CANEGHEM: DORIS VAN Theater mag geen grenzen hebben De westerling gaat voorbij aan eigenheid ontwikkelingslanden ii In België zit het hele theaterbeleid fout” DE CLUB VAN ROME EN DE IJDELE OLTMANS f; r s Cyriel Verschaeve Ma door Frans Janse I „s Theaterpool door Cees Straus Leeuwenkuil Taalgevoeliger Z/ ZATERDAG 26 OKTOBER 1974 16 „v niet ris. 1 „MAG IK ER EEN WITTEKE bij”, vraagt ze lief als ze een jonge je never bij de aangeboden koffie wilt hebben. Het is een van de weinige keren dat Doris van Caneghem op haar Vlaamse dialect kan worden be trapt. Dat geldt ook voor haar bijdrage aan het blijspel Ik slaap wel op de bank. „Bij ons in België spreken we allemaal dialecten. De rijkdom en sappigheid van de taal komt uit de dialecten. Maar eigenlijk zouden we allemaal één taal, het ABN (Algemeen Beschaafd Nederlands red.), moeten spreken om zo verstaanbaar te zijn voor iedereen. Ik had gedacht dat ik in dit blijspel als Vlaams meisje meer Vlaams mocht spreken. Maar Gregor (Frenkel Frank die voor de bewerking en vertaling zorgde) heeft toen gezegd dat we dat niet zouden gaan doen. Hij heeft er een meisje van gemaakt, weliswaar sen Belgische, dat al enkele jaren in Nederland woont. Ik zou zelf bijvoorbeeld in het stuk bottekes voor laarzen zeggen. Maar zo’n woord moet hier dan verklaard worden. Dat zou weer tekort doen aan het tempo in het stuk, dat zoals je weet enorm hoog ligt”. i •O 1 IF -.WS sas ra i «t sr «4 l jSMl E l NEDERLANDSE Doris kent het Nederlandse publiek: van 1961 tot 1967 was ze vast verbon den aan het Nederlands Kamer To neel dat in die jaren naar Limburg verhuisde onder de naam Groot Lim burgs Toneel. Met het NKT speelde ze De Gijzelaar van Brendan Behan 4 Ik ben voor loonaanpassing. maar ik spreek liever voor de freelancers, daar wordt erg weinig voor gedaan. Ik zou meer subsidie voor het kleintheater wil len. Het hele theaterbeleid zit fout, het systeem is verouderd. Iedere acteur zit op een stuk te wachten, dat is ongeloof lijk duur. Bovendien is er een slechte verdeling van de gelden door het minis terie. Het is dood theater in feite’’. De Belgische toneelwereld is momen teel flink in beroering. „De lonen bij het beroepstoneel liggen veel lager dan die voor de acteurs bij de BRT (Belgische Radio en Televisie). Er wordt nu ge streefd naar gelijkschakeling door mid del van staking. Eigenlijk is van die staking weinig te merken. Een Antwerp se criticus schreef onlangs dat de thea ters zo slecht bezocht worden dat je de staking niet eens merkt. gesubsidieerd toneel gaan. Met zo’n pool krijg je versterkte concurrentie, dat komt de situatie ten goede. Het is mis schien erg mercantilistisch bekeken en niet iedereen zal er mee akkoord gaan, want in zo’n systeem moet je vechten voor een toneelstuk”. Foto’s Frits Droog, het stuk heeft in Antwerpen veel kwaad bloed gezet, tot grote moeilijkheden ge leid. In de ogen der fanatieke Flamin ganten is Verschaeve een heilige die geen (fascistisch) kwaad kan doen. „De figuur van Verschaeve is in een heel ander kleedje gezet, dan men mis schien gewend is. Je moet de vrijheid hebben om een dergelijk stuk te bren gen. Dat optreden van de Vlaamse Mili tanten Orde, die met brandstichten heeft gedreigd en de acteurs wilde molesteren, daar ga ik uiteraard niet mee akkoord. Die aanvallen zijn zo kinderachtig- Het wordt toch al zo gemakkelijk een politie staat waarin niets mag. DORIS VAN CANEGHEM staat voor de eerste maal in een Nederlandse toneelproduktie. Samen met Luc Lutz viert de Vlaamse actrice vele succes sen in het blijspel „Ik slaap wel op de bank”. Het is een komisch verhaaltje over een hip Belgisch meisje dat in Amsterdam verzeild raakt en na ruzie te hebben gehad met haar vriendje bij diens buurman komt uitpuffen. Ze blijkt hoogzwanger te zjjn en buurman echt het type van het sulletje is niet zo goed of hij ontfermt zich over de jonge moeder en haar spruit. Dat ze niet bereid zjjn daar nog erg lang genoegen mee te nemen en met alle middelen zullen gaan eisen, waar ze vroeger nederig voor op de knieën lagen, maakt het boek van Oltmans op indringende ma nier duidelijk. (Willem L. Oltmans. Grenzen aan de groei-2-. A. W. Bruna Zoon, Utrecht). 