„Ik ben pas tevreden als ik terug naar Praag kan”
Od
Nerveuzer
door Rolf Stallinga
Lachen
Weinig hoop
Donner
Dubcek
5
Eind 1972 werd de Tsjechische schaakgrootmeester Ludek Pachmann zijn land uitgestoten.
Onder de vleugels van de Westduitse miljonair Egon Evertz mocht hij bekomen van de kater
van de Praagse lente. Sindsdien is de balling voor geen enkel toernooi van enige betekenis meer
uitgenodigd. Pachmann, de politieke rebel, is door het internationale schaakwereld je schaak
mat gezet.
Waarom? Omdat de westerse sportsponsors zoals onze eigen IBM en Hoogovens zijn
gezwicht voor het dreigement van de Russen dat zij deze evenementen zullen boycotten als ook
de Tsjech van de partij zou zijn. Om deze reden liet ook Evertz, die voor het heil van zijn club
maandelijks schaakmatadors als Kavalek (uit Washington), Westerinen (Helsinki) en O’Kelly
(Brussel) laat overkomen, Ludek Pachmann vallen. Dat leidde tot een breuk en daarom ver
huist een verbitterde Pachmann, die volgende maand Duits staatsburger wordt, naar West-
Berlijn. Over zijn teleurstelling en andere zaken praatte hij met een onzer verslaggevers, die
hem in Solingen opzocht.
EAMi
neus
Ludek Pachmann’s bittere
schaakspel in het westen
een
W7/.
Enkele Nederlandse schakers willen
nu met een actie bereiken dat u alsnog
ik nu liever m mijn Prager woning
zitten, maar
„Nee, de omstandigheden waren toen
beter dan die nu voor politieke gevange
nen. Je werd natuurlijk wel geslagen.”
Het celleven was hem niet vreemd,
want in 1942 was hij al in handen van
de Gestapo gevallen. Was dat niet erger?
tuigd waren binnenkort weer tegen onze
Russische vrienden uit te komen, maar
dat men niet van ons mocht verlangen
dat we het al enkele weken na de inval
zouden doen.”
Hoe ervaart hij nu zijn „vlucht” in
1972? „Dat was voor mij een rationele
zaak. Ik kon er immers niets meer doen.
Ik mocht geen beroep meer hebben en
mijn huis was omsingeld door de politie.
In die situatie was mijn verblijf er
zinloos en had ik hier betere kansen iets
voor mijn land te doen. Natuurlijk zou
Pachmann (cynisch): „Er was in Praag
een vereniging van vrouwen die door
hun mannen waren verlateri.”
staan afgebeeld. De zee is zwart en aan
de horizon wieken twee witte vogels)
Is dat te scheiden? „Ja, vooral als je
ziet dat de heersers bij hun eigen men
sen niet populair zijn. Dat is moeilijk in
een democratisch land, maar in een
dictatuur kun je de machtsgroepen niet
met de bevolking identificeren- Ik heb
de Duitsers ook nooit gehaat en geloof
dat de Tsjechen niet beter zijn dan de
Russen. Maar Rusland had de pech dat
het eeuwenlang geïsoleerd is geweest en
dat het in geestelijk opzicht een onder
ontwikkeld land is.”
Hoe gaat het met Dubcek? „Die be
paalt nu als ambtenaar bij een houtves
terij wie er met de dienstwagens mag
rijden. Dubcek is een symbool geworden,
maar dat is eigenlijk niet het resultaat
van zijn eigenschappen. Hij was een
oprecht mens maar geen groot politicus.
Uit een recente brief van hem blijkt, dat
hij nog steeds gelooft dat de Russen
tussenbeide kwamen omdat ze slecht
geïnformeerd waren.”
Zou hij graag tegen de Russen willen
uitkomen? „Natuurlijk, hoewel het on
aangename tegenstanders zijn omdat ze
zo sterk spelen. Ik heb trouwens nooit
gezegd dat ik het niet wilde. Met Kava-
lek heb ik destijds een verklaring uitge
geven, waarin stond dat we ervan over-
Zijn ze daar blij om? „De meesten
niet, maar ze hebben geen keuze. Als ze
weigeren komen ze in de gevangenis en
dat is niet erg prettig.”
