INDUSTRIE IS GEHEEL IN
BUITENLANDSE HANDEN
Mozambique gaat bijzonder
moeilijke toekomst tegemoet
Wat gebeurt er met
HET FRELIMO WEET
WAT HET WIL
Cabora Bassa
wii
ki
i
au
u
3
1
■W!
F,
J
door Peter Wolfsbergen
Bodemschatten
Emancipatie vrouw
hoog in vaandel
71
r..
Gezondheidszorg
Verleiding
1
8
26
ZATERDAG
OKTOBER
197 4
19
8 'ZUIDELIJK AFRIKA
TANZANIA
ZAIRE
MALAWI
ANGOLA
onderdrukking, kapitaal?
symbool
van racisme,
BOTSWANA
SOUTH AFRICA
JS
Bé?
-
A NAMIBIA
LESOTHO
L
I
ZAMBIA
P-1
O
5 1
V o
LIVINGSTONE
V RHODESIA
WIL
M 1 r*
1®“«fe*»
‘"WK
Wk. wr-
M
SIETSE BOSGRA
1
Cabora-Bassadam, grootste in Afrika.
DAR ES SALAAM
LUANDA
LAKE MASSA
LILONGWE
LOIITO
NACM-A
MOCAMEDES
WINDHOEK
p.
>5720
Deze uitspraken deed hij aan de vooravond van de Aktie Mozambi
que ’74 en nauwelijks enkele weken nadat het akkoord van Loesaka tussen
het Frelimo en de Portugese regering gesloten was, het akkoord waarin
de onafhankelijkheid van Mozambique wordt vastgesteld op 25 juni 1975,
de dertiende verjaardag van de oprichting van het Frelimo.
waarvan
in
bombardeerde dorpen, vernielde akkers
en massa’s vee dat gedood is.
Veel van het kleine beetje dat er was,
is vernield. Wel is het vertrouwen van
de bevolking in het Frelimo erg groot.
Het is gewoon erg belangrijk, dat de
buitenlandse hulp die gegeven wordt
onvoorwaardelijk is”.
ques, de belangrijkste buitenlandse on
derneming, is Frans eigendom. Verder
zijn er een Amerikaanse bandenfabriek
en de voedselindustrie Companhia In
dustrial de Matola, die gemengd Zuidaf-
rikaans-Amerikaans-Engels-Zweeds bezit
is.
CABORA 8AMA
- OAM J
Ne-
ïling.
Sil (SOUTWST AFRICA)
hangen ook samen met de steun, die
Europa, bijvoorbeeld in NAVO-verband,
aan Zuid-Afrika verleent. Daar heb je
gewoon weinig zicht op.
Veel duidelijker zijn de problemen die
KIMIIRLEYO
TETE
CUNENE
fitvSR
DAM
Sietse Bosgra, een van de oprichters, meest bekende woordvoerder van
en voor velen de belichaming van het Angola-Comité: „Mozambique gaat
een bijzonder moeilijke toekomst tegemoet. We blijven een beroep doen op
de publieke opinie en de regering vooral met het oog op Mozambique dat
zeer arm is, economisch grotendeels afhankelijk is van de blanke racisti
sche regimes in Rhodesië en Zuid-Afrika. Op grote schaal is er steun nodig
en zo kan ook iets goedgemaakt worden. Mozambique komt in de front
lijn, want nu begint het grote avontuur van Zuid-Afrika”.
uit 1972 beschikt het echter nog maar
over 3300 kilometer verharde weg.
Door het tekort op de betalingsbalans,
dat in de loop der jaren vrijwel perma
nent is geworden, heeft Mozambique
grote schulden aan Portugal.
Het ligt zeker niet in de bedoeling
van de Frelimo-regering er een soort
prestige-object van te maken, maar
duidelijk is ook wel dat van vernieti
ging van een dergelijk project omwil
le van het verleden al evenmin spra
ke kan zijn.
Het Cabora-Bassaproject in de pro
vincie Tete, moest niet alleen dienen
om elektriciteit te leveren, maar ook
voor de irrigatie van een groot ge-
'M»T lUlABETW^^^^^
LUSAKA
KARIBA OAM 2“-
KARI0A LAKE
Hoewel er nauwelijks zekerheid over
bestaat, wordt vermoed dat Mozambique
toch wel bodemschatten bezit. Een groot
aantal Westerse ondernemingen heeft
van de Portugese regering toestemming
gekregen voor het onderzoek naar en de
winning van delfstoffen. Met name
wordt naar aardolie gezocht.
