DE KLOK WORDT TERUGGEDRAAID BIJ HULPVERLENINGSORGANISATIE ernst wordt, vast te zitten Gebrek aan communicatie top-onderlaag „De meesten komen als het I I door Hans Rombouts op cursus EHIO: 99 Noodwachtplichtige Steken zetten Loyaal f 0.75 per uur Kernbom Grondgedachten De Dienst Bescherming Bevolking, val lend onder het ministerie van Binnen landse Zaken, is nooit een instituut ge weest, waarover met enig enthousiasme gesproken werd. Daar zijn wel redenen voor aan te voeren: de dienst bereidt zich steeds maar voor op de ellende, die ont staat als er ooit weer eens een oorlog uit breekt. En niemand wordt graag op de mogelijkheid van afschuwelijke oorlogs toestanden gewezen. Het is een hersen schimmig gegeven. Voorts worden voor die BB jonge mensen, mannen weer uiter aard, als noodwachtplichtigen ingelijfd. Ze moeten hun tijd besteden aan bezig heden als reddingsacties bij mag men aan nemen science-fiction-achtige toestanden (radio-actieve neerslag, chemische vergif tigingen enz.). Die jonge mensen zijn moeilijk te motiveren. Zij zijn van een na oorlogse generatie. Nu had de BB, dat het odium had van een soort veredelde padvinderij, dat de laatste tijd zelf ook wel in de gaten. Heel voorzichtig was men in de richting geschoven van een rampen dienst in vredestijd, zodat investering in materieel, kennis en personeel enigszins rendabel gemaakt zou kunnen worden. Minister Beernink was indertijd de grote kampioen van dat streven. In 1971 kon digde hij aan, dat er één algemene hulp verleningsdienst zou komen, één algemene rampendienst. 4.= - De BB zit met bendes twijfels als je niet ergeren. Of je kunt er dan maar het beste van maken. Wij hebben er als EHBO’ers het voordeel bij, dat je wat aa eerste hulp opsteekt.” Een van de cursisten: „Ik geloof niet in de vorm van de BB, zoals die er momenteel is. De meesten komen, als het ernst wordt, vast te zitten. Ik neem mezelf maar. Ik kan niet tegen bloed. Ik kan geen bloed zien. Als er iemand op mijn werk een verwon ding oploopt, doe ik mijn ogen dicht en zeg tegen een ander wat hij moet doen. Ik bedoel maar. Je zou eigen lijk een beroeps-BB moeten hebben, een klein, goed getraind korps. Wij hebben geen enkele practische erva ring.” De luister-Iiedjes-zanger boog zich over de BB-colIega, die in het cursuslokaal op de grond lag. Hij nam de polsslag op. Gevaarloos werk. Even later mocht een directeur van een reclamestudio laten zien, hoe hij eventuele toekomstige slachtoffers een spuitje zou geven. Ik hoop waarljjk, dat het nooit nodig zal zjjn. dat een ander of ik een spuit van hem zal hoeven te krtfgen. Hij deed zijn best, maar het was een gelukkige zaak, dat de spuit in een namaak-arm verdween. („Tja, dat was niet best. Je spuit ze naar de kloteOok het toedienen van een infuus door een zeefdrukker bleek geen vertrouwenwekkende zaak. Het ge beurde tijdens de derde en laatste herhalings cursus van een groepje BB’ers met specialiteit EHIO (Eerste Hulp In Oorlogstijd). De EHIO’ers krijgen na hun inlijving bij de BB een basis opleiding van 21 avonden of van enkele dagen elk jaar een herhalingscursus van zes uur in totaal. De sfeer op de avond, die ik meemaakte, was goed. Dat was eerder anders, want toen liet een cursist weten, dat hij niet tegen het roken van de collega’s kon en ver dween. „Een typische dwarsligger”, was het oordeel van de collega’s, die overigens al even min stonden te trappelen om bij de BB te worden ingelijfd. De BB’ers uitgezonderd dan het kader zijn noodwachtplichtigen: mensen, die buitengewoon militair dienstplich tig ztfn (broederdienst, uitgeloot). Dat is in ieder geval een eerlyker zaak dan vroeger, toen vele dienstplichtige militairen óók nog eens in de BB moesten. Instructeur De Vries: „Dat gebrek aan practische oefening onderkennen wij ook. Maar we moeten binnen een bepaald kader werken. Het kóst alle maal zoveel geld. Bovendien zijn we nog niet compleet, zodat een grote oefening met praktijkwerk nog geen zin heeft. We hebben de zaak door de op handen zijnde veranderingen ook op een lager pitje gezet.” De „liedjeszanger” vindt, dat het nuttiger zou zijn om in ziekenhuizen de tijd voor de herhalingsoefeningen door te brengen. „Desnoods alleen maar steken onderzetten. Ik dacht satie wiekt. Frustratie is troef. Zo zei onlangs mr. J. Niers, commissaris van de Koningin in Overijssel: „Degenen die in deze organisatie een verantwoor delijke taak hadden te vervullen zijn ge durende de laatste jaren in hun loffelijke ambitie gefrustreerd”. De BB is na de aankondiging van Beernink