De wielervedetten komen al naar Roy Schuiten toe Oorlog van Oranje 4 A ■fl ris ■Qi door Peter Heerkens Overdonderend Ideale combinatie Onschatbaar K w Nuchter I B-MwW if W I ZATERDAG 23 NOVEMBER 1974 23 s zelf” Schaalkremise 22 Willem Tijdverlies 8 01 ing. Peter Post □EM N ÏS uwd, atie) van de indruk mte, 'eau zou~ Maar in westelijk Nederland ligt dat anders. Daar kan Roy Schuiten (23 jaar, het prototype van een volmaakte atleet) door de straten van zijn woonplaats Zandvoort wandelen zonder dat ze hem herkennen, wat in >ge- met l Toen ik laatst in Italië was voor de Trofeo Baracchi, ging ik met Moser (zijn partner in die tijdrit voor koppels,red.) een restaurant binnen en wat daar ge beurde hou je niet voor mogelijk. Als ie opkeek, stonden er gelijk een stel obers bij onze tafel. Francesco Moser.Je ‘kon het zien, dat was een held voor hun. Als ie wat vroeg, gingen ze in galop paar de keuken. Kijk, niet dat dat nou Van mij allemaal moet maar het is wel een hele ervaring. Wanneer je in Italië succes hebt als coureur, dan ben je wat. In de wintermaanden houdt Roy Schuiten zyn conditie mede op peil door het rijden van enkele zesdaagsen. Deze week pakte hij zijn materiaal in voor de zesdaagse van Gent, waarin hij momenteel in de groep van koplopers meedraait. je al je op iemand Want dat is ook nog zo’n punt: de sloopacties van populaire Willem (hij zal straks worden uitgeroepen tot de populairste sportman van de laatste 20 jaar; ik gun hem graag de tite' „markantste sportman aller tijden” of zoiets, maar ik vind het lichtelijk gênant dat de aanslagplegers in ons voetbal, zoals Van Hanegem en Suur- bier, duidelijk populairder zijn dan bijvoorbeeld Cruijff en Krol, hoewel die toch de betere voetballers zijn' ontredderden in de eerste helft niet zozeer de Italianen als wel de Neder landers, die steeds slordiger en geïrri- B0 ind 53,- 27,- 77,- 01,- J7T9 KHBWJS rk- or- icn. aan: wielermaffe landen als Italië, Frankrijk en België onmogelijk zou zijn met een erelijst waarop een wereldkampioenschap (achtervolging), de gerenommeerde ploegentijdrit Trofeo Baracchi (met Francesco Moser) een nationale titel (achtervolging), een meerdaagse koers (ster der beloften), een klassieke tijdrit (grand prix des nations) en een zesdaagse (Berlijn, met zijn grote vriend René Pijnen) welke prijzen hij in het eerste half jaar van zijn bestaan als profcoureur bijeenfietste. Een talent dus, waar supporters goed gek van kunnen worden. Maar niet in Zandvoort. En geheel in die stijl zegt Roy Schuiten: „Och, dat vind ik eigenlijk wel lekker. Het is wel fijn als je over straat kunt gaan zonder dat ze je herkennen. Van de andere kant is het echter zo dat ik denk: zouden de mensen hier dat wielrennen nog steeds onderwaarderen?” Ik zal bijvoorbeeld nooit die start van de Trofeo vergeten. We vertrokken vanaf pen schavotje en daarom heen stonden tienduizenden mensen. Ik heb er nog nooit zoveel bij elkaar gezien. Het was één grote, deinende massa waar ik op neerkeek en waarvan ik dacht: zo moet het nou vroeger bij volks-executies ook geweest zijn. Een gek gevoel hoor, zo op zo’n platform. Maar wel indrukwekkend. Dat soort belevenissen mis je in Neder land. De mensen hier lopen niet zo hard voor een wielrenner, maar ik treur er geen seconde om”. fc. E. Sindsdien zijn Post en Schuiten onaf scheidelijk. Zo zelfs, dat men zich in wielerkringen af en toe