Pas na het op gang komen van de
gewapende strijd, omstreeks 1964, is er
iets gedaan aan de economische ontwik
keling van het land. Volgens gegevens
Moeilijk is die politiek wel. Want aan
de ene kant zal daar natuurlijk de
„verleiding” zijn, met name van Zuidaf-
rikaanse kant, bijvoorbeeld in de vorm
van leningen en aan de andere kant,
bijvoorbeeld in de vorm van leningen en
aan de andere kant de mogelijkheden
die alweer Zuid-Afrika heeft om Mo
zambique onder druk te zetten.
Overigens zijn zowel Zuid-Afrika als
Rhodesië op het ogenblik erg voorzichtig
in hun opstelling. Dat is in het verleden
weleens anders geweest. Er is zelfs wel
met militaire interventie gedreigd en die
zou er op kleine schaal ook wel geweest
zijn.
De mogelijkheden voor allerlei soorten
druk blijven natuurlijk wel. Maar die
=r~ ^51
die tweemaal zo
de Assoeandam
economie tot enige ontwikkeling te
brengen. De belangrijkste uitvoerpro-
dukten zijn de cashen-noot, die groten
deels in het wild groeit, en katoen.
De bossen worden nauwelijks geëx
ploiteerd, de visserij is onderontwikkeld
hoewel Mozambique over een lange en
visrijke kust beschikt. Er moet zelfs vis
worden ingevoerd.
Industrie en mijnbouw zijn er van
weinig betekenis. Voor deze activiteiten
geldt, evenals voor de handel, dat ze
voor 100 percent in niet-Mozambicaanse
handen zijn. Er is één belangrijke mijn
in het land, de kolenmijn van Moatize,
die voor 40 percent Portugees en voor 60
percent Belgisch is.
De olieraffinaderij van Lourenqo Mar-
Cabora Bassa. Sinds ’69 en tot aan
de bevrijding van Mozambique is de
ze naam welhaast hèt symbool ge
weest van alles wat te maken had
met de vrijheidsstrijd van de Mozam-
bicanen. Cabora Bassa was het sym
bool van de onderdrukking van de
plaatselijke bevolking door de Portu
gezen, van de macht van het geld,
van kille kapitalistische belangen,
van racisme. En nu?
OVAMROLANO
CAPRIVI STRIP
plichtingen, die Portugal heeft aange
gaan, overnemen? Zal het Frelimo
instemmen met levering van elektri
citeit aan Zuid-Afrika?
De Zuidafrikaanse regering heeft
enige tijd geleden laten weten dat
haar bijdrage aan het project voor
het volgende begrotingsjaar van 80
miljoen tot 60 miljoen is terugge-
braeht. Bij al deze vraagtekens moet
echter ook de recente uitspraak ver
meld worden van de Portugese (socia
listische) advocaat Pereira Leite, advi.
reseur van de Mozambicaanse over
gangsregering, die heeft gezegd dat
een Frelimo-regering de levering van
Ni
opgelost moeten worden. Het land heeft
géén georganiseerde gezondheidszorg,
géén onderwijs en géén infrastructurele
voorzieningen, maar kent wel wantoe
standen in de macro-economische struc
tuur en heeft verder te kampen met de
gevolgen van de oorlog: een enorm aan
tal vluchtelingen, platgebrande en -ge-
elektriciteit, opgewekt door Cabora
Bassa, niet zal stopzetten.
Mozambique heeft eigenlijk geen
keus, want er is maar één koper voor
de elektriciteit: Zuid-Afrika. Dat valt
te betreuren en (aldus Leite) „waar
schijnlijk zullen we elkaar niet mo
gen, maar we zullen moeten proberen
om tenminste met elkaar te leren
leven”.
Overigens een uitspraak van deze
Portugees, waarvan de conclusie
wonderwel in overeenstemming is
met de idealen die het Frelimo altijd
heeft gezegd en getoond na te
streven.
„Gelukkig heeft het Frelimo bewe
zen niet alleen militair, maar ook
politiek een diplomatiek een krachti
ge organisatie te zijn. Het is door de
sinds '64 gevoerde strijd een hechte
organisatie geworden. Er zijn grote
interne problemen geweest, maar die
zijn opgelost.
