Perfect concert in Amsterdam door Boedapester orkest Lynyrd Skynyrd indringend Hugues Panassié Queen voor lichaam, overleden Dolle Mina eert kindertheater Museum in voormalige synagoge Project voor Gevechten bij muziekscholen toneelstuk in Apeldoorn Solsjenitsin Procol HarumUniek gaat nooit verloren Kayak voor de geest Bartók „op z’n Hongaars” theeoloog Matinee op de vrije zaterdag Glorieuze entree Oprichter Hot Club PUIKE ROCK IN DEN HAAG Première in Essen Aantrekkelijk drummen van B. J. Wilson Weinig gehoorde opera in Concertgebouw Balletacademie in kleine theatertjes „ZIENAGOOG” Vragen Kamerlid over TV-zenderstoring MAANDAG 9 DECEMBER KUNST 1974 Routine Rauwe bonen DEN HAAG Alweer zo’n heavy-rockgroepje van dertien uit een dozijn, dacht ik toen vorig jaar een Bovema-publiciteitsjongen me de debuut-elpee van de Britse groep Queen liet horen. Ruim een jaar later is Queen niet meer „al weer zo’n middelmatig groepje” maar een van de veelbelovendste formaties die er tegenwoordig op het Britse eiland rondstappen. AMSTERDAM De grote vraag die aan het concert van de Sparks zaterdagavond in het Amster damse Concertgebouw vooraf ging, was: kunnen de gebroeders Ron en Russel Mael op het toneel de muzikale reputatie die zij op de plaat hebben opgebouwd waarma ken. Met de beantwoording van die vraag hadden de Maels geen enkele moeite. De elektronische trucs, de sterke echowerking, de hoge falset stem van Russell het kwam er allemaal uit, in een optreden dat qua enthousiasme, qua presentatie en qua tijdsduur (een uur) perfect was. Een waardig concert van twee jongens die twee jaar geleden teleurgesteld uit Amerika naar Engeland kwamen, daar nieuwe muzikanten aantrokken en in Nederland voor het eerst een gre tig publiek vonden. Sparks maken reputatie waar ;eert an- de ier- tori- KEES TOPS J. H. MOOLENUZER. (Van onze kunstredactie) CEES STRAUS. KEES TOPS. (ADVERTENTIE) lide en- Projectleider dr. Daniskas werd voor de samenstelling van het programma op de slotbijeenkomst geholpen doof Wou ter Paap en Rutger Schoute. MONTAUBAN. (AFP, ANP) Hugu es Panassié, de „paus van de jazz”, is gisteren in de Franse stad Montauban na een hartaanval op 62-jarige leeftijd overleden. •zen" I I in van »r te peeld raakt Ij in n we ij de (ge- rton), mee F k 2 I? EL reis- (K) Ein rolg). >rbe- quiz. pro- naal, •icht. ■haft, □apa. I (K) 21.00 nfor- een (K) i tv- idese ngel- Fin- )kto- 5 (K) ge- -do- er de ;chol- gti- i niet niet 18.30 nma. 19.05- iekse reek- euws 19.55 (K) 20.15 (K) 5 (K) tam. Cas- y-ib Gisteravond was de formatie in het Amsterdams Concertgebouw. Slotconcert van een uitgebreide Europese toernee. De zoveelste. Zoals er al zoveel toernees zijn geweest; door de gehele wereld en met name door de Verenigde Staten. „A whiter shade of pale” was eigenlijk al genoeg. Als Procol Harum in ’67 vol staan had met die single en uit elkaar was gegaan hadden de namen van de groep en de makers, tekstschrijver Keith Reid en componist Gary Brooker, toch van eeuwigheidswaarde verzekerd ge weest. De single was een absolute best seller, maar ook een klassieker, een uniek nummer dat ook nu nog een hit zou zijn. Procol Harum ging door. „Homburg” was nog een redelijke hit, maar daarna niet veel meer. Wel elpees. Goed werk, dat gewaardeerd bleef worden. Muziek van alle tijden, want volstrekt eigen muziek. Eén trilling van Brooker’s'stem banden, één inzet op zijn piano is al voldoende: Procol Harum. Wie dat heeft, kan gelukkig zijn. Een echt eigen sound, onvervalst, niet gekunsteld, niet