Publiekstheater niet niet consequent genoeg Theater niet best in Nieuwe Cockney Rebel te geroutineerd Onderhoudende eenakters van Globe p gezellig die nieuwe... nnargrietj Mozarts „Cosi van tutte klonk bijzonder feestelijk „President op drift 1 L I Flauwe satire van Fitzgerald 59 Nederlandse Operastichting op haar best Steve Harley sfeermaker S S 1 - O W MAXNDAfc 23 SEPTEMBER KUNST 1974 10 J 6 weken lang 12pag. EXTRA MINI DECK H! in margriet F I f Deze week: De bevruchting: het meest intieme wonder. Nieuwe serie over psychiatrie. Nieuwe historische serie: Marie Antoinette dus overal verkrijgbaar AMSTERDAM Heeft u „Dood in Venetië” gezien, de film van Vis conti naar dat boek van Thomas Mann? Hans Croiset ook. En daar aan hebben we te danken dat het Publiekstheater „Het koffiehuis” van Carlo Goldoni (1707-1793) niet anno 1750 speelt, maar in 1914, vlak voor de eerste wereldoorlog. Dus geen komiek gehups in hoepelrok ken en poederpruiken, maar ge dempt gebroei in een aangevreten Venetië. ARNHEM Francis Scott Fitz gerald wordt terecht beschouwd als een van de belangrijkste Ameri kaanse romanschrijvers van de jaren twintig, maar voor zijn werk als toneelschrijver wordt hij zelden geprezen. Hij heeft dan ook maar één toneelstuk geschreven, het sa tirische blijspel „The Vegetable”, en bij de New Yorkse première in 1923 viel dat als een baksteen. De laatste jaren is het op verscheidene plaatsen weer voor de dag gehaald, deels omdat het herinneringen op wekt aan de jaren twintig, waar voor de laatste tijd een modieuze belangstelling is ontstaan, deels waarschijnlijk ook omdat in het stuk hevig de draak wordt gestoken met de sfeer van corruptie en wan beleid rond het Amerikaanse presi dentschap, een onderwerp dat met hulp van oud-president Nixon even eens aardig in de internationale be langstelling is gekomen. staat als zeer moeilijk en die boven dien door de schijnbare kluchtig heid hoge eisen stelt aan het speel- talent van de zangers. Uiterlijk ver toonde deze opvoering veel over eenkomst met die van 1969 en 1971- 1972, maar in dit geval was er sprake van een vrijwel geheel nieuwe bezetting. En nu gaat het er in wezen niet om of er één of meer buitenlanders aan de voor stelling meewerken, maar het is toch wel een prettig idee dat het gehele team van dirigent, regisseur, orkest, koor en solisten een produkt van eigen bodem is. Veel belang- rijker is nog dat het succes van zaterdagavond niet te danken was aan één ster, die de aandacht van het publiek voor zichzelf opeiste, maar dat deze gave produktie het resultaat was van de ideale samen werking van alle medewerkenden. o AMSTERDAM Tijdens het eerste optreden in Nederland van de popgroep Cockney Rebel in de nieuwe samenstelling liet leider Steve Harley zich andermaal ken nen als sfeermaker van de eerste orde. Het gehele optreden van de groep is opgehangen aan zijn kwasi-onderkoelde show van koket terie en gefingeerde verlegenheid, waarmee hij de zogeheten nichten roek lachend in een hoek veegt. In de sfeer die hij zodoende zondag avond in het Amsterdamse Concert gebouw opbouwde kon hij na het afwerken van het laatste nummer met zijn groep het podium verlaten onder de klanken van een massale koorzang van het publiek. „Oh dear, what have they done to the blues”. SCHEVENINGEN De eerste voorstelling in dit seizoen van Mo zarts opera „Cosi fan tutte”, zater dagavond jl. in het Circustheater, heeft zonneklaar bewezen, dat de Nederlandse Operastichting in staat is om met eigen krachten (er was maar één buitenlandse gast) presta ties te leveren, die de toets der kri tiek gemakkelijk kunnen doorstaan. Het gaat hier om een opera, die zangtechnisch bekeken bekend A; KI Het Koffiehuis van Goldoni in filmstijl van Visconti JAC HEIJER (ADVERTENTIE) SIMON KOSTER F