Een liefdesgeschiedenis met tanden hoe het ontstaat waartoe het leidt en n hartekreet Manuel Scorza roman en van Ilia F t w «I „Tromgeroffel p I in Rancas" I^mBI II MajMW iiniiniimiimiiiminiiimiiiiiiiiiiiiiii g SR* iiunuimiiumiiiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiiiiiiiiiiiii Trommelvuur Oeroud thema Dokumentatie Schandaalpers I Beklemmend document w«x«x*x<’?>:’: Om het geweld en de chaos van de gebeurtenissen te beschrijven, bediende de schrijver zich van de scherpste aller wapenen: de satire en de bittere humor en die hebben tenslotte meer uitgericht dan ge weld en willekeur en mitrailleurs tesamen. hem levende diepe verontwaardiging; verontwaardi ging over de kwalijke en fatale methoden waarvan zekere publiciteitsmedia zich menen te moeten bedie nen en die hij zelf aan den lijve heeft ondervonden. „TROMGEROFFEL IN RAN CAS” is de Nederlandse titel van „Redoble por Rancas”, de ware kroniek door Manuel Scorza van een jarenlange strijd van de be woners van een klein Peruaans dorp tegen de overmacht van cor rupte magistraten, het grootgrond bezit en Amerikaanse kopertrusts. Deze „hartekreet” is uitnemend vertaald door Jan Bernard en uit gegeven door Elsevier Nederland in Amsterdam. II ■Os? i een HEINRICH BOLL DICK VAN STEKELENBURG. de af- pen SIM TEUNISSE >Xy>><X%<<%<<<ss<’XvX; MANUEL SCORZA, thans 46 jaar, is in de officiële Latijns-Amerikaanse lite ratuur nog geen grote bekende. Zelfs Rudolf Grossmann vermeldt hem niet en Jean Franco en John Rothchild even min, maar reeds op de eerste bladzijde treft ons zijn wrange humor, die ons vertrouwd is uit de werken van grote schrijvers als Garcia Marquez en Miguel Asturias, van wie hij de meeslepende stijl heeft en het magisch realisme. Niet voor niets beklemtoont Böll de erotische component in het portret van door of de Hoewel zich overal ter wereld wel het nodige afspeelt, lijkt het niet teveel gezegd dat de misdaad en alle vormen van corruptie nergens weliger tieren dan in bepaalde republieken van Zuid-Ame- rika en het Andes-land van de tot voor In de plaats van de machtige instan ties, autoriteiten en strukturen waarmee Böll zijn goede helden en heldinnen in vorige b<>eken confronteerde: indstrie, kapitaal, de Duitse kerken (met name het Rooms-Katholicisme), het militaris- n d n r k o V n a ti n k F C z n t< o n k t< v 2 r c V h s g g F A I r a n r v 1 r t d a 1< k h E F h k q 2 F P d Z' a k b ei a P I E 1 3 o k z 1 7 ji h Een goede zaak is, dat Böll de rechts zitting en de eventuele veroordeling van de hoofdpersoon niet meer behandelt. Daardoor wordt de lezer in deze maan den, waarin de processen tegen de Baa- der-Memhof groep plaatsvinden, zelf uit genodigd na te denken over schuld en boete en over die gevaarlijke ziekte van deze tijd: het geweld, hoe het kan ont staan en waartoe het kan leiden. beklemmend „document humain”, waarin hij op mdringende wijze het leven en vooral het lijden vertelt van de kleine, machteloze landbouwer in zijn strijd tegen de voortsluipende krachten van machtsmisbruik en terreur, in Scorza’s werk belichaamd in de figuur van de rechter, Doctor Montenegro, door schrij ver „het zwarte costuum” genoemd. zijn Katharina Blum zo duidelijk. Juist die niet alledaagse psychische dispositie van deze uiterst sensibele, kuise jonge vrouw (Katharina Grieks voor „de rei ne”) verklaart haar euforie na de lief desnacht met de deserteur ten volle. En vanuit deze euforie is haar reactie op de hetze plausibel, die de schandaalpers nu als een geconcentreerd trommelvuur op de onder zware verdenking staande ge liefde van