CHRISTENDOM IN BEWEGING J Taizé: bezinning in circustent E d De zwijgende onderworpenheid van het kloosterleven 1 I4 1 Geestelijk Leven iff i u L R rr B ff'; 'II Eillill Jodendom dc w door Th. J. Koeckhoven Maria en Martha JEZUS - MYSTIFICATIE BOEK VAN UITCETREDEN NON J Dankbaarheid Eeuwig branden V >1111 nk au- JpMt Fi ■EP as ■si f ■IK s ZATERDAG 21 SEPTEMBER 1974 16 V Oi Jan tot jl „E en c herii de k Er zit beweging in het christendom; rond de kerken wordt het stiller en stiller. Men probeert wel iets op synodes, concilies en een pastoraal beraad, maar we krijgen langzaam maar zeker de indruk dat het eigenlijk nergens meer over gaat en dat de golven die de kerken in beweging zetten in de eerste plaats van buiten komen. Als voorbeeld noem ik het vuur van het Pinksterréveil en van de charismatische bewegingen dat genoeg geheel buiten de kerkmuren is ontvlamd maar waarvan de gloed de stramme leden van de reformatorische kerken en van de rooms-katholieke kerk begint te verwarmen. Een ander duidelijk bewijs dat het christendom ge lukkig niet gebonden is aan de kerken vormt het jongerenconcilie in Taizé waarvan de voorbereiding eind augustus werd afgesloten en dat rond de eerste september tienduizenden jonge mensen uit alle werelddelen deed samenkomen naar het kleine Franse dorp in de Bourgondische heuvels. Ei ■’"Jt eRsh-sé li KB"2"' HEF8’' t /r; fl W’ uuiia*. }r -iHl 4:iöl contempla- (Van een medewerker) bewoording: Pm 1 me de mc na joi t\ g< zi v< b elkaar, al zijn uitge- Hi zeke opm loop sten pats Ei trek mac krac glac opk zijn te c maa mot strif spa H lee ze? ooi ma de tel Bui Ma rei kei laat er geen misverstand over bestaan dat ook in zijn denken een voortdurende ontwikkeling is en dat hij nu op een moment is gekomen, waarop hij moet zeggen dat religie een onvermijdelijk deel is van elk denkbaar Christendom. D ach ken staa ruit arti kla Jan nog ha bt de dt B o] V aan ge- J< trio (,,zt nine nab T ze d< 18 S( hi la tre pe mc ell ga Iri tel al I a 1, se, ka all ge< 1 f 1 J De grote kerkgenootschappen in Ner derland kunnen een beetje vuur en warm te best gebruikten. Vele kerkgangers vinden de sfeer van de samenkomsten te koud. Mochten er onder hen zijn die contact zoeken met charismatische groe pen, dan kunnen zij zich in verbinding stellen met het redactie-secretariaat van Vuur: Rijswijklaan 63 in Tiel. In dit artikel is nogal kwistig gebruik gemaakt van termen als liefde, vuur en warmte. Dat is vanzelfsprekend geen uitvinding van mij. Maar we mogen het zien als de voorboden van een nieuwe lente. De periode van het verstandelij ke, wat kille dogmatische verschuift wat Een non die uit de rooms-katholieke kerk is getreden, beschrijft in een on langs gepubliceerd boek hoe ze door de angst voor de eeuwige verdoemenis haar eerste twijfels in het godsdienstige geloof kreeg. Toen ze vertroosting in de Bijbel zocht, zegt ze, bezweek haar geloof. In „De Jezus-mystificatie” beschul digt Phyllis Graham de katholieke kerk van het kwellen der mensheid door het beeld van de gekruisigde Christus. Ze concludeert dat Jezus zelf een mytische figuur is en ze veronderstelt dat „het bedenksel”-Christus is ontstaan uit pas sages van de levensbeschrijving van een joods historicus die omstreeks die tijd leefde. Deze zeer verklaarbare vrees voor het behoud van het eigene bedreigt niet alleen de individuele mens, maar ook groepen. En die vrees neemt toe naar mate de groep kleiner is en de omgeving een dreigender houding aanneemt. Het gevaar bestaat zelfs dat de kleine groep