Perfect concert in Amsterdam
door Boedapester orkest
Lynyrd Skynyrd
indringend
Hugues Panassié
Queen voor lichaam,
overleden
Dolle Mina eert
kindertheater
Museum in
voormalige
synagoge
Project voor
Gevechten bij
muziekscholen
toneelstuk
in Apeldoorn
Solsjenitsin
Procol HarumUniek
gaat nooit verloren
Kayak voor de geest
Bartók „op z’n Hongaars”
theeoloog
Matinee op de vrije zaterdag
Glorieuze entree
Oprichter Hot Club
PUIKE ROCK IN DEN HAAG
Première in Essen
Aantrekkelijk drummen van B. J. Wilson
Weinig gehoorde opera
in Concertgebouw
Balletacademie in
kleine theatertjes
„ZIENAGOOG”
Vragen Kamerlid over
TV-zenderstoring
MAANDAG 9 DECEMBER
KUNST
1974
Routine
Rauwe bonen
DEN HAAG Alweer zo’n
heavy-rockgroepje van dertien uit
een dozijn, dacht ik toen vorig jaar
een Bovema-publiciteitsjongen me
de debuut-elpee van de Britse
groep Queen liet horen. Ruim een
jaar later is Queen niet meer „al
weer zo’n middelmatig groepje”
maar een van de veelbelovendste
formaties die er tegenwoordig op
het Britse eiland rondstappen.
AMSTERDAM De grote vraag
die aan het concert van de Sparks
zaterdagavond in het Amster
damse Concertgebouw vooraf
ging, was: kunnen de gebroeders
Ron en Russel Mael op het toneel
de muzikale reputatie die zij op de
plaat hebben opgebouwd waarma
ken. Met de beantwoording van die
vraag hadden de Maels geen enkele
moeite. De elektronische trucs, de
sterke echowerking, de hoge falset
stem van Russell het kwam er
allemaal uit, in een optreden dat
qua enthousiasme, qua presentatie
en qua tijdsduur (een uur) perfect
was. Een waardig concert van twee
jongens die twee jaar geleden
teleurgesteld uit Amerika naar
Engeland kwamen, daar nieuwe
muzikanten aantrokken en in
Nederland voor het eerst een gre
tig publiek vonden.
Sparks maken reputatie
waar
;eert
an-
de
ier-
tori-
KEES TOPS
J. H. MOOLENUZER.
(Van onze kunstredactie)
CEES STRAUS.
KEES TOPS.
(ADVERTENTIE)
lide
en-
Projectleider dr. Daniskas werd voor
de samenstelling van het programma op
de slotbijeenkomst geholpen doof Wou
ter Paap en Rutger Schoute.
MONTAUBAN. (AFP, ANP) Hugu
es Panassié, de „paus van de jazz”, is
gisteren in de Franse stad Montauban
na een hartaanval op 62-jarige leeftijd
overleden.
•zen"
I I in
van
»r te
peeld
raakt
Ij in
n we
ij de
(ge-
rton),
mee
F
k
2
I?
EL
reis-
(K)
Ein
rolg).
>rbe-
quiz.
pro-
naal,
•icht.
■haft,
□apa.
I (K)
21.00
nfor-
een
(K)
i tv-
idese
ngel-
Fin-
)kto-
5 (K)
ge-
-do-
er de
;chol-
gti-
i niet
niet
18.30
nma.
19.05-
iekse
reek-
euws
19.55
(K)
20.15
(K)
5 (K)
tam.
Cas-
y-ib
Gisteravond was de formatie in het
Amsterdams Concertgebouw. Slotconcert
van een uitgebreide Europese toernee.
De zoveelste. Zoals er al zoveel toernees
zijn geweest; door de gehele wereld en
met name door de Verenigde Staten. „A
whiter shade of pale” was eigenlijk al
genoeg. Als Procol Harum in ’67 vol
staan had met die single en uit elkaar
was gegaan hadden de namen van de
groep en de makers, tekstschrijver Keith
Reid en componist Gary Brooker, toch
van eeuwigheidswaarde verzekerd ge
weest. De single was een absolute best
seller, maar ook een klassieker, een
uniek nummer dat ook nu nog een hit
zou zijn.
