toer ons voor rede vatbaar Laatste rit 7 I Katja vindt wel t 'il II fro? Norbert Schmelzer over smokkel- route: „schilderachtig KI 1 1 WA iKi I ,'wi I ■ft I I? 1 -C !ll|| K 12 ft’ IV >oru ze nze rijs an VAKANTIE o OFtI 1 Bs» „fc ’OFk 1 1 I - - ES. J. BL jp ji; Dreven des smokkelaars de 1889 glorietijd „gewone Een uit de wei ontsnapte koe wandelt doodgemoedereerd voorbij de grens paal bij Middelburg. Met de kalveren ging het destijds heel anders toe kelaar zeten”. enkel lit Cor Hulkenberg uit Haarlem, leer- ling-machinist bij het museum-buurt- spoor: „Na zaterdag 17 augustus is het afgelopen. De spoorlijn wordt gekruist door een snelweg en de lijn moet er daardoor uit. We wilden van die laatste ritten toch nog een beetje tam-tam maken. van de strijd gebleven. Over het gezeul met de kalveren vertelt hij nog het gretigst. „Alle middelen dienden”, zegt hij vergenoegd. En hij heeft er wat meegemaakt in de 36 jaar dat hij burgemeester is van het 3000 zielen tellende plaatsje. DE WEGEN VAN de smokkelaars voerden ook langs Middelburg, dat fier is op z’n oude schandpaal midden in het dorp. Langs Maldegem met de negen eeuwen oude St. Barbarakerk, waar de legende gaat dat eens bij de „Donkere Put” van kasteel Reesinghe veertig mensen levend begraven wer den door de heer van Maldeghem. De paden en weggetjes er doorheen smal, onverlicht en vaak onverhard langs spiegelgladde kreken en tarwe velden met bloeiende klaprozen zullen KALF met hoed op een aan en om. DE SMOKKELROUTE kent hij ook. „We hebben een deel van die route genomen, omdat ie erg schilderachtig is. Het is prachtig daar dat vlakke landschap met die wijde hemel. Als je dat ziet, die ruimte, dat is magnifiek. Dan zeg je hier hadden de Hollandse schilders hun hart kunnen ophelen”. Drs. Schmelzer was ook nog in het gehucht Heille. „We zijn daar bij boer Quaak geweest en hebben zo’n boeren bedrijf bekeken. Dat vindt m’n zoon geweldig. Daar staat een lindeboom op het erf, die wel drie eeuwen oud is. Dat lijkt een wonder van de natuur”, zegt hij lyrisch. Inlichtingen over de smokkelroute of de beschrijving daarvan zijn verkrijg baar bij de VVV Aardenburg, die is gevestigd in het gemeentehuis, Markt 7, telefoon 01177-1300 of bij Hotel De Roode leeuw op de Kaai, telefoon 01177-1400. OVERIGENS IS het ook haar niet ontgaan dat het op Rhodos heel wat rustiger is dan voorgaande jaren. De internationale teruggang in het toeris me waaraan ook de energiecrisis en de Wereldkampioenschappen voetbal schuldig zijn is ook het eiland niet voorbij gegaan. Tot de maand maart dit jaar liep het goed met het toerisme en zelfs nog beter dan vorig jaar, maar daarna bleef de groei achter. In de maand juli waren er op het eiland 1963 Nederlanders te tellen, tegen ruim achtduizend in juli vorig jaar. Maar de boekingen komen nu alweer een beetje op gang. Katja: „Het ziet er niet slecht uit. We verwachten wel dat het nu weer gaat lopen”. OVER HAAR EIGEN VAK zegt Katja: „De hostess moet nog veel meer ervaring krijgen. Ze is een enorm be langrijke schakel tussen de reisorgani satie en de vakantieganger. De tijd dat werkstudenten als hostess optraden zou eigenlijk voorbij moeten zijn. Het is geen job die je er voor een paar maanden bij kunt doen”. Ze is blij dat ei- veel gebeurt aan de opleiding tegen woordig en gelooft dat de tijd dat er enkel nog maar full-time hostesses zijn voor de deur staat. Wat is volgens haar een goede hostess? „Een meisje met veel incasseringsvermogen, een grote flexibiliteit en het vermogen met men sen uit alle milieus te kunnen omgaan”. „Maar je kunt het niet je hele leven blijven”, gelooft ze, „zeven jaar vind ik eigenlijk wel het maximum. Maar daarna ben je dan ook geschikt voor alle mogelijke representatieve func ties”. EN EEN DOUANIER, wiens naam er helemaal niemand aan gaat: „Door mijn toedoen heeft IK BEGIN DE SMOKKELROUTE in het Zeeuws-Vlaamse Aardenburg, de enige Neerlandse gemeente over wiens grondgebied het traject voert. In „De Roode Leeuw” waar ik inkwartier blijkt juist eigenaar Eduard Omer