MAURICIO KAGEL BEGINT Louis Falco met water en vissen VOLWASSEN TE WORDEN bleek meesterhand te verraden Holland festival Corfax: slordig theater met overtrokken effecten Claveciniste Marion van Harreveld onderscheidde zich in Bach-concert Holland Festival 1924 „Eindrücke” van Luciano Berio 1924 7 6 STROOM VAN VITALE BEWEGINGSVONDSTEN Muzikale kermis in Brakke Grond Cathy Berberian duidelijk op haar retour Chris Hinze La Mama in Haagse Schouwburg Toelagen beeldende kunstenaars Zomerconcert van NPO met veel solisten Gestolen Egyptische fresco’s clandestien op kunstmarkt Nederlanders bekroond in Wereld Cartonale I Onderscheiding voor KUNST 1974 MAANDAG 1 JULI I I r. I. n AMSTERDAM Zaterdagavond zagen we in de Stadsschouwburg van Amsterdam de tweede voor stelling van Louis Falco. Zelden zal een publiek zich zo heen en weer geslingerd hebben gevoeld tussen zwaarmoedigheid en lol als tijdens dit optreden. Eerst voelde men zich verfrist als na een ochtendbad (Tub), dan terneergeslagen door vijandige gevoelens en de confron tatie met de zandloper van de tijd (Storeroom) en tenslotte opgewekt door een voortdurende stroom van vitale bewegingsvondsten (Caviar). HAARLEM De bezoekers van het tweede zomerconcert van het Noordhollands Philharmonisch Or kest, dat zaterdagavond onder lei ding van de dirigent André Vander- noot in het Haarlemse Concertge bouw werd gegeven, werden ver gast op een geheel aan composities van Johann Sebastian Bach gewijd programma. 1 e e t WIM WITTEMAN :e LUCIANO BERIO ir WIM WITTEMAN. MARIUS VAN ALTEN A n a e i I» e t s I K ei is k le id m m Is in in ne ng De iet en ur ?m te is als lie >er d n :e in s— er ig id o- is et et ti nt >1- sn 1, e I. et ji ve jk 8- a- re Corfax is een geesteskind van Wilford Leach, sinds 1970 artistiek directeur van alle La Mama-activiteiten. Met recht het woord „geesteskind”, want Leach heeft als een soort alternatieve tovenaar Mer- lijn een bühne-stuk gefantaseerd dat bol staat van de (onmogelijke) mogelijk heden. Rond 1900: een dubieuze veearts krijgt wonderbaarlijke lieden op bezoek. Waar ze vandaan komen is de vraag. Wel van deze aarde? Trouwens zijn dit wel mensen.of geesten, spoken, of bloedbroeders van Dracula? Hoogt merk waardige toestanden in een sfeer van kalme griezel, ouderwetse science ficti on, vervreemding. Leach, die ook regisseerde, koos voor een vorm die om het een beetje aan De Esperamento Theater Club volgt de laatste jaren de lijn om het zuivere woordtheater aan te vullen met variété, muziek en technische effecten. De lijn wordt voortgezet met Corfax, in het kader van het Holland Festival, gistera vond te zien in de Haagse Koninklijke Schouwburg en verder nog deze week in Rotterdam en Amsterdam. Jennifer Muller gooit Louis Falco nat in het ballet „Tub”. ROTTERDAM. Het Berio-concert vrijdagavond in de Rotterdamse Doelen is in vele opzichten nogal teleurstellend uitgevallen. In de eerste plaats was er maar een zeer bescheiden publiek opge komen, htegeen nogal merkwaardig is in het licht van zijn grote successen de laatste jaren juist in Nederland. Een grote tegenvaller was bovendien, dat de première van „Points on the curve to find.niet doorging vanwege indispo sitie van Anthony di Bonaventura, die er de piano-solo in zou spelen. En tenslot te: Cathy Berberian. Deze fantastische zangeres had ofwel een tragische off day of ze is op haar definitieve retour. Evenals haar onstuimige sex-appeal bin nen enkele jaren teloor gegaan blijkt te zijn in matrone-achtige proporties zijn haar vocale mogelijkheden schrikbarend teruggelopen als we die vergelijken met concertoptredens nog geen twee jaar te rug. AMSTERDAM. Het begint er op te lijken dat het enfant-terrible Mauricio Kagel volwassen begint te worden. Plot seling blijkt dat hij op zinnige wijze ideeën kan uitwerken en zelfs heel goed voor orkest kan schrijven, zoals we de laatste weken konden beluisteren in werken als „1898” en „Variationen ohne Fuge”, maar dat niet alleen. Ook het soort activiteiten, in het algemeen aan- geduid als muziektheater, waarmee hij al zeer lang tot vervelens toe over de hele werdeld de aandacht weet te trek ken begint eindelijk enig niveau te krijgen, getuige het „Zwei-Mann-Or- chester” dat vorige week enige malen te beleven viel in het kostelijke Amster damse zaaltje van de Brakke Grond. beter beviel dan het dor klinkend* positief, dat de organist bij de uitvoering van Cantate 28 benutte. Voor het continuo van Cantate 29 heeft ook Marion van Harrevelt mede gewerkt en met het orkest onder Van- dernoots directie de uitvoering op be langrijk niveau gehouden. P. ZWAANSWÏJK. voordracht nog van de vroegere allure was. Maar de enorme ovaties van het publiek leken me toch wat overdreven; éénmaal een ster altijd een ster blijk baar. Grote bewondering daarentegen ver dient de fluitist Raymond Delnoye, die de solopartij in Berio’s Serenata I exact en toch zeer bewogen wist te brengen, een niet geringe opgave. Minder exact leek me Berio als dirigent, wél zeer handig en soepel. Zo had het effect van een werk als „Eindrücke” beslist nog wel te leiden onder de problemen die een eerste uitvoering nu eenmaal met zich meebrengt. Het meest belangwekkend was de pre mière van Berio’s meset recente orkest werk: „Eindrücke”. Stilistisch sluit het werk, evenals trouwens „Calmo”, geheel aan bij het soort muziek dat wij de laatste 10 jaar van hem kennen. Op het Het zou wat zwaarwichtig zijn te stellen dat hier spra'ke zou .zijn van een aanklacht van Kagel tegen het grote symphonie-orkest, al dat soort getheore tiseer past niet bij een dergelijk luchtig vermaak als hier geboden werd; tenslot te is Kagel geen Duitser naar een Zuid- Amerikaan. Dat hij zich toch na iedere uitvoering weer ter beschikking stelde om vragen van het publiek te beant woorden zal wel geweest zijn om de tijd een beetje te rekken, want anders stonden we na drie kwartier alweer op straat. Niet te kort overigens maar ook net niet te lang om je intensief te kunnen amuseren met die twee mannen, die daar met enorme overgave een zeer ingewikkeld instrumentarium aan het bedienen zijn. Dat instrumentarium is eigenlijk reeds de helft van de compositie. De laatste tijd hebben we in het Stedelijk Museum nogal wat Pop-Art-achtige mobiele con structies kunnen bewonderen, in origina- Het eerste nummer hiervan was de Suite in b kleine terts, de meest gespeel de van de vier Suites, die door Bach zelf „Ouvertüren” werden genoemd. Het is niet meer na te gaan of Bach deze werken in de tijd, dat hij in Cöthen werkzaam was, heeft gecomponeerd of dat zij te Leipzig ontstaan zijn. Zeker is het, dat Bach de suites in deze stad onder zijn leiding heeft laten uitvoeren als muziek, die voor zijn tijd „heden daags” genoemd kon worden en noch tans grote waardering ondervond, niet in de eerste plaats, doordat zij aansluiting had bij „de traditie”, maar voornaïnelijk omdat zij in zichzelf de muzikale schoonheid van melodie en harmonie en van structurele orde bevatte, met mees terhand daaraan gegeven. In een tijd, waarin gestreefd wordt naar extravagante verbijzondering zon der uitzicht op zinrijke ontplooiing, heb ben uitvoeringen van Bachs muziek een weldoende werking en versterken het geloof in haar blijvende betekenis voor de muzieklievende mens. DEN HAAG (ANP). Minister Van Doorn van CRM heeft voor 1974 reistoe lagen en stipendia toegekend aan een groot aantal beeldende kunstenaars. In deze omgeving kregen een reistoe lage: Kees Bierman in Haarlem en een stipendium: Wim Bosman in Santpoort, Bruce Dunlap in Haarlem, Lei Molin in Bloemendaal en Frans de Wit in Lisse. Bij de selectie van de gegadigden werd de minister geadviseerd door een commissie, bestaande uit prof. A. A. J. Troost, voorzitter, mevrouw N. Bont, de heren C. A. Heemsbergen, dr. P. H. Hefting en A. Kuipers, leden Houtenbrink, ambtelijk secretaris. In „Calmo”, dat Berio schreef in me- moriam Bruno Maderna gaf dit geen grote problemen omdat de componist de zangpartij opzettelijk niet-solistisch heeft behandeld, geheel versmolten, in unissono-klank met een trompet. In de „Folk Songs”, elf verrukkelijke volks- liedbewerkingen uit 1964, kwam Cathy echter nauwlijks uit de verf. Wat dat betreft had Berio beter de versie kunnen nemen met zeven instrumenten. Het is me trouwens toch niet duidelijk waarom deze subtiele begeleidingen her-instru- menteerd moesten worden voor zo’n uit gebreid orekst-apparaat. Holland-Festival van 1972, waar de fi guur vah Berio centraal stond, maakten we zo o.a. kennis met de „Sinfonia”, „Chemins” en „Bewegung”. Er is kenne lijk sprake van een grote tweede schep- pingsperiode, waarin de componist defi nitief heeft afgerekend met de eliché’s, waarin veel na-oorlogse vooruitstreven de componisten verstrikt waren geraakt, eliché’s die we ook deze avond overigens uitgebreid te verwerken kregen in ouder werk van Berio („Serenata I” voor fluit en 14 instrumenten uit 1957) en Mader na („Serenata” 1954). Weliswaar probeer den beide componisten zich hierin al enigszins aan de seriële duimschroeven te ontworstelen, het uiteindelijke effect van dit soort buitengewoon gecompli ceerde muziek blijft betrekkelijk mi niem: virtuoze ruimtereizen naar plane ten waar we geen mens tegenkomen. Hoewel in „Eindrücke” alweer een nieuw soort eliché’s op dreigt te doemen is het een bijzonder mooi werk gewor den met een overzichtelijke materiaalbe- handeling en van een prachtige instru mentatie. Het is een breed opgezet con trapunt van twee uitgangspunten, een ritmisch en een melodisch. Twee patro nen, die zich subtiel transformeren, steeds verwachtbaar, steeds onverwacht. Dat een dergelijke beperkte opzet ruim tien minuten blijft boeien verraadt een meesterhand, die vergelijking oproept met een figuur als Ravel; denk bijvoor beeld eens aan een Bolero. Toch dunkt me dat van Berio nog sterker muziek te verwachten is. Misschien dat een derde scheppingsperiode een grootse synthese kan brengen van de omvangrijke en uiteenlopende creatieve arbeid die de meester tot dusverre heeft verricht. Als extraatje zong Cathy Berberian nog de kostelijke Pribaoutki-liederen van Strawinsky, waarin althans haar nu eens lieflijk streelden, dan weer met vaart door de lucht slingerden. Hoe dan ook, van dit laatste ballet werd het publiek volkomen gelukkig en als een choreograaf dat kan bereiken, mogen we hem best tot de hele groten rekenen Rest ons het roemen van de schitterende dansers met voorop Jennifer Muller en Louis Falco zelf, maar met ogenblikke lijk daarna Juan Antonio en Georgiana Holmes. Het orkest stond onder leiding van Burt Alcantara en had een groot aandeel vooral inv het succes van het laatste ballet „Caviar”. CONRAD VAN DE WEETERING Toch zou dit alles reeds na vijf minu ten bekeken geweest zijn wanneer de componist niet alleen veel ideeën had gehad maar die bovendien niet zo per- fecht had afgewogen en ingestudeerd (65 repetities naar hij achteraf meedeelde). Deze ideeën zijn maar voor een gering gedeelte muzikaal geörienteerd, maar eerder voortgesproten uit een typische theater-man. Hoe groot wordt de span ning wonneer een slagwerkstok in een motorische continuïteit minuten achter elkaar nét niet een trommel weet te raken en hoe sterk werkt dan het mo ment dat zoiets wel lukt? Dit zijn zaken waarbij het effect afhangt van enkele seconden en juist hierin heeft Kagel langzamerhand een vrij grote perfectie bereikt. De oudere balletten van Falco lijken wat gemakkelijker aan te spreken dan zijn nieuwere werk. Ze zijn in feite ook boeiender omdat ze ontstaan zijn op een grensgebied. Falco is begonnen als virtu oos danser, die de hem aangeleerde technieken vólkomen beheerst. Binnen die aangeleerde technieken is hij op zoek gegaan naar meer mogelijkheden, naar meer vrijheid. Wat nu zo verras