Colby, do nieuws CIA-man, bracht Kissinger in moeilijkheden CIA onaanvaardbare organisatie i SI Misdadige praktijken ter verdediging belangen VS I I iDEL Onaanvaardbaar door Wim Meiners Aandelenpakket Misdadig „Onontbeerlijk” Zo geschiedde. De CIA werd bij de zaak be trokken en de FBI staakte het onderzoek. Waarbij achteraf nog kwam, dat de CIA af luisterapparatuur bleek te hebben geleverd voor de Watergate-inbraak. Toen dat eenmaal bekend was geworden, daalde het aanzien van de CIA bij de Amerikaanse burgers snel. De inlichtingendienst hoorde in hun ogen nu ook bij die hele smerige kliek van Watergate- samenzweerders. kend geworden, dat de CIA zich had ingelaten met het in de doofpot stoppen van Nixons schandaal. Toen de nu beruchte Bob Halde man had gemerkt, dat de inbraak in het Watergategebouw hem, zijn vriend John Ehr- lichman en misschien zelfs zijn baas de kop kon kosten, stelde hij president Nixon voor om de CIA in te schakelen. De CIA moest tegen de toenmalige waarnemend directeur van de FBI, Patrick Gray, zeggen, dat het onderzoek verder gestaakt moest worden, bedacht Halde man. Gray moest worden wijsgemaakt, dat bij een verder onderzoek geheime activiteiten van de CIA in Mexico aan het licht zouden komen en dat dit de Amerikaanse regering in moei lijkheden zou brengen. Nixon vond het een uitstekend plan. On zijn eigen bandjes is te horen dat hij volmondig „ja” zei. H I Even buiten Washington, bij Langley, staat een modem gebouwencomplex. Vanaf de grote weg kan je er naartoe rijden, want een groot richtingbord geeft duidelijk aan, hoe je er moet komen. In de gebouwen zetelt het hoofdkwartier van de Central Intelligence Agency, ofwel de CIA. Het richtingbord staat er nog niet zo lang. De CIA was immers een geheime inlichtingendienst en geheim was per slot van rekening geheim. Net als Kelly had Colby alle reden om de CIA wat populairder te maken. De inlich tingendienst had een slechte naam in het buitenland en vooral sinds de Watergate affaire ook in het binnenland. Vlak voor Col- by’s ambtsaanvaarding als directeur was be- Sinds juli vorig jaar heeft de CIA een nieuwe directeur, William Colby. En dat be tekent, dat er een paar veranderingen zijn aan gebracht in en om de inlichtingendienst. Net als zijn collega Clarence Kelly van de FBI heeft Colby besloten, dat zijn instelling „dich ter bij de mensen” moest worden gebracht. Het geheimzinnige aspect van de CIA moest zoveel mogelijk ongedaan worden gemaakt, vond Colby. Vandaar het bord „Central In telligence Agency, eerste weg rechts”. r HENRY KISSINGER JAMES SCHLESINGER Volksleider Loemoemba en premier Mossadeq: uitgeschakeld. b had de Niettemin verhult al deze open heid iets. Namelijk dat de CIA uit te breiden. Het Amerikaanse belang, dat de inlichtingendienst beschermde, was vooral het belang van de grote Amerikaanse maat schappijen die zich in Derde-We- reldlanden gevestigd hadden. Zuid-Vietnam, Zuid-Korea, heeft de 5000 ook Chili zijn daardoor wat ze nu zijn. Mensen die zich in die landen tegen de onderdrukking verzetten, worden bloedig vervolgd Ook daar ziet de CIA nauwlettend op toe. In samenwerking met de anti-guer- rillaschool, die de Amerikanen m hun gebied in Panama hebben ge sticht en die jongens uit de La- tijns-Amerikaanse elite-klasse op leidt om elk verzet uit het volk zo efficiënt mogelijk te breken. William Colby, die een openheid van dit kaliber wil laten bestraf fen met tien jaar cel of tiendui zend dollar boete, staat voor hon derd procent achter de tentoon gespreide acties van zijn dienst „In een wereld, die zichzelf kan vernietigen door misverstand