J. H. MOOLENIJZER J. HEIJER. toegift, KEES TOPS. De voorstel is een genot om te zien, met zorg aangekleed en belicht. Het stuk In Sti no spi be saj de he ne stt va „Cosi fan tutte” met y.l.n.r. Hannekc van Bork, Cora Canne Meijer, Robert Waber, Rudiger Wohlers en John Vier- kens. STEVE HARLEY kwasi-onderkoeld (Foto: Gijsbert Hanekroot) I pei zei vri tot re vai vei rin tre Het is goed dat he* Publiekstheater stukken zodanig kiest en speelt, dat het publiek kan zien tegen welke historische en/of sociale achtergronden ze zich af spelen. Dat vind ik een veel zinniger uitgangspunt voor een repertoirebeleid dan de overweging, dat er weer eens een blijspel de deur uit moet of dat sommige vedetten goed aan hun trekken moeten komen. Het Publiekstheater is een van de zeer weinige repertoiregezelschappen, die een consequent dramaturgisch beleid voert en daar gedegen studie voor ver richt. De weddenschap tussen de twee ver liefde jongelingen Ferrando en Gugliel mo en de levenswijze filosoof Don Al fonso lijkt onzinnig, want waarom is het nodig te bewijzen dat alle vrouwen slechts trouw blijven, omdat zich de gelegenheid tot ontrouw niet voordoet? Dezelfde weddenschap zou kunnen wor den afgesloten om vast te stellen dat de mannen op dit gebied ook niet bepaald stevig in hun schoenen staan. De nieuwe Cockney Rebel is on zeer professionele basis samengesteld. Bassist Jim Kregan verdiende zijn sporen onder meer bij Family, en gitarist George Ford speelde vroeger bij Medicine Head. Van Cockney Rebels oude samenstelling is slehcts drummer Stuar* Elliot gehand haafd. Toetsenman Milton Ream-James is vervangen door Duncan Mackay. De vervanging van Jean-Paul Crocker door George Ford houdt in dat de elek trische viool uit de groep is verdwenen. Dat is jammer, want juist de viool speelde bij een groot aantal nummers een belangrijke rol wat de sfeer betreft. Jan Retèl loopt bij de kapper weg. Scène uit „Het koffiehuis". In „De collectie” zitten zoals altijd bij Pinter veje dubbele bodems. In dit geval hebben ze een homo-erotisch tintje, van het besmuikte, nogal Engelse soort. Re gisseur Adrian Brine en zijn spelers halen die ongrijpbare Pinteriaanse dub belzinnigheid er zeker uit. Maar de spanning had groter kunnen zijn (naar mijn smaak tenminste), als niet zoveel werk was gemaakt van het decor: twee natuurgetrouwe kamers, gescheiden door een Londense telefooncel. Te veel voor zo’n hoorspelachtig stuk. Siem Vroom en Hugo Koolschijn legden onder hun tek sten voldoende psychologische gewicht, geheel naar eigen inzicht- Henk Rigters zocht het meer in een typering, maar deed dat beheerst en gedetailleerd. Van Femke Boersma werd weinig meer ge vraagd dan een Mona Lisa-achtige aan wezigheid en dat lukte haar uitstekend. Het aftandse kluchtje van Feydeau werd met grote inzet en vaart gespeeld. Rigters voorkwam met zijn regie te grote oubolligheid. Boersma speelde een lekker onnozel wicht, geflankeerd door een wanhopige Vroom en een gegeneer de Rigters. Of dat alles nu voor „Het koffiehuis” moest gebeuren, betwijfel ik. De oor spronkelijke tekst van Goldoni geeft geen houvast voor een historische ach- ook ons land kennis maken met deze 50 jaar oude satire; de toneelgroep Theater heeft er zaterdagavond onder de titel „President op drift” in de Arnhemse schouwburg de Nederlandse première van gegeven. Het was een kennismaking die, althans wat mij betreft, nogal te genviel, want van de grote schrijvers- kwaliteiten die Fitzgerald in zijn romans aan de dag legt, heb ik in dit toneelstuk niet veel kunnen merken. Het is een tamelijk naïef geschiedenisje over een bescheiden kantoorklerk, Jerry Frost, wiens vrouw hem voortdurend verwijt dat hij geen ambities heeft en die, als hij zich heeft bedronken aan zelfge- stookte jenever, droomt dat