Annemieke Bouma:
dat je altijd
van een ander
Stayers moeten
toch maar blijven
„Eigenlijk idioot
moet winnen”
wereldje
kan ik nu
„Mijn eigen
veel beter aan”
Diploma’s
door Pieter Mul
Een afgang
Zelfvertrouwen
Afhankelijkheid
w
tWh
19
SATERDAG
17
AUGUSTUS
1974
Annemieke Bouma lacht al breeduit voordat de vraag helemaal
is gesteld. De uitspraken van een Duitse wetenschappelijk onder
zoeker over het bedrijven van topsport zijn haar niet ontgaan en
met name diens conclusie dat „de meeste topsporters psychopaten
zijn” liegt er niet om. Geestesziek wil de Haarlemse hoogspringster
„Bij mijn onderdeel geldt dat misschien niet zo sterk maar het is
zich zeker niet noemen maar na enig aarzelen bekent ze openhartig-
eigenlijk wel idioot dat je altijd van een ander moet winnen. Je roept
een soort vijandigheid op tegenover andere deelnemers. Je moet
steeds maar hogerop zien te komen. Net als in de wereld om je
heen. Wil je gewaardeerd worden dan moet je prestaties leveren
anders zien ze je niet.
En in eerste instantie wordt dat dan gemeten aan de hand van
papiertjes die je wel of niet hebt. Wat het alternatief daarvoor is,
daar heb ik nog niet zo over nagedacht maar die prestatiedwang
zou er niet moeten zijn”. Een ontboezeming van de Nederlandse
recordhoudster (sinds enkele weken met 1.84 m) die overkomt op
een manier van „blij dat ik dat kwijt ben”.
■Ml
1
SP I
ff4a
-
-
lij
„je
c
STOPPER
„Denk nou niet dat ik tegen mijn zin
bezig ben. Anderen wijzen me er steeds
op dat ik er plezier in moet houden
dat heeft ook altijd voorop gestaan.
Maar het is wel zo dat je vrijheid wordt
beperkt door goede prestaties. Niet al
leen door druk van buiten af maar ook
omdat ikzelf nieuwsgierig begin te wor
den hoe hoog ik nog kan komen. Ik wil
weten hoe zich dat ontwikkelt want
eens komt natuurlijk de klap dat je stil
staat”.
en
a-diplomisten
Dat ze daartoe het lef heeft schrijft
de Haarlemse topspringster (lm77 lang-
64 kg) op rekening van de gevolgen van
Het verlegen Haarlemse meisje mocht
twee maanden later gelijk haar debuut
op de Eurpese kampioenschappen in
Helsinki maken. Vijftien jaar jong en
met pas één internationale wedstrijd
achter de rug. Een afgang noemt ze het
nu („Wat was ik blij dat Gerard Kamp
er bij was”) omdat ze daar een gedeelde
21-ste plaats bereikte met lm70. Nog
concours waarin de beste de eerste
prijs van de jury kreeg, maar om de
bestaansmogelijkheid van een collega
die dan weliswaar geen Nederlands
a-diploma bezit, maar wel succes
boekte bij Standard Luik, het Duitse
a-diploma bezit en tot grote tevreden
heid van de Vitessenaren trainde.
Mijn vergelijking met Rudy Carrell
en andere cabarettiers is natuurlijk
niet helemaal zuiver op de graat, want
je kan de trainer ook als de onder
houdsmonteur van een machinerie
beschouwen (het elftal) en voordat je
bij een belangrijke vereniging onder
houdsmonteur wordt, zul je toch ook
wel je a-diploma moeten tonen voor
dat je aangenomen wordt. Deson
danks geloof ik niet dat de WON
gelijkheeft, of beter gezegdik ge
loof niet dat de KNVB er goed aan
doet de WON in deze haar zin te
geven. Wat zegt zo’n a-diploma nu
nog? Als het iets te betekenen had,
zou de WON ook niet moeten gedo
gen dat er ieder jaar trainers met a-
diploma’s voortijdig aan de kant wor
den gezet. Als iemand niet aangeno
men mag worden omdat hij een a-
diploma mist, moet iemand met een
a-diploma ook gevrijwaard blijven
van ontslag op staande voet. Zijn a-
diploma bewijst immers dat hij een
goede trainer is? Of niet soms? Wie is
waardevoller voor een club? Bulato-
vic zonder a-diploma, die een goede
relatie opbouwt met Charley Bosveld,
of Leo Canjels met a-diploma die
overhoop ligt met Willy Brokamp?