gefor ceerd, zo maar. Onvergelijkbaar. Broo ker heeft dat, zeven acht jaar lang. In DEN HAAG (ANP). Dolle Mina heeft zondag in Den Haag de Rode vuist prijs uitgereikt aan Herman Frank van kindertheater Psstt. Hij kreeg de rijs voor zijn toneelstuk „Piccolo en de fee Minista”, dat zondag zijn première be leefde. AMSTERDAM (ANP). Op 11 en 12 december voert het Concertgebouwor kest onder leiding van Bernard Haitink in het Concertgebouw in Amsterdam de Nederlandse première uitvoeren van de opera „Goyescas”, gecomponeerd door de Spanjaard Enrique Granados (1876-1916). De storing trad op tijdens een uitzen ding van de NCRV-actualiteitenrubriek Hier en Nu, waarin werd ingegaan op de beschuldigingen jegens de toneelgroep Proloog, geuit door het DS’70-kamerlid mevrouw Van Veenendaal-Van Megge- len. Het Kamerlid vraagt welk gedeelte van ons land door de storing werd getroffen. Het betrof hier zoals bekend de zender Lopik. De stichting heeft onder andere tot doel de gemeentelijke activiteiten op het terrein van cultuur en wetenschap te bevorderen. In verband met de rol, die gemeenten spelen voor het onderwijs aan muziekscholen, gaf de stichting deze scholen de gelegenheid gezamenlijk per regio een manifestatie tot stand te bren gen met bijdragen van alle scholen. Op de bijeenkomst in Apeldoorn geven de ensembles een beeld van nagenoeg alle vormen van gemeenschappelijk musice ren, zoals dit vooral de laatste jaren op de muziekscholen tot ontwikkeling is gekomen. Er werden voornamelijk nummers van beide elpees gespeeld. Skynyrds versie van J. J. Cale’s „Call me the breeze” vormde het absolute hoogtepunt: het swingde op een ongelofelijke manier. De toegift bestond, zoals te verwachten was, uit „Sweet Home Alabama”. Het gehele concert was af; kortom, een frisse wind uit het zuiden van de Verenigde Staten. Gistarist Ed King vertelde me twee weken geleden in Londen, dat Lynyrd Skynyrd zijn beste interviews op het podium pleegt te géven. Het was een schitterend interview. formule waarop groepen als Sweet en Slade al jaren lang hun succes baseren. Vooral Keep yourself alive is een onver valste teenybopper-song. Son and daughter kreeg daaraan voor afgaande een verrassend goede gitaarsolo van Brian May die ook al in Flick of the Wrist tot hoge kwaliteit was geko men. Queen speelt op een smalle bezetting (behalve genoemde May en Mercury die ook op piano speelt voorts Deacon John als basgitarist en Roger Meddows-Taylor op slagwerk, maar zonder enig gebruik van synthesizer), maar weet desondanks een zeer hecht en volwaardig geluid te creëren, dat nog heel wat ajren goed voor de top kan zijn. Rock op koninklij ke hoogte. De Rode vuist prijs wordt door Dolle Mina toegekend voor belangrijk werk op het gebied van de emancipatie. Herman Frank kreeg de prijs omdat in het nieuwe toneelstuk de onredelijkheid wordt aangetoond van de gangbare rol verdeling tussen man en vrouw, aldus Dolle Mina. AMSTERDAM. Procol Harum kan nog. De hits - A whiter shade of pale” - stammen uit een ander tijdperk, maar de huidige formatie heeft zich aangepast tot een goed sluitend, lekker musicerend geheel. Drama is het sleutelwoord, sinds 1967. Met de fantastische drummer B. J. Wilson, met het befaamde Bach-orgelge- luid dat sinds twee jaar opgeroepen wordt door Chris Copping, met de snij dende elektrische gitaar van Mich Grab- ham die precies tegen de orkestrale draad lijkt in te gaan, en natuurlijk met Gary Brooker, oprichter, componist, stemgever van Procol Harum. AMSTERDAM (ANP). Een stich ting van vrienden van de ballétacadèmie „Nel Roos” van de Amsterdamse Thea terschool gaat voorstellingen in kleine theatertjes organiseren om de leerlingen een grotere toneelervaring te geven. In het bestuur van de stichting hebben zitting: Ria Koning, Indra Kamadjojo, Nol Maessen, Maria Martin-Boeke en Rein Rozenstraten. DEN HAAG (ANP) Ensembles uit alle windstreken van ons land werken op 14 december mee aan de slotmanifes tatie van het ontmoetingsproject mu ziekscholen, die in de schouwburg Or pheus in Apeldoorn wordt gehouden. De landelijke ontmoeting van leerlingen van muziekscholen biedt een musiceer- programma, waarvoor werd uitgegaan van de overweging, dat van het beluiste ren van elkaar een stimulans uitgaat voor leerlingen en docenten. Queen heeft in het afgelopen jaar bijzonder snel furore gemaakt. De groep bestaat sinds 1970, maar het moes drie jaar duren voordat de eerste plaat werd uitgebracht. Toen was het meteen goed raak, want de overigens slecht geprodu ceerde. eersteling werd vliegensvlug op gevolgd door Queen II en zelfs een derde, Sheer Haert Attack, met daarop de hit Killer Queen. Zondagavond stond Queen voor de eerste maal in ons land op het podium, namelijk in het Congresgebouw in Den Haag om daar te trachten de in eigen land snelverworven en enorme populari teit ook op het vaste land ingang te doen vinden. Vooraf ging een optreden van Kayak, pop van eigen bodem dus. Groepen in het voorprogramma plegen het vaak heel moeilijk te hebben. Ze willen graag een eigen gezicht laten zien, maar mees tal komt hun soort muziek niet overeen met die van het hoofdprogramma en dus met die van het, daar voor gekomen publiek. Ook missen ze soms de ervaring om het publiek aan te voelen en het in de juiste stemming te brengen. (Van onze correspondent) ESSEN. Ongeregeldheden hebben zaterdagavond de wereldpremière bege leid van Alexander Soljeïiitsins toneel stuk „Republiek van de arbeid” in het operagebouw van Essen. Twaalf studen ten, leden van de communistische stu- dentenbond Spartakus, deelden onder het publiek vlugschriften uit, waarin ze Solsjenitsin aanvielen. Vanaf de eerste noten was het lachen geblazen in het ConceAgebouw. Zanger Russel Mael, als enige gevangen in een spot, maakte een gebaar naar een vage Deze door schilderijen en tapijtont- Werpen van Goya geïnspireerde opera ging in 1916 in New York in première. Ondanks het succes is het werk daarna zelden meer ten tonele gebracht. Aan de komende uivoeringen in concertvorm wordt medewerking ver leend door Marilyn Tyler, Cora Canne Meyer, Ernst Haefliger, Peter van der Bildt en het Nederlands Operakoor. Théekenners bij uitstek: 3M. Maken dietouwloze duikertjes. ‘-Lekkeren goedkoop. In ieder geval was de zaal behoorlijk op temperatuur gekomen, toen bleek dat Queen precies het tegenovergestelde bood: pure rock voor het lichaam. Direct al dé eerste drie nummers (Now I’m hère dat werkelijk een schitterende ope ning werd, Ogre battle en Father to Son) wérd al duidelijk waaraan deze groep haar bekendheid kan toeschrijven. Zeer snel gespeelde riffs, een hoge en haast krijsende stem (van Freddie Mer cury, met zijn sexy act een nieuwe Mick Jagger?) er boven uit en bovenal een opwindende show. Een keihard geluid zonder echter één valse noot. Gewoon perfect, zoals alles van lichtshow tot de kostuums van Queen perfect is. Heavy rock in zijn elementaire vorm, maar niet van het soort onverteerbare rauwe bo nen rock zoals groepen als Deep Purple en Black Sabbath die