Volgens mij is er bijvoorbeeld geen
gevaar dat, als een leider als Samora
Machel gedood zou worden, het Fre
limo ook zou instorten. Het Frelimo
telt een aantal bewuste regeerders,
bij wie men niet bang hoeft te zijn
voor lijmpogingen of omkoperij”.
Aldus Cees Schaepman van het
Onlangs verspreidde het persbureau
Associated Press dit bericht: „Cabora
Bassa, het kunstmatige meer dat door
de aanleg van een enorme stuwdam
goedkope hydro-elektrische energie
moet opleveren, zal zich met ingang
van 10 oktober gaan vullen, aldus is
namens de constructeurs van de dam
meegedeeld. In april wil men de vijf
enorme generatoren gaan beproeven
en het hele bedrijf, dat 450 miljoen
dollar kost, zal in juni ’75 geheel in
bedrijf kunnen zijn. Het meer van
Cabora Bassa zal een lengte hebben
van ongeveer 250 kilometer”.
De dam is niet alleen voor Mozam
bicaanse verhoudingen een enorm
werk, hij is ook met een capaciteit
groot is als die van
in Egypte de
grootste die ooit in Afrika werd ge
bouwd.
SALISBURY
(zirviBAewt)
o
’“A BULAWAYO
bied, waar zich binnen tien jaar tijds
ongeveer een miljoen Portugezen
hadden moeten vestigen.
Cabora Bassa is de naam van een
kloof waar de Zambezierivier door
heen stroomt, een rivier die eeuwen
lang de enige toegangspoort tot Mo
zambique was voor Arabieren en
Portugezen. De naam Cabora Bassa
schijnt afkomstig te zijn van negers-
slaven, die Portugese boten de rivier
op moesten roeien en de plaats waar
ze wegens watervallen niet verder
konden „Qeubra Bassa” noemden, wat
„daar waar het werk ophoudt” zou
betekenen.
Men is in ’69 met de bouw van de
dam begonnen. Het was en is nog
steeds in de eerste plaats een Zuid.
afnkaans belang, dat deze reusachtige
energieproducent wordt afgebouwd,
want met name dat land heeft zich
verplicht een groot deel van de op te
wekken elektriciteit af te nemen. De
1400 kilometer lange hoogspannings-
leiding naar de Zuidafrikaanse stad
Pretoria is reeds voltooid.
Dit land heeft ook ongeveer 60
percent van de kosten, aan de bouw
van de dam verbonden, gefinancierd;
grote Westeuropese ondernemingen
namen de rest grotendeels voor hun
rekening, wat in het verleden op
verscheidene plaatsen en ogenblikken
heeft geleid tot protestacties en vragen
in volksvertegenwoordigingen.
Hoewel, gezien het AP-bericht, het
werk aan het project in technisch
opzicht de voltooiing nadert, blijft de
situatie er toch een met haken en
ogen. Het Frelimo immers, dat straks
definitief de macht in Angola van de
huidige overgangsregering zal overne
men, heeft zich altijd met woord en
daad tegen Cabora Bassa verzet. Zal
de nieuwe regering straks de ver-
SAMORA MACHEL
noorden, waar het Frelimo al enige
tijd heer en meester was, is het
beleid er altijd op gericht geweest
iedereen gelijke kansen op ontplooi
ing te geven en de mensen te geven
waaraan ze zelf behoefte hebben.
De emancipatie van de vrouw staat
bij het Frelimo hoog in het vaandel.
Dat is, zeker in Afrika, een nogal
ongewoon verschijnsel. Maar de be
wijzen dat de gelijkstelling van man
en vrouw voor het Frelimo een ern
stige zaak is zijn er te over gezien
de grote aantallen vrouwen die in de
organisatie verscheidene taken ver
richten.
Bij het bouwen aan een nieuwe
samenleving staat bij het Frelimo het
onderwijs absoluut voorop. De 41-
jarige Machel heeft het eens zo gefor
muleerd: „Ons onderwijs betekent
niet dat je moet leren hoe je moet
lezen en schrijven, waardoor een be
voorrechte groep van afgestudeerden
ontstaat, wat niet in overeenstem
ming met onze doelstellingen zou
zijn.
Daarom moet het onderwijs voor
het hele volk zijn. Dat onderwijs
moet in de eerste plaats gericht zijn
op het tot stand brengen van een
nieuwe mentaliteit, die de nieuwe
maatschappij zonder uitbuiting moge
lijk maakt”.