of misrekening, is het van belang dat onze leiders een helder idee heb ben van de bedoelingen, motieven en strategieën van andere mach ten”, zei hij een paar dagen gele den tijdens een symposium in Washington. Hij voegde eraan toe, dat de CIA daarbij onontbeerlijk is. Zonder een inlichtingedicnst, zo zei hij, staat het land bloot aan het gevaar van onderwerping door mogelijke tegenstanders. tige stapels papieren door te ne men, waaruit dan het advies voor het te voeren buitenlands beleid moest worden gevormd. Dat kon zo niet langer. En dus oefenden alle agenten zich in het beknopter schrijven. We moeten aannemen dat Colby inderdaad oprecht is in zijn pogin gen om zoveel mogelijk geheim zinnigheid te vermijden. Voor een CIA-directeur is hij althans van nature opmerkelijk open. tot schade van de Amerikaanse rege ring overigens. Want terwijl voor gaande directeuren veelal tal van complotten smeedden, bedachten of aandikten om de organisatie aan het werk en bij de regering in het gevlij te houden, schroomde William Colby niet om tot twee keer toe zijn superieur, Henry Kissinger, in moeilijkheden te brengen. In grote moeilijkheden zelfs. Kissinger en zijn collega Schle singer zien graag, dat de Verenig de Staten hun macht vergroten door ook in en om de Indische Oceaan de alleen heerschappij te hebben. Daartoe willen zij graag een grote vloot op militaire bases langs het oceaanwater hebben. Maar dat kan natuurlijk alleen als er op de Indische Oceaan een Russische dreiging is. Want het Westen provoceert niet, zo luidt het devies, doch reageert slechts op provocatie van anderen. Dus werd officieel verklaard dat er een Rusiche dreiging op de In dische Oceaan bestond. Totdat Col- Deze ronduit misdadige praktij ken worden verdedigd door te zeg gen, dat al die landen anders in communistische handen zouden vallen. Hoewel dat op zichzelf nog geen inmenging in andermans aangelegenheden wettigt, is het bovendien grote onzin. Alle La- Vanzelfsprekend moeten de ac ties van die inlichtingendienst ge heim blijven, meende Colby. En toen iemand zich bezorgd afvroeg, hoe het parlement of wie dan ook het doen en laten van de CIA moet controleren, haalde hij met een gaat-u-maar-rustig-slapen- glimlach zijn schouders op. Dat was toch helemaal geen probleem, zei hij. „Natuurlijk is er uiteinde lijk een controle. Als we onze activiteiten op een verkeerde ma nier afhandelen komen ze altijd in de openbare aandacht, zelfs in een wat opgeblazen vorm”. De misluk te inval in de Varkensbaai die in 1961 Fidel Castro van Cuba had moeten wegvagen, gaf hij daarbij als voorbeeld. Chili niet. Maar dat is volgens de CIA dan ook niet op een „verkeerde” manier afgehan deld. Integendeel. Zij verdienden daar schatten geld voor de Amerikaanse econo mie en dat kon zo blijven, zolang in die landen regeringen aan het bewind waren die niet van de steun van hun volk afhankelijk waren, maar van de steun van de CIA en het geld en de wapens die daarachter staken. Sommige grote bedrijven bezorgden de CIA zelfs een aandelenpakket om helemaal van bescherming verzekerd te zijn. In 1953 verdween aldus in Per- zië de regering van premier Mos- Nog meer worden evenwel hun verhalen bevestigd door agenten, die de CIA hebben verlaten. On langs verschenen achter elkaar twee boeken van ex-agenten, hoe wel de inlichtingendienst alle moei te heeft gedaan om de publikatie tegen te houden. In één boek wer den met behulp van een rechter wat passages verwijderd, veel minder trouwens dan de CIA ge- xl. eist had, maar wat overbfeef was genoeg om iemand verbijsterd achter te iaten over de omvang van het „Amerikaanse belang". Dat alles is dus, wat de open heid van William Colby verhult. Over deze en nog veel meer de tails pleegt hij te zwijgen, zodat we op de hoogte moeten worden gehouden door de best-geïnfor- meerde journalisten van de beste kranten ter wereld, zoals Le Mon de, de New York Times, Le Monde Diplomatique, Die Zeit, Der Spie gel, The Times en The Guardian. Hun onthullingen plegen eerst te worden ontkend om dan veel later te worden toegegeven. Doch dat verhoogt slechts hun betrouwbaar heid, temeer daar ze er zelden naast bleken te zitten. sadeq, die kort daarvoor alle bui tenlandse oliemaatschappijen had genationaliseerd. In de jaren zestig werd in het voormalige Kongo de aan het buitenland uitverkoop houdende Tsjombe op het paard geholpen, nadat eerst de linkse leider Loemoemba onschadelijk gemaakt was. In 1954 werd in Guatemala de linkse leider Arbenz ten val gebracht en in Ecuador verdween wat later ook al een regeringschef, die niet naar de CIA wilde luisteren. Het is duidelijk, dat de Ameri kanen er een inlichtingendienst op na houden, die op zijn minst zich van even kwalijke praktijken be dient als die van de tegenpartij, de KGB. Met het verschil, dat de KGB-agenten als de misdadigers worden beschouwd en hun CIA- collega’s als de goede verdedigers die succes hebben ook. Veel meer althans dan de Russen, die bijna uitsluitend de Oostblok-landen on der controle kunnen houden en dat op een even onaanvaardbare manier doen als de CIA. In ieder geval hebben ze niet voorkomen, dat de Amerikanen hun eclatante successen boekten in Griekenland, Indonesië, Zuid-Vietnam, Laos, Cambodja, Zuid-Korea, zulks overigens ten koste van vele tien duizenden levens en nog veel en veel meer dollars, die soms zelfs van economische hulpacties wer den gepikt (Cambodja!) om maar rond te komen. V' by ten tonele verscheen. Er was helemaal geen Russische dreiging, zei hij, en als er al een dreiging was, dan werd die alleen maar ver oorzaakt door Amerikaanse provo catie in het Indische-Oceaangebied. En daar stonden de heren Kissinger en Schlesinger. De tweede keer, dat Kissinger in moeilijkheden werd gebracht, was onlangs. De gevolgen zijn nog steeds te zien. Kort geleden maak ten de New York Times en de Washington Post tegelijk bekend dat Colby in april voor een parle mentaire commissie had verklaard dat de CIA kosten noch moeite gespaard om de regering van Chileense president Allende ten val te brengen. Colby ver klaarde dat weliswaar in het ge heim, maar zelfs dat was opval lend. Veel van zijn voorgangers zouden zoiets ook in dergelijke omstandigheden verzwegen heb ben, zeker als het om een gevoelig onderwerp als Chili ging. Zo niet Colby. Hij gaf zelfs te kennen dat Henry Kisinger persoonlijk de ao« ties had goedgekeurd. Een opmer kelijke figuur, die William Colby. Zo kan uitvoerig doorgegaan worden. Tal van ondemocratische acties heeft de CIA in zijn bestaan uitgevoerd. Een groot aantal cor rupte en misdadige regimes zijn in het zadel gehouden. Met name in Latijns-Amerika. Daar inlichtingendienst alleen al van zijn vaste agenten gestatio neerd. William Colby zou dat allemaal wel even veranderen. Tenslotte moesten de Amerikaanse burgers uiteindeljjk ook beseffen, dat de CIA er voor hen was. Dat de inlichtingendienst hun veilig heid en hun belangen in het bui tenland bewaakte. Ja officieel ging het om de belangen en de veilig heid van de staat, maar wie vor men die staat? De burgers immers. Colby concludeerde dat hij niets had aan Amerikaanse burgers, die zijn organisatie vijandig gezind waren. Dat beperkte de bewe gingsvrijheid van de