send is in zijn oudere werk is het vrijmoedige gebruik van voor ons her kenbare structuren (van de bestaande techniek), in combinatie met een enorme energie en een groot aantal onverwachte vondsten. In zijn nieuwe werk zijn de vrijheid en de energie gebleven, maar de herkenbare structuren zijn steeds meer naar de achtergrond verdreven. Ook laat Falco in zijn latere werk een aantal gevoelens toe, die we in danswerk niet dagelijks tegenkomen (en zeker niet zo vanzelfsprekend en vitaal gedemon streerd). In Storeroom komt dan ook naast mond op mond beademing en het elkaar liefderijk ondersteunen vijand schap, kannibalisme, enge concurrentie- drift 'en beangstigend geschreeuw voor. Het eerste ballet „Tub” van Jennifer Muller, was ronduit verrukkelijk. Ieder een liep in de pauze daarna dan ook opgewekt en ontspannen stralend naar elkaar te glimlachen. Voorts kan ik als solisten nog noemen de violist Gijsbert Beths, die zijn obliga te partij in de tenor-aria „Halleluja, Stark un Macht” klankrijk en met joy euze expressie speelde, en verder de organist Bernard Bartelink om zijn con- tinuo-begeleidingen en om zijn tinte- lend-helder solo-spel in de verrukkelijke Symfonia van de Cantate No 28. Hij bespeelde voor deze solo het grote Ca- vaillé-Coll-orgel, dat mij door de uitne mend gekozen registratie en om de stemming van dit instrument zeer veel DEN HAAG. De La Mama Espera mento Theatre Club in New York is een van de befaamde groepen die werken onder het La Mama vaandel. La Mama, synoniem geworden met de Off-Off- Broadway-beweging in het Amerikaanse oneel, werd in 1962 opgericht op initiatief van de costuumontwerpster Ellen Stuart, die het opnam voor jonge toneelschrijvers die bij het gevestigde toneel weinig of geen kansen kregen. La Mama is sinds dien uitgegroeid tot een complexe orga nisatie met diverse groepen en jaarlijks talloze produkties. LONDEN (AFP). De Britse Sunday Times weet te melden dat fresco’s van onschatbare waarde, afkomstig uit de tempel van Dendera in Egypte, op het ogenblik worden aangeboden op de clan destiene kunstmarkt in Europa. De dieven zouden de fresco’s al eerder hebben willen verkopen aan de directeur van een museum in Hannover. De muurschilderingen zijn van de muren van de grafkelders van de aan de godin Hathor gewijde tempel in Dendera ge haald. Dendera ligt op 500 km ten zui den van Cairo. Twee van deze grafkelders zijn maar open voor het publiek. De fresco’s zijn dan ook gestolen uit de andere, waar het erg donker is en we melt van vleermuizen. Het moet een werk van jaren zijn geweest. De diefstal is volgens de Sunday Ti mes in januari van dit jaar ontdekt door de directeur van de Egyptische dienst van oudheden. De Egyptische autoritei ten geloven dat de muurschilderingen nog ergens in Egypte verborgen zijn en dat de dieven ze proberen te verkopen aan de hand van foto’s. litei en complexiteit laat Kagel zijn concurrenten reeds op dit terrein ver achter zich liggen. Alles wat U zich maar aan muziekinstrumenten kunt voorstellen is hier met ingenieuze hefbo men en andere mechanische overbren gingen met elkaar en met de beide musici in verbinding gebracht. Terwijl ze op hun rug harmonika spelen, blazen ze op een doedelzak, hetgeen hun inmid dels er in het geheel niet van weerhoudt tegelijkertijd met hun voeten een con trabas te doen bespelen via een daarop bevestigde automatische strijkstok, die dan bovendien weer merkwaardige rela ties onderhoudt met een naaimachine, die in staat blijkt slagwerk te kunnen bedienen. Op het toneel stond een klein badje, gevuld met echt water en daarin onder gedompeld een danseres. Alleen al het uit bad stappen met een aan haar lijf plakkende natte jajon was genoeg om het publiek in een goeie stemming te bren gen. Iedere "volgende danser die er op het toneel verscheen moest dan ook door het bad of minstens natgespetterd wor den. Er was op een gegeven moment een kring van doorweekte