Ceulenaere „ik voel me het liefst herbergier” de initiatiefnemer van de route te zijn. Hij is de volgende dag m’n gids. Na Aardenburg met z’n mag nifieke Kaaipoort uit 1650 en de be roemde 1000 jaar oude St. Baafskerk koersen we naar Sint Margriete, waar net geleden door burgemeester Gerard Focke de route te doop werd gehouden. door een gewone passant nimmer wor den gevonden. DE SMOKKELAARS wisten van wanten. „Maar iedereen kende ieder een”, zegt Guido Vermeersch. De dou aniers pakten de mensen alleen niet snel aan, omdat ze het alleen op de smokkelwaar voorzien hadden, als ze die binnenbrachten kregen ze een pre mie. En zonder smokkelaars heb je geen waar. Als hij de smokkelaar vatte zou de smokkelhandel stil liggen? Ceulenaere: „De mensen hadden een code. Als ze op het land stonden te werken en op een omgekeerde hark leunde betekende dat onraad". aan er nooit een smok- vast ge- Was h\j tevreden met de buit? „Ja ja”. Maar kende hij de mensen dan niet uit het dorp, kon hij ze daar niet aanhouden? „Nou nee, je had enkel een ver moeden. ST. LAUREINS HEEFT ook nog een voortrekker gekend. Een gedenkplaat op de gevel van het stadhuis herinnert eraan. „Hulde aan de pionier van het Afrikaanse beschavingswerk, luitenant Gijsels Oscar Joseph. St. Laureins 1870-Boma 1902” luidt de tekst. De Kongolese herdenkingsbond heeft de steen in de gevel laten metselen. Laurent Desutter draait de gemeente met twee mensen, een secretaris en een man die door hem als „de bedien de” wordt aangeduid.. Trots toont hij de raadszaal. „Hieronder woont de veldwachter. Z’n vrouw onderhoudt het hier en die is erg proper”, zegt de man, die ook nog handelaar in mest stoffen is. Langs de Brezendedreef verlaat ik het dorp. „Voedingswaren bij Moni que”, schreeuwt het van een winkelge- vel. SINT LAUREINS en Sint Magriete, twee van de landelijke dorpjes waar de smokkelroute heen voert. En dan ook nog door Moerkerke-Hoeke, waar de pastoor het kleine kerkje uit 1250 gesloten houdt, omdat het de toeristen teveel om kandelaars en andere kunst voorwerpen te doen is. Er wordt teveel gestolen”, zegt Guido Vermeersch de bovenmeester van Moerkerke, waar hij vijftien leerlingen in de wereld weg wijs maakt. Hij was leraar op een middelbare school, maar heeft uitein delijk toch voor de rust en stilte van het land gekozen. „M’n vader heeft er een familiezaak van gemaakt door op tijd de baan te ruimen voor me”, zegt hij. HET RAADHUIS is potdicht. We vinden hem in het belendende woon huis van bovenmeester Omer de Cuy- per, waar we midden in een vergade ring vallen. De inspecteur van het lager onderwijs, is op bezoek en op tafel puilen uit een mand sigaren en sigaretten naast schaaltjes en bakjes met borrelhapjes. Voor een smokkel verhaal wordt de vergadering met graag ongeschort en de kurk gaat van de fles. Ook Gerard Focke weet alles van de grenshandel. „Ik heb zelf praktisch niet gesmokkeld”, bekent hij, „maar ik heb veel zien smokkelen en laten smokkelen”. Ceulenaare: „Hij zei laatst nog: wij leven samen, wij wonen sa men en smokkelen samen”. De burge meester: „In de oorlog was het goed alles wat in de sluikhandel ging. Dan konden de Duitsers het niet meer opei sen. Dat was voor het volk. Daar deden ze goed voor”. DE EERSTE BURGER van de ze venhonderd dorpelingen tellende ge meente heeft ook nog een teleurstel ling over van de gouden grensperiode. „Ik zei eens tegen een smokkelaar: moest je een keer een kalf hebben, een echt elitekalf, dan most je me dat eens bezorgen, maar daar ben ik nooit aan gekomen”. Aardenburger Ceulengere heeft bur gemeester Focke tot ridder in de orde van de Aardenburger kikker benoemd. „Dat krijgen mensen die iets hebben gedaan ten voordele van Aerdenburg”. leg hij uit. „Wij worden de kikkers genoemd. Honderd jaar geleden had je bij ons een fanfare, die uniformen droeg zo groen als gras. Dan zeiden ze: kijk daar eens die Aardenburgse kik kers. En sindsdien is dat ook zo geble ven”. Ja, de samenwerking in het Vlaamse is goed en de burgemeester is in zijn sas met de route. Op de schouw in het raadshuis je prijkt dan ook een bordje met de tekst: „Een dracht baart macht”. 