BALLETTEN MET TE WEINIG
TEMPO ZWAK
UITGEVOERD
Hecht samenspel van „Fiori
Musicali” met Geraerts
Muziekweek Woodbrookers met
informeel concert besloten
Monnickendams ,Via Sacra’
voor het eerst in Haarlem
Kunstenaarsbond
boos op Tros
Holland festival
1974
Alternatieve sluiting van Holland
Festival met allerlei verrassingen
F
Meesterschakers in beeld
SCHEMA LIEP NAAR IEDERS VERWACHTING TOTAAL IN DE WAR
Choreografie-manifestatie 1974
Paarden in beeld in
Onder motto „Wat gaan we spelen en zingen?”
Tournee kerkkoor uit Philadelphia
Paul van Vliet weer
met Engels cabaret
Conny Vink eerste in
songfestival in Split
„Voor en Met Orgel” in Waalse Kerk
Boxtelse galerie
MAANDAG
Pianoleeuw
BENTVELD Van 28 juni tot
7 juli is door de Arbeidersgemeen
schap der Woodbrookers te Bent
veld weer de traditionele zomer-
muziekweek gehouden onder het
motto „Wat gaat we spelen en zin
gen?” Op deze vraag is door de lei
ders van deze muziekweek, de diri
gent André Kaart en de componist
Ruud Koumans, na overleg met de
vrij talrijke cursisten een uitvoerig
antwoord gegeven met de samen
stelling van een omvangrijk werk
programma. Hiervoor werden vo
cale en instrumentale composities
gekozen voor gevarieerde bezet
tingen, zo goed mogelijk aangepast
HAARLEM Een beroemd
kerkkoor uit de Verenigde Staten,
het koor van de Metropolitan
Church te Philadelphia, zal deze
maand een tournee door Europa
maken. Het zal concerten geven in
de domkerken van Keulen, Parijs,
Milaan en andere grote steden on
der leiding van zijn dirigent dr.
Robert Russel, die waar nodig ook
orgelbegeleidingen zal verzorgen.
Het eerste concert van de tournee
zal het koor, dat in Amerika als
„Collegiate Choir of the Cathedral
of Philadelphia” bekend is, op
10 juli, woensdagavond om acht
uur te Haarlem geven in de kathe
drale basiliek Sint Bavo aan de
Leidsevaart.
AMSTERDAM Vrijdag, zater
dag en zondag werd de sluiting van
het Holland Festival gevierd op een
wijze die nauwelijks aan het Hol
land Festival deed denken. In drie
theaters, het Shaffy-theater, The
Movies en De Melkweg werden aan
de lopende band 45 verschillende
programmapunten afgewerkt, waar
uit het publiek als op een kermis
een keuze kon maken. De bedoe
ling was, dat het vaste publiek uit
ieder van deze centra ook eens de
andere gebouwen zou opzoeken en
voor dit doel was er een gratis
kwartierdienst per bus georgani
seerd waar echter ontzettend wei
nig gebruik van werd gemaakt. In
de bus die ik nam zaten zes mensen
ijverig het programma-schema te
bestuderen, terwijl de radio voort
durend bijzonder hard, bijzonder
eenvoudige popmuziek uitzond.
Aan de chauffeur gevraagd of hij
dat nu mooi vond, zei die: „Ach dat
geeft een beetje herrie in de tent,
hè”.
aan het aanbod van stemsoorten en
instrumenten, waarmede aan de
muziekweek deelgenomen kon wor
den.
KUNST
ZO
Gale
CONRAD VAN DE WEETERING.
Niet minder knap was voorts Baldrick
Deerenberg’s meeslepende blokfluitspel
in de vierde Sonate uit ,11 pastor fido”
van Antonio Vivaldi. In beide sonates
onderscheidde Kees Rosenhart zich aan
heit clavecimbel als een betrouwbare,
muzikaal inspirerende begeleider. Met
een zeer langdurig applaus beloonden de
toehoorders de vier jonge musici voor
hun stijlbewuste, artistieke interpreta
ties.
luistersfeer aangetoond. Ik wil nog noe
men het betrokken gezongen duet van
Adam en Eva uit Haydns „Schöpfung”.
een „Flöten-uhrmusik” van dezelfde
componist, delen uit een septet van San-
ti-Saëns, een kwintet van Mozart, een
kwartet van Telemann, drie dansstukken
van Bartók, een Canzone van Frescobal-
di, een deel uit een serenade van Mozart
en Haydns Theresienmesse, waarmede
deze muziekavond besloten zou worden.