4im naas ande bela veel hebt zaak gaar mij. niet ze h een de b den. zoldi kan dan boer paar hout hij groo hout Mijr bom mott sche zaak „E rege: kom sen. der vrou were van land rijde er ii „U dat boot twee graa ontd Frar jaar Eige diree is ee dat was; mijn was; vade der ,.T weel milji Kw- te d zijn Kw- grad gaat ener maa: omd den weet grad opee ener „1 paar „ft dat voor ten lid vraa land hebt met witti Alle huis lijke zeep ener ,J] eersl kaar drijf op c zo z op, jong of t toe. niet, van zei: maa Geëngageerd toneel mag er zijn, moet er zijn. Hoe meer toneel, hoe liever, dat bevordert de concurrentie”. Andere toneelstukken waarin Doris te zien was: Molière’s Zeer geleerde dames en van Peter Handke Publi- kumsbeschimpfung, dat in Vlaande ren werd vertaald met Dag Jan, veel liefs uit Oostenrijk. In haar woon plaats Antwerpen speelde ze in Boe ing Boeing van Camoletti, Luv van Maurice Schisgall en met Julien Schoenaerts in De gelukkige familie van Charles Cooper. Sinds 1967 werkt ze free lance. Behalve toneel ook te levisie (als Marjan Besjoune, het lief je van Flierefluiter in Mertfntje Gij- sen) en film („Salut en de kost” van Patrick le Bon) „IK BEN VOOR een theaterpool, waarin alle acteurs zitten en waarin alle miljoenen terechtkomen die nu naar het met blote handen sterker blijken dan al dat verdomde moderne oor- logsuig bij elkaar. Je kunt een mil joen mensen vernietigen, maar geen miljard. Zo ligt de situatie. Een miljard mensen kun je niet uitroeien. Dat is eenvoudigweg on mogelijk. Je moet met ze leven of anders sterven”. Zowel in Nederland als in België heb je een verschil met stads- en buiten mensen. Het publiek in Antwerpen is goed te vergelijken met het Amsterdam se. Beide zijn het uitgaans-publiek. Heel steeds”. heb ik gemaakt toen we De Bruiloft van Bertolt Brecht deden. Na afloop daarvan wordt zoals je misschien weet wat ge praat door de acteurs in kostuum, het is de gespeelde receptie waarop het publiek welkom is. Je merkt dan dat het Belgi sche publiek ook wat wil doen, maar ze durven minder. In België probeerden ze tijdens de receptie voorzichtig weg te sluipen. Hier kwamen ze met cadeautjes aandragen en had ik stijve kaken van het zoenen. wikkelde landen, die op dit ogen blik als gevolg van toevallige his torische omstandigheden een grote technologische voorsprong hebben, dienen die voorsprong te gebruiken om welvaart en kennis gelijkelijk over de wereld te verdelen en niet om die uitsluitend ten eigen bate te gebruiken, zodat de bestaande verschillen nog groter worden. „Ik vond hun volledige inzet in Miste- ro Buffo erg knap, Voor mij moet er iets gebeuren op het toneel en bij Corso en de zijnen was dat bij Mistero Buffo, helemaal het geval. Het is daarom ook zo jammer dat hun tweede produktie gevallen is. De Nieuwe Scène is ideolo gisch heel links gericht, ze gaan een politieke richting uit, die ik niet ken. Ik heb wel bewondering voor hen, maar ik zou niet geheel politiek theater willen doen. Dan loop je vast. Theater mag geen grenzen hebben, je moet alles kun nen doen. De Nieuwe Scène doet slechts een facet van het toneel, dat vind ik te beperkt”- Een groot