MAURICIO KAGEL BEGINT
Louis Falco met water en vissen
VOLWASSEN TE WORDEN
bleek meesterhand te verraden
Holland festival
Corfax: slordig theater
met overtrokken effecten
Claveciniste Marion van Harreveld
onderscheidde zich in Bach-concert
Holland Festival
1924
„Eindrücke” van Luciano Berio
1924
7
6
STROOM VAN VITALE BEWEGINGSVONDSTEN
Muzikale kermis in Brakke Grond
Cathy Berberian duidelijk op haar retour
Chris Hinze
La Mama in Haagse Schouwburg
Toelagen beeldende
kunstenaars
Zomerconcert van NPO met veel solisten
Gestolen Egyptische
fresco’s clandestien
op kunstmarkt
Nederlanders bekroond
in Wereld Cartonale
I
Onderscheiding voor
KUNST
1974
MAANDAG
1
JULI
I
I
r.
I.
n
AMSTERDAM Zaterdagavond
zagen we in de Stadsschouwburg
van Amsterdam de tweede voor
stelling van Louis Falco. Zelden zal
een publiek zich zo heen en weer
geslingerd hebben gevoeld tussen
zwaarmoedigheid en lol als tijdens
dit optreden. Eerst voelde men zich
verfrist als na een ochtendbad
(Tub), dan terneergeslagen door
vijandige gevoelens en de confron
tatie met de zandloper van de tijd
(Storeroom) en tenslotte opgewekt
door een voortdurende stroom van
vitale bewegingsvondsten (Caviar).
HAARLEM De bezoekers van
het tweede zomerconcert van het
Noordhollands Philharmonisch Or
kest, dat zaterdagavond onder lei
ding van de dirigent André Vander-
noot in het Haarlemse Concertge
bouw werd gegeven, werden ver
gast op een geheel aan composities
van Johann Sebastian Bach gewijd
programma.
1
e
e
t
WIM WITTEMAN
:e
LUCIANO BERIO
ir
WIM WITTEMAN.
MARIUS VAN ALTEN A
n
a
e
i
I»
e
t
s
I
K
ei
is
k
le
id
m
m
Is
in
in
ne
ng
De
iet
en
ur
?m
te
is
als
lie
>er
d
n
:e
in
s—
er
ig
id
o-
is
et
et
ti
nt
>1-
sn
1,
e
I.
et
ji
ve
jk
8-
a-
re
Corfax is een geesteskind van Wilford
Leach, sinds 1970 artistiek directeur van
alle La Mama-activiteiten. Met recht het
woord „geesteskind”, want Leach heeft
als een soort alternatieve tovenaar Mer-
lijn een bühne-stuk gefantaseerd dat
bol staat van de (onmogelijke) mogelijk
heden. Rond 1900: een dubieuze veearts
krijgt wonderbaarlijke lieden op bezoek.
Waar ze vandaan komen is de vraag.
Wel van deze aarde? Trouwens zijn dit
wel mensen.of geesten, spoken, of
bloedbroeders van Dracula? Hoogt merk
waardige toestanden in een sfeer van
kalme griezel, ouderwetse science ficti
on, vervreemding.
Leach, die ook regisseerde, koos voor
een vorm die om het een beetje aan
De Esperamento Theater Club volgt
de laatste jaren de lijn om het zuivere
woordtheater aan te vullen met variété,
muziek en technische effecten. De lijn
wordt voortgezet met Corfax, in het
kader van het Holland Festival, gistera
vond te zien in de Haagse Koninklijke
Schouwburg en verder nog deze week in
Rotterdam en Amsterdam.
Jennifer Muller gooit Louis Falco nat
in het ballet „Tub”.