Europa dat ze niet vijandig gezind is. Na
dg inval waren er natuurlijk vijandige
gevoelens maar die golden het Kremlin.”
Heeft hij er met de Russische spelers
over gesproken? „Ja, en ik heb alle
grond om aan te nemen dat ze mijn
vrienden zijn gebleven. Maar het is hun
bond die bepaalt wat er moet gebeuren.
Laatst was Spasski hier op de tv en de
commentator vroeg hem toen of hij nog
altijd een vriend van Pachmann was.
Spasski antwoordde: „Wat kan ik u er
op zeggen?” Het trieste gezicht, dat hij
er bij trok, heeft me erg ontroerd. Het is
toch een enorme aanklacht tegen het
systeem als je je persoonlijke vriend
schap niet meer mag bekennen.”
Beheerst het schaakspel zijn leven?
(Lachend): „Nee, dat is alleen iets dat
het leven op een afstand kan weerspie
gelen, maar geen leven kan voorstellen.”
(Boven zijn hoofd hangt een schilderij
waarop rotsen in een kolkende branding
Is hij aan dat schilderij gehecht? „Dat
is van mijn vader, maar hij heeft de zee
nooit gezien. Dat was zijn illusie.”
Hoe gaat het nu met hem? Pachmann:
„Het gaat helemaal niet met me omdat
ik teveel te doen heb. Ik heb de laatste
twee jaar meer gedaan dan in mijn hele
leven. Je schrijft boeken, geeft simul
taan en wordt voortdurend gevraagd om
lezingen te houden over schaken en
politiek. Ik kom gewoon tijd tekort.
Heeft hij nog wel eens angstdromen?
„In het begin wel. In de cel brandde
altijd licht en thuis sliep ik in het
donker. Dat was iets nieuws. Als ik dan
wakker werd, raakte ik in verwarring.
Rustig ben ik bepaald niet, maar ik heb
in elk geval geleerd de angst te beheer
sen. Dat mag niet je handelwijze bepa
len. Daarom heb ik zo’n bewondering
voor Israel. Die mensen zouden sterven
als ze angst zouden hebben. Dat heb ik
ook mijn landgenoten voorgehouden.”
Eugenie: „Hij is nerveuzer. Ik heb het
gevoel dat hij veel wil inhalen.”
Pachmann: „Het is zo dat iedere man
voor zijn vrouw nerveus moet zijn.”
Eugenie: „Hij heeft een goede
voor politieke ontwikkelingen.”
Pachmann: „Als ik me in ’68 aan de
andere kant had geschaard had ik nu
minister kunnen zijn-”
Heeft hij nog illusies? „Je bedoelt
idealen? Ja, want zonder dat is een
leven bijna onmogelijk. Maar het is sub
jectief- Ook als ik zeg dat ik ervan
overtuigd ben dat ik in 1978 naar Tsje-
cho-Slowakije terugkeer.”
een uitnodiging krijgt. „Ik geloof niet
dat dit gebeurt. Schakers zijn niet zo
solidair.”
„Wat wil je drinken: whisky, gin of
cognac?” is het eerste wat hij in het
Duits vraagt als ik zijn etage aan de
Neuenhoferstrasse binnenstap. Ludek
Pachmann (50) ziet er slecht uit en loopt
moeilijk. Fysieke littekens van een twee
jaar durend verblijf in een Praagse
gevangenis en van harde verhoren- Zijn
ogen staan waakzaam. Terwijl hij ijs
blokjes haalt, heb ik wat tijd om de
woning te bekijken. De royale vertrek
ken zijn volgestopt met souvenirs uit de
hele wereld. Pachmann toont me een
schaakspel dat hij vap Fidel Castro
kreeg. „We waren”, zegt hij, ,erg be
vriend maar in 1970 schreven de Cu
baanse kranten dat het goed was dat de
contra-revolutionair Pachmann eindelijk
in de gevangenis zat.”
Wat is Pachmann voor mens? Hij laat
het zijn vrouw Eugenie vertellen. Ze
zegt: „Hij is erg vlijtig en kan snel
schrijven. Wat hij in zijn kop heeft, laat
hij niet meer los- Ook als dat moeilijk
heden veroorzaakt. Hij kan niet tegen
rust. Steeds moet er iets gebeuren. Bij
hem mag er geen minuut onbenut blij
ven. Zijn verblijf in de gevangenis heeft
diepe sporen achtergelaten. De andere
vrouwen van gevangenen zeiden dat
ook.”