Een ander lid van het Angola-Comité,
Cees Schaepman, filosofeert over de toe
komst: „Het Frelimo zal waarschijnlijk
eerst aandacht schenken aan de ontwik
keling van de landbouw. En dan niet
aan de ontwikkeling van grote projec
ten, maar in de vorm van steun aan
kleine eenheden of coöperaties. Dat
heeft het Frelimo in het noorden van
het land al gedaan, zo ongeveer in de
geest van Tanzania.
Dat is natuurlijk wel een lange-ter-
mijnpolitiek en daardoor zullen aanvan
kelijk moeilijkheden ontstaan. Wat Fre
limo zeker niet zal doen is streven naar
het binnenhalen van buitenlandse inves
teringen. Dat lijkt, om een arm land te
ontwikkelen, langzamerhand wel een
achterhaalde methode. Zie maar wat in
Brazilië is gebeurd en nog gebeurt.
Angola-Comité, sprekend over de
mogelijkheden die het Frelimo heeft
om het straks onafhankelijke Mo
zambique op ie bouwen tot een land
waarin het beter leven is.
Schaepman: „Het Frelimo weet wat
het wil. En hoe moeilijk de omstan
digheden ook zijn, de mogelijkheden
om een nieuwe samenleving te vesti
gen zijn groot. De band tussen bevol
king en Frelimo is goed en ik zie, in
aanmerking genomen de mentaliteit
bij het Frelimo, nauwelijks gevaar
voor manipulaties door de Portugese
regering of eventueel door het be
drijfsleven”.
Tijdens de oorlog tegen de Portu
gezen heeft het Frelimo steeds weer
wat tegen Portugezen of blanken,
gewezen op twee essentiële zaken: de
eerste was, dat de oorlog niet gericht
maar tegen een economisch systeem,
een koloniaal systeem. De tweede was
de benadrukking van het belang van
de eenheid van het volk van Mozam
bique.
De opbouw van het land stelt de
nieuwe regering voor reusachtige
problemen. Men zal zich waarschijn
lijk vooral gaan richten op het plat
teland, waar veruit het grootste deel
van de bevolking woont.
In de dorpen en vooral in het
f PRETORIA
OJOH»"'1
SHARMVIUE
Het klinkt goed, een vrij en onafhan
kelijk Mozambique. Maar hoe vrij het
land in theorie op het ogenblik al mag
zijn, hoe onafhankelijk kan het straks
worden, gezien de huidige deplorabele
economische en financiële situatie? Dui
delijk is, dat elk beetje niet-verplichten
de hulp van buitenaf dat het land kan
krijgen erg welkom is.
Cijfers die een inzicht kunnen geven
in de economische toestand van dit door
eeuwen kolonisatie en tien jaar oorlog
geteisterde en uitgemergelde land zijn
niet altijd even betrouwbaar, soms zelfs
helemaal niet beschikbaar. Toch is wel
een aahtal eesentiële gegevens voorhan
den.
Zoals: Mozambique telt ruim 8 mil
joen inwoners, van wie 97 percent neger
is. De oppervalkte is bijna 25 maal die
van Nederland. De beroepsbevolking
wordt óp 3,5 miljoen geschat en werkt
voor ruim 75 percent in de landbouw
die voornamelijk gericht is op voedsel
voorziening van de boeren zelf en voor
10 percent in de industrie.
Voor zijn inkomsten uit dienstverle
ning is het land in grote mate afhanke
lijk van Zuid-Afrika en Rhodesië
naar schatting zelfs voor 50 percent.
Naar schatting meer dan 130000 arbei
ders uit Mozambique werken in de
Zuidafrikaanse mijnen, waar ze onge
veer een kwart van alle arbeidskrachten
vormen.
Mozambique’s hoofdstad Lourenco
Marques is de natuurlijke weg naar zee
voor de in- en uitvoer van Transvaal en
Rhodesië. Voor dit laatste land is de
enige andere verbindingsweg de spoor
lijn via Botswana naar Durban en
Kaapstad, een route die echter veel lan
ger is.
De opbrengst van de landbouw is zeer
laag, gezien het aantal mensen dat erbij
betrokken is. Er zijn van Portugese kant
nooit pogingen gedaan deze tak van de