ROTTERDAM. Het Berio-concert
vrijdagavond in de Rotterdamse Doelen
is in vele opzichten nogal teleurstellend
uitgevallen. In de eerste plaats was er
maar een zeer bescheiden publiek opge
komen, htegeen nogal merkwaardig is
in het licht van zijn grote successen de
laatste jaren juist in Nederland. Een
grote tegenvaller was bovendien, dat de
première van „Points on the curve to
find.niet doorging vanwege indispo
sitie van Anthony di Bonaventura, die er
de piano-solo in zou spelen. En tenslot
te: Cathy Berberian. Deze fantastische
zangeres had ofwel een tragische off
day of ze is op haar definitieve retour.
Evenals haar onstuimige sex-appeal bin
nen enkele jaren teloor gegaan blijkt te
zijn in matrone-achtige proporties zijn
haar vocale mogelijkheden schrikbarend
teruggelopen als we die vergelijken met
concertoptredens nog geen twee jaar te
rug.
AMSTERDAM. Het begint er op te
lijken dat het enfant-terrible Mauricio
Kagel volwassen begint te worden. Plot
seling blijkt dat hij op zinnige wijze
ideeën kan uitwerken en zelfs heel goed
voor orkest kan schrijven, zoals we de
laatste weken konden beluisteren in
werken als „1898” en „Variationen ohne
Fuge”, maar dat niet alleen. Ook het
soort activiteiten, in het algemeen aan-
geduid als muziektheater, waarmee hij
al zeer lang tot vervelens toe over de
hele werdeld de aandacht weet te trek
ken begint eindelijk enig niveau te
krijgen, getuige het „Zwei-Mann-Or-
chester” dat vorige week enige malen te
beleven viel in het kostelijke Amster
damse zaaltje van de Brakke Grond.
beter beviel dan het dor klinkend*
positief, dat de organist bij de uitvoering
van Cantate 28 benutte.
Voor het continuo van Cantate 29
heeft ook Marion van Harrevelt mede
gewerkt en met het orkest onder Van-
dernoots directie de uitvoering op be
langrijk niveau gehouden.
P. ZWAANSWÏJK.
voordracht nog van de vroegere allure
was. Maar de enorme ovaties van het
publiek leken me toch wat overdreven;
éénmaal een ster altijd een ster blijk
baar.
Grote bewondering daarentegen ver
dient de fluitist Raymond Delnoye, die
de solopartij in Berio’s Serenata I exact
en toch zeer bewogen wist te brengen,
een niet geringe opgave. Minder exact
leek me Berio als dirigent, wél zeer
handig en soepel. Zo had het effect van
een werk als „Eindrücke” beslist nog
wel te leiden onder de problemen die
een eerste uitvoering nu eenmaal met
zich meebrengt.
Het meest belangwekkend was de pre
mière van Berio’s meset recente orkest
werk: „Eindrücke”. Stilistisch sluit het
werk, evenals trouwens „Calmo”, geheel
aan bij het soort muziek dat wij de
laatste 10 jaar van hem kennen. Op het
Het zou wat zwaarwichtig zijn te
stellen dat hier spra'ke zou .zijn van een
aanklacht van Kagel tegen het grote
symphonie-orkest, al dat soort getheore
tiseer past niet bij een dergelijk luchtig
vermaak als hier geboden werd; tenslot
te is Kagel geen Duitser naar een Zuid-
Amerikaan. Dat hij zich toch na iedere
uitvoering weer ter beschikking stelde
om vragen van het publiek te beant
woorden zal wel geweest zijn om de
tijd een beetje te rekken, want anders
stonden we na drie kwartier alweer op
straat. Niet te kort overigens maar ook
net niet te lang om je intensief te
kunnen amuseren met die twee mannen,
die daar met enorme overgave een zeer
ingewikkeld instrumentarium aan het
bedienen zijn.