verbaasd heeft afgevraagd waar de nuchterheid is ge bleven die Post als coureur zo kenmerk te, want de vroegere vedette demon streert wanneer Schuiten in actie komt een nervositeit die men bij hem niet voor mogelijk had gehouden. Post: „Flauwekul. Natuurlijk ben ik gespan- Ook - en vooral - in financieel opzicht want in de naar nieuwe vedetten hunke rende wielerwereld is men graag bereid veel te betalen voor de deelname van een succesvolle renner. Wat dat betreft hoopt de belangstelling rond Roy Schui ten zich aardig op. „Maar”, houdt hij de discussie over de verdiensten op afstand, „geld zegt me niet zoveel. Ik ben geen centenjager. Natuurlijk hoort het erbij, dat leuk verdienen, maar dat is voor mij toch niet iets waar ik veel aan denk. Misschien komt het omdat ik nog een vrije jongen ben en dat geld op dit momen niet echt nodig heb.” Peter Post denkt echter al royaal aan de toekomst als hij zegt: „Schuiten moet proberen vooral als wegrenner door te breken. Hij bereikte nu schitterende prestaties op de baan en haalde een paar uitstekende wegoverwinningen. Dat is de ideale combinatie. Wanneer je als cou reur met sterke uitslagen van wegwed strijden naar de piste trekt, zit je gebak ken. Dan kun je goed geld verdienen”. Wat het weg-racen betreft heeft de nu al met een vedette-kroontje gesierde Roy Schuiten nog wel wat te bewijzen. Want hoe indrukwekkend zijn debuut ook was, aan het echte zware klassieke werk kwam hij nog niet toe. Hij zal zich opnieuw moeten bewijzen in de voor- jaarskoersen en in de door bergen lasti ge etappewedstrijden. Schuiten: „in dat wel eens, vanuit praktisch standpunt bezien, onwenselijk kunnen zijn. Knobel, Kraay en Coerver zouden daar eens een studie aan moeten wijden. Zij zouden zo’n wedstrijd als Nederland-Italië eens enkele keren voor zich op een video-apparaat moe ten laten afdraaien, en dan exact moeten noteren hoeveel tijd er verlo ren gaat bij agressief voetbal dat bestraft wordt, zonder dat er van noodremsituaties sprake is. Zij den uit praktisch oogpunt eens moe ten nagaan of dat niet meer tijd opslorpt, dan wanneer je zo’n tegen stander gewoon attaqueert, zonder dat er een vrije schop volgt. En dan zouden ze tegelijkertijd eens moeten bestuderen, in wiens voordeel dat ka- mikaze-voetbal nu eigenlijk werkt. De tweekamp in Rusland tussen Karpov en Kortsnoj is voorbij. Jam mer. Ik had graag nog wat remises willen analyseren. Het beste zou zijn, borst het Wilhelmus mee te zingen, u hebt zich dus moeten vergenoegen met de samenvatting op de televisie, maar ik kan u als ooggetuige verze keren dat de Italianen eerst na hun 01 voorsprong en daarna ook na de 1—1-gelijkmaker, geen opmerkelijke haast aan de dag legden bij het nemen van vrije schoppen, uit-ballen ingooien, corners en dergelijke. De Nederlandse spelers, die toen nog haast hadden, reageerden daar geïrri teerd op, wijzend op hun denkbeeldi ge polshorloge in de richting van de Russische scheidsrechter. Zij hadden natuurlijk gelijk, maar dat zij zelf intussen op een heel andere manier ook „tijdrekten”, had den zij blijkbaar niet in de gaten. Als er weer eens een Italiaan onder de voet gelopen werd, tikte de tijd na tuurlijk rustig door, terwijl intussen de bal naar de juiste plek moest worden teruggebracht, de juiste af stand in acht moest worden genomen en de aarzeling om de vrije schop te nemen door de betreffende Italiaan