Procol Harum ging door. „Homburg”
was nog een redelijke hit, maar daarna
niet veel meer. Wel elpees. Goed werk,
dat gewaardeerd bleef worden. Muziek
van alle tijden, want volstrekt eigen
muziek. Eén trilling van Brooker’s'stem
banden, één inzet op zijn piano is al
voldoende: Procol Harum. Wie dat heeft,
kan gelukkig zijn. Een echt eigen sound,
onvervalst, niet gekunsteld, niet gefor
ceerd, zo maar. Onvergelijkbaar. Broo
ker heeft dat, zeven acht jaar lang. In
DEN HAAG (ANP). Dolle Mina
heeft zondag in Den Haag de Rode vuist
prijs uitgereikt aan Herman Frank van
kindertheater Psstt. Hij kreeg de rijs
voor zijn toneelstuk „Piccolo en de fee
Minista”, dat zondag zijn première be
leefde.
AMSTERDAM (ANP). Op 11 en 12
december voert het Concertgebouwor
kest onder leiding van Bernard Haitink
in het Concertgebouw in Amsterdam de
Nederlandse première uitvoeren van de
opera „Goyescas”, gecomponeerd door de
Spanjaard Enrique Granados (1876-1916).
De storing trad op tijdens een uitzen
ding van de NCRV-actualiteitenrubriek
Hier en Nu, waarin werd ingegaan op de
beschuldigingen jegens de toneelgroep
Proloog, geuit door het DS’70-kamerlid
mevrouw Van Veenendaal-Van Megge-
len. Het Kamerlid vraagt welk gedeelte
van ons land door de storing werd
getroffen. Het betrof hier zoals bekend
de zender Lopik.
De stichting heeft onder andere tot
doel de gemeentelijke activiteiten op het
terrein van cultuur en wetenschap te
bevorderen. In verband met de rol, die
gemeenten spelen voor het onderwijs
aan muziekscholen, gaf de stichting deze
scholen de gelegenheid gezamenlijk per
regio een manifestatie tot stand te bren
gen met bijdragen van alle scholen. Op
de bijeenkomst in Apeldoorn geven de
ensembles een beeld van nagenoeg alle
vormen van gemeenschappelijk musice
ren, zoals dit vooral de laatste jaren op
de muziekscholen tot ontwikkeling is
gekomen.
Er werden voornamelijk nummers van
beide elpees gespeeld. Skynyrds versie
van J. J. Cale’s „Call me the breeze”
vormde het absolute hoogtepunt: het
swingde op een ongelofelijke manier. De
toegift bestond, zoals te verwachten was,
uit „Sweet Home Alabama”. Het gehele
concert was af; kortom, een frisse wind
uit het zuiden van de Verenigde Staten.
Gistarist Ed King vertelde me twee
weken geleden in Londen, dat Lynyrd
Skynyrd zijn beste interviews op het
podium pleegt te géven. Het was een
schitterend interview.
formule waarop groepen als Sweet en
Slade al jaren lang hun succes baseren.
Vooral Keep yourself alive is een onver
valste teenybopper-song.
Son and daughter kreeg daaraan voor
afgaande een verrassend goede gitaarsolo
van Brian May die ook al in Flick of
the Wrist tot hoge kwaliteit was geko
men.
Queen speelt op een smalle bezetting
(behalve genoemde May en Mercury die
ook op piano speelt voorts Deacon John
als basgitarist en Roger Meddows-Taylor
op slagwerk, maar zonder enig gebruik
van synthesizer), maar weet desondanks
een zeer hecht en volwaardig geluid te
creëren, dat nog heel wat ajren goed
voor de top kan zijn. Rock op koninklij
ke hoogte.
De Rode vuist prijs wordt door Dolle
Mina toegekend voor belangrijk werk op
het gebied van de emancipatie. Herman
Frank kreeg de prijs omdat in het
nieuwe toneelstuk de onredelijkheid
wordt aangetoond van de gangbare rol
verdeling tussen man en vrouw, aldus
Dolle Mina.