P. ZWAANSWIJK
UTRECHT. De bij het NVV aange
sloten Algemene Nederlandse Organisatie
van Uitvoerende Kunstenaars (ANOUK)
is boos op de Tr„s omdat deze omroep
in strijd met eerdere afspraken een
show rond' de Duitse zanger Freddy
Quin muzikaal laat omlijsten door Duit
se in plaats van Nederlandse musici.
In een brief aan Tros-directeur Lan-
dré schrjjft ANOUK de gang van zaken
des te vreemder e vinden, omdat aan
vankelijk was gepland, dat de muzikale
begeleiding door Nederlandse musici zou
worden verzorgd. De ANOUK meent dat
een oud geschil met de Tros over hono
rering van Nederlandse musici wellicht
voor de heer Landré drijfveer kan zijn
geweest om toch buitenlandse musici te
nemen. De Anouk protesteert met klem
tegen deze gang van zaken en verwacht
van de heer Landré dat zijn omroep
„een beleid' voert dat niet wordt geleid
door rancunes jegens de Nederlandse
musici”.
Zelfs onder deze omstandigheden wa
ren er nog bezoekers, die liever hun
eigen auto gebruikten om van het ene
adres naar het andere te scheuren dan
van de gratis busdienst te profiteren.
Rondom de theaters was het dan ook
een enorme puinhoop van moeilijk ge
parkeerde wagens.
Om in het circuit toegelaten te wor
den moest men een keer een kaartje
kopen, waarna men een stempeltje op
zijn hand k'reeg gedrukt als herkenning,
bij het terugkomen of voor het betreden
van de andere theaters. Als bij een
geheimzinnige sekte liep iedereeen, ook
de artiesten, dan ook met een stempeltje
op de hand.
Gelukkig was ik' wel bij de pianovoor-
dracht van Leo Cuypers. Die man is nu
precies wat je je bij het woord piano
leeuw voorstelt Een smalle jongen met
een bril in metalen montuur en lange
blonde manen. Hij bespeelt een vleugel
waarin niet minder dan zeven micro
foons hangen, speelt nu eens zeer swin
gend boogie, dan weer een dunne melo
die vol schitterende harmonieën, die af
en toe onderbroken worden door kracht-
uitbarstingen van met vuisten en armen
geslagen akkoorden en glissando’s. Of
alleen maar de beweging alsof er glis
sando’s gemaakt worden zonder echter
de toetsen aan te raken. Soms laat hij
een akkoord liggen en drinkt een glas
bier of steekt een sigaret op, waarbij hij
van twee mensen uit het publiek tege
lijk een vuurtje krijgt, terwijl het on
danks de lange stilte toch lijkt of de
muziek doorgaat. Soms speelt hij met
een leeg bierglas op de snaren, of slaat
met zijn handen op de snaren of op het
metalen frame van de openstaande vleu-
Het veelzijdige programma, dat dan
ten gehore zal worden gebracht, bevat
naast composities uit de bloeitijd der
vocale polyfonie ook negro-spirituals en
werken van hedendaagse componisten
zoals Olivier Messianen en Lukas Foss,
een Amerikaanse componist van Duitse
afkomst, die zich in 1937 in de Verenig
de Staten vestigde, waar hij studeerde
bij Paul Hindemith. Foss is tweeënvijftig
jaar oud. Ook zal een werk van een
oud-Haarlemmer, de bekende componist
Marius Monnikendam tot uitvoering ko
men.
Monnikendam componeerde dit werk,
dat als titel „Via sacra” heeft gekregen,
in 1969. Het werd geschreven voor een
AMSTERDAM. Van dinsdag 2 juli
tot en met zaterdag 10 augustus zal Paul
van Vliet in het Nieuwe de La Mar-
theater in Amsterdam voor de tweede
maal een serie voorstellingen geven van
zijn Engelse one man show getiteld:
„The Truth behind the Dykes”.