aantal critici heeft de Club van Rome sindsdien verwe ten vanuit een veel te beperkte op tiek te opereren en te weinig aan dacht te hebben besteed aan de met de problematiek van de eco nomische groei samenhangende moeilijkheden van de derde wereld. Willem L. Oltmans schreef, in hakend op het rapport van de Club van Rome, in 1973 een boek, „Grenzen aan de groei I”, waarin hij de weergave neerlegde van ge sprekken met 'een groot aantal westerse persoonlijkheden over za ken als onbeperkte groei, het wes terse monopolie op wetenschap en techniek (met „westers” zijn in dit verband ook bedoeld de Sowjet- Unie en Japan), de internationale Hoewel ik bang ben dat de heer Chanderli ongelijk heeft en het tegenwoordig helemaal niet zo moeilijk is om een miljard mensen uit te roeien, is zijn uitspraak op een andere manier illustratief. Het gaat om miljarden mensen, twee derde van de wereldbevolking, die door een complex van oorzaken, waaronder de westerse eigenge reidheid, arrogantie en westers misplaatst cultureel superioriteits gevoel zeker niet de geringste zijn, n minimale omstandigheden en er ger moeten leven. in Amsterdam. Eveneens in onze hoofdstad speelde ze de bruid in De bruiloft van Brecht, een voorstelling van het Ringtheater uit Antwerpen. En om haar sympathie voor deze vorm van toneel toch te benadrukken- „Politiek toneel is tegen het kapitaal. Daar ben ik altijd voor”. Alvorens in kort bestek in te gaan op de inhoud van het boek twee opmerkingen! Ten eerste: Oltmans heeft met ongelooflijke energie een onvoorstelbare hoe veelheid materiaal verwerkt, die met grote deskundigheid behandeld is, wat ook blijkt uit de vraagstel ling. Daardoor komt uit zijn serie inerviews duidelijk naar voren, hoe men er in vooral de derde wereld over denkt: wij worden uitgebuit, maar vooral ook betutteld; de ont- Ziet Doris verschil in acteren tussen haar collega’s in Vlaanderen en die in Nederland? „In Vlaanderen wordt een rol anders benaderd, we werken er directer met ons hart naar toe. Het is een algemene trend dat de acteurs geweldig veel met hun gevoel spelen. In Nederland vind je een combinatie van geest en hart. Een rol wordt hier misschien wat cerebraler gespeeld, meer op een afstand. Voor mij is die ervaring goed, het is een nieuw facet om zo te werken”- Ook de toneel wereld ziet er in België geheel anders uit. „Ik werk als een van de zeer weinigen free lance, dat komt haast niet voor. Het is bij ons allemaal gesubsidi eerd toneel. Voor het kamertoneel (enigszins te vergelijken met onze kleine zaalprodukties, red.) geldt dat het nau welijks door het ministerie wordt ge steund. Er wordt hier heel erg professio neel gewerkt, er is ook meer geld voor beschikbaar. Dat is niet altijd het beste, maar „it helps”. In Vlaanderen zit net als hier veel talent, maar het is een kwestie van goede leiding- Als er niet genoeg geld is, moet je met een middel matige regisseur werken, waardoor de produktie ook weer minder wordt”. Waarom freelancen? „ALS JE ERG vast verbonden bent, heeft dat zijn voordelen. Als je iedereen kent, ben je op elkaar ingespeeld. Maar in België werk je in de officiële schouwburgen veel met ontevreden mensen. Die zitten op een rol te wach ten, want er zijn niet zoveel interessante stukken voor iedereen. Theater is dan gewoon een leeuwenkuil. Freelancen is veel interessanter, je leert acteurs kennen die nu eens niet jouw mening delen. Dat werkt verfris- fen dat aan de hoogontwikkelde westerse maatschappij een aantal hoogst onaangename neveneffecten mals vervreemding, materialisme, afstomping en aantasting van li chamelijke en geestelijke gezond heid inherent is, effecten, die zij bij de opbouw