dansers verbonden met natte handdoeken (waarvan ieder een uiteinde vasthield) opgewekt aan het rondhuppelen. Natuurlijk ontaardde dat in een natte handdoeken-gevecht. Als een danser ronddraaide vlogen de spetters in het rond (zoals je soms bij honden na een bad ziet) en als twee dansers elkaar in de buurt van het badje troffen, ging dat nu eens gepaard met het elkaar nat gooien, dan weer met het elkaar reini gen of liefkozen met water, waarbij een doopplechtigheid uiteraard niet gemist kon worden. Dat er opeens een jongen met zwem vliezen kwam aanstappen verbaasde na tuurlijk niemand. Het enige wat storend was bij dit speels geheel, was de op den duur snerpende eentonigheid van de op synthesizer voortgebrachte muziek, maar het verfrissende „na het bad”gevoel kon hierdoor niet verdrongen worden. Voor „Storeroom”, hel nieuwe ballet van Louis Falco, stond er op het toneel een houten toren met daarbovenop een schuinliggend vat waaruit 'een wit poe der stroomde. Het kon lijken op een waterval, een zandloper of een leeglo pend blik zeeppoeder. Naast de toren lag een hoop mensen in wijde beige pijen, waaruit langzamerhand wat leven te voorschijn kwam. Zoals ik hierboven al schreef omvatte dit leven zowel kani- balisme als naastenliefde, vreugde en angst. Een deel van de begeleidende geluiden werden door de dansers zelf voortgebracht in de vorm van ieder denkbaar met de keel voortgebracht ge sis, gegorgel, gezucht, gebrom, sirene ge gil, gelach en gekrijt. Na afloop bleek' een deel van het publiek zijn onlustge voelens niet anders kwijt te kunnen dan via boe groep en gefluit, maar zoals Falco het zelf zei: „het leven is niet alleen maar vrolijkheid en gein, ik heb enorm veel andere gevoelens en ik vond het nodig daar ook uiting aan te geven” In ieder geval kwam in dit ballet de grote vrijheid van beweging voor, waar over ik in min inleiding al schreef. Het spel van herkenbare structuren gemengd met nieuwe vondsten kregen we daarna in „Caviar” te zien, dat vorig jaar al op het repertoire stond. Het was een genot opnieuw die enorme stroom dynamische vondsten voorbij te zien vliegen met schuimplastic vissen, die de dansers nu eens onder de arm droegen, dan weer in figuren op de grond legden, bewogen betrokkenheid had kunnen klinken, maar welk cantate-deel troch door een bewonderenswaardige beheer sing van de veeleisende polyfonie en gave, welluidende, haast „instrumentale” klank indrukwekkend werd gezongen. Vertrouwdheid met vocale polyfonie klonk eveneens uit de voordracht van de koren „Wir danken dir, Gott” en het bewerkte koraal „Sei Lob und Preis met Ehren” van de Cantate No 29. Een verdienstelijke indruk maakte van de solisten de sopraan Margreet Honig, wier heldere stem nog een be trouwbaarder basis moet krijgen om de melodische profilering duidelijker van belijning te doen worden. Joke de Vin, die een mooi getimbreer- de altstem bleek te bezitten, vertolkte haar betrekkelijk klein aandeel in de cantates naar wens. Met grote waardering vermeld ik de uitstekende zang, zowel van de tenor Marius van Altena, als van de sonore bariton Wout Oosterkamp. (Van onze correspondent) HEIST. Twee Nederlandse cartoon- tekenaars zijn vrijdagmiddag tijdens de officiële opening van de 13e Wereld Cartonale in de Belgische badplaats Heist bekroond. De Laureaat voor de beste „gewone caroon” ging naar Guus Ong. De jury koos uit zijn inzendingen de kritische cartoon die een generaals- hoofd Voorstelt met een gebit in de vorm van een guillotine. Felix Roosenstein mocht de publieks prijs in ontvangst nemen. Zijn geëxpo seerde cartoons gedurende de Wereld Cartonale van vorig jaar werden door de bezoekers het meest gewaardeerd. Eervolle vermeldingen waren door de jury toegekend aan de Nederlanders Jan ven der Wel en Ad Broeders. De Wereld Cartonale duurt nog tot en met 8 september. Op de tentoonstelling zijn 380 geselecteerde cartoons uit 1400 ■itzendfngen uit 