gebeuren, dat hij zou rijden alsof hij constant examen deed en bezwoer ons zijn vader op te bellen voor de bevestiging van zijn kreet: „Ik heb anders nooit iets". Voor alle zekerheid dirigeerden wij Willem wat naar voren in de kara vaan. We moesten er voolopig niet aan denken, dat hij achter of tussen de renners zou belanden. Nu konden we ook even stoppen om onderweg brood- stokbrood- in te slaan. Wat gebeurde er? Van Rivier, die na zijn artisjokkenavontuur, geen fiducie meer had in de Franse keuken en het ook niet op stokbrood begrepen had („geef my maar een kadetje”), beet. Er kraakte iets. Een vloek. Willem zijn kunstgebit was gebroken. Enige paniek. Vooruitzicht: een Tour met een mummelende, pap-etende chauf feur. Maar Van Rivier dook in de kofferbak. Hij zwaaide triomfantelijk met een reserve-gebit en sprak de historische woorden: „ik heb alles dubbel”. De Tour de France is begonnen. Wellicht heeft u daar iets over ont dekt tussen de tienduizenden letters, die gebruikt worden om het wereld kampioenschap voetbal te beschrij ven. Nu boffen ze bij de WK, omdat Joop Zoetemelk niet in de Ronde van Frankrijk kan fietsen. Anders had het er somber uitgezien voor de Duit se organisatoren in Hannover, Dort mund en Gelsenkirchen en voor Ri- nus Michels en zijn mannen. Oranje en geel liggen dicht bij elkaar. Als Zoetemelk een soort pedalerende Wim Jansen, hard werkend, constant, in de top opererend, maar te weinig publiciteitsbewust vanaf de eerste dag de gele trui had aangetrokken dan zou de helft van de supporters, die nu oranje bejubelen afgezwenkt zijn naar la douce France. Maar ja, Joop zit niet op het puntje van zijn zadel maar in zijn aantrekkelijke stulp bij vrouw en kind bezuiden Parijs te genezen van zijn val in de Midi Libre, alwaar hij tegen een auto aanklapte, die op enkele honderden meters voor de finish op het parcours stond. Wellicht men moet dat maar eens uitzoeken was er wel boos opzet in het spel. Hoe dan ook, Jopie (Cruyff) maakt het en Joop niet. vijfkamp nogal vervelend. Je moest dit en je moest dat. Na die foute sprongen heb ik gedacht: om wie gaat het nu eigenlijk, om die juryleden of om mij? Met het idee van „laten zij zich maar aan mij aanpassen en niet andersom” ben ik heel ontspannen en toch gestimu leerd aan die meerkamp begonnen. De mensen in dat stadion vonden het prachtig dat een niet-Cubaanse een nummer won want dat gebeurde niet zo vaak.” De Tour is en blijft nog altijd een supergebeuren in Frankrijk. Het nor male leven in de steden en dorpen waar de karavaan dóórtrekt, ligt minstens voor een dag stil. Men juicht iedereen, die iets met de Tour vandoen heeft, uitbundig toe. Onze Willem, onze Guillaume, voelde zich, zo niet God, dan minstens de konin gin in Frankrijk. Hij ging rechtop zitten, op een speciaal meegevoerd kussentje, zodat men hem goed kon waarnemen. Hij zwaaide correct te rug met het handje, dat vast zat aan arm, die functioneerde via een plastic schouderkom (gevolg, zo bleek ons later, van een auto-ongelukje). Die arm vloog nu en dan uit de plastic kom. Dan wrikte hij even tegen de deurportier en floep was alles weer oké. Daar wen je aan. En nu ik het dan toch over volgers heb, wil ik nog wel kwijt, dat de Tour voor de rénners geen plezier tochtje is langs bergen en langs da len, maar zeker óók niet voor de volgers. Ik weet daar alles van, mag ik zeggen, want ik heb dat spektakel enige keren mee gemaakt. Ik zal u daar iets over verhalen. Het gebeurde in die dagen, dat een collega, met wie ik samen de Tour zou „doen”, een uitstekende wieler- chauffeur plus auto had gevonden. Dat dacht hij en ik eigenlijk ook wel. De man, die wij Wim van Rivier zullen noemen (de naam is niet au thentiek, het verhaal wel en dan ook volledig), bezat een Ford Mustang, een rijke ervaring als amteurploeglei- der en voldoende vrije dagen en blitsmakerij om de Tour met genoe gen te volgen. De man, die dacht in een soort veredelde Olympia’s Tout door Nederland, terecht te komen, vergiste zich echter deerlijk. De Cau-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1974 | | pagina 25