AMSTERDAM. Procol Harum kan
nog. De hits - A whiter shade of pale” -
stammen uit een ander tijdperk, maar
de huidige formatie heeft zich aangepast
tot een goed sluitend, lekker musicerend
geheel. Drama is het sleutelwoord, sinds
1967. Met de fantastische drummer B. J.
Wilson, met het befaamde Bach-orgelge-
luid dat sinds twee jaar opgeroepen
wordt door Chris Copping, met de snij
dende elektrische gitaar van Mich Grab-
ham die precies tegen de orkestrale
draad lijkt in te gaan, en natuurlijk met
Gary Brooker, oprichter, componist,
stemgever van Procol Harum.
AMSTERDAM (ANP). Een stich
ting van vrienden van de ballétacadèmie
„Nel Roos” van de Amsterdamse Thea
terschool gaat voorstellingen in kleine
theatertjes organiseren om de leerlingen
een grotere toneelervaring te geven. In
het bestuur van de stichting hebben
zitting: Ria Koning, Indra Kamadjojo,
Nol Maessen, Maria Martin-Boeke en
Rein Rozenstraten.
DEN HAAG (ANP) Ensembles uit
alle windstreken van ons land werken
op 14 december mee aan de slotmanifes
tatie van het ontmoetingsproject mu
ziekscholen, die in de schouwburg Or
pheus in Apeldoorn wordt gehouden. De
landelijke ontmoeting van leerlingen
van muziekscholen biedt een musiceer-
programma, waarvoor werd uitgegaan
van de overweging, dat van het beluiste
ren van elkaar een stimulans uitgaat
voor leerlingen en docenten.
Queen heeft in het afgelopen jaar
bijzonder snel furore gemaakt. De groep
bestaat sinds 1970, maar het moes drie
jaar duren voordat de eerste plaat werd
uitgebracht. Toen was het meteen goed
raak, want de overigens slecht geprodu
ceerde. eersteling werd vliegensvlug op
gevolgd door Queen II en zelfs een
derde, Sheer Haert Attack, met daarop
de hit Killer Queen.
Zondagavond stond Queen voor de
eerste maal in ons land op het podium,
namelijk in het Congresgebouw in Den
Haag om daar te trachten de in eigen
land snelverworven en enorme populari
teit ook op het vaste land ingang te
doen vinden.
Vooraf ging een optreden van Kayak,
pop van eigen bodem dus. Groepen in
het voorprogramma plegen het vaak
heel moeilijk te hebben. Ze willen graag
een eigen gezicht laten zien, maar mees
tal komt hun soort muziek niet overeen
met die van het hoofdprogramma en dus
met die van het, daar voor gekomen
publiek. Ook missen ze soms de ervaring
om het publiek aan te voelen en het in
de juiste stemming te brengen.
(Van onze correspondent)
ESSEN. Ongeregeldheden hebben
zaterdagavond de wereldpremière bege
leid van Alexander Soljeïiitsins toneel
stuk „Republiek van de arbeid” in het
operagebouw van Essen. Twaalf studen
ten, leden van de communistische stu-
dentenbond Spartakus, deelden onder
het publiek vlugschriften uit, waarin ze
Solsjenitsin aanvielen.
Vanaf de eerste noten was het lachen
geblazen in het ConceAgebouw. Zanger
Russel Mael, als enige gevangen in een
spot, maakte een gebaar naar een vage
Deze door schilderijen en tapijtont-
Werpen van Goya geïnspireerde opera
ging in 1916 in New York in première.
Ondanks het succes is het werk daarna
zelden meer ten tonele gebracht.
Aan de komende uivoeringen in
concertvorm wordt medewerking ver
leend door Marilyn Tyler, Cora Canne
Meyer, Ernst Haefliger, Peter van der
Bildt en het Nederlands Operakoor.
Théekenners bij uitstek: 3M.
Maken dietouwloze duikertjes.
‘-Lekkeren goedkoop.
In ieder geval was de zaal behoorlijk
op temperatuur gekomen, toen bleek dat
Queen precies het tegenovergestelde
bood: pure rock voor het lichaam. Direct
al dé eerste drie nummers (Now I’m
hère dat werkelijk een schitterende ope
ning werd, Ogre battle en Father to
Son) wérd al duidelijk waaraan deze
groep haar bekendheid kan toeschrijven.