Dat instrumentarium is eigenlijk reeds
de helft van de compositie. De laatste
tijd hebben we in het Stedelijk Museum
nogal wat Pop-Art-achtige mobiele con
structies kunnen bewonderen, in origina-
Het eerste nummer hiervan was de
Suite in b kleine terts, de meest gespeel
de van de vier Suites, die door Bach zelf
„Ouvertüren” werden genoemd. Het is
niet meer na te gaan of Bach deze
werken in de tijd, dat hij in Cöthen
werkzaam was, heeft gecomponeerd of
dat zij te Leipzig ontstaan zijn. Zeker is
het, dat Bach de suites in deze stad
onder zijn leiding heeft laten uitvoeren
als muziek, die voor zijn tijd „heden
daags” genoemd kon worden en noch
tans grote waardering ondervond, niet in
de eerste plaats, doordat zij aansluiting
had bij „de traditie”, maar voornaïnelijk
omdat zij in zichzelf de muzikale
schoonheid van melodie en harmonie en
van structurele orde bevatte, met mees
terhand daaraan gegeven.
In een tijd, waarin gestreefd wordt
naar extravagante verbijzondering zon
der uitzicht op zinrijke ontplooiing, heb
ben uitvoeringen van Bachs muziek een
weldoende werking en versterken het
geloof in haar blijvende betekenis voor
de muzieklievende mens.
DEN HAAG (ANP). Minister Van
Doorn van CRM heeft voor 1974 reistoe
lagen en stipendia toegekend aan een
groot aantal beeldende kunstenaars.
In deze omgeving kregen een reistoe
lage: Kees Bierman in Haarlem en een
stipendium: Wim Bosman in Santpoort,
Bruce Dunlap in Haarlem, Lei Molin in
Bloemendaal en Frans de Wit in Lisse.
Bij de selectie van de gegadigden
werd de minister geadviseerd door een
commissie, bestaande uit prof. A. A. J.
Troost, voorzitter, mevrouw N. Bont, de
heren C. A. Heemsbergen, dr. P. H.
Hefting en A. Kuipers, leden
Houtenbrink, ambtelijk secretaris.
In „Calmo”, dat Berio schreef in me-
moriam Bruno Maderna gaf dit geen
grote problemen omdat de componist de
zangpartij opzettelijk niet-solistisch
heeft behandeld, geheel versmolten, in
unissono-klank met een trompet. In de
„Folk Songs”, elf verrukkelijke volks-
liedbewerkingen uit 1964, kwam Cathy
echter nauwlijks uit de verf. Wat dat
betreft had Berio beter de versie kunnen
nemen met zeven instrumenten. Het is
me trouwens toch niet duidelijk waarom
deze subtiele begeleidingen her-instru-
menteerd moesten worden voor zo’n uit
gebreid orekst-apparaat.
Holland-Festival van 1972, waar de fi
guur vah Berio centraal stond, maakten
we zo o.a. kennis met de „Sinfonia”,
„Chemins” en „Bewegung”. Er is kenne
lijk sprake van een grote tweede schep-
pingsperiode, waarin de componist defi
nitief heeft afgerekend met de eliché’s,
waarin veel na-oorlogse vooruitstreven
de componisten verstrikt waren geraakt,
eliché’s die we ook deze avond overigens
uitgebreid te verwerken kregen in ouder
werk van Berio („Serenata I” voor fluit
en 14 instrumenten uit 1957) en Mader
na („Serenata” 1954). Weliswaar probeer
den beide componisten zich hierin al
enigszins aan de seriële duimschroeven
te ontworstelen, het uiteindelijke effect
van dit soort buitengewoon gecompli
ceerde muziek blijft betrekkelijk mi
niem: virtuoze ruimtereizen naar plane
ten waar we geen mens tegenkomen.
Hoewel in „Eindrücke” alweer een
nieuw soort eliché’s op dreigt te doemen
is het een bijzonder mooi werk gewor
den met een overzichtelijke materiaalbe-
handeling en van een prachtige instru
mentatie. Het is een breed opgezet con
trapunt van twee uitgangspunten, een
ritmisch en een melodisch. Twee patro
nen, die zich subtiel transformeren,
steeds verwachtbaar, steeds onverwacht.