van hun landen willen vermijden. In het westen leeft nogal eens de idee, dat, omdat ook de hoeveel heid voedsel, die de wereld kan produceren eindig is, alleen ingrij pende programmal-tot geboortebe perking een oplossing inhouden. De westerling vergeet daarbij, zo blijkt uit het boek van Oltmans, maar al te vaak, dat hij met ande re culturen te maken heeft en ook dat dergelijke voorstellen door mensen uit ontwikkelingslanden maar al te vaak uiterst wantrou wend bezien worden, wat geens zins onbegrijpelijk is. De Nigeriaanse historicus E. A. Ayandele, lid van de Club van Rome: „De meeste Nigerianen en de meeste Afrikanen zijn in het algemeen geneigd om al het ge praat hierover (over bevolkings beperking, F.J.) als een blanke sa menzwering te zien. Zij kunnen tenslotte echt wel hun eigen be volking per land in verhouding tot zijn geografische en fysieke Er zijn, voor wie in België wil ont snappen aan ’t gevestigde toneel, behal ve het freelance-werk weinig alternatie ven., Het gezelschap De Nieuwe Scène uit Antwerpen is er een van. Het is een vaste groep acteurs, die echter geen vaste schouwburg bespeelt, geen subsidie behoeft en rondtrekt, waarbij de groep inhaakt op de in Vlaanderen veel voor komende volksfeesten. De Nieuwe Scène maakte in ons land bijzonder veel in druk met hun eerste produktie, Mistero Buffo van Dario Fo- Ten tweede: de ijdelheid, van Oltmans werkt op den duur enigs zins irritant. In een groot aantal vragên laat hij steeds maar weer duidelijk blijken dat hij zo onge veer alle; „groten der aarde” heeft gesproken en geraadpleegd en 'dat zij hem allerlei diépe gedachten hebben meegedeeld, wat ge leidelijk aan enigszins vermoeiend werkt. Maar voor de rest niets dan lof. Het is een heel kleine groep in België die dit soort dingen doet. Ik vind hun ideeën volledig voorbijgestreefd. Het is al zo moeilijk om mensen te zijn! De Vla mingen krijgen een slechte naam door dit soort gebeurtenissen, maar het Vlaamse volk is veel minder fanatiek dan uit dit beeld wordt verkregen. Je ziet het geëngageerde toneel niet zitten? Doris van Caneghem: „Ik speel het graag, maar ik moet er dan wel voor 100 procent in geloven. Net als in de godsdienst moet je bij geëngageerd to neel dogma’s aannemen. Ik kan geen dogma’s aannemen. Alles evolueert zo snel in de wereld dat je niet meer met een uiterst linkse of rechtse mening kan werken- Ik vind het kwezelachtige idee- en van zowel links als van rechts. Maar ik ben toch liever links dan rechts. De energiecrisis heeft evenwel niet het begin van de discussies over de economische groei, het on beperkte grondstoffengebruik en de verontreiniging van het milieu in geleid. De zogeheten Club van Ro me, een internationaal gezelschap van wetenschapsmensen van ver schillende disciplines, bracht in 1972 een rapport uit, waarin een pleidooi werd gehouden voor een meer verantwoord gebruik van grondstoffen en energie, omdat an ders welvaart en milieu van de westerse industrielanden met on dergang bedreigd zouden worden. Ik speel trouwens graag alles- Ik zou best Shakespeare willen doen, in een klasiek willen staan. Maar dat zie ik niet zitten als freelancer”. OVER GEËNGAGEERD toneel ge sproken. In het toneelstuk van Bert Verhoye, „Cyriel Verschaeve is alive and well in Antwerp” wordt stelling geno men tegen deze Vlaamse priester-dichter die in de Tweede Wereldoorlog aan de zijde der nazi’s streed. De opvoering van Over de voedselsituatie zegt pre sident Senghor van Senegal, dat daar ook voor de westerse wereld problemen aan vast zitten. „Het probleem van het westen is dat er te veel verspild wordt. De westerse mens propt zich vol met vet en suiker”. Overigens