Zoals bekend richt dit programma zich
op de Engelstalige touristen, die Amster
dam bezoeken en op de Engelstalige
buitenlanders die min of meer perma
nent in Nederland verblijven. De show
van Paul van Vliet brengt hen in hun
eigen taal in contact met een typisch
Nederlandse vorm van theaterkunst; een
vorm, die inderdaad typerend bleek in
de voorstellingen die Paul van Vliet
onlangs gaf in de Verenigde Staten en
Canada.
Voor die Nederlanders, die het pro
gramma vorige zomer en tijdens de
tournee door Nederland in februari niet
zagen, bestaat hiervoor dus nu opnieuw
gelegenheid.
DEN HAAG. (ANP) Conny Vink
heeft het afgelopen weekeinde het inter
nationale deel van het songfestival in
Split (Joego-Slavië) gewonnen met het
liedje „Ca-me-mi Copacabana”. Het 14e
internationale sonfestival te Split werd
(door intervisie uitgezonden) bekeken
door zo’n 200 miljoen televisiekijkers in
Oostblok-landen en landen rond de Mid
dellandse zee. De Joego-Slavische zange
res Teresa Kesovia werd tweede samen
met de Italiaanse Sonia Conti. De dered
plaats was voor de zangers Miso Kova
(Joego-Slavi5) en Al Bano uit Italië.
De kunstenaarsorganisatie heeft naar
aanleiding van deze affaire de minister
van CRM gevraagd te bevorderen dat de
omroeporganisaties voor de muzikale be
geleiding van tv- en radioprogramma’s
van Nederlandse musici gebruik zullen
maken. Ook zal ANOUK de Duitse zus
terorganisaties verzoeken de bij hen
aangesloten leden te adviseren in de
toekomst niet op uitnodigingen van de
Tros in te gaan.
De geïnspireerde samenwerking van
Harry Geraerts en het ensemble leidde
bij deze vertolking tot een indrukwek
kende homogeniteit, iets wat trouwens
eveneens gezegd kan worden over de
verklanking van het laatste programma
onderdeel: de Cantate „lo morirei con-
tento” van Alessandro Scarlatti. Deze
cantate bezingt de Liefde, die, zoals de
laatste aria (terecht) zegt, alles overwint.
Een bruisende levenskracht spreekt uit
dit werk, waarin de vaak virtuoze cello-
partij voortreffelijk beheerst werd ge
speeld door Lidewij Scheifes, die in de
voorafgaande cello-sonate van Francesco
Saverio Geminiani (1680-1762) reeds een
overtuigende indruk had gemaakt.
HAARLEM. Onder auspiciën van
de Stichting Voor en Met Orgel concer
teerde zaterdagavond in de Waalse Kerk
het ensemble „Fiori Musicali” met me
dewerking van de tenor Harry Geraerts.
Het ensemble, bestaande uit blokfluitist
Baldrick Deerenberg, celliste Lidewij
Scheifes en organist/cïavecinist Kees Ro
senhart bracht, tezamen met Harry Ge
raerts een programma, dat muziek vanaf
de Renaissance tot en met de Barok
omvatte en waarin de verschillende le
den zowel in ensembleverband als ook
solistisch van zich deden spreken.
(Van onze correspondent)
BOXTEL. De eerste stalmeester
van het koninklijk huis, generaal Bis-
schoff van Heemskerk zal op vrijdag 19
juli in Boxtel in Galerie De Ark een
expositie openen die geheel in het teken
staat van het paard.
Ook hebben de leiders rekening moe
ten houden met het verschillende tech
nische niveau, dat bij vocalisten en in
strumentalisten, wier leeftijden uiteen
liepen van twaalf tot zestig jaar, aanwe
zig was.
In veel opzichten was het een hetero
geen gezelschap, dat in het Woodbroo-
ershuis bijeen was gekomen. Maar allen
hadden een gemeenschappelijk doel: een
week lang fijn muziekmaken en zien wat
er in deze korte tijd onder goede leiding
bereikt kan worden door geestdriftige
amateur-muzikanten.
Om dit te demonstreren werd zaterdag
in de Duinzaal van de Woodbrookers-
vestiging een muziek-avond gegeven, die
een plezierig informeel karakter had. De
avond werd geopend met de fanfare
klanken van Melchior Franks „Intrada”.