Dat een dergelijke beperkte opzet ruim
tien minuten blijft boeien verraadt een
meesterhand, die vergelijking oproept
met een figuur als Ravel; denk bijvoor
beeld eens aan een Bolero. Toch dunkt
me dat van Berio nog sterker muziek te
verwachten is. Misschien dat een derde
scheppingsperiode een grootse synthese
kan brengen van de omvangrijke en
uiteenlopende creatieve arbeid die de
meester tot dusverre heeft verricht.
Als extraatje zong Cathy Berberian
nog de kostelijke Pribaoutki-liederen
van Strawinsky, waarin althans haar
nu eens lieflijk streelden, dan weer met
vaart door de lucht slingerden. Hoe dan
ook, van dit laatste ballet werd het
publiek volkomen gelukkig en als een
choreograaf dat kan bereiken, mogen we
hem best tot de hele groten rekenen
Rest ons het roemen van de schitterende
dansers met voorop Jennifer Muller en
Louis Falco zelf, maar met ogenblikke
lijk daarna Juan Antonio en Georgiana
Holmes. Het orkest stond onder leiding
van Burt Alcantara en had een groot
aandeel vooral inv het succes van het
laatste ballet „Caviar”.
CONRAD VAN DE WEETERING
Toch zou dit alles reeds na vijf minu
ten bekeken geweest zijn wanneer de
componist niet alleen veel ideeën had
gehad maar die bovendien niet zo per-
fecht had afgewogen en ingestudeerd (65
repetities naar hij achteraf meedeelde).
Deze ideeën zijn maar voor een gering
gedeelte muzikaal geörienteerd, maar
eerder voortgesproten uit een typische
theater-man. Hoe groot wordt de span
ning wonneer een slagwerkstok in een
motorische continuïteit minuten achter
elkaar nét niet een trommel weet te
raken en hoe sterk werkt dan het mo
ment dat zoiets wel lukt? Dit zijn zaken
waarbij het effect afhangt van enkele
seconden en juist hierin heeft Kagel
langzamerhand een vrij grote perfectie
bereikt.
De oudere balletten van Falco lijken
wat gemakkelijker aan te spreken dan
zijn nieuwere werk. Ze zijn in feite ook
boeiender omdat ze ontstaan zijn op een
grensgebied. Falco is begonnen als virtu
oos danser, die de hem aangeleerde
technieken vólkomen beheerst. Binnen
die aangeleerde technieken is hij op
zoek gegaan naar meer mogelijkheden,
naar meer vrijheid. Wat nu zo verras
send is in zijn oudere werk is het
vrijmoedige gebruik van voor ons her
kenbare structuren (van de bestaande
techniek), in combinatie met een enorme
energie en een groot aantal onverwachte
vondsten. In zijn nieuwe werk zijn de
vrijheid en de energie gebleven, maar de
herkenbare structuren zijn steeds meer
naar de achtergrond verdreven. Ook laat
Falco in zijn latere werk een aantal
gevoelens toe, die we in danswerk niet
dagelijks tegenkomen (en zeker niet zo
vanzelfsprekend en vitaal gedemon
streerd). In Storeroom komt dan ook
naast mond op mond beademing en het
elkaar liefderijk ondersteunen vijand
schap, kannibalisme, enge concurrentie-
drift 'en beangstigend geschreeuw voor.
Het eerste ballet „Tub” van Jennifer
Muller, was ronduit verrukkelijk. Ieder
een liep in de pauze daarna dan ook
opgewekt en ontspannen stralend naar
elkaar te glimlachen.
Voorts kan ik als solisten nog noemen
de violist Gijsbert Beths, die zijn obliga
te partij in de tenor-aria „Halleluja,
Stark un Macht” klankrijk en met joy
euze expressie speelde, en verder de
organist Bernard Bartelink om zijn con-
tinuo-begeleidingen en om zijn tinte-
lend-helder solo-spel in de verrukkelijke
Symfonia van de Cantate No 28. Hij
bespeelde voor deze solo het grote Ca-
vaillé-Coll-orgel, dat mij door de uitne
mend gekozen registratie en om de
stemming van dit instrument zeer veel
DEN HAAG. De La Mama Espera
mento Theatre Club in New York is een
van de befaamde groepen die werken
onder het La Mama vaandel. La Mama,
synoniem geworden met de Off-Off-
Broadway-beweging in het Amerikaanse
oneel, werd in 1962 opgericht op initiatief
van de costuumontwerpster Ellen Stuart,
die het opnam voor jonge toneelschrijvers
die bij het gevestigde toneel weinig of
geen kansen kregen. La Mama is sinds
dien uitgegroeid tot een complexe orga
nisatie met diverse groepen en jaarlijks
talloze produkties.
