d
NA ZEVEN JAAR IN DE POLITIEK
JAAR VAN DE VROUW ONTSTELLENDE ONZIN
0
e
II
I
I
.E
door Peter Wolfsbergen
Definitie
Programcollege
iilii
jfe»- - -
ZATERDAG 30
NOVEMBER
1974
17
Jl
1
tea
F'-fe I
Wfc I
H? Wfc w'I
1
Hi
Toch wel jammer dat ik
geen Kamerlid meer ben
I
R
RRY.
Is
Is
even
kjes,
Vindt ze, dat het feit dat ze een vrouw
is in de politiek invloed heeft op haar
handelen? Wat zegt dat haar, zo’n zin als
Een Vrouw in de Politiek, het uitroepen
van Het Jaar van De Vrouw?
„In ’66 werd ik toch wel meegesleept
door het enthousiasme van mijn partij en
zo ben ik in de Kamer gaan zitten. Ik
was ook in een positie om het te kunnen
doen en proberen. Het was niet zo, dat
we vonden dat politiek „vies” was, om
Ze heeft zeven jaar in de Kamer geze
ten. Is er in die tijd veel verschil in haar
opvattingen gekomen?
het zo maar eens te noemen, maar we
dachten allemaal: de boel moet gewoon
een beetje vakmatiger opgezet worden.
Beslisingen als het plaatsen van lan
taarnpalen links of rechts moeten niet
gepolitiseerd worden”.
Ik geloof nu wel, dat D’66 de aspiratie
heeft laten vallen, dat het vaktechnischer
kan. Maar ik geloof nog steeds dat dat
kan.
Heeft zij een definitie van politiek in
het algemeen en van partijpolitiek?
„Daar bedoel ik mee wat je de klassieke
liberale rechten van de mensen zou kun
nen noemen. Zaken als vrije ontplooiing
van de burger, vrijheidsrechten, inspraak,
abortus dingen die niet onmiddellijk
op een rijksbegroting zijn terug te vinden.
Ze laat ons uit, de volgende bezoekers
staan alweer te wachten. Achter haar, in
een stoel, ligt haar hond in onaantastbare
rust te dutten.
Ik ben er vóór om een bepaald program
uit te voeren, maar ik zie niet onmiddel
lijk in dat dat nooit door bijvoorbeeld de
P.v.d.A. en de V.V.D. zou kunnen. In
Groningen heeft de gang van zaken met
het programcollege voor mij wel ’n soort
innerlijke logica gehad. Maar elders zijn
vaak alleen maar besprekingen gevoerd
met het doel ze te laten afspringen”.
Wat bedoelt Anneke Goudsmit met de
„zachte” punten, waarop D’66 de nadruk
moet leggen?
selen gaat dan waarmee ik in de Kamer
te maken kreeg. Maar ik heb nooit de
behoefte gehad of de zin ervan ingezien
om me anders voor te doen dan ik ben.
Daar zou ik doodmoe van worden, de
mensen moeten me maar nemen zoals ik
ben”.
>i-
d-
it
n
;t
Ls
n
7,
ir
?r
gt
at
'St
ei
n
ik
L-
;t,
it
!Ï1
n.
et
et
;n
ïn
ge
ie
■k.
g-
Blt
er
ve
?k
ds
s-
rg,
>t-
na
3P
Het gesprek wordt slechts tweemaal onderbroken:
eenmaal voor een telefoontje, de tweede keer door
de genoeglijke entree van de hond die, na even aan
gehaald te zijn, een vorstelijk dutje in een makkelijke
stoel gaat doen.
gele-
bij
>evig
t het
ean
il op
vant
naar
n de
Is en
idag
ogels
it is
iheid
dière
goed
i ge-
e en
„Ik ben er nooit tegen geweest, dat het
eens geprobeerd zou worden. Ik zie er
heus wel voordelen in, maar de manier
waarop het soms gegaan is Hoe is het
mogelijk, dat je met sommige partijen
niet eens wilt nagaan of er een mogelijk
heid is om samen tot een programma te
komen.
Anneke Goudsmit formuleert het rus
tig en overwogen, een tikje afstandelijk,
nog .geen twee dagen nadat zij officieel
te kennen had gegeven dat zij het als
Tweede-Kamerlid voor D’66 niet meer zo
zag zitten.
We zoeken haar op in haar in lichte
tinten gemeubileerde kantoorruimte aan
de Viottastraat in Amsterdam-Zuid.