Zeer snel gespeelde riffs, een hoge en
haast krijsende stem (van Freddie Mer
cury, met zijn sexy act een nieuwe Mick
Jagger?) er boven uit en bovenal een
opwindende show. Een keihard geluid
zonder echter één valse noot. Gewoon
perfect, zoals alles van lichtshow tot de
kostuums van Queen perfect is. Heavy
rock in zijn elementaire vorm, maar niet
van het soort onverteerbare rauwe bo
nen rock zoals groepen als Deep Purple
en Black Sabbath die plachten op te
dienen.
Met White Queen werd het middenge
deelte van wat rustiger gehalte in gezet
eén medley met Killer Queen was er
een onderdeel van dat werd afgerond
met een stevige rock and roll finale.
Queen speelt rock and roll zonder het
te dateren met het stempel van de jaren
’60, Nummers als Keep yourself alive,
Seven Seas of Rhye, Stone cold crazy en
Liar bevatten in wezen de beproefde
Kayak heeft met dit alles geen enkele
moeite gehad. Geroutineerd klonken een
aantal van hun bekende nummers, zoals
Wintertime en Se See the Sun, maar
They get to know me en Happy New
Year kwamen er eveneens prima uit.
Tenslotte is Kayak naar Nederlandse
maatstaven gerekend een topgroep die
dit soort optredens eenvoudig móét aan
kunnen.
Gespeeld werd op eigen apparatuur
die, geplaatst op het toch al volgestouw
de p odium (Queen kwam met zo’n 50
units), een indrukwekkend aanzicht
bood. De symfonische rock van Kayak
kgmt in de zaal aanzienlijk minder cere-
braler over, maar het blijft toch nog
stugge muziek die maar piet wil swin
gen. Meer voor de geest dan voor het
lichaam.
AMSTERDAM. De Hongaren zijn
met recht trots op hun Béla Bartók, die
in zijn composities de ritmische en me
lodische elementen van de oude Hon
gaarse voksmuziek heeft verwerkt. Het
is begrijpelijk, dat het Boedapester Sym
fonie Orkest bij zijn eerste bezoek aan
Nederland veel eer bewijst aan de in
1945 overleden componist. Zaterdagmid
dag kregen wij in het Concertgebouw
zelfs een volledig Bartókprogramma te
horen, dat een goed overzicht gaf aan de
rijkdommen, die in deze Hongaarse mu
ziek zijn verzameld.
Drie van de studenten sprongen op het
toneel en wilden een discussie met het
publiek beginnen. Een van de toeschou
wers, een Joegoslaaf die volgens zijn
eigen zeggen zeven jaar in een kamp
had gezeten, begon friet het drietal te
vechten. De politie hoefde niet in te
grijpèn. Na een vertraging van tien mi
nuten kon met de opvoering Van het
stuk worden begonnen-
Solsjenitsin was voor de wereldpre
mière niet naar Essen gekomen. Hij
verblijft in Stockholm om daar de No
belprijs voor literatuur in ontvangst te
nemen. -■
Republiek van de arbeid” speelt in
1945 en werd in 1954 geschreven. Het
schildert gebeurtenissen die Solsjenitsin
later in zijn boeken over de Goelag
Archipel heeft weergegeven. Oorspron
kelijk zou het stuk in 1955 in Moskou,
onder de titel „Het hert en het kamp-
hoertje”, in pramière gaan. Daar is het
tóen niet meer van gekomen.
De hoofdrolspeler is de gearresteerde
frontofficier Gleb Nershin, die als toon
beeld van wilskracht de steunpilaar voor
de zestig gevangenen in het kamp is.
Ook Solsjenitsin werd in 1945 aan het
front gearresteerd en werd naar een
werkkamp verbannen. Evenals de au
teur, overleeft ook Nershin het kamp-
Regisseur Lothar Trautmann heeft
zich waarheidsgetrouw aan de tekst van
het tuk gehouden. Hij was verschillende,
malen bij Solsjenitsin in Zurich onl
over de enscenering van het stuk te
spreken.
Het stuk duurde ruim twee en een
half uur en kreeg veel bijval van het
publiek-
Jazz-saxofonist Panassié werd vooral
bekend als oprichter vpn werejdfameuze
Hot. Club de France, de naam van het
beroemde kwintet met Django Reinhardt
en Stephan Grapelly.