plachten op te dienen. Met White Queen werd het middenge deelte van wat rustiger gehalte in gezet eén medley met Killer Queen was er een onderdeel van dat werd afgerond met een stevige rock and roll finale. Queen speelt rock and roll zonder het te dateren met het stempel van de jaren ’60, Nummers als Keep yourself alive, Seven Seas of Rhye, Stone cold crazy en Liar bevatten in wezen de beproefde Kayak heeft met dit alles geen enkele moeite gehad. Geroutineerd klonken een aantal van hun bekende nummers, zoals Wintertime en Se See the Sun, maar They get to know me en Happy New Year kwamen er eveneens prima uit. Tenslotte is Kayak naar Nederlandse maatstaven gerekend een topgroep die dit soort optredens eenvoudig móét aan kunnen. Gespeeld werd op eigen apparatuur die, geplaatst op het toch al volgestouw de p odium (Queen kwam met zo’n 50 units), een indrukwekkend aanzicht bood. De symfonische rock van Kayak kgmt in de zaal aanzienlijk minder cere- braler over, maar het blijft toch nog stugge muziek die maar piet wil swin gen. Meer voor de geest dan voor het lichaam. AMSTERDAM. De Hongaren zijn met recht trots op hun Béla Bartók, die in zijn composities de ritmische en me lodische elementen van de oude Hon gaarse voksmuziek heeft verwerkt. Het is begrijpelijk, dat het Boedapester Sym fonie Orkest bij zijn eerste bezoek aan Nederland veel eer bewijst aan de in 1945 overleden componist. Zaterdagmid dag kregen wij in het Concertgebouw zelfs een volledig Bartókprogramma te horen, dat een goed overzicht gaf aan de rijkdommen, die in deze Hongaarse mu ziek zijn verzameld. Drie van de studenten sprongen op het toneel en wilden een discussie met het publiek beginnen. Een van de toeschou wers, een Joegoslaaf die volgens zijn eigen zeggen zeven jaar in een kamp had gezeten, begon friet het drietal te vechten. De politie hoefde niet in te grijpèn. Na een vertraging van tien mi nuten kon met de opvoering Van het stuk worden begonnen- Solsjenitsin was voor de wereldpre mière niet naar Essen gekomen. Hij verblijft in Stockholm om daar de No belprijs voor literatuur in ontvangst te nemen. -■ Republiek van de arbeid” speelt in 1945 en werd in 1954 geschreven. Het schildert gebeurtenissen die Solsjenitsin later in zijn boeken over de Goelag Archipel heeft weergegeven. Oorspron kelijk zou het stuk in 1955 in Moskou, onder de titel „Het hert en het kamp- hoertje”, in pramière gaan. Daar is het tóen niet meer van gekomen. De hoofdrolspeler is de gearresteerde frontofficier Gleb Nershin, die als toon beeld van wilskracht de steunpilaar voor de zestig gevangenen in het kamp is. Ook Solsjenitsin werd in 1945 aan het front gearresteerd en werd naar een werkkamp verbannen. Evenals de au teur, overleeft ook Nershin het kamp- Regisseur Lothar Trautmann heeft zich waarheidsgetrouw aan de tekst van het tuk gehouden. Hij was verschillende, malen bij Solsjenitsin in Zurich onl over de enscenering van het stuk te spreken. Het stuk duurde ruim twee en een half uur en kreeg veel bijval van het publiek- Jazz-saxofonist Panassié werd vooral bekend als oprichter vpn werejdfameuze Hot. Club de France, de naam van het beroemde kwintet met Django Reinhardt en Stephan Grapelly. Belangrijk is ook de publicistische ar beid die Panassié heeft verricht. In een tijd dat de jazz nog niet bekend was bij het grote publiek, behoorde hij tot dege nen die de waarde van deze muziek onderkenden en er serieus en zakelijk over konden schrijven. Van zijn hand zijn Le jazz hot (uit 1934), Douze