moest worden overwonnen. Je kan je dan ergeren aan hun getraineer, maar je zou je ook eens kunnen bedenken dat ze hun tijd-reactie in de schoot kregen geworpen dank zij die gefor ceerde vrije schop. maar dan in wat andere vorm bezig te zijn, weet Roy Schuiten zich gesteund door mensen met wie hij een syndicaat vormt dat van onschatbare waarde is. Me canicien Jan Legrand bijvoorbeeld, een ex-renner die de gave heeft om „mo raal” te geven. Zoals bijvoorbeeld in de grand prix des nations waar hij met zoveel zwier super-licht materiaal mon teerde dat Schuiten bij elke slag van de instrumenten die met de voorbereiding gemoeid waren, zijn kansen voelde stij gen. Soigneur Gust Naessens bijvoor beeld, een rondborstige Belg die onder persoonlijk contract staat bij Eddy Merckx maar door hem werd uitgeleend om Schuiten op gang te helpen. „Naes sens”, weet Peter Post die hem vroe ger ook al eens bij zich had, „is er een die zo met je kan praten dat je wel van de massage-tafel zou willen vliegen om te gaan koersen”. Niet voor niets zei een concurrende ploegleider in de door Schuiten gewonnen grand prix des nati ons: „als hij deze mensen had moeten missen, had ik nog moeten zien dat hij hier eerste was geworden. Je kunt nog zo goed rijden, maar als er wat aan de begeleiding mankeert ben je gezien. Schuiten heeft een geweldige ploeg rond zich”. Ik heb bij NederlandItalië eens met mijn stopwatch geklokt, hoeveel zuivere speeltijd er verloren gaat door vrije schoppen, uittrappen en dergelijke. Iedere keer als het spel dood was, of door een fluitsignaal van de scheidsrechter, of doordat de bal de uitlijn of zijlijn gepasseerd was, heb ik mijn stopwatch stilgezet tot aan het moment dat de vrije schop, corner of uittrap weer geno men was. Afgerond kwam het erop 1 Dat is Roy Schuiten eigenlijk ten voe ten uit: nemen zoals het komt en boven al nuchter blijven. Zijn ploegleider Peter Post, wiens bemoeienissen onmiskenbaar ten grondslag liggen aan het stormachti ge succes van de jonge neofiet, noemt dat een van de grote kwaliteiten die yoor Roy Schuiten een glorierijke wie- lertoekomst beloven. „Hij laat zich”, zegt Post, „door niets of niemand gek maken en dat is een verschrikkelijk belangrijke eigenschap voor een beginneling, die aardig wat succes heeft. Ik heb ze an ders meegemaakt, maar die gingen rap naar de donder”. Er is tussen de vroegere zesdaagse- keizer die ploegbaas werd en de nieuwe wielervedette Roy Schuiten een hechte band gegroeid, sinds juli dit jaar toen ze elkaar vonden in een contract bij de op Nederlandse basis geschoeide Engelse Raleigh-ploeg. In de maanden die daar aan vooraf gingen en erop volgden maakte de Zantvoortse renner een tijd door die op een droom lijkt: zijn veel belovende maar nooit voluit glanzende amateurcarrière dreigde afgebroken te worden door droeve gezinsomstandighe den die zijn aanwezigheid in de familie zaak (een slijterij) noodzakelijk maak- teerder, opgewondener zou je kunnen zeggen, gingen spelen. In de tweede helft was die opge wondenheid gelukkig verdwenen, de overtredingen waren tot een „nor maal” peil teruggebracht (nog steeds 14, evenveel als in de eerste helft, maar dat was gezichtsbedrog, ze wa ren minder gemeen en vulgair, bo vendien zaten er een paar goedma- kertjes bij van Kazakov, die blijkbaar liep te twijfelen over het tweede buitenspeldoelpunt) en het resultaat was, dat