Belangrijk is ook de publicistische ar
beid die Panassié heeft verricht. In een
tijd dat de jazz nog niet bekend was bij
het grote publiek, behoorde hij tot dege
nen die de waarde van deze muziek
onderkenden en er serieus en zakelijk
over konden schrijven. Van zijn hand
zijn Le jazz hot (uit 1934), Douze annees
de jazz (1946), Louis Armstrong (1947) en
La véritabele musique de jazz (1952).
men Franz Liszt voor een Hongaarse
componist versleten, alleen omdat hij
bedreven was in het componeren van
Hongaarse Rhapsodieën, die echter geïn
spireerd waren op de zigeunermuziek,
die absoluut niets met Hongaarse mu
ziek te maken heeft.
Wij hebben het aan Béla Bartók te
danken dat het verschil tussen zigeuner-
en Hongaarse muziek duidelijk naar vo
ren is gekomen. Men heeft hem wel
verweten, dat hij het zich gemakkelijk
maakte door gebruik te maken van
volksmelodieën, maar daarbij vergat
mén dat hét in wezen veel moéilijker is
om primitieve boerenmuziek te verwer
ken, dan volgens' een eigen bedacht the
ma te werk te gaan.
Bartók is ook nooit een echte volge
ling van Schonberg geweest, omdat
volksmuziek a priori tonaal is. Dat de
muziek van Bartók beter aanslaat bij'
het publiek dan die van Schönberg, zou
wel een het gevolg kunnen Zijn van het
verschil tussen volksmuziek en theoreti
sche stelling (twaalftoonssysteem).
Het programma van het concert van
zaterdagmiddag gaf een goed overzicht
van de verschillende stijlperioden in het
werk van Bartók. Eerst hoorden Wij
„Twee prtretten”, die hij componeerde in
1907 en die te beschouwen zijn als
schetsen voor het vioolconcert, dat hij in
1908 voltooide. Daarna zijn Eerste Pia
noconcert uit 1927, gespeeld door de zeer
talentvolle Zoltan Kocsis, waarin hij de
piano behandelde als een slaginstrument
te midden van de andere slaginstrumen
ten in het orkest met het doel de
piano af te helpen van zijn image als
melodie-instrument voor virtuozen.
Het concert werd besloten met het
Cancer vo:ar Orkest, dat Bartók twee
jaar voor zijn dood voltooide en dat in
een minimum van tijd over de gehele
wereld bekend werd. De innemende en
bescheiden manier van spelen bezorgde
het Boedapester Orkest een zeer langdu
rig applaus. Als toegift volgde de Mar
che Hongroise van Berlioz, een compo
nist op wie Bartók bijzonder gesteld was.
was.
Lynyrd Skynyrd (in het voorprogram
ma van het nu wel bekende Humble
Pie-lawaai) beschikt dan ook over een
lijvige voorhoede van drie gitaren, pia
no en zang. Dat kan in een onontwarbaar
geluidskluwen ontaarden, maar niet bij
Lynyrd Skynyrd. Daargaan waren er
twee solo-gitaristen aan de gang, terwijl
de derde ritme sloeg. En het klinkt
overdreven, maar ze waren alle drie
even goed. Pianist Billy Powell is de
enige die wat zijn spel betreft aan de
Allman Brothers doet denken; het lijkt
sterk op dat van Chuck Leavell. Zanger
Ronnie van Zant komt over het geleide
geweld van de vier heen met zijn droge
vokalen.
BREDA Het komt niet vaak voor
dat een popgroep in het voorprogramma
om een toegift wordt gevraagd. De
Amerikaanse „southern band” Lynyrd
Skynyrd viel gisteravond in het Bredase
Turfschip die eer te beurt. In - de
toegift meegerekend - een uur tijd maak
te de groep daarmee een glorieuze en
tree bij het Nederlandse publiek. Het
optreden maakte vooral duidelijk dat
niet iedere groep uit het zuiden van de
States op de Allman Brothers behoeft te
lijken. Wekken zij op de plaat wèl die
indruk, live spelen ze pure rock, maar
dan zeer indringend.
DEN HAAG (/.NP) Het Tweede
Kamerlid Van der Sanden (KVP) wil
van staatssecretaris Van Hulten (ver
keer) informatie hebben over de oorzaak
van een tv-zenderstoring van dinsdag
avond.
