Aafke Steenhuis en Jan Joost Tennissen zwierven half jaar door Chili voor de val Arme sloebers in Chili ergeren zich aan onze supermentaliteit van christelijke naastenliefde SoUMRiMO Allende en maakten „Chileens Dagboek Tony van der Meulen CHILI door d Sloebers „Toekomst” S J MÉ In een schrift hielden ze hun ervaringen bij die nu bij Xeno in Groningen gepubliceerd zijn onder de titel „Chileens dagboek „Dag van vertrek. We kregen een grote tas vol zelfgebakken broden, appels en eieren mee voor de reis naar Santiago. Marga rita had nog gauw een kip geslacht. Ester had een kaas voor ons gemaakt. Toen we de rugzakken van onze kamer gehaald had den, stonden de mannen en enkele vrouwen op ons'te wachten. Ze liepen mee tot over de brug, waar de bus langskomt. We stonden met zijn allen doodstil in de modder; Carmela legde het afscheid vast op de foto. De president (van de boerderij) kwam met zijn rustige gang naar ons toe en gaf ons geld voor de reis naar Santiago: „Van alle companeros”. Een weekloon van een boerenarbeider. De tranen schoten ons in de ogen. Toen gingen de mannen weer terug, glijdend over de brug, achter elkaar aan”. ^4 h |b - STRijdfonds chili giro: 3199800 99 Hoe was het leven daarvóór? It -Ö Wisten ze veel over Nederland? Staat van beleg (dubbel sa laris voor officieren) verlengd. Inflatiepercentage voor dit jaar geschat op 250 percent; Vele duizenden mensen ge vlucht naar het buitenland; Wat leverde dat voor reacties op de boerderij op? Waarom werden jullie wél geac cepteerd? Hoe werkte het in de praktijk op zo’n onteigende boerderij? Ie dereen verdient hetzelfde, niemand is echt de baas, hoe gaat dat? el, e. Tijdens hun verblijf in Chili broeide de onrust al. Er waren veel politieke moorden, militairen terroriseerden het platteland. Aafke Steenhuis en Jan Joost Teunissen hebben er op een aan tal onteigende bedrijven gewerkt: grote boer derijen die eerst het eigendom waren van een grootgrondbezitter maar die onder Allende door de arbeiders waren bezet. geweldig een stel dan een De eerste boerderij waar ze gin gen werken heette heel optimis- «sch „de Toekomst”, net zoals veel coöperatieve melkfabrieken in Ne derland. „Volharding” mag in zo’n geval ook. Aafke en Jan Joost: „Vroeger was het bedrijf van een grote firma uit het buitenland. Een soort geldbelegging. Elisabeth van Engeland heeft daar ook ge weldige boerderijen. Er werd niet Jullie werkten op socialistische boerderijen, hadden jullie ook veel contact met rechtse Chilenen? Draaide die onteigende boerderij volgens jullie goed? te wonen had je al heel andere netheidsnormen gekregen”. Massa-arrestaties, martelin gen op grote schaal, volgens steeds meer verfijnde metho des; „Je went eraan: iedereen praatte wel over de komende burgeroor log, het hoorde er gewoon bij. En als iedereen het telkens maar over de komende staatsgreep heeft, be gint het op de een of andere manier minder vreeswekkend te worden. Er werd zoveel over ge praat dat je ging denken: het zal wel loslopen. Maar op die elfde september zullen veel Chilenen niet geweten hebben wat hen nu was overkomen, hoewel ze er ja- ren over gepraat hadden. De hele sfeer was al wel een stuk gewel- dadiger geworden: politieke moor den. Bij een demonstratie werden gewoon mensen doodgeschoten „Je hebt in ieder geval een ge kozen president van de boerderij- Maar het controlesysteem was een heel punt. Controleur-spelen, dat vond iedereen eigenlijk een rot baan. Maar men zag er toch ook wel het belang van in. Er werd ook wel duidelijk geklaagd: de groep die het hout hakt, doet ei genlijk veel te weinig”. „Werken van sol a sol heet het daar, van zonsopgang tot zonson dergang, voor weinig geld. Je hoorde ze er nog wel vaak over praten”- Vonden ze dit systeem een kwestie van behelpen en hadden ze in hun hart eigenlijk toch lie ver allemaal hun eigen bedrijfje? „Nee, de grond verdelen, dat was helemaal geen punt. Daar had niemand meer belang bij. Ze za gen wel dat je als klein zelfstan dig kneuterboertje niet meer kon rondkomen. Wel was het pro bleem dat de een harder werkte dan de ander. Er was wel een neiging naar een