Een a-diploma zegt weinig, zolang de
onzichtbare diploma’s b tot en met z
niet ook in het bezit van de trainer
zijn.
altijd vijf centimeter hoger dan de der
tien jaar oudere Marian Ackermans.
Toch is dat evenement naar eigen zeg
gen niet te vroeg gekomen.
De opgaande lijn, de laatste jaren
sterk in de hand gewerkt door bonds-
trainer Jan van Heek, zette zich ook in
dit Rome-jaar (EK over twee weken)
haar intensieve training. „Dat jaren lang
met atletiek bezig zijn zorgt voor veel
inzinkingen. Afgelopen winter trainde ik
wel tien keer per week; niet efficiënt
genoeg trouwens. Dan baal je er weleens
van want je denkt alleen maar aan
sport. Vroeger heb ik er het keurturnen
voor laten schieten en ook m’n klassieke
gitaarlessen vooral van dat laatst heb
ik wel spijt. Maar er staat ook zo veel
tegenover. Niet alleen het reizen op zich
maar het feit dat je met zoveel mensen
in aanraking komt in zo verschillende
milie’s is erg belangrijk geweest. Ik
heb veel meer zelfvertrouwen gekregen
en ben niet meer zo snel van mijn stuk
te brengen. At je Keulen heeft dat laatst
een keer gezegd: via de sport heb ik
mezelf kunnen ontplooien. Ik geloof dat
dat met mij ook zo is mijn eigen
wereldje kan ik nu veel beter aan”.
Een ervaring die de pas 18-jarige At-
modes -atlete die in september fysiothe
rapie gaat studeren, nog nauwelijks heeft
opgedaan. Vijf jaar terug schakelde zij
van Schotse sprong over op de flop-
techniek waarbij de rug naar de lat
wordt gekeerd. Als c-meisjes ging ze
daarmee al over 1,60. „Toch niet gek,
hè. Ik kan me herinneren dat ik veel
met de kogel moest doen terwijl ik zo
graag alleen wilde hoogspringen omdat
er één meisje was dat hoger kwam dan
ik”. Onder leiding van de trainers Hans
Vlottes (die haar de eerste beginselen
van de flop bijbracht) en Gerard Kamp
ging het jonge talent zo snel vooruit dat
zij in juni ’71 twee keer het nationale
record verbeterde. Marian Ackermans-
Thomas en Mieke van Doorn, het jaar
tevoren Europees jeugdkampioene, had
den dat met lm74 op hun naam. Anne
mieke Bouma deed daar eerst twee cen
timeter bij en drie dagen later maakte
ze er op Papendal zelfs lm77 van.
a
«S.x
terug van een stage bij Tancic (een in
Duitsland wonende Joegoslavische trai
ner) en die heeft me veel zelfvertrou
wen gegeven”. Die technische en menta
le begeleiding van de Joegoslaaf acht zij
van grote waarde. „Servee Wijzen was
met die uitnodiging aa njime gkmone
anders was ik daar nooit geweest. In
Tancic heb ik veel vertrouwen. Net als
in Van Heek maar normaal gesproken
zie ik hem maar één keer in de week en
dat is te weinig. De mogelijkheden van
de atletiekunie zijn kennelijk erg be
perkt. Wat heb ik nou bijvoorbeeld voor
buitenlandse wedstrijden gehad? Twee
serieuze en daar moet je het toch van
hebben. Het zit me niet echt dwars
maar het lijkt er vaak op dat ik in de
KNAU een beetje miskend word. Zo
van: ze is alleen maar recordhoudster
omdat Mirjam van Laar geblesseerd is
geweest. Joop van Drunen (voorzitter
van de jeugdcommissie van de KNAU -
en Plooyer
deze beide
hun gangmakers, minstens zoveel
kopzorg opleverde als het afraffelen
van de 100 km in duizelingwekkende
recordtijd
Moeten we daarom de UCI niet
steunen bij het schoonvegen van deze
Augiasstal? Dat zou geen kwaad
kunnen. Het vervelende is alleen dat
Heracles Rondoni de stal niet wil
uitbezemen, maar tot op de grond wil
afbreken en dat werd niet voorzien
in de mythologie. De motorgangma-
king behoort nu eenmaal sinds 1893
tot de mythologie van de wielerwe-
reld, er werd ook in de vorige eeuw
al gestayerd dat het een lieve lust
was. Met meer lieve lust dan tegen
woordig krijg je de indruk. „Natuur
lijk was dat in 1889, toen ik aan het