3 „DE NEDERLANDSE TOERIST is veel populairder in het buitenland dan men aanneemt”, weet de 27- jarige Katjt Roggeveen. De ge boren Haarlemse, die in Heemstede „toog”, heeft recht van spreken want ze heeft negen jaar in het reis vak achter de rug. Daarin heeft ze heel wat af gereisd. Had veel buitenlandse standplaatsen, was hostess op schepen van de Chandris Line, maar leidde bijvoorbeeld ook reizen naar Zuid- Amerika en Indonesië. „De Nederlande reiziger is goed voor zijn geld, kan soms lastig zijn, maar is voor rede vatbaar”, is haar ervaring, „en boven dien is hij in het algemeen niet hoog hartig en aardig voor de bevolking”. OP HET OGENBLIK voert Katja „het commando” over alle hostesses en gastvrouwen van de reismakers (Cen- touri, Eurotours, Fit, Magneet en Air- touropa) die werken onder de vleugels van Holland International Travel. De nieuwe toeristische organisatie waarin de Nederlandsche Scheepvaart Unie en de KLM hun reisbelangen hebben on dergebracht. In die functie reisde ze zojuist naar het eiland Rhodos waar het toerisme een gevoelige dreun heeft gehad door de crisis rond Cyprus. Maar zeven kilometer noordelijker ligt Turkije en men vreesde voor een invasie. Katja heeft het bloemeneiland jarenlang als standplaats gehad. Met haar ervaring •uit die tijd constateerde ze dat de toestand er vrijwel normaal is. „De /service in de hotels is er op de oude standaard terug en het nachtleven bloeit weer op”, bemerkte ze. OOK EEN LIEFHEBBER van het Vlaamse land is drs. Norbert Schmel zer, de oud-minister van buitenlandse zaken. Eduard Ceulenaere, herbergier van de Roode Leeuw, heeft hem on langs nog door Aardenburg gegidst. „Ik was er drie dagen op stap met mijn zoon”, zei me de oud-minister. „We hebben er gelogeerd bij oude vrienden in Sluis en vandaar zijn we uitstapjes gaan maken”. HAAR EIGEN favoriete vakantiebe stemming? „Natuurlijk Griekenland. En Rhodos met stipnotering”. lacht Katja. EEN een jas aan en een shawhl om. De Vlamingen in de Nederlands-Belgi- sche grensstreek verblikken of ver blozen niet bij het horen daarvan. Het was in de van de smokkelaars het tenue” als een jong geboren koebeest illegaal de grens over moest. Achter in de auto, als ware het een niet met een overdosis aan schoonheid begiftigde schoonmoeder. De verhalen rollen Leurent Desutter, burgemeester van het grensdorpje Sint Laureins gul over de lippen. „Dat waren hier echte”, glundert hij onderwijl, „in één jaar zijn ze zeker twintig auto’s afgenomen door de douaniers”. BIJ SINT LAUREINS een van de zes plaatsen die samen een „smokkel route” hebben uitgezet, zijn onschatba re hoeveelheden boter en kalveren de grens overgebracht. Delen ervan, Vuil- panne en Oosthoek, waren de smokke laarsnesten. „Hier is veel gesmokkeld, geweldig”, verzucht de burgemeester als hij aan die nu vervlogen glorietijd denkt. Aan kogels die door de nacht floten, aan wilde achtervolgingen over wegen die alleen stevig gepantserde wagens met snelheid kunnen door staan. „Maar het waren goede mensen”, zegt Laurent Desutter. Door den band waren onze smokkelaars niet zo als die van Koewacht en Stekene. Die gebruik ten nog wel revolvers. Daar waren ze veel erger. Maar hier hebben de men sen er praktisch weinig last van ge had”. Desondanks zijn er ook nabij zijn gemeente twee mensen in het heetst Buurt-Spoorweg in Twente, met oude lokaalspoorwegrijtuigen met open bal kons, die nog gedeeltelijk uit stammen. Bij iedere overweg stapt de conducteur uit om met de rode vlag het wegverkeer te waarschuwen. Eduard Ceulenaere, die het idee van een smokkelaarsroute opperde, voor zijn hotel in Aardenburg. DE LOKAALSPOORWEG Haaks- bergen-Boekelo-Enschede heeft dit weekeinde de laatste adem uitgeblazen. Een autoweg slokt het op. Het baantje wordt onderhouden door de Museum - Q Flfo REDACTIE: UDO. J. BUYS ,j ''-W 1 4 j j ‘i igp- B' ■KW*- .I'K

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1974 | | pagina 13