op sleeptouw gehouden. Na de aanvankelijke vreugde sloop de twijfel binnen. Er kwam niets reëels op tafel. De StuUrgroep-Rijnders, een ambtelijke commissie, die de plannen van die ene rampendienst concreet ging uitwerken, deed dat op bestuurlijk niveau. Mr. F. Kranenburg, commissaris van de Konin gin in Noord-Holland, riep in februari Wellicht tekent zich hiermee zelfs het einde van de Dienst af. Er circuleren (zg. geheime, maar inmiddels overal be kende) plannen om de BB drastisch in zijn werkzaamheden te beperken. Minis ter De Gaay Fortman wil het aantal noodwachtplichtigen van 88.000 halve ren, enkele honderden noodwacht-amb- tenaren afvoeren, het budget drastisch verminderen en de BB qua organisatie terugdringen tot wat „kruimelwerk” op regionaal niveau. Zo wordt de samenwer king tussen BB en brandweer die op gang gekomen was, ontkoppeld. De lei ders van de BB voelen zich verre van gelukkig met de onzekerheid, die als een enorme rampvogel boven de organi- De BB was gelukkig met dat streven, ook al omdat de image-verbetering een duw omhoog zou krijgen. Maar nu, in 1974, staat de BB op het punt weg te zakken in een grote troosteloosheid. dat het belangrijker is, dat wij in tijden van rampen of oorlog dat werk in ziekenhuizen kunnen gaan doen, zodat wij de verpleegstaf daar van ontlasten. Daardoor kunnen er meer verplegers en verpleegsters naar het rampgebied.” Instructeur De Vries: „Wij zouden ook graag in een ziekenhuis, bijv, in een polikliniek helpen. Maar de top denkt er ver moedelijk anders over. In ieder geval zijn onze pogingen in die richting op niets uitgelopen.” De BB stond vroeger vooral bekend als de beweging, het instituut, waar bij je een veel te grote (of te kleine), maar nimmer passende grijze overall plus klossen van schoenen kreeg en milieubeveiliging is nodig bij een toene mende industrialisatie, de verkeersveilig heid bevorderen, de noodzaak tot inven tarisatie en risicobepaling van opslag en verwerking van gevaarlijke stoffen in de regio, de noodzaak tot routering, contro le en het aankondigen van het voorge nomen vervoer van gevaarlijke stoffen, de noodzaak tot het toepassen van één internationaal gehanteerde code voor ge vaarlijke stoffen, het verkiezen van een regionale rampbestrijdingsorganisatie boven een gemeentelijke op practische gronden. L. de Vries: „We kunnen in vredestijd zoveel doen voor de burgerij, omdat wij over middelen, kennis en mensen daartoe beschikken. Wat rampen in vredestijd betreft zou je alles lande lijk geconcentreerd kunnen regelen en in oorlogstijd regionaal. Wij hebben ge leerd, de laatste jaren, om in termen van andere diensten te denken. Wij hebben een redelijk beeld van de moge lijkheden en moeiljkheden” Enthousiast over de BB zijn de noodwachtplichtigen niet. „Maar”, zegt het hoofd instructie, de heer De Vries, „95 percent stelt zich loyaal op.” De BB-ers van de cursus leeftijd rond de 25 jaar accepte ren de situatie maar zoals ze is. „Je kunt je verschillend opstellen. Je kunt weigeren om in de BB te gaan. Dan kom je voor de rechter en word je toch verplicht om er aan mee te doen. Je kunt wel komen en je negatief opstellen, maar dan kun je bij wijze Van spreken een maagzweer oplopen, omdat je je dan rot zit te A-kring Noord-Holland: „Er weinig communicatie tussen de top van de BB op het ministerie en de mannen in het veld. Vier jaar geleden werd die commissie-Rijnders aan het werk gezet op bestuurlijk niveau. Nu krijgen wij pas uitsluitsel maar in een heel andere vorm dan verwacht werd. Al jaren zit ten wij tussen de wal en het schip”. De Vries: „Een van onze sterkste pun ten was het grote geïntegreerde gemeen schappelijk geheel van BB, brandweer, regionale ambulance dienst. Al jaren hameren wij op die samenwerking. Nu is er het grote vraagteken. Wat gaat er gebeuren? Wij zitten met bendes twijfel. Pas in de eerste helft van volgend jaar, verwachten wij, zal de ontwerp-nota aan het parlement aangeboden worden. In januari is er een hearing. Wij blijven zoveel mogelijk doorwerken in de geest zoals die nu is.” De BB leeft momenteel in het luchtle dige. Twijfels en frustraties zijn de ge bouwen en commandoposten binnenge slopen. De Vries: „Inderdaad. Naar buiten ko men we niet zo best over. Door allerlei omstandigheden. Maar de BB heeft een grotere deskundigheid dan men vaak denkt. Onze PR (public relations) zijn nooit onze sterkste kant geweest”. Bij de BB is men vooral verbolgen over het feit, dat de motivatie van de nieuwe plannen, de inkrimping dus van het werkterrein, onduidelijk