blijkt uit nog een aantal interviews dat de politici en de wetenschapsmensen uit de derde wereld buitengewoon goed besef- send. Je moet wel veel harder werken goed in orde zijn om tegen het vele reizen te kunnen. Er zit ook een risico in: je kan een goed jaar hebben, maar ook een slecht jaar met weinig aanbie dingen”. Je speelt graag in blijspelen. „Inderdaad. Ik vind het al fantastisch als de mensen een fijne avond hebben. Een komedie doen is erg moeilijk, ’t n»g niet vals, niet nep zijn, anders wordt het sentimenteel. Een komedie moet direct en eerlijk zijn, als acteur moet je naai de geest van de mensen gaan. Merk je verschillen tussen het Neder landse en Vlaamse toneelpubliek? grootte zelf berekenen. Zo komen we bijvoorbeeld tot de wedervraag „en Nederland dan?”, omdat zij weten dat Nederland een van de dichtstbevolkte landen ter wereld is”. A. Chanderli, voorzitter van de raad van bestuur van CAMEL, de Algerijnse aardgasmaatschappij, die grote hoeveelheden gas in vloeibare vorm uitvoert, wijst op de enorme prijzen die ontwikke lingslanden voor know how moe ten betalen. Deze ex-vertegenwoordiger van zijn land bij de Verenigde Naties wijst tenslotte op het grotere zelf bewustzijn van de bevolking in arme landen, een zelfbewustzijn, dat in combinatie met het ver langen naar een rechtvaardiger aandeel in de rijkdommen en de kennis van de wereld, weleens een explosieve werking zou kun nen hebben: ,,We leven op het ogenblik in een periode van enorm wanbegrip en dat leidt tot een uiterst explosieve situatie. Ik hoop niet dat het op korte termijn ge beurt, maar we zijn in hoog tem po op weg naar een enorme ex plosie, die voortkomt uit de kloof tussen arm en rijk, die steeds ge vaarlijker wordt. Er zal tenslotte een dag komen waarop mensen Sinds de zogeheten energiecrisis, die mogelijk eerder een historisch breekpunt is in de economische betrekkingen tussen het rijke westen en een aantal onderontwikkelde landen dan een echte crisis, zijn de discus sies over nut en noodzaak van een ongebreidelde groei weer hevig opge laaid. De mondiale economische patronen, die erop neerkwamen dat het „westen” tegen relatief iage prijzen energie en grondstoffen uit de derde wereld betrok, daar „meerwaarde” aan toevoegde door er halffabrikaten dan wel eindprodukten van te maken en een deel ervan tegen flinke prjjzen waarin ook de westerse technologische know how was verdis conteerd in dezelfde derde wereld weer verkoctit, Ijjken definitief doorbroken. Niet alleen op het gebied van de energie, maar ook op het gebied van bepaalde belangrijke grondstoffen vindt nu overleg plaats tussen de landen waar deze stoffen gewonnen worden, met het doel tot een hogere prijs te komen, zoals bij de landen, waar bauxiet gevonden wordt. „HET NEDERLANDSE publiek is taalgevoeliger, reageert wat sneller op de tekst. Men is hier ook spontaner. Dat verdeling van welvaart, voedsel en kennis en de daarmee samenhan gende politieke machtsverhoudin gen. In het tweede deel heeft Oltmans de gesprekken weergegeven, die hij met 75 politici en wetenschaps mensen uit ontwikkelingslanden en uit de Sovjet-Unie, Oost-Europa en Japan had. De Chinezen, aldus Oltmans in zijn voorwoord, wei gerden ieder gesprek met hem. maar de mening van de leidende kringen van dit grootste volk ter wereld vond hij toch te belangrijk om er in het geheel geen aandacht aan te besteden, zodat hij de toe spraak van vice-premier Teng Hsiao-Ping tijdens de in april van dit jaar gehouden internationale grondstoffenconferentie integraal heeft opgenomen. •1 ■i L LIJ* 1-2 O asi SjijfH - ife i 1 .t„

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1974 | | pagina 16