hij tot pre sident van de VS is gekozen. In die droomt smijt hij met miljoenen dollars, benoemt hij zijn half-kindse schoonvader tot minister van financiën, verkwanselt hij de staat Idaho omdat die hem tot aftreden wil dwingen, en wordt hij tenslotte met zijn gezin uit het Witte Huis gejaagd. Als Jerry weer nuchter is, wil hij niets meer weten van zijn oude kantoorbaantje en verwezen lijkt hij een jeugdideaal: hij wordt post bode, maar dan wel een die alleen prettige brieven bestelt en de minder prettige achter houdt. Die droom van het presidentschap biedt natuurlijk volop mogelijkheden voor satire en ridiculisering, maar Fitz gerald heeft zich die kansen grotendeels laten ontgaan. Hij drijft weliswaar de spot met het machtsmisbruik, de zinloze tradities en de verleiding tot corruptie die zo dikwijls in het Witte Huis heer sen, maar hij doet dat met kinderlijke om niet te zeggen kinderachtige voorbeelden en bijna altijd flauwe grapjes. Na alles wat er de laatste jaren in Washington is gebeurd, zal een he dendaagse satire op het Amerikaanse presidentschap heel wat bij tender, en bovendien geestiger, kunnen en moeten zijn om niet naïef maar werkelijk sati risch te werken. En *n de scènes voor en na de droom, die zich in Jerry’s woning afspelen, zijn de dialogen al even gefor ceerd leuk en vrijwel nooit echt geestig of zelfs maar komisch. Bij de opvoering door Theater, onder regie van Elise Hoomans, werd kramp achtig geprobeerd om met dit brood magere materiaal toch nog vermakelijke effecten te bereiken, maar die kramp- achtgheid was op den duur wel hin derlijk. Dat Eric van der Donk als kantoorklerk-president-postbode en Henny Orri als zijn chagrijnig liefheb bende vrouw wel een aantal amusante momenten hadden, stond in geen ver houding tot de inspanning die zij zich daarvoor moesten getroosten. Nettie Blanken gaf een geslaagde uitbeelding van de karikaturale „flapper”, die Fitz gerald in de figuur van Jerry’s schoon zuster Doris heeft belichaamd, en Jan Verhoeven maakt iets menselijks van diens bijna seniele vader. Jan de Groot was een geloofwaardig secretaris van de president. Willem Wagter speelde de verloofde van Doris (in Ernst van Alte na’s nogal houterig klinkende vertaling voortdurend „fiancé” genoemd). Pim Pe ters een schurkachtige drankhandelaar en Jan Gorissen een oorlogszuchtige ge neraal. Een van de pluspunten van de opvoe ring was het décor van Huub van Ges tel. dat allerlei aardige verrassingen opleverde. Aan de andere kant valt nu logischer wijze de nadruk op gitaarsolo’s. Die zijn weliswaar van hoge kwaliteit, maar vrij emotieloos. En dat is zo’n beetje waar het de hele groep uitgezonderd Harley aan mankeert. De professionaliteit van het gezelschap brengt een routine-element in het geluid, dat de aandacht in nog grotere mate op zanger Steve Harley richt. Treffend voorbeeld hiervan is de uitvoering van „Singular Band”, een van de meest originele nummeers van de elpee „The Psycomodo”. Dit nummer, gekenmerkt door een ritme waarin het erom gaat een groot aantal noten weg te laten, werd zondagavond dusdanig ver vlakt dat het zijn grootste aantrekkings kracht verloor. Iets dergelijks was ook het geval met „Mr. Soft” van dezelfde elpee. Steve Harley maakt echter een hoop goed. Het grootste deel van zijn eigen uitspraken onmiddellijk in het belange- lijke trekkend „Hello, I’m really in showbiz, I’m Shirley Bassey” en „I can really pose” wint hij al gauw de sympathie van het publiek. Na een zeer lange versie van „Tumbling down" met zeer goede gitaar- en piano-solo’s, bracht hij de zaal tot het massale zangfestijn. „Then we go out together, for a change” Het publiek werd voor haar aktiviteit beloond met, „Daytrip”, een ruim tien minuten durende dramatische gelardeerd met stukjes Grieg. De