HOESCH EN HOOGOVENS IN ESTEL AL GOED OP ELKAAR INGESPEELD C Mannen en vrouwen krijgen in Duitsland zelfde beloning te sr 1 d Energiemaatschappijen nieuwe J ontwikkeling van oiiegiganten rr OP HARVARD- AB SCHRAVEMADE (INDUSTRIEBOND NVV): UNIVERSITEIT WORDT OLIE- BELEID GEMAAKT door Frans Janse do Cl m 6 p U o (o O zi door Frans Janse Nieuwe crisis? i II «IK ZATERDAG 2 8 DECEMBER 1974 ZA Hf aar Hoogovens-IJmuiden en Hoesch in Dortmund vormen nu al weer ruim twee jaar onder de paraplu van Estel in Nijmegen één gefuseerde onder neming. Een fusie „over de grens” tussen twee dergelijke giganten is in Europa nog steeds een niet veel voorkomend verschijnsel. Wat Nederland en Duitsland betreft kennen we eigenlijk verder alleen het voorbeeld van Fokker-VFW. De vorm van samenwerking die internationaal nog steeds het meeste in zwang is, is de overneming van het ene bedrijf door het andere. Een Nederlands bedrijf koopt bijvoorbeeld een Frans bedrijf en laat het als zodanig bestaan als onderneming naar Frans recht, hoewel de mogelijk heid dat een dergelijk bedrijf in feite vanuit Nederland bestuurd wordt, Het jaar 1974 is onder meer en dan vooral in de eerste maanden het jaar van de oliecrisis geweest. Na de oktoberoorlog in het Midden oosten verklaarde het merendeel van de Arabische olieleveranciers, ver enigd in de OAPEC, dat Nederland en de Verenigde Staten een te pro- Israelische houding hadden ingenomen en daarom zouden worden uitge sloten van olieleveranties tot ze hun leven zouden beteren. Wat daarna is gebeurd is nogal onoverzichtelijk geweest. Er kwamen autovrije zondagen, gevolgd door een korte periode van benzinedistributie. Dr. Sicco Mansholt zei dat de oliecrisis een zegen was en Roel van Duyn wilde iedereen zijn eigen windmolen geven. Iedereen in ons land leerde het conterfeitsel van sjeik Yamani van Saoedi-Arabië kennen en de wild ste schattingen over enorme olietekorten, die de meest rampzalige econo mische consequenties zouden kunnen hebben deden de ronde. natuurlijk altijd aanwezig is. Een andere mogelijkheid is dat een onder neming uit een bepaald land een dochtermaatschappij in een ander land opricht. Een fusie „over de grens” is meestal ingewikkelder omdat ieder land zijn eigen ondernemingsrecht en arbeidsrecht kent. Fokker-VFW is dan ook een onderneming naar Duits recht, terwijl de in Nijmegen gevestigde Estel daarentegen een onderneming naar Nederlands recht is. Estel is overigens geen „gewone” N.V., maar een zogeheten structuurN.V., waar bij de samenstelling der organen een relatief grote vrijheid bestaat Duitse zowel als Nederlandse opvattingen in de structuur recht te doen weder varen. 1'^ 11 fa is I An iiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiniiniiiiiiiiiii AB SCHRAVEMADE ma wil Ook in de raad van commissarissen kent u een werknemersvertegenwoordi ging, die dwingend door de wet is voor geschreven? „Ik hoop ook dat meer en meer ont wikkelingslanden dat zullen gaan inzien, want die zijn natuurlijk zoals gewoon- lijk weer het zwaarste gedupeerd door de hele ondoorzichtige gang van zaken rond de oliecrisis”. Vij: en dui fan dec ves kos zijl eer aan jan om bes' gek and Tot lacl eer gul bo\ we 1 van drie foei uitj haa Ii dat ver Voc heil Bru drii al e I in 1 ver wei het een Ok] toe: eer in l leei ver Ha; nie ten twe das het Eer wa: tin; Inn WOl de vie te 1 „Het blijft een moeilijke zaak. Zolang we Amerika niet meehebben zie ik er weinig perspectief in. In wezen bedisse len zeven grote maatschappijen vanuit Amerika de hele zaak. Ze zijn te allen tijde in staat een stuk prijsverhoging