De jongste van de deelnemers kregen
de kans om enthousiast mee te doen aan
een uitvoering van de kindersymfonie
van Leopold Mozart, die zijn paternalis
me voor dit werk op zij zette en zijn
best deed gemoedelijk te zijn, ook met
nabootsingen van vogels, waarop menig
componist jaloers zou kunnen worden.
De verzorging van de koekoek-partij
betekende zelfs een rehabilitatie van de
als zo slecht bekend staande vogel!
Voor de aansluitende vertolking van
de ouverture „l’Italiana in Algeri” wer
den meest de oudere deelnemers opgeno
men in de democratische gemeenschap,
die orkest genoemd wordt, maar waar
over toch de dirigent, in dit geval André
Kaart, de baas blijft. Later op de avond
hebben de zeer vele toehoorders ook met
genoegen geluisterd naar de uitvoering
van de Suite voor klein orkest van Igor
Strawinsky en naar de allereerste voor
dracht (André Kaart sprak raillerend
over „de wereldpremière”) van een com
positie van Ruud Koumans, die de toe
passelijke titel „Summer Music” kreeg
en speciaal voor de muziekweek ge
schreven werd met een bezetting, waarin
alle instrumentalisten opgenomen kon
den worden, ook voor wat hun technische
bedrevenheid betrof.
De ..Summer Music” van Koumans
heeft een aantrekkelijke uitvoering ge
kregen, waardoor de melodische en har
monische kwaliteiten in een helder licht
kwamen te staan, waarvoor ook de in
strumentatie van betekenis is geworden.
Ook de overige uitvoeringen hebben,
zij het dan op verschillend niveau, het
nut van de muziekweek in een prettige
gel snelle ritmes. Wat hij ook' doet, het
blijft altijd goed klinken en het is steeds
boeiend.
Weer van totaal andere aard is de
huiskamer bij het binnenkomen van het
Shaffy-theater, waar acteur Cok Henne-
man zogenaamd woont en hij de toe
schouwers ook als zodanig ontvangt, wat
veel toeschouwers ertoe verleidt hun
visite ook werkelijk mee te gaan spelen.
Een vreemd soort vreemdeling.
Om financieel uit dit alternatieve fes
tival te komen, moesten er in totaal 6000
bezoekers zijn, d.w.z. 2000 per dag. De
eerste dag werd dit aantal lang niet
gehaald, de tweede dag wel en zondag
bestond het stempeltje dat de bezoekers
op hun hand gedrukt kregen, uit een
paarse voetballer..Dank zij het voetbal
geweld waren er ’s 'middags maar veer
tig belangstellenden op het festival en 's
avonds ongeveer 700, ondanks het be
zoek van Ivan Heylen, die naast zijn
Wilde boerendochter een groot aantal
sociaal gerichte liederen in zijn mars
heeft, die hij indringend en onderhou
dend brengt.
Qua onderneming mag het geheel toch
bijzonder geslaagd heten, met als belan
grijkste bezwaar dat de meeste pro-
gramma-onderdelen veel te laat begon
nen, zodat het hele schema totaal in de
war liep, wat echter door de verras-
sings-k'ermisbezoekers nauwelijks als
verrassing ervaren werd.
Een treffende overgang na deze ju
belende lofprijzing vormden de twee ri-
cercari van de Spaanse componist Diego
Ortiz, die leefde omstreeks 1550. In een
prachtig uitgebalanceerde, intieme sa
menklank van blokfluit en orgel (posi
tief), waarin Deerenberg en Rosenhart
de ritmiek en melodiek bewust lieten
„ademen” door een gezamenlijk toege
past, natuurlijk rubato, werd het pro
gramma aldus op muzikaal hoog peil
voortgezet.
Geopend werd met het fraaie „Domine
Deus ncster”, een lofzang, gebaseerd op
de woorden van psalm 8, van de Frans
man André Campra (1660-1744), die de
belangrijkste operacomponist is geweest
in de periode tussen Lully en Rameau.
De tenorpartij in dit werk werd op
bijzonder welluidende en heldere wijze
vertolkt door Harry Geraerts, terwijl hij
op een hecht samenspel kon rekenen van
het ensemble „Fiori Musicali”.