geheel verdwijnt in de andere cultuur van de grote maatschappij. Het is onder meer het voortdurende gevaar voor het jodendom in de diaspora. Zo heeft een studie onder de joodse bevolking van de Het is natuurlijk gemakkelijk als niet- jood vanuit Nederland het waarschu wende vingertje te heffen. Vandaar niet meer dan een heel bescheiden opmer king; het jodendom heeft minstens drie duizend jaar alle stormen en rampen overleefd en het zal waarachtig niet tenonder gaan aan het Amerikanisme. Er is slechts één voorwaarde. De kinde ren van Israel moeten trouw blijven aan het verbond dat Jahwe met hen heeft gesloten. Zij zullen Israel niet als God mogen vereren naast Jahwe, die geen andere góden naast zich duldt. Trouw aan de wet betekent niet trouw zijn j naar de achtergrond. Er komt gelukkig iets meer aandacht voor het spontane en niet zo strak beredeneerde. Een waarom ook niet? We hebben ons al lang genoeg collectief geschaamd voor onze emoties. Zolang we onze ogen niet sluiten voor de noden van de armen mogen we blij zijn. Zeker in een kerkdienst die toch zeker niet bedoeld is om te verdrinken in de tranen van alle ellende op aarde. En die evenmin mag verzanden door een stroom van woorden, waarin de gloed van een levende liturgie dreigt te doven. Nogal wat mensen zijn er bang voor dat een sterke overgave van de mens aan het religieuze of het goddelijke tekort doet aan de menselijke eigenheid of waardigheid. De mens zou dan het risico lopen een soort marionet te wor den, want God heeft de touwtjes in handen en de marionet moet maar be wegen zoals de touwtjes worden getrok ken. Al eerder hebben we opgemerkt dat God en mens elkanders rivalen niet zijn en dat juist de gebondenheid van de religie de mens eerst vrij maakt en hem brengt tot de vrijheid van de kinderen Gods. storm die de jeugd zou doen uitwaaien over geheel de aarde om daar in naam van het christendom actief mee te wer ken aan verbetering van het lot van de medemens in nood, of het nu slachtof fers zijn van politieke dictatuur of van armoede en honger als gevolg van na tuurgeweld in mislukte oogsten. Zo kan men stellen dat juist in en door de religie hemel en aarde elkaar raken, God en de mens elkander ontmoeten, de mens als hulpbrenger God ontmoet in de ander. Om met Gerrit Achterberg te spreken: De mens is voor een tijd een plaats voor God. Mist de mens deze religieuze geladenheid, dan loopt hij maar al te gauw het gevaar als mens voor zijn medemens een wolf te worden. eigenheid een krampachtig karakter kan krijgen en dat soms het omgekeerde wordt bereikt van wat wordt beoogd. De angst voor assimilatie is begrijpelijk vooral gezien tegen de achtergrond van de materialistische en nivellerende krachten van de Amerikaanse samenle ving en de onverschilligheid die het jodendom ook van binnenuit bedreigt. vele boeken over de Joden schreef, te maken heeft. Uitgever Leslie Ferwin zegt niet te weten wat de reacties op het boek zullen zijn. In 12 jaar tijd heeft zijn Londense bedrijf meer dan 2500 boe ken uitgegeven, waarvan verschillen de over kerkelijke zaken. Hij zegt: „Dit is het eerste boek dat we over dit onderwerp uitgeven. Het was geen manuscript waar we om gevraagd hadden, want slechts een half procent van de manuscripten die een uitgever ontvangt, zijn het waard uitgegeven te worden. Ik heb dit zelf bekeken, nam het mee naar huis en las het in een adem uit. Ik vond het verbazing wekkend. Het was bijzonder goed be redeneerd en geschreven en dat door een vrouw, die nog nooit een boek