waarheid is, dat Mozart geld nodig had en dat de opdracht van Joseph II om een nieuwe opera te schrijven, hem bijzonder welkom was. Of het door Lo renzo da Ponte vervaardigde libretto naar zijn zin was en of Mozart er met vreugde aan gewerkt heeft, vermeldt de geschiedenis niet. Vast staat dat Mozart zijn „Cosi” in zeer korte tijd componeer de en daarmee zijn muzikale nalaten schap op belangrijke wijze vergrootte. Het honorarium van 200 dukaten had hij al in voorschotten opgenomen voor dat de partituur op de lessenaar lag. Zelfs de meeste fervente opera-liefheb- ber zal moeten toegeven, dat het erg moeilijk is om aan te nemen, dat de zusjes Fiordiligi en Dorabella niet in de gaten hadden, dat de Albanese edellie den hun eigen slecht verkleedde vriend jes waren. Waarmee alweer bewezen is dat Mozart de meest goddelijke muziek HAARLEM. Toneelgroep Globe heeft het seizoen geopend met een vreemde combinatie van eenakters, die gisteravond in de Haarlemse schouwburg te zien waren. Eerst „De collectie” van Pinter, dan als toetje „Maar loop toch niet zo naakt rond” van Feydeau. Een onderhoudend avondje, maar de nood zaak van Globe om deze stukjes te programmeren ontgaat me totaal. tergrond. Studie van Goldoni’s tijd le vert natuurlijk wel zo’n achtergrond op. Maar dat Croiset voor een enscenering anno 1914 heeft gekozen, is hem eerder ingegeven door Visconti’s film dan door de opvatting, dat de atmosfeer in Italië voor 1914 zoveel leek op die van 1750 maar dichter bij het publiek staat. Een nogal vergezocht excuus. Eric van den Donk in „President op drift’’ bij Theater. speelt op een Venetiaans caféterras vol mensen in roomkleurige tinten. De cen trale figuur van Don Marzio (Jan Retèl) is als enige in’ het zwart gekleed. Ook als hij weg is, blijft hij aanwezig in z’n zwarte wandelstok en hoed, die hij op z’n vaste tafeltje laat liggen. Het slappe verhaaltje over gokkers, hun schulden en hun vrouwen, doet nauwelijks meer ter zake. Croiset heeft vooral een atmosfeer geschapen van be- nauwd-warme mottigheid. Net als in de film. Wanneer Jan Retèl op een gegeven moment met een soort gereutel wakker schrikt uit z’n slaapje, denk je: nü slaat de cholera toe! Maar nee. De cholera slaat niét toe, laat staan de wereldoor log, hoewel juist dat noodweer wél be doeld werd, zo blijkt uit de toelichting in het tekstboekje. Ik heb het niet kunnen merken. Kon het anders? Ook al wordt dan in de bewerkte tekst gespro ken over de oorlog in Libië, Eleonora Dusa en Thomas Mann we zitten ten slotte toch naar een Coldoni te kijken. Waarom heeft Croiset Goldonie ni,et gelaten voor wat het was, en het boek „Dood in Venetië” bewerkt of zich in ieder geval met, grotere consequentie toegelegd op het stemmingsbeeld, dat hij voor ogen had? Dan had hij geen onder scheid moeten maken tussen de rollen, die Goldoni voorschreef, en de figuran ten die het terrasje verlevendigen. Croi set had die figuranten authentieke din gen kunnen laten doen en niet van die maffe achtergrond-bezigheden, zoals een pater die achter een vrouwtje aanzit. Zeker, er zijn historisch verantwoorde straatfiguren te zien, als een marskra mer, een pathefoonbespeler, een bede laar. Maar ze komen op of gaan af op voorspelbare momenten, zoals dat figu ranten betaamt. Het zijn géén echte mensen. Waar blijft dat koopvrouwtje, dat we ’s morgens uit huis zien komen; na sluitingstijd is ze nóg niet terug. Waarom komen vijf rechercheurs op en gaan er maar drie af? Dan ga je denken aan een tekort aan figuranten en niet aan het uitbreken van de wereldoorlog of zoiets. Juist omdat het allemaal net onécht is, lijkt het eerste deel veel langer te duren dan nodig. Mijn respect overigens voor de kleed sters en de figuranten, die zich als een rotje uit het ene costuum in het andere