LONDEN (AFP). De Britse Sunday
Times weet te melden dat fresco’s van
onschatbare waarde, afkomstig uit de
tempel van Dendera in Egypte, op het
ogenblik worden aangeboden op de clan
destiene kunstmarkt in Europa.
De dieven zouden de fresco’s al eerder
hebben willen verkopen aan de directeur
van een museum in Hannover. De
muurschilderingen zijn van de muren
van de grafkelders van de aan de godin
Hathor gewijde tempel in Dendera ge
haald. Dendera ligt op 500 km ten zui
den van Cairo. Twee van deze grafkelders
zijn maar open voor het publiek. De
fresco’s zijn dan ook gestolen uit de
andere, waar het erg donker is en we
melt van vleermuizen. Het moet een
werk van jaren zijn geweest.
De diefstal is volgens de Sunday Ti
mes in januari van dit jaar ontdekt door
de directeur van de Egyptische dienst
van oudheden. De Egyptische autoritei
ten geloven dat de muurschilderingen
nog ergens in Egypte verborgen zijn en
dat de dieven ze proberen te verkopen
aan de hand van foto’s.
litei en complexiteit laat Kagel zijn
concurrenten reeds op dit terrein ver
achter zich liggen. Alles wat U zich
maar aan muziekinstrumenten kunt
voorstellen is hier met ingenieuze hefbo
men en andere mechanische overbren
gingen met elkaar en met de beide
musici in verbinding gebracht. Terwijl
ze op hun rug harmonika spelen, blazen
ze op een doedelzak, hetgeen hun inmid
dels er in het geheel niet van weerhoudt
tegelijkertijd met hun voeten een con
trabas te doen bespelen via een daarop
bevestigde automatische strijkstok, die
dan bovendien weer merkwaardige rela
ties onderhoudt met een naaimachine,
die in staat blijkt slagwerk te kunnen
bedienen.
Op het toneel stond een klein badje,
gevuld met echt water en daarin onder
gedompeld een danseres. Alleen al het
uit bad stappen met een aan haar lijf
plakkende natte jajon was genoeg om het
publiek in een goeie stemming te bren
gen. Iedere "volgende danser die er op
het toneel verscheen moest dan ook door
het bad of minstens natgespetterd wor
den. Er was op een gegeven moment een
kring van doorweekte dansers verbonden
met natte handdoeken (waarvan ieder
een uiteinde vasthield) opgewekt aan het
rondhuppelen. Natuurlijk ontaardde dat
in een natte handdoeken-gevecht. Als een
danser ronddraaide vlogen de spetters in
het rond (zoals je soms bij honden na
een bad ziet) en als twee dansers elkaar
in de buurt van het badje troffen, ging
dat nu eens gepaard met het elkaar nat
gooien, dan weer met het elkaar reini
gen of liefkozen met water, waarbij een
doopplechtigheid uiteraard niet gemist
kon worden.
Dat er opeens een jongen met zwem
vliezen kwam aanstappen verbaasde na
tuurlijk niemand. Het enige wat storend
was bij dit speels geheel, was de op den
duur snerpende eentonigheid van de op
synthesizer voortgebrachte muziek, maar
het verfrissende „na het bad”gevoel kon
hierdoor niet verdrongen worden.