Heeft ze er geen tabak van, van al die
journalisten die haar komen ondervra
gen over haar nogal opzienbarende be
sluit?
Een Kamerlid zou, om een wetsvoorstel
goed te kunnen beoordelen, over alle in
formatiebronnen moeten kunnen be
schikken, ook over verworpen alterna
tieven.
Ik kan me best voorstellen, dat bij
voorbeeld in ontwikkelingslanden andere
situaties bestaan. En het is ook wel zo,
dat hier discriminerende toestanden zijn
aan te wijzen, maar om daarvoor nu een
Jaar van de Vrouw te proclameren., ik
weet ’t niet.het doet ook zo symbo
lisch aan".
Het ligt natuurlijk ook aan de mensen,
die dit vak bedrijven. Wellicht heeft het
ook te maken met de gedachten van
mensen over macht en hun wens naar
macht, dat je alleen bepaalde dingen
kan bereiken door „geven en nemen”,
door die „klassieke” politiek.
Nu geloof ik, dat veel te veel politieke
beslissingen in deze zin worden doorge
trokken in de partijpolitiek”. Wat later
tijdens het gesprek komt ze daarop terug.
„Bijvoorbeeld de‘ verkiezingen van die
wijkraden onlangs in Rotterdam. De op
komst was heel slecht. Een dergelijke
verkiezing zou naar mijn gevoel niets met
partijpolitiek te maken moeten hebben.
Er zouden in zo’n geval geen mensen op
part ij titel verkozen moeten worden.
Ik heb altijd nogal afwerend gestaan
tegenover die houding van sommige
vrouwen, die hun vrouw zijn helemaal
willen wegcijferen. En zoiets als het Jaar
van de Vrouw, dat is eigenlijk zo’n ont
stellende onzin.
„De parlementaire democratie werkt
hier, vergeleken bij een heleboel andere
landen, uitstekend. Er dreigt geen gevaar
voor een staatsgreep of zo. Maar zij
werkt slecht, als je het in de groep „uit
stekend” nagaat.
„Nou ja, ik ben natuurlijk npoit een
man geweest maar ik geloof eigenlijk
niet dat dat hier in Nederland wat mijn
werk betreft zoveel verschil maakt. Ik
denk wel, dat het verschil maakt in mijn
relaties er contacten met anderen.
Die gesprekken hebben mij eigenlijk
bevestigd in mijn opvattingen, al moet u
het niet zó uitleggen dat die mensen mij
hebben aangeraden mijn Kamerlidmaat
schap op te geven. Tenslotte kwam het
erop neer dat ik niets anders kon wil
de doen dan die verklaring uitgeven.
Ja, jammer vind ik het wel. Je verlaat
toch mensen die jarenlang je vrienden
en collega’s zijn geweest”.
Er zijn nogal wat kwalificaties over
haar geplaatst in sommige krante-artike-
len. Ze „bedreef de politiek hartstochte
lijk”, ze „vocht”, was „naïef”, soms
„emotioneel zeer betrokken bij debat
ten” en „een felle vrouw” in de Kamer
Hoe ziet zij dat zelf?
Weer dat korte lachje: „Ik probeer zo
veel mogelijk de zaken op hun merites te
beoordelen, nogal formeel, en in die zin
ben ik, geloof ik, niet zo erg emotioneel.
Dat probeer ik tenminste en daarvan
ben ik me dan niet eens zozeer bewust,
maar zo werkt mijn geest, dat is mijn
n
„Politiek is alles wat te maken heeft
met het handelen van de overheid en de
invloed van de burger daarop. Een poli
tiek besluit is een keuze die de overheid
heeft gemaakt. Dat kan om iets heel een
voudigs gaan als, noem maar eens wat,
het beslissen aan welke kant van een
straat een rij lantaarns moet komen.
„Het feit dat je vrouw bent, is nu een
maal een integrerend deel van je per
soonlijkheid. Er zijn vrouwen die dat vol
strekt weg zouden willen cijferen, maar
dat vind ik onzin. Waarom zou een man
niet eens een deur voor je mogen open
houden? Het vrouw zijn mag in je so-
ciaal-culturele levenspatroon best een
beetje aangename rol spelen”.
Ze staat ons te woord in haar kantoor, simpel ge
kleed in bruin truitje en gele broek. Slechts heel
even maakt ze een ietwat nerveuze indruk. Die is
verdwenen zodra ze het antwoord op de eerste vraag
formuleert. Ze doet dat snel en geroutineerd, maar
zeker niet routineus. Ze maakt de indruk in sommige
opzichten teleurgesteld te zijn, maar zeker niet al
geheel ontmoedigd.