annees de jazz (1946), Louis Armstrong (1947) en La véritabele musique de jazz (1952). men Franz Liszt voor een Hongaarse componist versleten, alleen omdat hij bedreven was in het componeren van Hongaarse Rhapsodieën, die echter geïn spireerd waren op de zigeunermuziek, die absoluut niets met Hongaarse mu ziek te maken heeft. Wij hebben het aan Béla Bartók te danken dat het verschil tussen zigeuner- en Hongaarse muziek duidelijk naar vo ren is gekomen. Men heeft hem wel verweten, dat hij het zich gemakkelijk maakte door gebruik te maken van volksmelodieën, maar daarbij vergat mén dat hét in wezen veel moéilijker is om primitieve boerenmuziek te verwer ken, dan volgens' een eigen bedacht the ma te werk te gaan. Bartók is ook nooit een echte volge ling van Schonberg geweest, omdat volksmuziek a priori tonaal is. Dat de muziek van Bartók beter aanslaat bij' het publiek dan die van Schönberg, zou wel een het gevolg kunnen Zijn van het verschil tussen volksmuziek en theoreti sche stelling (twaalftoonssysteem). Het programma van het concert van zaterdagmiddag gaf een goed overzicht van de verschillende stijlperioden in het werk van Bartók. Eerst hoorden Wij „Twee prtretten”, die hij componeerde in 1907 en die te beschouwen zijn als schetsen voor het vioolconcert, dat hij in 1908 voltooide. Daarna zijn Eerste Pia noconcert uit 1927, gespeeld door de zeer talentvolle Zoltan Kocsis, waarin hij de piano behandelde als een slaginstrument te midden van de andere slaginstrumen ten in het orkest met het doel de piano af te helpen van zijn image als melodie-instrument voor virtuozen. Het concert werd besloten met het Cancer vo:ar Orkest, dat Bartók twee jaar voor zijn dood voltooide en dat in een minimum van tijd over de gehele wereld bekend werd. De innemende en bescheiden manier van spelen bezorgde het Boedapester Orkest een zeer langdu rig applaus. Als toegift volgde de Mar che Hongroise van Berlioz, een compo nist op wie Bartók bijzonder gesteld was. was. Lynyrd Skynyrd (in het voorprogram ma van het nu wel bekende Humble Pie-lawaai) beschikt dan ook over een lijvige voorhoede van drie gitaren, pia no en zang. Dat kan in een onontwarbaar geluidskluwen ontaarden, maar niet bij Lynyrd Skynyrd. Daargaan waren er twee solo-gitaristen aan de gang, terwijl de derde ritme sloeg. En het klinkt overdreven, maar ze waren alle drie even goed. Pianist Billy Powell is de enige die wat zijn spel betreft aan de Allman Brothers doet denken; het lijkt sterk op dat van Chuck Leavell. Zanger Ronnie van Zant komt over het geleide geweld van de vier heen met zijn droge vokalen. BREDA Het komt niet vaak voor dat een popgroep in het voorprogramma om een toegift wordt gevraagd. De Amerikaanse „southern band” Lynyrd Skynyrd viel gisteravond in het Bredase Turfschip die eer te beurt. In - de toegift meegerekend - een uur tijd maak te de groep daarmee een glorieuze en tree bij het Nederlandse publiek. Het optreden maakte vooral duidelijk dat niet iedere groep uit het zuiden van de States op de Allman Brothers behoeft te lijken. Wekken zij op de plaat wèl die indruk, live spelen ze pure rock, maar dan zeer indringend. DEN HAAG (/.NP) Het Tweede Kamerlid Van der Sanden (KVP) wil van staatssecretaris Van Hulten (ver keer) informatie hebben over de oorzaak van een tv-zenderstoring van dinsdag avond. Het Boedapester Symfonie Orkest van de Hongaarse radio en televisie, dat eigenlijk het beste te vergelijken is met ons Radio Filharmonisch Orkest, is pas na de Tweede Wereldoorlog