Bovendien is dit een enorme verandering
in je leven.”
Waarom 1978? „De data die op een
acht eindigen, hebben in ons land een
magische betekenis. In 1918 werd de
republiek uitgeroepen, in 1948 werd de
democratie geliquideerd en in ’68 had je
de Praagse lente. Ik geloof dat er de
komende jaren grote dingen in Europa
gaan gebeuren. Trouwens, de hele we
reld is in beweging.”
Kreeg hij daar geld voor? Nee, geen
cent. Ik hield het als mijn plicht. Mijn
materiële positie in Praag wgs overigens
uitstekend. Mijn boeken 'verschenen in
het Westen en zo kreeg je harde devie
zen. Ik leefde er als een vórst. Dan
wordt je bijna een kapitalist” (Feller):
„Ik heb in elk geval niet Praag
verlaten om het beter te krijgen. Het is
nu wel anders. Als we vroeger een reis
naar het Westen wilden maken, waren
we een jaar bezig met de voorbereiding.
Nu stap je in het weekeind in je auto en
rij je naar Amsterdam en de douaniers
willen je pas niet eens zien- Dat voel je
bijna als een belediging.”
Is hijzelf gefolterd? „Ik heb daar zeer
zware verwondingen, een schedelfrac-
tuur en gebroken rugwervels, opgelopen
maar ik kan niet precies zeggen hoe dat
kwam. Aan de eerste acht dagen heb ik
slechts vage herinneringen. Artsen heb
ben me later gezegd dat ik onder in
vloed van drugs heb moeten staan. Ze
gaven me medicijnen en injecties. Ik
herinner me alleen nog dat zich in mijn
cel een vreemde mede-gevangene be
vond. Ja, heel vreemd
ge-
ge-
- -was
in 1960 toen ik bij een reis naar Zuid-,
Amerika op verzoek van de geheime
politie berichten over de politieke situa
tie daar schreef.”
Is hij tevreden? „Als je zo bezig bent,
krijg je het gevoel dat je niet voor niets
leeft. Maar tevreden zal ik pas zijn als
ook mijn vrienden in Praag de moge
lijkheden krijgen, die ik heb en ik weer
in staat zal zijn naar Praag terug te
keren- Ik heb net de schrijver Holzmann
op bezoek gehad en ik verwacht hier
nog meer vrienden, want de partij heeft
besloten dat volgende maand 42 Tsjechi
sche intellectuelen gedwongen moeten
worden het land te verlaten.”
Hoe ervaart hij het leven in de
Bondsrepubliek? „In het algemeen was
het niet nieuw want ik kende het wes
ten al. Maar een paar dingen hebben me
verrast. Ten eerste dat de Duitsers erg
pessimistisch zijn. Ze zijn zich bewust
dat veel dingen in dit land verbeterd
moeten worden, maar ze hebben weinig
hoop dat bet lukt. Waarschijnlijk is dat
een psychologisch gevolg van de oorlog-
Het bewustzijn dat ze toen veel kwaad
hebben aangericht, heeft tot een passivi
teit geleid. Voorts wordt het materiële
hier overgewaardeerd. Men is bereid al
het andere daarvoor te vergeten. Ten
slotte vind ik het zeer onaangenaam dat
ik geen normale mogelijkheden heb ge
kregen om me helemaal met schaken
bezig te houden. Dat dit niet ging, was
een bittere teleurstelling. Men was bang
voor een boycot van de Russen en
daarom heb ik ook uit Holland geen
uitnodiging gekregen, hoewel de directie
van Hoogovens me vorig jaar heeft be
loofd dat ik kon komen. Ach, ik heb er
wel begrip voor. Tenslotte staan er voor
Hoogovens en IBM, die economische
contacten met de Sovjet-Unie hebben,
grotere belangen op het spel.”