systeem van loon naar werk”. Daar kwam de dreiging van de staatsgreep, die alles weer onge daan zou maken, nog bij: er was een grote aarzeling voor investe ringen die je er over een jaar of vijf pas weer uit zou hebben. Men was toch bang dat de grootgrond bezitter tegen die tijd het bedrijf al weer terug zou hebben.” „Iemand zei ook tegen ons: wij moeten allemaal wel op Allende stemmen, want als hij verliest, kunnen we allemaal weer opkras sen. Ik denk dat op dit moment op die boerderij van de 50 mannen er nog zes werk vinden, de andere 4 zullen werkloos zijn en mogen misschien in de oogsttijd nog eens komen opdraven, net als vroeger”. „We zijn ook bang dat er veel wraakacties zijn geweest. Toen Allende nog leefde, werden al veel boerenleiders vermoord- Van één provincie waar we geweest zijn, weten we in ieder geval dat er 3000 mensen zijn omgekomen”. Veel contacten hebben Aafke Steenhuis en Jan Joost Teunissen niet meer met Chili; de meeste mensen zijn te bang om nog te schrijven. „Je moet nou ook niet denken dat iedereen die we heb ben getroffen, in de gevangenis zit of is vermoord. Maar we hebben nogal wat brieven en pakjes ge stuurd; we hebben daar niets op gehoord”. „Brooa, land en socialisme, Wij zullen overwinnen”, een leus die boeren met geweer in aanslag bij hun nieuwe bezit verdedigen. Ille gale landverdeling vormde een groot probleem voor de regering onder president Allende. „Met hun paar jaar lagere school wisten ze meer van Europa dan wij van Zuid-Amerika. Ze wisten ook allemaal dat havenar beiders in Rotterdam geweigerd Vond men het moeilijk om kri tiek op collega’s te leveren? „Er was een grote aarzeling. Kritiek werd ook gauw gezien als een persoonlijke beschuldiging. De jongen die eerst president was, was niet mals met zijn kritiek en dat werd toch niet geaccepteerd. Er was ook een figuur, Silva, die ook wat meer geleerd had. Terwijl het papier schaars was, liep hij rond met een bloknoot met een spiraaltje erdoor en daar schreef hij dingen in op. Daar werd hij door de inderen een beetje om uitgelachen. Zoals boeren het hier - soms ook maar verknoeien van tijd vinden als je de hele dag in een boek zit te lezen”. Tot ongeveer twee maanden vóór de staatsgreep zijn jullie in Chili geweest. Hing het toen al in de lucht? veel aan het bedrijf gedaan, er werkten, geloof ik, maar zes man nen, later vijftig, want na de wet op de landhervorming werd de boerderij door de arbeiders bezet”. „Er werd wel bijgehouden of iemand ontbrak op het werk. Het loon was gelijk, ja, maar voor je kinderen kreeg je wel een bepaal de toeslag. In het begin, na de onteigening, was het gevoel van „samen doen” het grootst geweest, maar op den duur kreeg je toch al weer een bepaalde ongelijkheid: de een kon beter organiseren of harder werken dan de ander.” „Een wat oudere figuur, die meer ervaring had omdat hij zelf vroeger opzichter was geweest, stelde een keer voor om de men sen weer op contract te laten werken, want dan ging het veel harder. Maar daar was de rest tegen met het argument: dan wordt hij zeker weer opzichter?” werk- circa 40 ren die met eigen ogen wilden zien hoe het project van de land hervorming werkte. Maar toen kwamen de lastige vragen: als jul lie zoveel talen spreken en de verre reis kunnen betalen, moeten jullie wel op dure scholen zijn geweest en zijn je ouders vast rijke mensen. Wij hebben toen uitgelegd dat we de reis konden maken door een erfenis van een oma, en dat is nog waar ook. Maar ze vertrouwden het eigenlijk nog niks.” „We hadden er eigenlijk van tevoren ook veel te weinig bij stilgestaan met wat voor super mentaliteit je dahr komt: je chris telijke, naastenlief de-achtige be langstelling voor die arme sloebers in Zuid-Amerika- Dan laat je je maar onthalen, af en toe schrijf je ook nog wat op in een schriftje. Dat is eigenlijk allemaal heel raar, maar normaal sta je daar niet bij stil”. „Op een gegeven moment moch ten we toch komen: we kregen de kamer van een vrijgezel die op het punt stond van trouwen. Hij was de enige die ons een tijd vuil heeft aangekeken. En toen ze vra gen begonnen te stellen over de landbouw