een voortvluchtige bandiet loslaat. Het is daarom, dat Böll er allerminst bezwaar tegen zal hebben, wanneer zijn lezers de ZEITUNG het dagblad dat vanuit zijn redactiekamers de drijfjacht op Katharina organiseert met de beruchte, des alniettemin meest verkochte „Bildzeitung” van de rechtse en invloedrijke krantenmagnaat Axel Springer vereenzelvigen. In een inleidend woord verklaart Böll zelf de fictionaliteit van zijn werk tot een fictie: „Per sonen en handeling van deze vertelling berusten op fantasie. Indien zich bij de beschrijving van bepaalde journalistieke praktijken overeenkomsten hebben voorgedaan met de praktijken van de Bild-Zeitung, dan zijn deze overeenkomsten niet opzettelijk en evenmin toevallig, maar onvermijdelijk”. werd Bölls landhuis in de Eifel door de politie omsingeld en op de aanwezigheid van Baader-Meinhof-leden doorzocht. Twee jaar later, in februari van dit jaar men lette wel: precies in die periode waarin Böll de handeling van zijn verhaal situeertdeed de politie een inval in de woning van Bölls oudste zoon Raimund, beeldhouwer van beroep, en onderwierp hem en zijn vrouw aan een verhoor eveneens wegens vermeende subversieve aktiviteiten. En ofschoon het echtpaar niets ten laste gelegd kon wor den, was als vanouds „Bild” present om de „mens en kunstenaar” Raimund Böll de nodige schoppen na te geven. SCORZA’S KRONIEK van het taaie verzet van de kleine boeren is een Wel is ook dit werk weer de bevesti ging van een standpunt, dat de schrijver Böll zijn gehele loopbaan trouw is ge bleven. „De sleutel tot de werkelijkheid” noemde Böll eens „de aktualiteit”, wat toentertijd, toen men in het Duitsland van de jaren vijftig de geëngageerde, „zelfkritische” literatuur met de nek aankeek, beslist geen banaliteit beteken de, maar als een gedurfde en radikale bekentenis gold. Hoewel men over de literaire waarde en pretentie van veel romans ei. vertellingen die Böll het licht heeft doen zien kan twisten, vast staat, dat zij getuigen van een zuivere blik, van een haast fenomenaal gevoel voor zulke motieven, situaties en stemmingen, waarin „het aktuele”, de geestelijke rea liteit van het ogenblik zich a.h.w- van zelf ontbloot. Heinrich Böll, de „grand old man” van de naoorlogse Duitse lite ratuur, heeft zijn land en landgenoten menig maal midden in het hart getrof fen. Zo ook en niet in het minst met zijn nieuwste boek: „De verloren eer van Katherina Blum”. kort door de „Cerro de Pasco Corporati on” geëxploiteerde kopermijnen heeft daar rjikelijk zijn deel van gehad, méér dan van de winsten van deze onderne ming. Als in dit land thans meer rechtvaar digheid heerst dan voorheen, is dat ook te danken aan een schrijver als Manuel Scorza, wiens werk wijde bekendheid verdient om de beklemmende schildering van „de massale uittocht der dieren”, de wrange humor van een zin als „Rancas droomde nog dat het wijwater redding kon brengen” en „De nacht werd duister als het karakter van een oude vrijster”. Als in Peru de macht van „het zwarte costuum” is verbleekt, is het ook dank zij het „olieverfportret van een magistraat” getekend door Manuel Scor za, wiens Fortunato toont wat de enke ling ondanks alles tegen de mach ten der Duisternis vermag. Schrijver noemt zich meer „getuige” dan roman cier. inrich Het belang van Alvarado’s regiem heeft zich niet beperkt tot de Inca- republiek met haar 14 miljoen inwoners, doch heeft in Bolivia, Ecuador en Pana ma tot navolging geïnspireerd en staat met zijn sociale hervormingen in scher pe tegenstelling met de repressieve re giems in Argentinië, Brazilië en Para