Onderweg tussen de diverse lokalitei
ten kwam je kennissen tegen die wilde
verhalen ophingen over Iris Scaccheri,
de Argentijnse danseres die in haar een
tje de hele Carmina Burana van Carl
Orff danste en dat zo adembenemend
deed, dat zij er nog helemaal opgewon
den van waren. Goed, dat had je dan
gemist, want het was nu voorbij. Latei*
kwam je weer andere kennissen tegen,
die je gierend vertelden wat een dave
rend lachsucces het toch serieus bedoel
de dansen van diezelfde danseres had
veroorzaakt, en dan raak je weer ver
zoend met het feit dat je nu eenmaal niet
overal tegelijk kunt zijn.
Jan Timman en Georg Sosonko zaten
zaterdag weliswaar aan weerszijden van
het schaakbord, maar niet voor het be
halen van een titel. In het Amsterdamse
Van Goghmuseum poseerden de meester
schakers voor een groep tekenleerlingen.
Vandaar misschien dat er bij beide heren
een ontspannen lachje af kon.
Verschillende choreografen namen
met enthousiasme enkele uiterlijke ele
menten over van Hans van Manen (het
in parallelle figuren rondlopen van groe
nen) van Ellen Edinoff (het langdurig
stilstaan en uiterst langzaam bewegen)
Met een speciale busdienst werd het de
bezoekers mogelijk gemaakt snel van het
ene theater naar het andere te gaan,
maar er bleek weinig animo voor te
bestaan.
en van Louis Falco (het laten ontstaan
van een lichaamsbeweging uit het
zwaaien van een arm of een been).
De gekozen begeleidingen waren vaker
irritant dan boeiend en toen er dan ook
uit de luidsprekers opeens een stukje uit
het ballet Doornroosje klonk, werd dit
door het publiek met gejuich begroet.
Verder moesten we het doen met con
crete muziek (Dark), de indringende ge
luiden van een roestige roltrap (Chantal
Meteor) of het eindeloos herhalen van
één enkele muziekmaat (gaandeweg).
De bewegingen die Bianca van Dillen bij
dit laatste geluid maakte behoorden ten
minste allemaal tot één stijl, maar de
zin van de choreografie ging verder wel
voor mij teloor.
Dit was nog erger voor het eerste
werk „Sitra”, dat Indiase en westerse
muziek en dans met elkaar wilde vere
nigen waarbij op blote voeten allerlei
passen moesten worden uitgevoerd, die
bepaald niet voor blote voeten gemaakt
waren en die ook al ver ten achter
bleven bij de geraffineerde ritmische
patronen van de Indiase muziek.
Het meest boeiend was nog „Sebasti
an” van Mary Sciarone dat werd uitge
voerd door Ton Simons. Hij stond lang
stil en tilde toen langzaam één arm op
die hij daarna liet vallen, waardoor er
allerlei verdere bewegingen in zijn li
chaam ontstonden. Dit procédé werd
steeds met variaties herhaald en wist tot
ongeveer op de helft te boeien.
Een vormenstudie van Amy
„Dark” met drie gele dames op een
groene kist, zou aardig geweest zijn als
het tot de helft bekort en tweemaal
versneld zou worden.
De beide fragmenten van bestaande
balletten vormden wel een choreografi
sche verademing, maar werden toch zo
zwak ten tonele gevoerd, dat ook daar
weinig genoegen aan viel te beleven.
Al met al, een avond die zodanig
vervelend was, dat ik het als een opof
fering ging voelen hem te moeten uitzit
ten. Alleen de belichting en aankleding
waren uitstekend verzorgd en het snelle
tempo waarin de verschillende nummers
elkaar opvolgden was bijzonder plezie
rig.
Aan het dansonderwijs lijkt me nog
heel wat te mankeren en ook al moeten
wij het stimuleren van jonge aankomen
de choreografen in ieder opzicht toejui
chen, toch gaven de resultaten daarvan
hiertoe deze keer weinig aanleiding.
CONRAD VAN DE WEETERING.
AMSTERDAM. Onder de titel
„Jonge dansers en jonge choreografen”,
ging zondagavond in de stadsschouwburg
in Amsterdam een choreograrie-manifes-
tatie, die vooral voor het publiek een
uitdaging, zo al niet een belediging
vormde.