is. Er zijn slechts vage lijnen aangegeven. Hoe is dat dan toch mogelijk? D. Vink, hoofd verschijnt op een verplichte lesa vond? Iedereen is het er over eens, dat er soepel gedacht en gehandeld wordt. „Als je maar bijtijds laat we. ten, dat je eventueel niet kan (wegens ziekte van je vrouw, wegens studie of wat ook), dan valt er altijd wel een mouw aan te passen. Natuurlijk had ik liever vanavond ook wat anders gedaan. Maar ja, het moet nu een maal. Voor de vergoeding hoef je het natuurlijk niet te doen. Die is hier f 1,50 per avond, f 0,75 per uur, plus eventuele reiskostenvergoeding.” Een BB-er, die grammofoonplatenperser is: „Ik had vanavond eigenlijk ploe gendienst. Dat is geregeld. Mijn baas hoeft mij niet te betalen, als ik naar de BB iaën. De BB betaalt me de uren, dat ik niet kan werken.” waarin je voor joker liep. Die unifor men zijn tegenwoordig niet zo’n must meer. Maar dat hangt vaak weer van de commandant van een groep af. Bij de EHBO zal men zeggen: géén uni form bij de theoretische oefeningen, bij de verbindingsdienst wél uniform aan. Cursist: „Ik heb inderdaad een broek, waarvan het kruis me tot de knieën reikt. Die schoenen hoef je gelukkig ook niet meer aan.” en een ander: „Ik heb dat pak nog nooit aangehad. Het ligt nog steeds inge pakt ergens bij me op zolder.” Wat gebeurt er nu Hebben de EHIO-ers nu iets aan hun opleiding? Als er iets in hun omgeving gebeurt grijpen ze dan re soluut in volgens de instructies, die ze gekregen hebben? „Eerlijk gezegd, rijd ik door bij een ongeluk, als ik ook maar even merk, dat er al ie mand bezig is”, zegt de een. „Ik ben eens vóór de plaats van een ongeluk rechtsaf geslagen, omdat ik het niet kon zien”. Een ander had wel eens een spalk bij een gebroken arm aange bracht. Weer een ander was bij een gewonde van een ongeluk gaan zitten praten om hem gerust te stellen. „Dan doe je tenminste iets. Maar om nou actief te gaan optreden, nee.” Het bleek me, dat men gewoon bang is om handelend op te treden uit gebrek aan ervaring. „Ik denk, als het er op aan komt, als je moet beslissen, dat de meesten de gewonden alleen maar wegbrengen en er liever niet aanko men.” EHIO- instructeur Smit, die ik meedeelde na de cursusavond voorlo pig liever niet behandeld te worden door deze BB-ers, hoe aardig ik ze ook vind (trouwens ze gaven zelf ook de voorkeur aan hulp van hun in structeur), meent en de heer De Vries is het met hem eens: „Als je eenmaal in een noodsituatie terecht bent gekomen, dan ben je snel aange past. Dan heb je vlug door wat en hoe je iets moet doen. Dan is een basisopleiding, hoe theoretisch ook, toch van het grootste belang.” 1973 nog in de Statenvergadering uit: „Door mij, en dat geldt voor het hele college, wordt de Bescherming Bevol king ook niet hooglijk- geprezen als in stituut. We hebben er de minister her haaldelijk op gewezen, dat de BB aan passing en modernisering behoeft in de richting van een algemene rampen dienst”. Men wil ook in Noord-Holland de „nieuwe” lijn. De oude lijn was en is: de BB is er voor reddingswerkzaamheden in oorlogs tijd, met name als er een atoombom valt. Militairen en oud-militairen zetten de organisatie op poten. Maar de angst voor de kernbom werd door iedereen steeds verder weggedrukt. Bovendien werd er overal en steeds luider verkon digd, dat bij een atoomaanval hulp niet meer mogelijk was; dat het geen zin had om daarvoor een organisatie als de BB nog in het leven te houden. Een werk groep van de TH in Twente stelde een rapport samen „Onmogelijkheid van mi litaire verdediging”, dat vernietigend was voor het rapport van de Commissie Schuilgelegenheid. Volgens die werk groep had het schuilkeldërprogramma van de BB weinig zin. Toen dat in de Tweede Kamer ter sprake kwam, liet minister Geertsema weten, (het was in middels oktober 1971) dat er spoedig een beslissing genomen moest worden over de vraag of er samensmelting of samen werking tussen BB en brandweer moest komen. Maar de grote beleidsbeslissingen over de toekomstige lijn van de BB bleven uit. Wel werkte men van onder uit bij de BB al aan een zeker stroom lijning. Zo produceerde L. de Vries, hoofd voorbereiding en paraatheids- opleiding A-kring Noord-Holland, een zeer lijvig rapport over de gecoördineer de hulpverlening in vredesomstandighe- den. Dat ging duidelijk in de richting van een rampendienst in vredestijd. De grondgedachten zoals die overal in de BB groeiden waren: De image van de BB is niet best.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1974 | | pagina 15