De feiten rond het vertrek van mr. A. (Anneke)
M. Goudsmit uit de Tweede-Kamerfractie van D’66
zijn in veel kranten breed uitgemeten. Directe aan
leiding was het abortusdebat in de Kamer op 5 no
vember. Zij vond dat de D’66-fractie bij haar stand
puntbepaling inzake abortus afweek van een van de
uitgangspunten van deze partij, dat de gang van
zaken in strijd was met het D’66-programma, met
het regeerakkoord én met „Keerpunt”.
Wij vroegen haar om een interview niet zozeer om
de berichtgeving hierover nog weer eens te vers
fijnen, als wel om iets te weten te komen over hoe
ze nu, na zeven jaar werk in de Kamer en in de poli
tiek, over een aantal zaken denkt.
discipline zou je kunnen zeggen.
Daarnaast zijn er toch wel dingen waar
ik ook emotioneel bij betrokken ben,
maar dat vind ik op zich niet slecht. Dat
geldt ook als het om andere rechtsbegin-
Wat verder? Gaat zij zich nu in clubs,
verenigingen of stichtingen begeven om
toch nog iets aan die wensen te doen?
De vraag wordt lachend afgewimpeld.
„O nee. Voorlopig ben ik niets van plan.
Ja, ik ga wel rustig een beetje bij lezen en
wat juridische achtergrondboeken inzien”.
Ik bedoel in de zin van het ontbreken
van voldoende controle-mogelijkheden
van het parlement tegenover de rege
ring, de onvoldoende wetenschappelijke
assistentie die Kamerleden krijgen, het
gebrek aan informatie en faciliteiten.
Openbaarheid van alle overheidsdocu
menten zou al helpen.
Waarom heeft ze haar besluit bekend
gemaakt juist in die nacht van dinsdag
op woensdag? De aanleiding tot haar
besluit, het abortusdebat in de Tweede
Kamer, lag zo’n drie weken vroeger.
„Ja, die dinsdagnacht na het debat, de
nacht van Van Agt zou ik bijna zeggen,
was ik direct na het debat erg kwaad.
Ik vind dat je in zo’n stemming geen
beslissing moet nemen.
De dagen daarna heb ik er met
de fractie over gesproken, maar omdat
die niet compleet was, hebben we ge
wacht tot iedereen weer terug was. Het
zijn moeilijke gesprekken geweest. Verder
heb ik ook gepraat met enkele mensen
van het eerste uur van D’66.
Ik moet toegeven dat het ons mislukt
is, maar ik geloof er nog steeds aan.
Waardoor het precies mislukt is, is me
gewoon niet helemaal duidelijk. Er
speelt een aantal factoren in mee. Het
heeft ook te maken met de zienswijze
van mensen en de macht die ze hebben
ik bedoel macht hier niet in de zin
van geweld om anderen hun overtui
ging op te dringen, om invloed te willen
uitoefenen”.
Bovendien vind ik het systeem in zich
onbevredigend, met een gekozen parle
ment en een benoemde regering. Zoals
het nu gaat, wordt een regering in feite
benoemd door een klein aantal Kamer
leden en fractievoorzitters, eigenlijk door
een oligarchische groep. Daardoor staat
een regering niet vrij tegenover zo’n
groep en tegenover de Kamer. Ik vind
nog steeds dat een gekozen regering be
ter zou zijn”.
Ze doet die vraag af met een lachje en
de opmerking: „Ach neen, ik ben nu een
maal jarenlang Kamerlid geweest en de
mensen hebben er wel recht op te weten
waarom ik er mee opgehouden ben. Het
zou misschien anders geweest zijn als ik
om persoonlijke redenen was wegge
gaan”.
In een recent interview heeft ze ge
zegd: „Over de parlementaire democratie
ben ik nu niet meer teleurgesteld dan
een maand geleden”. Wat bedoelde ze
daar precies mee?
Wat dat betreft is het wel jammer dat
ik geen Kamerlid meer ben. Goed, voor
D’66 zijn de mogelijkheden om iets van
die punten in de Kamer te realiseren niet
bijzonder groot meer. Maar toch, als Ka
merlid en in persoonlijke gesprekken kon
je heus wel eens dingen bereiken”.
fe;