guay. Een eerste daad was de afschaffing van het grootgrondbezit, de „latifundias” waarbij miljoenen hectaren grond en 1,3 miljoen stuks vee werden herverdeeld. Het was de grootste agrarische landher vorming in Zuid-Amerika. wx-x Van dit alles vormt Bölls verhaal een vrij nauwkeurige neerslag; vrijwel alle motieven uit de jaren van de politieke, in een later stadium kriminele aktivitei ten van de Baader-Meinhof groep ko men erin voor: inbraak in een verlaten villa, vlucht uit een flatwoning, bestor ming van een woning door de politie, aftappen van telefoonaansluitingen, on dervragingen, discussies onder sympathi santen, Conspiraties van kapitaal, indu strie en pers ter verspreiding of onder drukking van bepaalde berichten, etc. En de waarheidssuggestie van deze ele menten wordt nog extra onderstreept door de vorm die Böll voor zijn verhaal heeft gekozen: die van de dokumentatie. Politieprotokollen, krantencitaten, ge tuigenverklaringen en zonder meer veri fieerbare handelingslokaties, geïnte greerd in een afstandelijke epische be schrijving van gebeurtenissen en ont- „Dat is pure ophitsing, laster, smeer lapperij” („Verhetzung, Lüge, Dreck”), attaqueerde een woedende Heinrich Böll in januari 1972 Springers „Bild”. In de zelfde bewoordingen (in de Nederlandse vertaling tot „modder, die vervloekte modder” verschoolst) reageert twee ja ren later een figuur in Bölls verhaal op de berichtgeving van de Zeitung. Een gedenkwaardige publicistische affaire Bölls Controverse met „Bild” naar aan leiding van de behandeling van het Baader-Meinhof-probleem in het blad kreeg een aktueel bellettristisch naspel in het nieuwste boek van de winnaar van de Nobelprijs voor literatuur 1972 uit Keulen: „De verloren eer van Katha rina Blum” met de ondertitel „Hoe ge weld kan ontstaan en waartoe net kan leiden”, nu in Nederlandse vertaling uit gebracht door Elsevier. Böll heeft vanaf het begin tegen de onrechtvaardigheid, de boosaardigheid en wreedheid van de wereld, de onschuld, de zuiverheid of heel simpel het menselijk fatsoen van zijn hoofdpersonen uitge speeld. In zijn liefdesverhalen kwam deze aanklacht altijd het duidelijkst tot uitdrukking. In feite een oeroud thema: de wereld is slecht, want zij staat het geluk van Romeo en Julia, Hero en Leander, Ferdinand en Luise in de weg. Bij Böll zijn het de soldaat Andreas en het Poolse meisje Olina („De Zug war pünktlich”), de Duitse soldaat Feinhals en de Hongaarse jodin Ilona („Wo warst du, Adam?”), Fred Bogner en zijn vrouw („Und sagte kein einziges Wort”), Hans Schnier en zijn vriendin Marie („An sichten eines Clowns”), de Keulse Leni Gruyten en de Russische krijgsgevange ne Boris („Gruppenbild mit Dame”). En nu voegt zich daarbij Katharina Blum met haar onbedorven liefde voor de voortvluchtige en achtervolgde Ludwig Gotten, een liefde die haar ondergang dreigt te worden. Bovenal is het verhaal van Katharina Blum, naast satire, „Kri mi”, of politiek pamflet, een liefdesge schiedenis. wikkelingen, verlenen het geheel het karakter van een sleutelroman wat hij slechts ten dele is, want het gaat Böll ook nog om iets anders. Het is niet te geloven welk een taai leven serpenten en tirannen in de regel beschoren blijkt. En daarom kan de „Afzetting” en daarmee het Onheil zich over het dorp Rancas en zijn bewoners voltrekken, langzaam, maar zeker en de even naamloze als heldhaftige strijd van de enkeling Fortunato richt daar maar weinig tegen uit. Het Gezag beschikt altijd wel over een oord, waar „lastige” elementen heen gedirigeerd kunnen worden. In Peru geen Siberië, maar