Nederland veel beter en „duidelijker” voetbalde. Het huidige totale voetbal eist de „totale mens”, en dat betekent dat hij ook zijn koppetje erbij moet houden wil hij het hechte bolwerk met man dekking van de tegenstander kunnen ontregelen. Je ziet iedere keer weer dat spelers die „hun man lopen te zoeken” die „op revanche belust zijn” hun kop verliezen en wegvallen in het spelpatroon, omdatVzij andere so res aan hun hoofd hebben. Iemand als Johnny Rep wil daar nog wel eens last van hebben. De drie wed strijden schorsing, die de UEFA hem nu heeft opgelegd nadat hij tegen FC Antwerp uit het veld was gestuurd mag dan weliswaar een ramp zijn voor Ajax (dat tegen Juventus moet opboksen zonder Rep, zonder Keizer en zonder Brokamp, om drie ver schillende redenen), maar ik vind het een zegen voor het Nederlandse voet bal. dat in het internationale voetbal langzamerhand een zelfde reputatii heeft opgebouwd als de familie Denie in Den Haag. Het onderdonderende succes („dit had ik zelf ook nooit verwacht. Het is ge woon onvoorstelbaar dat het zo goed loopt”) veranderde het leven van de een jaar geleden nog zo vol zorgen zittende Roy Schuiten op slag. Hij reisde in een half jaar beroepsrennerij meer dan in de vijf jaar samen die hij amateur was. Wanneer de zaken zich blijven ontwik kelen zoals ze het nu doen, zal hij ko mend seizoen van tijd tot tijd een parti culiere chauffeur moeten hebben om hem van koers naar koers te rijden. Peter Post (die zijn zaakwaarnemer werd en aan wiens beleid Schuiten zich blindelings overgeeft): „het ziet er voor wat de contracten in het buitenland betreft goed uit”. Schuiten: „wil ik me dan niet in korte tijd over de kop jagen, dan zal ik iemand nodig hebben die me naar de wedstrijden brengt. Een coureur heeft niet meer te lijden dan van lange ritten achter het stuur en bijna dage lijks koersen”. Zijn daverende entree heeft Roy Schuiten ook in ’n andere vriendenkring van collega’s gebracht: die der vedetten. „Vroeger”, zegt hij, „hing ik altijd bij jongens als Klaas Balk. Nu is het zo dat een renner als Sercu op me afkomt en contact met me zoekt. Dat heb je nou als je bij de top komt. Het is allemaal zo anders voor me geworden. neer, dat er in de eerste helft 16 minuten zuivere speeltijd verloren ging en in de tweede helft 17 minu ten. Bij elkaar 33 minuten, ruim een derde dus van de totale speeltijd van anderhalf uur! Natuurlijk, het hoort erbij, maar er blijkt ook uit hoeveel speeltijd de spelers kunnen winnen door de bal in het spel te houden. Zij protesteren verontwaardigd als een tegenstander de bal na een fluitsignaal nog weg trapt, zij gebaren dat daarvoor tijd bijgetrokken moet worden, maar een tel later vergeten zij dat de keiharde tackle op een tegenstander die be straft wordt, dubbel of driedubbel zoveel tijd neemt als dat wegtrappen van die bal. Terwijl het balbezit van de tegenstander er allerminst door wordt opgeheven. Als zo’n scheidsrechter dan inder daad, op zijn gevoel af, een of twee minuten bij de officiële speeltijd op telt, is men al heel tevreden zonder te beseffen dat er in het geheel 33 minuten zuivere speeltijd verloren zijn gegaan. Een deel daarvan is na tuurlijk niet te vermijden (je maakt een doelpunt, het kost tijd voordat de tegenpartij weer aftrapt, moet je daarom het scoren nalaten?.) maar bijvoorbeeld veel van die voortijdige allesvernietigende torpederingen in