geschreven heeft; of je het er nou mee eens bent of niet”. Ferwin voegt eraan toe: „Ik ben opgevoed in een christelijke atmosfeer. Mijn grootva der was dominee en we gingen zon dags driemaal naar de kerk”. Mevrouw Graham, die nu terugge trokken leeft sinds zij het klooster verliet, zegt dat het vooruitzicht van de publikatie haar verwart. „Meneer Ferwin zegt dat ik veel publiciteit zal moeten verduren. Het is allemaal erg verwarrend, maar ik zal mijn best doen om ermee te leren leven”. Jezus’ voorkeur voor het tieve aspect van het religieuze gebeuren lijkt te worden gedeeld door de befaam de Amerikaanse theoloog en schrijver Harvey Cox, die in zijn nieuwste boek De verleiding van de geest een krachtig pleidooi houdt voor eerherstel van de religie. Deze opwekking komt na een periode van zakelijkheid en kilheid, op het hoogtepunt waarvan God zelfs dood werd verklaard. De mensen hebben God niet meer nodig. Nu lijkt de zoekende mens tot het besef te geraken dat God en de mens elkaar niet bijten, sterker nog dat zij elkaar nodig hebben om gewoon te kunnen bestaan. Harvey Cox Daar beleefden zij opnieuw een oor spronkelijke vorm van christen-zijn, van kerk-zijn volgens de oergeboden van jodendom en christendom, waarvan het eerste wetsartikel zegt dat de mens de Heer God zal liefhebben en zijn naaste als zichzelf. In deze wetsopvatting zijn God en mens nooit elkanders rivalen, want men kan God niet liefhebben als men zijn naaste tekort doet. De gelovige mens leeft als het ware in twee werel den die echter niet met elkaar in botsing behoeven te komen. Dat is ge bleken in Taizé waar de religieuze bij eenkomsten van tienduizenden jongeren in circustenten het midden hielden tus sen stilte, gebed en aanbidding enerzijds en sterk politieke betrokkenheid met het lot van de arme en onderdrukte mede mens waar ook ter wereld. het alleen maar mijn twijfels”. De in Engeland geboren mevrouw Graham (68) woont nu in Wathing aan de Zuidkust. Ze deed in 1926 haar intre de in de Carmelitessen-orde en woonde in verschillende kloosters in Engeland. Ze werd in 1946 van haar eed ontslagen, maar werkte nog meer dan zeven jaar op rooms-katholieke scholen voor ze haar geloof volledig opgaf. Het schrijven van „De Jezus- mystificatie” nam drie jaar in beslag en is haar eerste gepubliceerde boek. „Weinig mensen lezen echt de Bij bel”, zegt mevrouw Graham. „Ze kennen bepaalde passages nog uit hun jeugd en ze negeren de rest, of lezen er gewoon over heen. Als kind al werd ik geïmponeerd door bijbelse verhalen op de zondagsschool. Maar toen ik rooms-katholiek werd en ca techisatie kreeg, was de idee van de hel een verschrikkelijke schok voor me. Ik vond het ongelooflijk dat een liefdevolle God ongelovigen voor eeu wig in de hel laat branden. Ik slikte het, maar kon het nooit verwerken”. „In de eenzaamheid van m’n cel zocht ik vertroosting in mijn Bijbel, maar na verloot van jaren versterkte Het zou trouwens niet goed zijn zich als groep af te sluiten van dergelijke stromingen. Zelfs de rooms-katholieke kerk durft het aan zich over te leveren aan het avontuur van de charismatische bewegingen. In het augustus/september- nummer Vuur van de charismatische werkgemeenschap Nederland staat onder meer te lezen dat vorig jaar op dit gebied nauwlijks nog iets te beleven viel in de rooms-katholieke kerk van Neder land, maar in het begin van dit jaar belegde de werkgemeenschap in Breda een veelbelovende samenkomst. Op ver schillende plaatsen in het land bestaan i baarheid. Ze waren allen erg aardig