Voor „Storeroom”, hel nieuwe ballet
van Louis Falco, stond er op het toneel
een houten toren met daarbovenop een
schuinliggend vat waaruit 'een wit poe
der stroomde. Het kon lijken op een
waterval, een zandloper of een leeglo
pend blik zeeppoeder. Naast de toren lag
een hoop mensen in wijde beige pijen,
waaruit langzamerhand wat leven te
voorschijn kwam. Zoals ik hierboven al
schreef omvatte dit leven zowel kani-
balisme als naastenliefde, vreugde en
angst. Een deel van de begeleidende
geluiden werden door de dansers zelf
voortgebracht in de vorm van ieder
denkbaar met de keel voortgebracht ge
sis, gegorgel, gezucht, gebrom, sirene ge
gil, gelach en gekrijt. Na afloop bleek'
een deel van het publiek zijn onlustge
voelens niet anders kwijt te kunnen dan
via boe groep en gefluit, maar zoals
Falco het zelf zei: „het leven is niet
alleen maar vrolijkheid en gein, ik heb
enorm veel andere gevoelens en ik vond
het nodig daar ook uiting aan te geven”
In ieder geval kwam in dit ballet de
grote vrijheid van beweging voor, waar
over ik in min inleiding al schreef.
Het spel van herkenbare structuren
gemengd met nieuwe vondsten kregen
we daarna in „Caviar” te zien, dat vorig
jaar al op het repertoire stond. Het was
een genot opnieuw die enorme stroom
dynamische vondsten voorbij te zien
vliegen met schuimplastic vissen, die de
dansers nu eens onder de arm droegen,
dan weer in figuren op de grond legden,
bewogen betrokkenheid had kunnen
klinken, maar welk cantate-deel troch
door een bewonderenswaardige beheer
sing van de veeleisende polyfonie en
gave, welluidende, haast „instrumentale”
klank indrukwekkend werd gezongen.
Vertrouwdheid met vocale polyfonie
klonk eveneens uit de voordracht van de
koren „Wir danken dir, Gott” en het
bewerkte koraal „Sei Lob und Preis met
Ehren” van de Cantate No 29.
Een verdienstelijke indruk maakte
van de solisten de sopraan Margreet
Honig, wier heldere stem nog een be
trouwbaarder basis moet krijgen om de
melodische profilering duidelijker van
belijning te doen worden.
Joke de Vin, die een mooi getimbreer-
de altstem bleek te bezitten, vertolkte
haar betrekkelijk klein aandeel in de
cantates naar wens.
Met grote waardering vermeld ik de
uitstekende zang, zowel van de tenor
Marius van Altena, als van de sonore
bariton Wout Oosterkamp.
(Van onze correspondent)
HEIST. Twee Nederlandse cartoon-
tekenaars zijn vrijdagmiddag tijdens de
officiële opening van de 13e Wereld
Cartonale in de Belgische badplaats
Heist bekroond. De Laureaat voor de
beste „gewone caroon” ging naar Guus
Ong. De jury koos uit zijn inzendingen
de kritische cartoon die een generaals-
hoofd Voorstelt met een gebit in de
vorm van een guillotine.
Felix Roosenstein mocht de publieks
prijs in ontvangst nemen. Zijn geëxpo
seerde cartoons gedurende de Wereld
Cartonale van vorig jaar werden door
de bezoekers het meest gewaardeerd.
Eervolle vermeldingen waren door de
jury toegekend aan de Nederlanders Jan
ven der Wel en Ad Broeders.
De Wereld Cartonale duurt nog tot en
met 8 september. Op de tentoonstelling
zijn 380 geselecteerde cartoons uit 1400
■itzendfngen uit 27 landen te zien.
Zo heeft ook de uitvoering van de
suite haar betekenis gehad, mede omdat
Vandemoot de muziek met eenvoudige
interpretatie-benadering heeft laten
klinken, maar welk cantate-deel toch
met de fluitist Jan van den Berg, die de
belangrijke solo-partij muzikaal en met
voortreffelijke technische beheersing
heeft vertolkt.