het op zeer grote hoogte werken aan een soort „Burma-project” is voor het welzijn van de daartoe uitverkorenen” even funest. Velen ko men in ademnood te verkeren en ster ven- als regel zonder de absolutie van „padrecito mio”. Het verhaal van een jonge Duitse vrouw uit het arbeidersmilieu, een zake lijk, ja bijna koel optredend wezen, dat van aanpakken weet en gelukkig niet, zoals zoveel romanfiguren bij Böll, sen timenteel geschapen is, maar met beide benen op de grond staat. Katharina is gediplomeerd huishoudkundige en be stiert als een hooggewaardeerde allround kracht enkele huishoudingen van de goedgesitueerde klasse. Het huwelijk dat zij op 21-jarige leeftijd met een textiel- Een bestseller (eerste oplage 100.000 exemplaren) op de Duitse boekenmarkt was de afgelopen maanden Heinrich Bölls nieuwe boek „De verloren eer van Katharina Blum”. Het is het relaas van een zacht moedig mens met de symbolische naam Katharina Blum die in een daad van zelfverweer gewelddadig wordt. Een jonge vrouw, door een meedogenloze hetz- campagne die het op haar private en intieme leven gemunt heeft in het nauw gedreven, richt het pistool op de man die voor haar de anonimiteit van een op „sex and crime” beluste wereld belichaamt: de jour nalist van een schandaalblad in wiens eveneens be tekenisvolle naam (Werner Tötges) de moribundus reeds gemarkeerd is. De door de fictionaliteit van het literaire onderkoelde moordlust van een schrijver? Nauwelijks, want Böll zelf behoort tot de zachtaar- digen en lankmoedigen dezer aarde, hoewel deze eigenschappen de laatste tijd danig op de proef ge steld zijn. Het is ongetwijfeld het verhaal van een bij arbeider sloot werd op haar eis al na enkele maanden ontbonden- Reden: „Mijn man begon opdringerig te wor den”. Het is dit soort opdringerigheid dat de niet onaantrekkelijke Katharina de aanbiedingen van talrijke andere man nen en heren deed afslaan, Böll laat geen twijfel bestaan over haar seksuele remmingen, die naar frigiditeit zwemen, zonder ook maar een enkel moment tegen de discretie te zondigen. Discreet wordt ook het liefdesverhaal beschreven. Op een carnavalsavond bij een kennis ontmoet Katharina een jonge man, Lud wig Gotten, met wiens antecedenten zij volslagen onbekend is. Tot verwondering van haar vrienden die haar als zeer gereserveerd menen te kennen ontstaat er tussen de twee bijna terstond een intieme verstandhouding. Zij danst met hem, neemt hem mee naar haar huis en helpt hem de volgende morgen uit het reeds omsingelde flatgebouw te ont vluchten. De politiecommissaris die het onderzoek tegen de sinds kort gescha duwde Bundeswehr-deserteur en politie ke deliquent Gotten leidt is ervan over tuigd, dat er sprake was van een georga niseerde ontmoeting tussen Gotten en een handlangster. Een niet geheel onlo gische redenering en de aanwijzingen liegen er ook niet om. Alleen, bij al zijn calculaties verwaarloost de vasthouden de beambte één belangrijk ding: de fac tor liefde. De Zeitung, een gewetenloos sensatie blad met machtige relaties, belaagt en belastert het „roversliefje” in dagelijkse millioenenoplagen. In smeuïge reporta ges, larmoyante interviews (met de ge wezen echtgenoot, met een hypocriete pastoor, met vroegere werkgevers en andere moreel verontrusten, die „het allemaal al hadden zien aankomen”) en zalvende nabeschouwingen wordt Katha rina Blum’s „sex-life” aan de gemeente vertoond, met haar eer de straat aange veegd- Katharina nu wordt het slachtof fer van deze doortrapt smerige laster campagne op een tijdstip waarop liefde en seksualiteit voor haar