voor me”, zegt ze. Waar mevrouw Graham nog steeds spijt van heeft, is de ruzie die ze met haar nu overle den ouders heeft gehad. Ze stonden haar niet toe het rooms-katholieke geloof aan te nemen. De familie was protestant en niet bijzonder vroom. „Ze kregen een verschrikkelijke schok toen ik vertelde dat ik in plaats van naar de zondagsschool met een rooms-katholiek meisje naar haar kerk was gegaan. Uiteindelijk gaven ze het op en werd ik op m’n zestien de jaar gedoopt. Toen ik achttien was, kwam ik van school en moest, voordat ik non kon worden, drie jaar naar een pedagogische academie. Vier van mijn vriendinnen zijn ook non geworden. Twee hebben hun belofte eveneens verbroken; de derde is moe der-overste geworden”. Mevrouw Graham zegt: „Toen ik on was, kwam het nooit in me op dat het bestaan van God en het verhaal van Jezus Christus wel eens niet waar konden zijn. Maar de angst voor de hel woekerde in me. Ik verliet het klooster omdat dat juist de plaats is waar al deze verschrik kelijke gedachten versterkt worden. Hoewel ik er altijd graag was, was ik er toch niet echt gelukkig”. beide van het Ik heb de waarheid van Cox’ woorden persoonlijk mogen vaststellen bij het indrukwekkende gebeuren van het jon gerenconcilie in Taizé, waar het onge looflijke waar werd: tienduizenden jon geren van vele godsdiensten, talen en huidskleuren kwamen onder het profane dak van een circustent tot een spontane bezinning op wat zij nu eigenlijk- het doen waren. Daar in die tent schiedde het wonder dat een massa stil kan zijn. Het was een geladen en vruchtbare stilte, in de diepste betekenis een stilte waarin ruimte kwam voor de Geest. De zwervers van Taizé vonden daar niet alleen God maar ook zichzelf. Die stilte was religieus, de stilte voor de reeds gebedsgroepen waar groepjes rooms-katholieken zich bewust openstel len voor de genadegaven van de H. Geest. Met name van de Belgische kar dinaal Suenens is bekend dat hij een warm voorstander is van de charismati sche beweging. De gelovige mens leeft in twee werel den zonder dat dit leidt tot gespleten heid. Want een religieus mens zal beide als een harmonisch geheel ervaren. Hoe gericht hij ook is op verbetering van het lot van de arme of verdrevene steeds zal hij zijn inspiratie vinden in wat we gemakshalve de godsdienst zullen noe men. Vanuit gebed en stilte groeit de overtuiging dat de letters van de wet dood blijven als de gelovige overtuiging niet wordt vertaald in daadwerkelijke hulp aan de naaste in nood. Aan de andere kant komen de werkers aan het front, de mannen en vrouwen van de daad steeds meer tot de ontdekking dat zij zichzelf voorbijlopen, in ademnood komen als zij bij tijd en wijle niet tot rust komen om zich te bezinnen op wat zij doen. Actie en contemplatie blijken eikaars natuurlijke aanvulling. Met an dere woorden de biddende Maria en de zorgende Martha horen bij zou de voorkeur van Jezus gaan naar Maria. De joodse gemeenschap tracht dit ge vaar te bezweren met name op het gebied van opvoeding, onderwijs en jeugdwerk. Daarbuiten zijn er activitei ten als zomerkampen waar de jeugd hebreeuws leert en waar zij verder wor den geïnspireerd te leven als joden in een niet-joodse samenleving. Het spreekt haast als vanzelf dat dit streven naar Ofschoon mevrouw Graham het geloof aanvalt, weigert ze de Carme- litessen-Zusters te bekritiseren. „Ik denk aan hen met liefde en dank- dat zelfs Jezuïeten.priesters werden geroepen om het probleem op te lossen. „Tijdens de gesprekken gingen de Jezuïeten tot een