stayerswerk begon, wat primitief”,
vertelde Dickentman aan Adriani En
gels in eerdergenoemde boek,
moest als renner zelf over twee mo
toren van één cylinder, en twee stel
gangmakers beschikken om niet door
motorpech te worden uitgeschakeld
en dan nog had je de kans op een
lekek band van de motor, omdat het
rubber toen niet bestand was tegen
de banen. Tegenwoordig bonken de
stayers weleens zo tegen de rol op
dat je het overal op de baan kunt
Ze schrikt min of meer van haar
uitlatingen. „Ik heb het niet zo op inter
views want vaak is de weergave niet
helemaal juist. Bovendien heb ik er
moeite mee die woorden te vinden die ik
wel gebruiken. Zo ben ik eens tekeer
gegaan tegen Hans Vlottes op een ma
nier waarin ik later spijt van had. Ik
vind nog steeds dat ik gelijk had maar
niemand, op één meisje na, durfde ver
der z’n mond open te doen. Misschien
moet ik het dan wat tactischer zeggen
maar dingen voor me houden omdat dat
mij beter uitkomt, nee. dat klinkt nogal
achterbaks”.
voort. Diverse keren haalde zij de limiet
van lm80 totdat opeens tijdens de vijf-
kamptitelstrijd voor junioren in Vught
drie centimeter méér werd overbrugd.
Ria Ahlers en Mieke van Doorn (lm82)
waren recordhoudster-af en zagen dat
nog eens geaccentueerd door de lm84
(n.b. het wereldrecord is lm94) die An
nemieke Bouma drie weken geleden on
der zich hield. „Ik was kwaad dat ik
niet meemocht naar die dames-interland
in Edinburgh. Maar ze zeiden dat ik
nodig was bij die vijfkamp tegen de
Belgische junioren. Ik was met Mieke
van Doorn en Mirjam van Laar juist
Met het begrip „stayer” heb ik van
kindsbeen af moeite gehad. Als ik
bijvoorbeeld lees dat de Amerikaanse
profstayer Walter Summers niet op
het wereldtoernooi mag starten van
de UCI omdat hij een gevaar voor de
andere stayers zou zijn vanwege zijn
leeftijd, en ik lees vervolgens dat hij
60 jaar is, dan is mijn eerste gedach
te: dat is toch niet zo oud voor een
stayer! Hoe oud was Frits Wiersma
niet toen hij Jan Pronk naar de titel
sleepte? Die Wiersma was op het
laatst zo oud, dat hij bijna niet meer
lopen kon, alleen nog maar rondjes
kon draaien in zijn motor fauteuil, en
nu zou Summers met zijn 60 jaar
opeens te oud zijn?
In de volgende seconden besef ik
dan dat ik opnieuw de stayer en de
gangmaker door elkaar heb gehaald.
De stayer is de wielrenner achter de
gangmaker, dat moet ik eens zien te
onthouden. Maar ik kan het niet hel
pen: nog altijd als ik Ajax-speaker
Steenbergen de wijzigingen in beide
elftallen hoor aankondigen, moet ik
even denken aan zijn beroemde
kreet: „Motoren in de baan!”, en dan
denk ik in een moeite door aan „de
stayerij” (want hij was de man die de
stayers in het Olympisch Stadion op
commandeerde), dus voor mijn on
derbewustzijn zijn stayers die lederen
rechtopzitters op die anti-stroomlijn
motoren, en is „gangmaker” alleen
maar de Nederlandse vertaling van
„stayer”.
De vraag of de hele stayerij wel
zoveel doorzettingsvermogen zal heb
ben om de vernietigingsaanval van
de UCI onder de bezielende leiding
van de Italiaan Rondoni af te slaan,
valt nog te bezien. Ik ben een warm
een proef training, die door de beide
bondstrainers Knobel
werd gejureerd, maar
VVON-leden hadden zo weinig schik
in Bulatovic, dat zij hem het kostbare
Vitesse niet dorsten toevertrouwen
Waar zit nu de fout in de redene
ring? De WON heeft natuurlijk het
volste recht (en ook de plicht) om
voor haar leden op te komen,
zolang er werkloze
rondlopen, ligt het voor de hand dat
de WON probeert die onder dak te
brengen. Daar komt bij dat het aan
tal betalende clubs eerder afneemt
dan toeneemt, terkijl het aantal a-
trainers alleen maar toeneemt, met
een snelheid die hun sterfte verre
overtreft.