in Nederland, was het pleit eigenlijk gewonnen.” Massa-ontslagen loosheid geschat op percent; „Op die eerste boerderij kwa men we in een kring van mensen te staan, er woonden er ongeveer 50. We legden heel mooi uit dat wij socialisten uit Nederland wa- Als je hun dagboek doorbladert blijken sommige foto’s de sfeer te ademen van opnames van Gronin ger landarbeiders of kanalengra vers uit het begin van deze eeuw: veel, niet zo geweldig goed geklede mannen rond een kruiwagen, alle maal kijken ze strak naar de lens- Op-de-foto-komen was nog een evenement en niet een alledaags tussendoortje. Aafke Steenhuis en Jan Joost Teunissen: „Het Gronin gen van toen kun je misschien ook wel vergelijken met wat in Chili gebeurde voordat de junta kwam: landarbeiders gingen voor hun lotsverbetering strijden, werk lozen begonnen zich te organise ren". Een paar uur hebben we in hun huis in Noorddijk zitten praten over het Chili van vóór 11 sep tember 1973, over hun ervaringen daar en over de moeizame contac ten die ze nu nog met Chilenen hebben. Ter wille van de leesbaar heid heb ik de citaten van Aafke Steenhuis en Jan Joost Teunissen op één hoop geveegd als zijnde de mening van de gezamelijke au teurs: tenslotte hebben ze ook sa men een boek geschreven en wo nen ze in hetzelfde huis, dus dat moet kunnen. Eén keer zal Aafke persoonlijk even opduiken als het om zogeheten „typisch vrouwelijke ervaringen” gaat. Went dat eigenlijk snel, leven op het platteland in Chili? „Wat ons het eerst opviel was dat het allemaal veel gewoner, herkenbaarder was dan we het ons hadden voorgesteld. Binnen een week waren we eigenlijk ge acclimatiseerd en hadden we ons wat aangepast aan hun normen. Dat gaat vanzelf. Bij de boerderij woonde een blanke vrouw die er ook al was in de dagen van de grootgrondbezitter- Ze had hele ly rische verhalen over hoe mooi het nog in de tijd van de heer was: het gras was mooier geweest, er waren prachtige bloemen, de heer had ook echte honden gehad en niet van dat asbakkenras dat er nu was. Er liepen toen nog geen varkens in de tuin, overal waren goeie hekken. Er waren nu veel vlooien, etcetera”. „Maar al die dingen waren ons eigenlijk al helemaal niet meer opgevallen. Toen die vrouw dat zei, dacht je: verrek, er zijn hier vlooien, en die heb je in Neder land niet. Maar door er een tijdje „We hebben op „De Toekomst” een man als Pablo getroffen. Die had dat idee ook. Hij had in Argentinië gewerkt. Daar waren de verhoudingen ook wel feodaal, maar in him nederige positie had den de mensen het er kennelijk toch wel prettig. In Chili niet. Daar is het bestaan altijd harder geweest. Pablo klaagde daar ook over”. hadden een Chileens koperschip te lossen en dat een Amerikaanse maatschappij het in beslag wilde nemen. En koningin Juliana, Reine Guliana, die kenden ze ook alle maal, plus de prinsjes. Ze vroegen ons van alles. Hoe vaak per nacht gaan ze in Nederland met elkaar naar bed, hoe vaak eten jullie, hebben de kleine boeren ook alle maal hun eigen grond?” „Alleen de vrouwen die niet naar de lagere school geweest wa ren, wisten er niet zoveel van. Als je met de bus gaat, ga je in Chili al heel ver. Zij dachten dat als je dan uit Nederland kwam, je wel met de trein moest zijn gekomen”. De vrouw in Chili was, ondanks alle hervormingen, nog duidelijk ondergeschikt aan de man- Aafke Steenhuis: „Jan Joost en ik leef den daar in volstrekt gescheiden werelden, want ons uitgangspunt was: zo weinig mogelijk opvallen. Ik was daar dus helemaal een echte vrouw: ik deed het huishou den, waste onze kleren in het irrigatiekanaal, liep met baby’tjes rond en hielp met koken”. „In het begin was het moeilijk om met de andere vrouwen con tact te krijgen, maar toen had ik de truc met de breiwol nog niet ontdekt: je gaat op een groep steen zitten met wat breiwerk en aller lei vrouwen komen op je af, want je hebt dan iets gemeenschappe lijks om over te praten. De eerste vraag was vaak: krijg je ook een baby. Dat was ook het punt waar op wij duidelijk afweken: vier jaar getrouwd en nog steeds geen kind. Dat vonden ze eigenlijk maar niks”. „Al breiend ging je dan