bepaald punt, daarna braken ze het gesprek af en waarschuwden me dat, als ik er lan ger over na zou denken, ik gek zou worden. Ze staken hun armen dan in vertwijfeling in de lucht en zuchtten diep omdat ze de werkelijkheid niet onder ogen durfden zien. De gedachte aan de hel speelt voortdurend in de gedachtén van de nonnen. Het kruis beeld boeit hen en ze erkennen de oneindige kracht die erin schuilt. De geest van een honende God waart rond in de twintigste eeuw en in de duisternis van de redeloze gedachte, maar als men de ziekte van onze zielstoestand kent, is dit al een stap op de goede weg om deze te gene zen”. Mevrouw Graham veronderstelt dat gedeelten uit het leven van Flavius Jos°phus, die van 37 tot 97 na Christus leefde, een grote overeen komst vertonen met het evangelische leven van Jezus. De naam Josephus was niet onbekend en ze denkt dat de evangelische Jezus een mengsel is van verscheidene mensen van die naam en van dingen, die met de intellectuele Josephus, een militaire bevelhebber die tijdens zijn pensioen - De naaste liefhebben is een moeilijke opgave. Juist de zich gelovig noemende mensn joden of christenen zijn goed in het verketteren van andersdenkende groepen binnen eigen gelederen. Bij jo den en christenen vervloeken orthodoxe en liberale stromingen elkaar om het hardst. Niet de assimilatie is dus het grootste gevaar dat joden of christenen bedreigt maar veeleer de innerlijke ver deeldheid. Trouw aan het verbond en innerlijke eenheid vormen de hechte garantie voor het voortbestaan van Is rael, dan kan het zich onbevreesd stor ten in de stromingen die deze tijd beroe ren. door dik en dun aan zeer tijdgebonden regels en voorschriften van bepaalde rabbijnen. Trouw aan de wet betekent wel en vooral trouw aan het eerste gebod van de Wet: gij zult de Heer uw God liefhebben met geheel uw ziel, met geheel uw hart en met al uw krachten. En het tweede gebod is daaraan ge lijk: ge zult uw naaste liefhebben als uzelf. En het gelijkstellen van geboden is geen uitvinding christendom. j Verenigde Staten uitgewezen dat ruim negen percent van de meer dan zes miljoen Amerikaanse joden een ge mengd huwelijk heeft gesloten. Maar ook buiten het huwelijk is het gevaar van assimilatie (gelijk worden) voortdu rend aanwezig. I i Le herinnert zich haar eerste avond buiten het klooster. „Het was een nacht vol wanhoop en eenzaamheid, waarin ik het gevoel had of ik in m’n doodskist lag en men aarde op de kist wierp. Vier Latijnse woorden hamer den maar door m’n hoofd: „Non mo- riar sed vivam” („Ik wil niet sterven, maar leven”) tot de kist openbarstte. Ik leefde niet eerder voordat ik be vrijd was, geloof ik, van de bijgelo vigheid van het geloof”. In haar boek schrijft ze dat door het voortdurende bidden het denkvermogen verward raakt. Omdat God steeds „aanwezig” is, mag men in het klooster uit eerbied niet praten en wordt in gebarentaal gesproken. Alles staat in dienst van God en er heerst een zwijgende on derworpenheid. De wil, het denken, het oordelen en alles wat in het rijk van de menselij ke gevoelens thuishoort, mag men niet uiten. De humor van het dage lijkse leven wordt verdrongen door de strenge regels van de orde. In populaire bewoording: geestelijke zelfmoord. Wat de schrijfster in het Nieuwe Testament de „Jezus-campagne van het eeuwige vuur en de dag des oordeels” noemt, verwarde haar zo rr Ie 1 i v Bi-*** 0^1 iè- .-^1 '■ujjÊ -jüiiH i:?= VlIjlJBKüsiaË; WÉ r-: i Ji j I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1974 | | pagina 16