opgericht maar heeft in die korte tijd een zeer goede naam in Europa verworven. Diri gent György Lehel, in 1962 tot chef dirigent benoemd, is een enthousiaste propagandist voor de muziek van Bartók. ZAANSTAD. „Zienagoog” is de speelse naam van een nieuw kunstcen trum aan de Gedempte Gracht in Zaan dam dat de gemeente Zaanstad sinds zaterdag rijk is. In de voormalige, uit de vorige eeuw daterende synagoge is een smaakvol verbouwde ruimte gecreëerd, die behalve als expositie-gelegenheid ook gebruikt zal worden voor een artotheek annex kunstinformatie-centrum, terwijl concerten eveneens tot de mogelijkhe den worden gerekend. Vandaar de naam „Zienagoog”: kijken naar kunst en cul tuur met een sterk agogische (dit wil zeggen begeleidend) karakter. De Zienagoog is van start gegaan met een zeer uitgebreide tentoonstelling van werken van Zaanse kunstenaars, zoals daar ondermeer zijn Klaas de Boer, Gerrit dé Jong, Martin Klaver, Budins- ky, Piet Hein Zijl en Guido Goedhart. Het zijn veelal kunstenaars die ook in onze omgeving te zien zijn geweest. Zij hebben hun werk ingezonden om daar mee een kans te maken te worden geplaatst in het binnenkort gereedko mende nieuwe stadhuis van Zaanstad. Wat de inrichting van de Zienagoog betreft: gestreefd is om zoveel mogelijk het karakter van dit Joodse godshuis dat tot 1940 in dienst is geweest te bewaren- De van veel glas voorziene entree geeft aan het gelijkvloerse als het ware een indruk van de voortzetting van de straat. De voor het gebouw typerende boograrnen zijn gehandhaafd, evenals de dominerende houten kruisconstructie in de nok van het dak. Donkergeschilderd contrasteert deze fel met witgesauste wanden. De Zienagoog wordt geleid door Joep Monnickendam die eerder ervaring in een soortgelijke functie opdeed bij het plaatselijke museum in De Rijp. Hij is van plan, om vooral expositie-mogelijk- heden te bieden aan jonge en opkomen de kunstenaars. Met de komst van de Zienagoog is de oude tentoonstellingsruimte Het Weef- huis in Zaandijk, waar ongeveer tien jaar lang veelsoortige exposities werden gehouden, definitief gesloten. Voortzet ting van tentoonstellingen in Het Weef- hüis bleek door de bouwvallige staat niet meer mogelijk. De excentrische ligging bleek nadelig te zijn voor het bezoekers aantal. De Zienagoog daarentegen is gelegen midden in een van Zaandams drukste winkelstraten. De Zienagoog wordt bestuurd door de vroegere leiding van het Weefhuis. Deze is voor een zeer belangrijk deel afhan kelijk van de subsidie van de gemeente Zaanstad en van donateurs. Hoewel er in Nederland eigenlijk geen reden is hem te propageren, was het toch boeiend om nu eens een echt Hon gaars orkest Bartók té horen spelen, waarbij het direct opviel dat de Neder landse Orkesten er over het algemeen te zwaar aan tillen. De opvatting van dé Hongaren is, licht als Mozart, helder en doorzichtig als Bach en speels als Haydn. De virtuositeit wordt nooit hoefdzaak het ritmische element treedt wel op de voorgrond, maar zij maken er geen levenskwestie van. Voor alles geldt de melodische expressie, die geschoeid is op de leest van de oude Hongaarse boerenmuziek. Te lang heeft 1972 bracht hij zijn Procol Harum terug in de spotlights met „Conquistador”, een hit, met het eerste optreden van een popgroep met de Royal Philharmonic Orchestra in Londen en een live elpee met de Edmonton Symphony Orchestra, een werkstuk dat overal hogelijk wérd gewaardeerd evenals de elpee „Grand Hotel” die vorig jaar verscheen. Gisteravond gaf