het middenveld waarin Van Hane gem, Neeskens en Suurbier (ook Rijn bergen) uitblinken, zouden behalve hoogst onsportief en schandalig, ook nen als Schuiten voor een belangrijke koers staat. Dat is nou eenmaal de stiel. Maar ik ben niet zo gek van zijn prestaties dat ik geen fouten zie. Kom nou...! Waar ik wel opgewonden van raak, is de manier waarop hij het alle maal doet. Daar herken ik de pure klasse in. Zoals die jongen voor zijn sport leeft en zo gemakkelijk als hij een prestatie kan leveren.Tja, dat maakt je gewoon een beetje holder-de-bolder. D’r zit een vakliefde en een capaciteit in hem zoals je dat niet dikwijls tegenkomt. Als ploegleider heb je met zo iemand een goudvink binnen en als oud-renner bekruipt je het gevoel dat ervaring over kunt brengen aan wie het echt besteed is”. ten; geïnspireerd door baancoach Frans Mahn, die oplossingen vond voor proble men die als te groot voorkwamen, ging Roy Schuiten toch weer koersen en in eens kwam de grote doorbraak met als sluitstuk een goed profcontract. En ver volgens daverende prestaties. Post: „Na Olympia’s ronde die hij won, heb ik een gesprek met hem gearrangeerd en ge zegd: jongen, jij moet beroeps worden. Of je het bij mij wordt moet je zelf weten, maar als vakman zeg ik: wacht niet langer. Dit is hét moment”. als een volgende tweekamp tussen twee zulke gelijkwaardige tegenstan ders ook daadwerkelijk in een tram remise werd gespeeld, vanwege de symboliek. Vooral in de internationa le damwereld (dat zijn dus Rusland en Nederland) is de tweekamp tussen K. en K. ademloos gevolgd. Dammen is, zoals iedereen weet, het spel waar in het de bedoeling is dat je de partij in dezelfde stand beëindigd als je haar begonnen bent, dus in remise. Soms lukt dat een speler niet, en men zegt dan dat zijn tegenstander gewonnen heeft. Om zijn commentaar gevraagd over de tweekamp in Moskou, zei Ton Sijbrands: „Schakend dammen, dat is op die level nog nooit gepresteerd. Het oude spreekwoord „met remise in je chemise" heeft nu voorgoed afge daan. ook in de schaakwereld. Men zal daar nu ook wel overtuigd zijn van de schoonheid van de remise, het sublieme evenwicht daarin, het equi- libre waarnaar de moderne mens toch altijd dient te streven. Wie naar gelijkheid streeft, gelijke rechten en gelijke plichten, moet de remise als het hoogst bereikbare doel in de sport zien. Geen winnaar, geen verliezer, alleen twee sportmensen die gespeeld hebben. Is er iets mooiers denkbaar?” Harm Wiersma verklaarde het vol gende: „Het adagium van Petrosjan en Ivkov, die altijd uitgingen van het gezegde „elke remise is te verkiez i boven verliezen” doet na deze twee kamp toch wel verouderd aan. Remi se is ook te verkiezen boven winnen want de winnaar is per definitie ver dacht: een kapitalist, een uitbuiter een OW’er. Ik ben het dan ook totaal oneens met Tim Krabbé, van wie de gevleugde woorden zijn: „Kraak noch smaak aan dam en schaak”, en zou daartegenover willen stellen: „Elke remise is een surprise”. STOPPER De Volkskrant noteerde 28 overtre dingen van Nederland tegen 24 van Italië. De Telegraaf meldde eveneens 28 overtredingen van de Nederlan ders, maar kwam wat Italië betreft niet verder dan 21. De conclusie mag dus luiden dat Nederland in ieder geval 28 overtredingen maakte, en dat we ook wat dat betreft de Italia nen weer overvleugelden. „O is Oor log, Oranje strijdt voor Nederland op alle