Maar het feit dat deze belangen
vereniging voor haar eigen leden op
komt ten koste van buitenlandse col
lega’s („wees eens vriendelijk tegen
een buitenlander”), hoeft nog niet in
te houden dat haar standpunt alleen
zaligmakend dient te zijn. Het uit
schrijven van een proeftraining voor
een trainer, om hem op de manier
waarop schansspringers worden be
oordeeld door twee „belanghebbende”
collega’s te laten jureren, is in feite
even ondoelmatig en belachelijk als
het laten beoordelen van bijvoorbeeld
een conferencier (Rudy Carrell) door
twee gerenommeerde collega’s (Wim
Kan en Jaap van de Merwe), om te
kijken of hij al dan niet in Neder
land mag optreden met zijn
Duitse a-diploma. Zo’n proef optreden,
waarvan iemands hele bestaan af
hangt, is natuurlijk een misdadig on
ding en ik snap echt niet dat Knobel
en Plooyer zich daartoe geleend heb
ben. Het ging tenslotte niet om een
horen, als je in die eerste jaren even
de motor raakt, lag je meteen naast
je fiets”. Voor mij is de stayerij
gestopt bij Jan Pronk, Ben van der
Voort, Kees Bakker, Cor de Best, Aad
van Amsterdam, Cor Bijster en Ben
Remkes, en buitenlanders als Bessol
en Frosio. Sindsdien zijn er zo’n
twintig jaar verstreken. Er zal in de
tussentijd wel veel veranderd zijn.
Ned Bulatovic, de Joegoslaaf die
weliswaar zonder Nederlands a-di-
ploma maar met de grote instemming
van spelers en bestuur Vitesse zou
gaan trainen, is na een proeftraining
buiten de deur gezet, en deze vervol
gens weer binnengeloodst via een ou
de schaarbeweging de bejaarde Jan
de Bouter zal met zijn a-diploma
als stroman fungeren. De Vereniging
van Oefenmeesters in Nederland heeft
daarmee haar zin gekregen zonder
Nederlands a-diploma mag niemand,
en dus ook geen buitenlander, als
hoofdtrainer te werk worden ge
steld. Uitzonderingen als Kovacs,
Happel en Boskov schijnen de re
gel te mogen bevestigen. Bulatovic
kreeg nog wel een „eerlijke kans” via
pm) en bestuursleden van de club doen
veel voor me maar andere hoofdbe
stuursleden buiten Van Drunen kennen
me niet. Maar beslissen ze wel over
de Rome-selectle om maar wat te noe
men”.
„Ik vind het een beetje onzin de jeugd
zo lang vast te houden. Die wedstrijden
buiten het land hebben door het vele
publiek en het officiële gedoe een heel
andere atmosfeer. Daar moet je door
heen en volgens mij op jonge leeftijd.
Voor een wedstrijd had ik de laatste tijd
geen last meer van zenuwen. Tenminste
niet zo dat je onrustig wordt. Maar juist
voor de nationale kampioenschappen
was ik dat weer wel. Ik denk omdat er
nogal wat van mij werd verwacht er
waren interviews vooraf en dat alles bij
elkaar had me toch behoorlijk nerveus
gemaakt.” En dat laatste wordt ze beslist
niet van haar tegenstanders. Namen
JAN VAN HEEK, bondstrai-
ner. sinds twee jaar Annemieke
Bouma tot zijn pupillen rekenend:
„Ik wil Annemieke zeker geen
snelle leerlinge noemen. Het kost
haar moeite, het duurt iets langer.
Dat vind ik geen bezwaar want ze
is een vechttype en zo iemand heb
ik liever dan eentje zonder menta
liteit. Haar instelling bij wedstrij
den is uitstekend tot trainen
moet ze af en toe wel aangezet
worden. Ik waag me niet aan uit
spraken over lm90 maar als ze
haar grote fout wegwerkt zou ze
twee a drie centimeter hoger ko
men. Die fout is dat ze haar
„binnen-arm” (de arm het dichtst
bij de lat) te veel bij het lichaam
houdt, waardoor ze te vroeg in
draait. Dat gaat ten koste van de
hoogte”.
voorstander van het behoud van de
stayerij, niet omdat ik er ooit naar
toe ga, maar omdat ik er mooie
herinnerinen aan heb overgehouden.