waarschijnlijk voor het eerst in het leven een grote betekenis hebben gekregen. En zij wordt er nog eens te meer door getroffen, omdat zij in een omgeving leeft waarin vrijwel iedereen de Zeitung, alleen maar de ZEITUNG leest. De gevolgen blijven dan ook niet uit: Katharina wordt geteis terd door honderden anonieme brieven en telefoontjes met een vloed van scheldwoorden en obsceniteiten. Wee de ongelukkige die zich domheid of driestheid ongunst van dit zwarte costuum op de hals haalt. De oorvijg die hem in pu bliek door het zwarte pak wordt toege diend zinkt in het niet bij het vertrap- van zijn aardappelveld door een kudde redeloos vee. Het diep ontzag van het arme volk voor het zwarte costuum wordt nog eens extra belicht door de omzichtigheid die men betracht ten aanzien van een door „het gezag” verloren geldstuk, dat rustig een jaar op dezelfde plaats liggen blijft, tot de „Doctor” het zelf op een dag vindt. me de kasterechtspraak, treedt nu dus de ZEITUNG. Evenwel, een handenwrij vend leedvermaak over de manier, waarop de beroemde schrijver nu einde lijk eens de desastreuze methoden van de schandaalpers onder handen neemt, lijkt mij niet geheel op zijn plaats. Bölls kritiek gaat verder dan alleen maar bepaalde wantoestanden in de wereld der media. Want het zijn ook de lezers die zich dit allen zwijgend laten welge vallen. Bölls aanklacht is evenzeer ge richt tegen de burgergemeenschap, de gretigheid van de nieuwsconsument, die verschijnselen als de „Bildzeitung” (naar Nederlandse equivalenten behoeft men niet lang te zoeken) zonder meer duldt, mogelijk maakt, ja zelfs kennelijk van node heeft, Eén zin in het verhaal for muleert de kern van het probleem: op dat ogenblik haalde Katharina de twee nummers van de ZEITUNG te voorscnijn en vroeg of de Staat zo drukte zij het uit niets kon doen om haar tegen deze vuiligheid te bescher men en haar verloren eer te herstellen”. Veel verder dan dit soort kritiek gaat Böll niet. Böll heeft zich voor deze gelegenheid de gewoonte afgewend sen- I timentaliteit en pathos ten toon te sprei den. Juist nu Böll een probleem aan snijdt, waarmee hij zelf maar al te zeer geconfronteerd is, ware te verwachten geweest dat hij in het verhaal van Katharina Blum zijn persoonlijke ver ontwaardiging en zijn gevoelens van mededogen de vrije teugel had gelaten. Böll heeft dit gevaar ogenschijnlijk on derkend en elke neiging tot dramatise ring, plechtstatigheid of monumentaliteit krachtig onderdrukt. Zozeer zelfs, dat de pogingen zijn persoonlijke betrokkenheid te overstemmen en in een ironische afstandelijke houding uit te wijken, vaak onnodig geforceerd aandoen. Böll, vanouds een romancier met humor, wordt minder genietbaar als uitvinder van allerlei woordspelingen en taalgrap jes, van speelsige motiefvervlechtingen en met kokette knipoogjes gepresenteer de vingerwijzingen voor de lezer, die afbreuk doen aan het ernstige morele appèl het kleine werk. Ironie en de wat gekunstelde chronologie van het ver haal staan in merkwaardige tegenstel ling tot de plechtige verzekering van een „absolute gerechtigheid” en de zelfbeper king tot de „plicht alleen maar verslag te zullen doen”. Dit geldt evenzeer voor de goedkope colportage-trekjes van de vertelling: managers die op de vuist gaan, een bedrijfsjurist die molotov cocktails in elkaar knutselt, de politie spion die op het toilet in zijn geheime zendertje zit te mompelen enz. De in Lima geboren Manuel Scorza was secretaris-generaal van de „commu- neros”-beweging, welke het in de jaren van 1950 tot 1962 opnam tegen de kne velarijen van