fronten”. Hetzelfde geldt trou wens voor Ajax, dat in zijn vetste jaren niet alleen voor de zegepralen zorgde, maar ook steeds het veld afging met de meeste overtredingen. Dat is des te opmerkelijker, omdat eerst Ajax en daarna Nederland het aanvallende voetbal aan de wereld schonken, terwijl het toch een Wet van Meden en Perzen is dat de aan vallers minder overtredingen maken dan de verdedigers die in het nauw worden gebracht. Zo niet Nederland, zo niet Ajax. De filosofie van het totale voetbal houdt in, dat overal op het veld agressief aanvallend moet worden opgetreden en dat de „vijand” (wij riepen vroe ger, als de scheidsrechter voor de aftrap floot, in onze onschuld nog wel eens: „Eén hoeraatje voor de tegenpartij!”) liever via een overtre ding van de bal moet worden gezet dan dat hij in het bezit van de bal blijft. Een belangrijk ding is daarbij steeds over het hoofd gezien, name lijk dat de tegenstander, na zo’n be strafte overtreding, automatisch in het bezit van de bal komt. Met zijn kamikaze-voetbal brengt het Neder lands elftal de tegenstander (woens dag was dat dan Italië) vaker in het bezit van de bal dan nodig is. U was er misschien niet bij, om voor het eerst sinds jaren binnen de Neder landse grenzen weer eens met volle we de echte Schuiten pas kennen” „Na inzinking zullen Als Belg, zou beroepswielrenner Roy Schuiten ingemetseld zijn in vette supportersclubs wier leden zich dagelijks hinderlijk aan de deur melden. Wonend in Frankrijk, was hij zonder twijfel toe aan de vertroeteling zoals die het inmiddels mislukte talent Cyrille Guimard een jaar of drie geleden kreeg. En in Italië, had hij momenteel al dicht bij het ereburgerschap van zijn dorp gezeten, terwijl de posters, petjes en stickers met zijn naam erop in miljoenenoplagen door het land zouden zijn gegaan. soort koersen moet ik mezelf nog hele maal uitproberen. Daar ben ik me goed van bewust. Ik weet dat ik nog wel wat te leren heb”. En Peter Post: „Pas na de klassiekers en enkele bergwedstrijden kun je een goed oordeel over Schuiten krijgen. Het is tot nu eigenlijk allemaal te mooi ge weest. Een echte flinke inzinking in een wedstrijd heeft hij nog nooit gekend. Die moet je als coureur gewoon een paar keer tegenkomen om te weten wat je waard bent. Zijn kracht bijvoorbeeld, heeft Schuiten tot nu elke behoefte aan taktiek ontnomen. Hij knalde gewoon op de macht. Krachten verdelen was niet nodig. Kijk, als ie nou straks eens een keer wat wij noemen een flinke patat krijgt, dan moet ie wel en dan begint eigenlijk pas zijn ontwikkeling. Met die bergen precies hetzelfde. Echte flinke cols is hij nog nooit over geweest. Ik ben ervan overtuigd dat hij met zijn klasse heus niet ver achterblijft, maar het gaat er toch om hoe hij zich precies kan handhaven in een behoorlijke berg rit. Dat weten we nu geen van allen. Ik ben erg benieuwd hoe het uitpakt. Maar dat hij een „grote” kan worden, dat ge loof ik zeker”. Zodat Peter Post - zij het onder voorbehoud - alvast aankondigt dat Roy Schuiten volgend jaar een aan val gaat ondernemen op het werelduur record van Eddy Merckx en dat, net als de Belg, in Mexico. „Het hangt van het verloop van het seizoen af”, aldus Post, „maar zoals ik er nu tegenaan kijk, geloof ik dat het kan”. Behalve Peter Post, die wekt aan een nieuwe wielerjeugd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1974 | | pagina 23