Wie is de sterkste schaker? „Fischer,
maar die schaakt niet en daarom is het
dus een theoretische kwestie. Ik ken
hem zeer goed. Hij zit nu ergens in een
klooster en speelt niet meer. Maar Fi
scher is een genie en daarom is hij ook
gekker dan de anderen- Vermoedelijk
hangt de krankzinnigheid samen met het
niveau van spelen. Een genie kan niet
normaal zijn en Fischer mist het ver
trouwen in mensen. Dat is zijn fout.”
Fout? „Jazeker. Ik geloof dat er maar
weinig slechte mensen zijn. In elk geval
is het een lachwekkende minderheid,
maar het jammerlijke is dat de massa
zo onverschillig is. Ik geloof niet in
goede of slechte volken. De Tsjechen
zijn uitgesproken vrienden van de Rus
sen. Ze zijn misschien het enige volk in
Wat zijn schakers voor mensen? „Dat
is heel verschillend, maar ze hebben
gemeen dat bijna geen schaker oninte
ressant is- Ze zijn allemaal een beetje
gek. Als ik aan mijn vriend Donner
denk.?. Met hem heb ik een vreemde
verhouding. Toen ik nog communist was,
was hij daar fel tegen. Donner was voor
mijn beslissing in 1968 om met de partij
te breken erg belangrijk. Een tijdje
daarvoor hadden we een toernooi in
Gotenburg en toen hebben we de hele
nacht zitten praten. Na twee flessen
cognac zei ik ’s morgens om vijf uur
tegen hem: Je hebt er (geen vermoeden
van wat er gebeurt, maar alles wordt nu
anders. Het socialisme wordt gereinigd
van zijn piisdaden, maar zodra ik merk
dat het niet lukt om hét echte socialis
me te verwezenlijken, zal ik tegen die
beweging vechten. En nu beschuldigt
Donner mij ervan dat ik een anticom
munist ben, omdat hij ineens zelf com
munist is geworden. Dat was een hele
schok”
Later is hij in psychiatrische inrich
tingen opgenomen- Wat gebeurde daar?
„Men zei dat ik een zelfmoordpoging
had gedaan, maar de psychiaters vonden
me helemaal normaal. De tweede keer
werd ik er naar toe gebracht na een
hongerstaking van zes weken. Zoiets
wordt daar als een psychische ziekte
beschouwd. Ik woog toen 52 kilo en ze
hebben me gewelddadig gevoerd.”
Er is gezegd dat u destijds als over
tuigd marxist ook KGB-agent bent
weest. „Bij die heren heb ik nooit
hoord. Het enige wat ik heb gedaan
(Hij krijg op dat moment een tele
foontje van een tv-joumalist, die hem
vraagt of hij met een Russische dissi
dent voor een links forum wil verschij
nen- Pachmann zegt ja, maar waar
schuwt dat de dissident inmiddels wel
erg onder invloed van Franz-Josef
Strauss verkeert).
Bij het afscheid vraagt Pachmann, die
zich voortreffelijk gastheer heeft ge
toond (en dat niet alleen vanwege de
whisky), me zijn vele Hollandse vrien
den te willen groeten. Hij voegt er aan
toe: „Wat je moet doen is lachen en
lachen en lachen Daarna sluit hij
met een somber gezicht het hek.
Zou ooit een Rus daar voorzitter van
kunnen worden? „Nee. Ten eerste heeft
Rusland geen geschikte kandidaat. De
spelers zijn wel ontwikkeld maar hun
officials zijn louter politieke figuren, die
geen vreemde talen spreken. Ten tweede
geloof ik dat men zich bewust is dat
Rusland het schaken als een politiek
instrument hanteert en dit zou leiden tot
politiek misbruik.”
Hoe ziet hij FIDE-voorzitter dr. Eu-
we? Voor mij is hij altijd verbonden
geweest met het begrip schaakgentle-
man. Ik was dan ook teleurgesteld toen
hij na 1968 zo koel reageerde. Volgend
jaar hoop ik in Berlijn zestien Afrikaan
se schakers verder op te leiden. Op dat
idee kwam ik nadat Euwe tegen me zei,
dat hij zich zorgen maakte over het feit
dat de Russen zo aan de Afrikaanse en
Aziatische landen trokken. Hij voorzag
problemen binnen de FIDE.”
SS»?
in