Eeuwen geleden wist men al, dat men
bij voorstellingen en uitvoeringen van
muziek enige variatie in tempo in acht
moest nemen om het geheel boeiend te
houden. Tot deze simpele wijsheid was
echter nog geen van de deelnemende
choreografen van nu gekomen. Alles
verliep zodanig traag, dat het wel leek
of deze jonge mensen nog nooit van
dynamiek hadden gehoord. Gezien de
spiervorming van de benen moet ik
trouwens ook aannemen, dat de training
op de diverse dansvakopleidingen waar
de uitvoerenden vandaan komen te traag
is.
Tot de grote verrassingen behoorde
vooral de verscheidenheid. Naast elkaar
kon men Nel Oosthout een dramatisch
verhaal van Ionesco (Rinoceros) horen
voordragen; Marjol Flore dynamisch de
heer Ziegel horen opbellen over de haar
door hem veroorzaakte zwangerschap;
traag de uitgebreide voorbereiding zien
tot het nog trager dansen van de Japan
ner Mitsutaka Ishl, of kwasi ordinair, de
Sissies hun hoerenliederen horen kwe
len. Op andere momenten was het totale
beeld weer gewijzigd en vond men in
The Movies een Chaplin-film met expli
catie en begeleiding door het Resisten-
tie-orkest met in de Mini Movies de
werkelijk vermakelijke toverlantaarn
en de erbij vertelde moraliteiten door de
Luikerwaal (omstreeks 1720 rondtrek -
kende Walen, die in hun gemengd
Frans-Nederlands, bijgenaamd Koeter
waals, in Amsterdam het dagelijkse
nieuws vertelden met illustratie van
door henzelf getekende prenten.
De zoeven genoemde overgang van
jubel naar verstilling werd vervolgens
nog verder doorgevoerd met het „Salve
Regina”, een smeekbede aan Maria, van
Bonifatio Gratiani (1605-1664). Opnieuw
was Harry Geraerts de solist in dit
aangrijpende muzikale gebed en hij
werd ook nu opvallend nauwgezet bege
leid door Kees Rosenhart en Lidewij
Scheifes. Na een orgelsolo van Rosen
hart, die ditmaal op het Friedrichs-orgel
de „Capriccio sopra la bassa fiamenga”
van Frescobaldi uitvoerde met heldere
labiaalregisters, werd het eerste pro-
grammagedeelte met de Cantate „Hem-
met den Eifer” van Telemann afgeslo
ten.
bezetting van jongenskoor, gemengd
koor, orgel en slaginstrumenten. De
componist wilde met „Via sacra” de
literatuur van passie-muziek uitbreiden
en voor meer afwisseling zorgen van het
traditionele passie-repertoire met een in
breng van rooms-katholieke zijde.
De vorm van „Via sacra” beantwoordt
aan de opeenvolging der in veel rooms
katholieke kerkgebouwen nog aanwezige
veertien Kruiswegstaties, in muurschil
deringen of in andere vormen van beel
dende kunst getoond.
Marius Monnikendam heeft ook het
visuele element in zijn werk opgenomen.
Het is zijn bedoeling, dat op een projec
tiescherm tijdens de uitvoering van de
muziek veertien afbeeldingen van de
linoleumsneden, waarop de schilder Aad
de Haas in 1961 episoden uit het Lijdens
drama heeft weergegeven, zichtbaar
worden.
Voor de uitvoering van „Via Sacra”
heeft de componist ook gedacht aan een
recitant, die de staties aankondigt en
aan een medewerker die vanaf de kan
sel bij de staties toelichtend mediteert,
hetgeen inhoudt, dat in de gewijde
ruimte van een kerkgebouw de juiste
sfeer aanwezig geacht moet worden,
waarin gelovige toehoorders met confes-
sioneel-religieuze betrokkenheid, met
volkomen aanvaarding van de intentie
van de componist naar een uitvoering
van zijn zeer liturgisch geaard werk
zullen kunnen luisteren.
In Amerika en Canada en in enige
kerken in Nederland is „Via secra” reeds
ten gehore gebracht. Te Haarlem zal het
nu voor het eerst worden uitgevoerd.
P. ZWAANSWIJK.