moeten hijsen. In de sprekende rollen is goed werk te zien. Iedereen probeert een waarachtig mens neer te zetten, ook al gaf de tekst daartoe weinig aanleiding. Jan Retèl als de miezerige roddelaar Don Marzio lukt dat op indrukwekkende wijze. Hij tekent deze voor Goldoni merkwaardige, nogal tragische figuur, met grote zorg en liefde. Het slot is zondermeer aangrijpend. kelijke visie. Visconti en z’n regie bewijst dat hij goed gekeken heeft naar Jan Grossmann’s „Revisor” van het vorig seizoen. Maar het is een verademing, dat Croiset wei gert platgetreden paden te gaan. Hans Croiset pretendeert geen regis seur te zijn met een werkelijk oorspron- kon schrijven bij de meest onwaar schijnlijke toestanden. Hans Vonk, die het Radio Kameror kest dirigeerde, heeft ervoor gezorgd dat wij met volle teugen konden genieten van Mozarts muziek. De ouverture werd zo fris en sprankelend gespeeld, dat wij vol verwachting onze oren spitsten voor hetgeen volgen zou. Rüdiger Wohlers (als gast) rechtvaar digde al dadelijk zijn keuze in het eerste Terzetto. Zijn stem mist misschien nog de tederheid die wij er graag in zouden horen, maar tenslotte stelde hij als Fer rando een nog wat ongeoefende vrijer voor en daar paste zijn tenorgeluid heel goed bij. John Vierkens als Guglielmo, toonde zich iets vlotter in zijn optreden en maakte een sympatieke indruk door zijn aangenaam klinkende bariton. Hubert Waber, als Don Alfonso (vol gorde partituur), was de beste acteur van de drie zangers, waarmee ik niets wil afdoen aan zijn stemkwaliteiten. Hij was in zijn optreden volkomen zeker van zichzelf en hij had naar mijn smaak best wat meer gebruik kunnen maken van de donkere tonen van zijn wellui dende basstem. Hanneke van Bork zong de rol van Fiordiligi voor de eerste keer en deed dat bijzonder knap. Ook zij mag wat betreft haar lage tonen wat meer aan zetten, maar dat zal zij bij de volgende voorstellingen zeker gaan doen als zij in haar hele optreden wat losser wordt. Verder was zij volkomen opgewassen tegen de niet geringe eisen die deze partij stelt. Cora Canne Meijer voelde zich in de rol van Dorabella als ’n vis in het water. Bij alles wat zij deed was duidelijk merk baar dat zij eigenlijk nog veel meer kon, maar dat zij zich inhield om zich bij het geheel aan te passen. Zij zal zich in de komende voorstellingen waarschijnlijk wel meer ontplooien. Voor Ans Philippo als Despina niets dan lof ook zij bevond zich op be kend terrein en haar enige zorg was ook het' evenwicht niet te verstoren, maar zij heeft meer in haar mars! Ik mag niet eindigen zonder een groot compliment aan Jan Bouws. die deze voorstelling geregisseerd heeft. In één woord subliem let U vooral op de speelse toepassing van de parasollen. De zusjes tekenen ermee in het (niet aan wezige) zand, zij draaien er wat meer en zij gebruiken ze als afweerwapen, maar nooit als bescherming tegen de zon en dat is een van de vele rake vondsten in deze regie. Het décor en de kostuums van Harry Wich zijn adembenemend mooi zij maken de voorstelling tot een feest. Voorstelling in Amsterdam: 25 en 28 sept. en 2 en 6 oktober. Na Frankrijk en Duitsland kan nu Z’n idee heeft hij van SANTA BARBARA, (AFP) —De Amerikaanse revuester, actrice en zan geres Liza Minelli, dochter van wijlen Judy Garland en filmregisseur Vicente Minelli, is getrouwd met filmproducer Haley jr. Sammy Davis junior en zijn vrouw traden als getuigen op. De 28-jarige Liza Minelli trouwde voor de tweede keer. Haar eerste man was de componist Peter Allen, Daarna heeft ze romances gehad met Desi Arnaz junior en de Britse acteur Peter Sellers. Haley, 41 jaar is voor de eerste keer getrouwd. Hij is de zoon van de acteur van dezelfde naam. wK •-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1974 | | pagina 10