Op deze avond heeft ook een instru
mentaliste zich bijzonder onderscheiden,
namelijk de claveciniste Marion van
Harreveld. Zij had voor haar optreden
Bachs Concert voor clavecimbel en or
kest in A gekozen, van welks solo-partij
zij een strak gehouden, technisch perfec
te uitvoering gaf, scherp geprofileerd en
gestructureerd. Vandemoot en het orkest
hadden geen moeite om zich voor de
begeleiding bij dit metrisch en ritmische
geordende spel aan te sluiten.
Naast de twee besproken zuiver in
strumentale werken, waren ook twee
vocaal-instrumentale composities in het
programma opgenomen, te weten de
Cantate No 28 „Gottlob! Nun geht das
Jahr zu Ende” en Canate No 29 „Wir
danken dir Gott”. De Koorschool Sint-
Bavo, geïnstrueerd door zijn dirigent Jan
Valkestijn, had de uitvoering daarvan op
zich genomen met medewerking van
zangsolisten.
Het gemengde koor van jongens-so-
pranen en jongens-alten, tenoren en
bassen leverde onder Vandemoots lei
ding voortreffelijke prestaties, in het
bijzonder met het motet-achtige „Nun
lob’, mein Seel” uit Cantate No 28,
waarvoor de koorklank met wat meer
te duiden tusSen die van musical en
circus in ligt. De muzikanten (zes stuks)
niet in de bak maar weerszijden van de
spelers op het podium, (spanning.
muziek wordt opgevoerd, truc geslaagd,
touché van het orkest, die werkwijze),
de speelplek is in feite een piste waar
van alles in en uit rolt.
Voor Corfax zijn zo wat alle denkbare
theaterbeelden aangewend, maar wie
voor die moeilijke constructie kiest loopt
een hele reeks risico’s. Welke risico’s?
Dat toont Corfax. Want, in anderhalf
uur zonder pauze wordt vooral duidelijk
hoe slordig met al die middelen kan
worden omgesprongen.
Uitstekende muziek, inventieve ver
lichting, aardig spel en beslist redelijke,
soms zelfs heel puntige teksten. Echter,
al dat in principe goeds kan door het te
veel te gelijk willen geen kans krijgen.
De smeltkroes borrelt over en het jam
merlijke is dan dat voor de toeschouwer
in feite een rommeltje resteert.
Nee, vervelen doet men zich niet.
Daarvoor is het tempo te hoog en blijft
het afvragen van „wat zou er nu weer
komen?”. Precies, zoals in het circus,
waarvan je je na afloop al snel alleen
nog herinnert dat de clowns goed wa
ren? Ja, er waren nog een heleboel
andere nummers. Het nummer van Cor
fax dat blijft bij: een achtervolging op
het toneel over en terug lopend in een
tegelijkertijd geprojecteerde film.
JAAP JOPPE.
Hoewel niets exact is vastgelegd, zijn
er dermate sluitende afspraken gemaakt
met de muzikanten dat, schijnbaar im
proviserend, een in wezen geraffineerd
afgewogen show wordt geleverd. De
geluiden en muziekjes die te horen zijn,
zijn voorts volledig ondergeschikt
gemaakt aan de dramatische werking
en waren als zodanig ook zeer
geraffineerd toegepast, variërend van
clusters op een versterkt harmonium tot
vrolijke tonale wijsjes op een viool.
Wilhelm Bruck en Theodoor Ross waren
het die dit alles zonder een spier te
vertrekken (letterlijk en figuurlijk)
perfect wisten te realiseren.
BONN (DPA). De Nederlandse
jazz-musicus Chris Hinze is op het Beet-
hoven-festival in Bonn onderscheiden
met een aanmoedigingsprijs van 5000
mark. Hinze kreeg de onderscheiding,
die voor de eerste maal werd uitgereikt,
voor zijn „Life Music Show”. De West-
duitse componist Michael Hamel kreeg
dezelfde onderscheiding.
De grote onderscheiding, de Beetho-
ven-prijs van 15.000 mark ging postuum
naar de Italiaanse componist Bruno Ma
derna voor zijn in 1972 gecomponeerde
werk „Aura”.
■w
ui'
en