Procol Harum voor een goed gevulde zaal een overzicht van al dat werk. Met de hits natuurlijk, die overigens door bassist Alan Cartwright en gitarist Mick Grabham wat al te demonstratief in de „we spelen ze omdat we er niet onderuit kunnen” - sfeer werden getrokken, en met Wat nieuw werk, waaronder het voortreffelijke „Poets”. Persoonlijk ben ik niet zo weg van het nogal egotripperige riedelwerk waar mee Grabham naar mijn menin? een chaos creëert, maar het ongelooflijk ac curate en visueel zeer aantrekkelijke drumwerk van Wilson en de vloeiende power in de door Brooker voortreffelijk getimede zangnummers maakten veel goed. Jammer was het alleen dat de helft van de zaal wat het kijkwerk betreft uitsluitend was aangewezen op drummer B. J. Wilson en de nogal statisch opere rende gistaristen. Leider, zanger, pianist Brooker.werd voor hen door zijn piano links op het podium totaal aan het oog onttrokken waardoor de indruk ontstond als waren piano en zang op band opge nomen. In een tijd waarin de democratie hoogtij behoort te vieren is het natuur lijk wel aardig om de ritme-sectié eens in de spotlights te zetten, maar als Gary Brooker met zijn gedreven presentatie en uniek stemgeluid de hoofdrol ver vult, dan wil je hem ook zien. FERRY TROMP Het project is ontworpen en wordt geleid door dr. J. Daniskas. Het omvatte tot nu toe veertien manifestaties in den lande, waarbij in eerste instantie aan dacht werd geschonken aan het geza menlijk musiceren in ensembles. Het project gaat uit van de Stichting Ge meentelijk Cultuurfonds van de NV Bank voor Nederlandse Gemeenten. schim achter de elektrische piano. Een tweede spot floepte aan en daar zat hij dan: Ron Mael. Met de knieën verlegen tegen elkaar, het droge gezicht met snorretje en zeer kort naar achteren gekamd haar een tikje scheef naar boven gericht en verder bewegingloos. Een bulderend gelach brak los. Ron Mael schoot net niet in de lach en handhaafde zijn houding gedurende het gehele concert. Onaangedaan sloeg hij zijn korte pianoaccoorden aan, trok van tijd tot tijd zijn wenkbrauwen op, liet zijn ogen eens rollen en maakte eigen lijk de indruk dat hij zojuist een rijke erftante om zeep had gebracht- Zijn broertje was een en al activiteit en liep in een hoog tempo van links naar rechts en van voor naar achter over het toneel, terwijl hij met" zijn onwaarschijnlijk wendbare stem de songs uit de zangzuilen liet knetteren. Het repertoire bestond uit nummers van de elpees „Kimono my house” en (voor al) „Propaganda” en, zoals gezegd, het liet niets te wensen over. Van de drie overige groepsleden, die voor een solide basis zorgden, viel vooral gitarist T. White op door zijn lange uithalen. Uitschieters vormden de hit „This town ain’t big enough for both of us” en' de nieuwe single „Achoo”. Tijdens de laatste kreeg Russell een zakdoek toege worpen die hij op de piano van Ron deponeerde. Deze stak hem met een gemeen glimlachje in zijn zak en speel de door alsof hij er niet bijhoorde. Over de muziek valt verder weinig te vertellen. Wie de laatste twee platen kent, weet vrijwel letterlijk wat er za terdag te beleven was en dat is van de Sparks geen geringe prestatie. Rest mij nog te melden dat de groep Moses in het voorprogramma reeds na twee nummers werd weggefloten. Wat dit drietal voor ogen staat is niet duide lijk, maar terecht werd het mengsel van arrogantie, hysterie en a-müzikaliteït door het Amsterdamse publiek niet ge pikt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1974 | | pagina 7