het leger en het groot grondbezit. De opstand breidde zich tot in de verste uithoeken van het bergland uit en in het dorp Rancas vielen doden. De hoofdpersoon van het verhaal, Hec tor Chacén werd in de gevangenis ge worpen en pas 15 jaar later, in juli 1971 in vrijheid gesteld door generaal Alvarado. Deze Alvarado, die in de staatsgreep Op 10 januari 1972 had Böll in een door het weekblad „Der Spiegel” gepu bliceerd artikel op ethische gronden be zwaar gemaakt tegen het in bepaalde Duitse persorganen gevolgde gebruik justitieel verdachte personen bij voor baat publiekelijk aan de kaak te stellen en alvast het „schuldig” uit te spreken. Met name pelemiseerde Böll tegen de onverantwoordelijke en volstrekt ver werpelijke oordeelsmanipulatie door „Bild” in de zaak van de anarchisten- groep om Andreas Baader en Ulrike Meinhof („ophitsingdemagogie’t aanzetten van burgers tot lynchjustitie”), de krant die hij in hoge mate verant woordelijk achtte voor het klimaat van achtervolgingshysterie dat destijds in de Bondsrepubliek ontstond en dat mo menteel door de tragische gebeurtenissen rond de dood van de Baader-Meinhof - aktivisi Holger Meins weer dreigt op te leven. Böll schreef toen: „Ulrike Mein hof kan er zeker van zijn, dat haar een totale genadeloosheid ten deel zal val len”. Bolls „Spiegel”-artikel, geenszins geboren uit sympathie voor de ideologi sche doelstellingen en het radikalisme van het linksintellektuele anarchosyndi- kaat, maar uit zorg om de kwetsbaar heid van het kollektieve geweten en de beginselen van de humane rechtsstaat lokte naast enkele genuanceerde tegen- argumentaties een lawine van kwaad aardige verdachtmakingen en een onge kende, zich nauwelijks meer tot het verbale beperkende agressie tegen de persoon van de schrijver uit- „Bild” vergeleek hem met Joseph Goebbels en de in West-Duitsland gehate SED-agita- tor Karl Eduard von Schnitzler, wees insinuerend op de hoge verkoopcijfers van Bölls werken in de Sovjet-Unie waar de liberale Duitser een groot aan zien geniet en begeleidde zijn uitverkie zing voor de Nobelprijs met giftige kom- mentaren. Het weekblad „Quick” schreef: „Mensen als Böll zijn nog ge vaarlijker dan Baader-Meinhof”. En zo miste de absurde suggestie, dat Böll zelf aan het Baader-Meinhof komplot mede plichtig zou kunnen zijn of tenminste aan leden van de groep onderdak zou hebben verschaft, haar uitwerking niet. Op 1 juni 1972, de dag waarop Andreas Baader in Frankfurt werd gearresteerd, GEWELD, van oktober 1968 president Fernando Belaunde Terry verjoeg, kan met recht zeggen dat hij in vier jaren meer voor het volk heeft gedaan dan vroegere regeringen in 150 jaar. Tegen een dergelijke heksenjacht heeft zij geen verweer. Haar reaktie op datgene, waarvoor de Duitse taal de sinistere uitdrukking „Rufmord” kent is moord moord met voorbedachten rade. De daad van geweld waarmee Bols verhaal begint en eindigt is er een van een in ’t nauw gedreven vrouw, wier eer, reptaiie en geluk binnen enkele dagen vernietigd wordt. Het door Katharina ge loste pistoolschot op de verslaggever, die haar wil interviewen en van haar nu als vanzelfsprekend aangenomen seksuele bereidwilligheid wil profiteren, getuigen van haar wanhoop, haar hulpeloosheid en machteloosheid (en niet, zoals al beweerd is, van een bewuste daad van protest tegen de bestaande maatschappe lijke orde). Hoe paradoxaal het ook moge klinken: Katharina’s moord op Werner Tötges, de man die in haar ogen de ZEITUNG is, geschiedt, omdat zij weerloos is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1974 | | pagina 20