CIA. En dus ging hij de public relati ons van de geheime inlichtingen dienst beter behartigen. Colby ver scheen vaker in het openbaar en begon interviews weg te geven. Dat was voor veel Amerikanen een verademing, want veel zinloze geheimzinnignheid verdween daar door. Zie het richtingbord langs de autoweg. Ook binnen de organisatie bracht hij veranderingen aan. Zijn voorganger James Schlesinger, nu minister van defensie, had een be gin gemaakt met het ontslaan van zo’n duizend werknemers en Colby maakte dat karwei af. Bovendien veranderde hij de structuur van de j toplaag, die erg inefficiënt werk zaam was in het 46 miljoen dolaar gekost hebbende gebouwencom plex met zijn grote marmeren gangen en zijn abstracte schilde rijen. Alle 16.500 agenten ondervon den, dat er een nieuwe chef was. Ze kregen de opdracht om hun rapporten duidelijker korter en feitelijker te maken. Het Witte Huis had over hen geklaagd. Henry Kissingers kantoor kreeg reusach- tijns-Amerikaspecialisten zijn het erover eens, dat Moskou noch Peking daar vaste voet aan de grond krijgt. De communistische aanhang is voor dit soort arme landen opmerkelijk gering. En daarbij komt dan nog, dat het nationalisme vrij sterk ontwikkeld is, hetgeen een massaal zingen van de „Internationale” doorgaans uitsluit. binnen de internationale rechtsre gels een onaanvaardbare organisa tie is en blijft. Want de voor naamste werkzaamheden van de inlichtingendienst waren en zijn het bevorderen en instandhou den van Amerika-gezinde regerin gen, overal ter wereld, welk doel de allergemeenste middelen heiligt. Oorspronkelijk werd de CIA daar voor door ex-president Truman in 1947 niet opgericht. Toen moesten alleen de plannen en bewegingen van de zeer gevaarlijk geachte Russen in de gaten gehouden wor den. Al gauw echter ontaardde dat. Zodanig, dat Truman later toegaf, dat de organisatie onaan vaardbaar veel macht had gekre- j gen. J De CIA is de grootste inlichtin gendienst ter wereld. De Russische KGB incluis. Behalve de 16.500 vaste agenten zijn ruim 120.000 mensen over de gehele wereld op contractbasis in dienst. Groepjes CIA-mensen zijn aan alle Ameri kaanse ambassades toegevoegd. Zij moeten pro-Amerikaanse bewegin gen steunen en in stand houden. Per jaar geven zij voor dat doel een half miljard dollar uit. Meest al wordt er daarbij niet op gelet, of die pro-Amerikaanse bewegin gen ook democratische bewegingen j zijn. Dat is een van de oorzaken dat de CIA zoveel dictaturen in stand houdt. Waar de CIA niet genoeg kan doen om de Amerikaanse belangen te bewaken, zijn er nog genoeg Amerikaanse inlichtingendiensten die dat opvangen. Blijkens een parlementair rapport van april vo rig jaar staan het Witte Huis nog de volgende organisaties ten dienst: de Nationale Veiligheids dienst, die met zijn 20.000 man een miljard dollar per jaar nodig heeft, de inlichtingendienst van het ministerie van defensie met 5016 man en 100 miljoen dollar, de leger-inlichtingendienst met man en 775 miljoen dollar, de marine-inlichtingendienst met 10.000 man en 775 miljoen dollar, de luchtmacht-inlichtingendienst met 60.000 man en 2,8 miljard dollar en de inlichtingendienst van het ministerie van buitenlandse zaken met 335 man en acht mil joen dollar. Gedurende de koude-oorlogsja- ren konden de inlichtingendiensten zich gemakkelijk ontwikkelen tot wat ze nu zijn. Communistische „dreiging” bestond toen overal en dat bood vooral de CIA een prachtig alibi om zijn macht sterk Landen als Brazilië Bolivia, Uruguay, Paraguay en kortelings voor hem ophoudt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1974 | | pagina 15