vaak met een vrouw mee naar huis, wat thee drinken, een brood bak ken en zo kreeg ik langzaam wat informatie voor dat dagboek. Na een paar dagen hield ik me ook wel stil over vrouwenemancipatie: dat is in Chili een luxe-onderwerp van deftige, burgerlijke vrouwen in de steden, die zelf een Indiaan tje in dienst hebben voor het werk”. Terug in Nederland kregen ze post van een Chileense vriend, Rafael. Hij had zijn brief in Spanje laten posten. „De situatie is hier af grijselijk- Vidal is dood. Antonio gevangen ge nomen. Roberto de dokter is dood. Collega’s van het werk waar ik soms jaren mee heb sa mengewerkt zijn gevangen genomen; sommi gen zijn hun kop kwijt geraakt, anderen hebben geen werk en geen inkomsten. Je hoeft alleen maar als vooruitstrevend bekend te staan om veroordeeld te worden. Ik ben in twee maan den dertien kilo afgevallen”. Een half jaar lang hebben Aafke Steenhuis (ze studeerde Nederlands in Groningen) en Jan Joost Teunissen (nog net bezig met sociolo gie) door het platteland van Chili gezworven. Ze waren het land al weer uit toen op 11 sep tember de linkse Allende werd vermoord en de militaire junta een groot bloedbad aanrichtte, vele maatschappelijke veranderingen terug draaide en Chili schrapte uit het toch al niet zo lange lijstje van democratisch geregeerde landen. Oude Groninger dagloners hoor je wel es vertellen dat het vroeger veel zwaarder en veel armer was, maar ook een stuk gezelliger. Met dertig mensen op één rij aan het wieden. „Twee soorten reacties eigenlijk. Kwaad over de rechtsen, de mo- mios, dat zijn „de mummies”. Maar er waren ook mensen die zich er boven plaatsten en zeiden: wat is het toch geweldig jammer dat de verschillende groepen in dit land zo verbitterd raken.” „Nou nee, niet veel. Dat was ook een zekere strategie. Wij wil den een tijdje tussen de landarbei ders wonen; als we dan tegelijk contacten hadden gehad met rechtse mensen zou de achterdocht nog veel groter zijn geweest. Er was nogal wat angst voor buiten landers, iedereen wist wel dat de „Ja, ze leerden ook veel. Als je ziet hoe mensen met niet meer paar jaar lagere school 1300 hec tare land bestuurden, dan ging het erg goed- Elke twee weken was er ook een vergadering. Van de 40 mannen ontbraken er nooit meer dan drie”. CIA van Amerika in het hele land geïnfiltreerd was. Ze hadden dat op de boerderij in de kranten gelezen, maar je kon in Chili ook hele stripboeken krijgen over de rol van de Amerikaanse inlichtin gendienst en het bedrijf ITT.” „Daarom waren ze er ook ont zettend benauwd voor journalis ten, want die bleken vaak ook voor de CIA te werken. Dat is daar volstrekt normaal. We heb ben ook elk contact vermeden met Chileense kranten. Want de ontei gende boerderijen waren eigenlijk wel het visitekaartje van het nieu we Chili. Oppositiekranten pro beerden op allerlei manieren Al lende stuk te krijgen- We hadden van anderen gehoord dat journa listen van die kranten probeerden je te laten zeggen hoe slecht het allemaal op de boerderij ging”. „Die oppositie tegen Allende merkte je elke dag in de kranten aan kleine dingen. Alles was zijn schuld. Een kind was gestorven omdat een bepaald medicijn op was. Foto in de krant van de verpleegster die een lege medicijn kast laat zien. En dat kwam dan allemaal door de slechte organisa tie onder Allende. Maai' later hoorden we van een arts, die trou wens helemaal niet voor Allende was, dat je dat medicijn in de rest van Zuid-Amerika ook niet kon krijgen.” Universiteiten onder mili taire controle, maatschappij vakken afgeschaft; Dodencijfer van politieke tegenstanders geschat op 20.000 mensen; Kortom, de „marxistische kanker van Allende” is inder daad uitgerukt. Daarvoor in de plaats kwam een pure fascisti sche militaire dictatuur. Deze week is het een jaar geleden dat de democratisch gekozen regering van Chili om- vergeworpen werd door mili tairen. Het fascistische regime van generaal Pinochet heeft in middels de volgende „succes sen” geboekt: Was er een soort controlesys teem? Totale pers- en culturele vervolging

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1974 | | pagina 15