Mensen die nooit meer naar Venetië
gaan, maar daar toch van vroeger
onvergefelijke herinneringen aan
hebben, zullen ook niet graag zien
dat Venetië wegzakt in de prut, en zo
is het met mij ook. De reden waarom
ik nooit meer naar baanwedstrijden
en dus naar de motorgangmaking ga,
is misschien dezelfde als die van Piet
Dickentman, waarover M. J. Adriani
Engels in „Honderd jaar sport” ver
telt Piet Dickentman behoort tot een
oudere generatie, doch zijn loopbaan
was zo langdurig (van 1895 tot 1928!),
dat hij pas enkele maanden voor zijn
50e verjaardag zijn laatste stayerwed-
strijd te Amsterdam reed, een rij-
wielzaak in de Scheldestraat van die
stad opende en nooit in zijn leven
meer naar een wielerwedstrijd ging”.
Misschien werd Dickentman er ge
woon tureluurs van, of misschien kon
hij het niet hebben dat zij wel rond
jes draaien en hij niet meer, of
misschien wist hij te veel over af
spraken, combines, omkoperijen, etc.
om met volle teugen van het „geweld
der motoren” te kunnen genieten.
Wie zal het zeggen? Ikzelf was in
mijn naoorlogse gangmaaktijd altijd
hevig verontwaardigd als mijn scepti
sche vader zei dat het „allemaal
doorgestoken kaart was”. Want je zag
ze immers met eigen ogen op topsnel
heid ronddraaien in hun centrifuge,
en dat ging toch niet vanzelf, zei ik
altijd maar! Later heb ik begrepen
dat er inderdaad wel degelijk voor
gefietst moest worden, maar dat „het
spel vooraf” de stayers, en vooral
Die vrijmoedige, zelfbewuste houding
kwam haar laatst van pas toen ze een
adverteerder in het clubblad schriftelijk
vroeg of deze in sponsoring geïnteres
seerd was. Ze kreeg geen antwoord
maar speurt onvervaard verder. Waarom
heeft zij trouwens een sponsor nodig?
Adidas geeft me bijna alles wat ik aan
kleding en schoenen nodig heb. Maar
veel reizen moet ik wel zelf bekostigen
en bovendien wil ik thuis graag stan
daards voor halters hebben. Ik doe nu
twee jaar gewichtstraining in de sport
school van Gerard Kamp en voor een
deel is dat gratis. Maar ik wil van die
afhankelijkheid af, daar voel ik me niet
prettig bij. De club is ook wel in staat
een sponsor te vinden als de atletiekunie
wat reclame betreft de teugels maar wat
zou vieren. Dat duurt allemaal te lang
en daarom is je eigen initiatief belang
rijk".
HES GREWER, voorzitter van
de technische commissie voor
de senioren: „Omdat Annemieke
nog junior is heb ik weinig met
haar te maken gehad. Dit jaar zat
ze steeds bij jeugdploegen als wij
met een damesequipe naar inter
nationale wedstrijden gingen.
Maar de indruk die zij op me
maakt is een erg gunstige met
name omdat Annemieke tegensla
gen kan verwerken. Daar heb ik
bewondering voor want op haar
leeftijd zijn er nogal wat atleten
die afhaken. Ze heeft de goede
mentaliteit, ook in wedstrijden.
Dat bleek vorig jaar wel toen ze
tweede werd bij de Europese
jeugdkampioenschappen. Ik dacht
dat zij een typisch product is van
de jeugdtraining zoals die de laat
ste jaren gestalte heeft gekregen”.
doen haar weinig zoals vorig jaar in
Duisburg bleek toen Olympisch kampi
oene (met lm92Ulrike Meyfarth
een van de deelneemsters was aan de
Europese titelstrijd voor junioren. De
charmante Haarlemse greep net als de
verwende Duitse een zilveren plak met
een sprong van lm80 twee centimeter
hoger dan ze ooit was geweest. Een
vooruitgang die zij sinds het Helsinki-
seizoen goed kon gebruiken want het
jaar ertussen was ze door een niet
ernstige maar wel irriterende heupbles-
sure („Verder heb ik nooit wat”) niet
eens aan haar record gekomen.
f,
Kan
K
4-1
■®rS s