27 landen te zien. Zo heeft ook de uitvoering van de suite haar betekenis gehad, mede omdat Vandemoot de muziek met eenvoudige interpretatie-benadering heeft laten klinken, maar welk cantate-deel toch met de fluitist Jan van den Berg, die de belangrijke solo-partij muzikaal en met voortreffelijke technische beheersing heeft vertolkt. Op deze avond heeft ook een instru mentaliste zich bijzonder onderscheiden, namelijk de claveciniste Marion van Harreveld. Zij had voor haar optreden Bachs Concert voor clavecimbel en or kest in A gekozen, van welks solo-partij zij een strak gehouden, technisch perfec te uitvoering gaf, scherp geprofileerd en gestructureerd. Vandemoot en het orkest hadden geen moeite om zich voor de begeleiding bij dit metrisch en ritmische geordende spel aan te sluiten. Naast de twee besproken zuiver in strumentale werken, waren ook twee vocaal-instrumentale composities in het programma opgenomen, te weten de Cantate No 28 „Gottlob! Nun geht das Jahr zu Ende” en Canate No 29 „Wir danken dir Gott”. De Koorschool Sint- Bavo, geïnstrueerd door zijn dirigent Jan Valkestijn, had de uitvoering daarvan op zich genomen met medewerking van zangsolisten. Het gemengde koor van jongens-so- pranen en jongens-alten, tenoren en bassen leverde onder Vandemoots lei ding voortreffelijke prestaties, in het bijzonder met het motet-achtige „Nun lob’, mein Seel” uit Cantate No 28, waarvoor de koorklank met wat meer te duiden tusSen die van musical en circus in ligt. De muzikanten (zes stuks) niet in de bak maar weerszijden van de spelers op het podium, (spanning. muziek wordt opgevoerd, truc geslaagd, touché van het orkest, die werkwijze), de speelplek is in feite een piste waar van alles in en uit rolt. Voor Corfax zijn zo wat alle denkbare theaterbeelden aangewend, maar wie voor die moeilijke constructie kiest loopt een hele reeks risico’s. Welke risico’s? Dat toont Corfax. Want, in anderhalf uur zonder pauze wordt vooral duidelijk hoe slordig met al die middelen kan worden omgesprongen. Uitstekende muziek, inventieve ver lichting, aardig spel en beslist redelijke, soms zelfs heel puntige teksten. Echter, al dat in principe goeds kan door het te veel te gelijk willen geen kans krijgen. De smeltkroes borrelt over en het jam merlijke is dan dat voor de toeschouwer in feite een rommeltje resteert. Nee, vervelen doet men zich niet. Daarvoor is het tempo te hoog en blijft het afvragen van „wat zou er nu weer komen?”. Precies, zoals in het circus, waarvan je je na afloop al snel alleen nog herinnert dat de clowns goed wa ren? Ja, er waren nog een heleboel andere nummers. Het nummer van Cor fax dat blijft bij: een achtervolging op het toneel over en terug lopend in een tegelijkertijd geprojecteerde film. JAAP JOPPE. Hoewel niets exact is vastgelegd, zijn er dermate sluitende afspraken gemaakt met de muzikanten dat, schijnbaar im proviserend, een in wezen geraffineerd afgewogen show wordt geleverd. De geluiden en muziekjes die te horen zijn, zijn voorts volledig ondergeschikt gemaakt aan de dramatische werking en waren als zodanig ook zeer geraffineerd toegepast, variërend van clusters op een versterkt harmonium tot vrolijke tonale wijsjes op een viool. Wilhelm Bruck en Theodoor Ross waren het die dit alles zonder een spier te vertrekken (letterlijk en figuurlijk) perfect wisten te realiseren. BONN (DPA). De Nederlandse jazz-musicus Chris Hinze is op het Beet- hoven-festival in Bonn onderscheiden met een aanmoedigingsprijs van 5000 mark. Hinze kreeg de onderscheiding, die voor de eerste maal werd uitgereikt, voor zijn „Life Music Show”. De West- duitse componist Michael Hamel kreeg dezelfde onderscheiding. De grote onderscheiding, de Beetho- ven-prijs van 15.000 mark ging postuum naar de Italiaanse componist Bruno Ma derna voor zijn in 1972 gecomponeerde werk „Aura”. ■w ui' en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1974 | | pagina 7