Het Boedapester Symfonie Orkest van
de Hongaarse radio en televisie, dat
eigenlijk het beste te vergelijken is met
ons Radio Filharmonisch Orkest, is pas
na de Tweede Wereldoorlog opgericht
maar heeft in die korte tijd een zeer
goede naam in Europa verworven. Diri
gent György Lehel, in 1962 tot chef
dirigent benoemd, is een enthousiaste
propagandist voor de muziek van
Bartók.
ZAANSTAD. „Zienagoog” is de
speelse naam van een nieuw kunstcen
trum aan de Gedempte Gracht in Zaan
dam dat de gemeente Zaanstad sinds
zaterdag rijk is. In de voormalige, uit de
vorige eeuw daterende synagoge is een
smaakvol verbouwde ruimte gecreëerd,
die behalve als expositie-gelegenheid ook
gebruikt zal worden voor een artotheek
annex kunstinformatie-centrum, terwijl
concerten eveneens tot de mogelijkhe
den worden gerekend. Vandaar de naam
„Zienagoog”: kijken naar kunst en cul
tuur met een sterk agogische (dit wil
zeggen begeleidend) karakter.
De Zienagoog is van start gegaan met
een zeer uitgebreide tentoonstelling van
werken van Zaanse kunstenaars, zoals
daar ondermeer zijn Klaas de Boer,
Gerrit dé Jong, Martin Klaver, Budins-
ky, Piet Hein Zijl en Guido Goedhart.
Het zijn veelal kunstenaars die ook in
onze omgeving te zien zijn geweest. Zij
hebben hun werk ingezonden om daar
mee een kans te maken te worden
geplaatst in het binnenkort gereedko
mende nieuwe stadhuis van Zaanstad.
Wat de inrichting van de Zienagoog
betreft: gestreefd is om zoveel mogelijk
het karakter van dit Joodse godshuis
dat tot 1940 in dienst is geweest te
bewaren- De van veel glas voorziene
entree geeft aan het gelijkvloerse als het
ware een indruk van de voortzetting van
de straat. De voor het gebouw typerende
boograrnen zijn gehandhaafd, evenals de
dominerende houten kruisconstructie in
de nok van het dak. Donkergeschilderd
contrasteert deze fel met witgesauste
wanden.
De Zienagoog wordt geleid door Joep
Monnickendam die eerder ervaring in
een soortgelijke functie opdeed bij het
plaatselijke museum in De Rijp. Hij is
van plan, om vooral expositie-mogelijk-
heden te bieden aan jonge en opkomen
de kunstenaars.
Met de komst van de Zienagoog is de
oude tentoonstellingsruimte Het Weef-
huis in Zaandijk, waar ongeveer tien
jaar lang veelsoortige exposities werden
gehouden, definitief gesloten. Voortzet
ting van tentoonstellingen in Het Weef-
hüis bleek door de bouwvallige staat niet
meer mogelijk. De excentrische ligging
bleek nadelig te zijn voor het bezoekers
aantal. De Zienagoog daarentegen is
gelegen midden in een van Zaandams
drukste winkelstraten.
De Zienagoog wordt bestuurd door de
vroegere leiding van het Weefhuis. Deze
is voor een zeer belangrijk deel afhan
kelijk van de subsidie van de gemeente
Zaanstad en van donateurs.
Hoewel er in Nederland eigenlijk geen
reden is hem te propageren, was het
toch boeiend om nu eens een echt Hon
gaars orkest Bartók té horen spelen,
waarbij het direct opviel dat de Neder
landse Orkesten er over het algemeen te
zwaar aan tillen. De opvatting van dé
Hongaren is, licht als Mozart, helder en
doorzichtig als Bach en speels als
Haydn. De virtuositeit wordt nooit
hoefdzaak het ritmische element
treedt wel op de voorgrond, maar zij
maken er geen levenskwestie van. Voor
alles geldt de melodische expressie, die
geschoeid is op de leest van de oude
Hongaarse boerenmuziek. Te lang heeft
1972 bracht hij zijn Procol Harum terug
in de spotlights met „Conquistador”, een
hit, met het eerste optreden van een
popgroep met de Royal Philharmonic
Orchestra in Londen en een live elpee
met de Edmonton Symphony Orchestra,
een werkstuk dat overal hogelijk wérd
gewaardeerd evenals de elpee „Grand
Hotel” die vorig jaar verscheen.
Gisteravond gaf Procol Harum voor
een goed gevulde zaal een overzicht van
al dat werk. Met de hits natuurlijk, die
overigens door bassist Alan Cartwright
en gitarist Mick Grabham wat al te
demonstratief in de „we spelen ze omdat
we er niet onderuit kunnen” - sfeer
werden getrokken, en met Wat nieuw
werk, waaronder het voortreffelijke
„Poets”.
Persoonlijk ben ik niet zo weg van
het nogal egotripperige riedelwerk waar
mee Grabham naar mijn menin? een
chaos creëert, maar het ongelooflijk ac
curate en visueel zeer aantrekkelijke
drumwerk van Wilson en de vloeiende
power in de door Brooker voortreffelijk
getimede zangnummers maakten veel
goed.
Jammer was het alleen dat de helft
van de zaal wat het kijkwerk betreft
uitsluitend was aangewezen op drummer
B. J. Wilson en de nogal statisch opere
rende gistaristen. Leider, zanger, pianist
Brooker.werd voor hen door zijn piano
links op het podium totaal aan het oog
onttrokken waardoor de indruk ontstond
als waren piano en zang op band opge
nomen. In een tijd waarin de democratie
hoogtij behoort te vieren is het natuur
lijk wel aardig om de ritme-sectié eens
in de spotlights te zetten, maar als Gary
Brooker met zijn gedreven presentatie
en uniek stemgeluid de hoofdrol ver
vult, dan wil je hem ook zien.
FERRY TROMP
Het project is ontworpen en wordt
geleid door dr. J. Daniskas. Het omvatte
tot nu toe veertien manifestaties in den
lande, waarbij in eerste instantie aan
dacht werd geschonken aan het geza
menlijk musiceren in ensembles. Het
project gaat uit van de Stichting Ge
meentelijk Cultuurfonds van de NV
Bank voor Nederlandse Gemeenten.
schim achter de elektrische piano. Een
tweede spot floepte aan en daar zat hij
dan: Ron Mael. Met de knieën verlegen
tegen elkaar, het droge gezicht met
snorretje en zeer kort naar achteren
gekamd haar een tikje scheef naar
boven gericht en verder bewegingloos.
Een bulderend gelach brak los. Ron
Mael schoot net niet in de lach en
handhaafde zijn houding gedurende het
gehele concert. Onaangedaan sloeg hij
zijn korte pianoaccoorden aan, trok van
tijd tot tijd zijn wenkbrauwen op, liet
zijn ogen eens rollen en maakte eigen
lijk de indruk dat hij zojuist een rijke
erftante om zeep had gebracht-
Zijn broertje was een en al activiteit
en liep in een hoog tempo van links
naar rechts en van voor naar achter
over het toneel, terwijl hij met" zijn
onwaarschijnlijk wendbare stem de
songs uit de zangzuilen liet knetteren.
Het repertoire bestond uit nummers van
de elpees „Kimono my house” en (voor
al) „Propaganda” en, zoals gezegd, het
liet niets te wensen over. Van de drie
overige groepsleden, die voor een solide
basis zorgden, viel vooral gitarist T.
White op door zijn lange uithalen.
Uitschieters vormden de hit „This
town ain’t big enough for both of us” en'
de nieuwe single „Achoo”. Tijdens de
laatste kreeg Russell een zakdoek toege
worpen die hij op de piano van Ron
deponeerde. Deze stak hem met een
gemeen glimlachje in zijn zak en speel
de door alsof hij er niet bijhoorde.
Over de muziek valt verder weinig te
vertellen. Wie de laatste twee platen
kent, weet vrijwel letterlijk wat er za
terdag te beleven was en dat is van de
Sparks geen geringe prestatie.
Rest mij nog te melden dat de groep
Moses in het voorprogramma reeds na
twee nummers werd weggefloten. Wat
dit drietal voor ogen staat is niet duide
lijk, maar terecht werd het mengsel van
arrogantie, hysterie en a-müzikaliteït
door het Amsterdamse publiek niet ge
pikt.