door te drukken. We kunnen alleen maar hopen dat er eensgezindheid zal ontstaan tussen overheden en vakbewe ging in alle landen, die met het pro bleem van de niet te controleren multi nationale onderneming te maken heb ben.” Maquette van het nieuwe Estel-gebouw in Nijmegen: voorbeeld van een zelden voorkomende, maar uitstekend functio nerende fusie „over de grens”. namens de werknemers, waarbij u zich niet moet voorstellen dat het allemaal vakbondsleden of werknemers uit het eigen bedrijf zijn, maar personen, die het vertrouwen van het personeel genie ten, en tien vertegenwoordigers van de eigenaars. Deze beide groepen stellen sa men een neutrale voorzitter voor, die dan door de algemene vergadering van aandeelhouders wordt gekozen. Als ze daar niet uitkomen dan is in de moge- „In de Vorstand (te vergelijken met de Nederlandse raad van bestuur, red.) wordt de Arbeitsdirektor van Hoesch Werke AG benoemd door de raad van commissarissen op voordracht van de werknemersvertegenwoordigers in deze raad. Hij geldt als vertrouwensman en vertegenwoordiger van het personeel in de Vorstand, maar hij is tegelijkertijd volledig verantwoordelijk medelid van de Vorstand”. Dat kon ook haast niet, daarvoor moet je in Amerika zijn, daar wordt de zaak bedisseld.” Minister Lubbers heeft in de memorie van Toelichting van zijn departement gezegd dat er wel meer toezicht op de multinationals moet komen, maar dat het verder allemaal wel meeviel, minis ter-president Den Uyl heeft gezegd dat nationaliseren niet helpt, het socialisti sche lid van het Europese parlement Ludwig Fellermaier heeft gezegd dat de multinationals misbruik van de oliecrisis hebben gemaakt en zijn christen-demo- cratische collega Burgbauher heeft aan gegeven dat het verschijnsel multinatio nal een onvermidelijk gevolg is van de markteconomie in de wereld. Duidt dat allemaal niet op een gevoel van machte loosheid tegenover economische gigan ten, waarvan de omzet vaak veel en veel groter is dan de begroting van ontwik kelingslanden, om maar iets te noemen? lijkheid van inschakeling van het Ober- landesgericht voorzien, maar dat is bij ons nog niet voorgekomen”. Er waren ook andere geluiden. Inter nationaal vakbondsbestuurder Charles Levinson had al eerder laten weten dat de multinationale olieconcerns een te krachtige monopoliepositie in de wereld- energiebevoorrading innamen en dat misbruik daarvan zeker niet denkbeeldig moest worden geacht. De Industriebond-NVV maakte bekend dat uit de scheepsbewegingen en de tonnage van de schepen naar Rotterdam 4» 'aatete week van november en de wren van M-ceember viel af te Prof. dr. W. A. A. M. de Roos van de Rotterdamse Erasmus-universiteit noem de de hele zaak een komedie, die door de multinationals ineendrachtige sa menwerking met de Arabische oliepro- ducenten was opgezet om de consument in de geïndustrialiseerde wereld een poot uit te draaien. Vooral het feit dat de oliemaatschappijen na in kostbare advertentiecampagnes te hebben aange drongen op de opperste zuinigheid na korte tijd in Duitsland alweer aandron gen op het opheffen van de maximum- snelheidsbepalingen. sterkte hem in die overtuiging. „Dat varieert per bedrijfstak. In de staal en in de kolen kennen we een volledig paritaire samenstelling van de Aufsichtsrat, dat wil zeggen dat werkne mers en aandeelhouders even sterk verte genwoordigd zijn. Onze Aufsichtsrat be staat uit 21 leden. Dat zijn er tien olie was binnengekomen, een hoeveel heid, die maar in geringe mate afweek van de gebruikelijke aanvoer. Minister president Den Uyl reageerde met de opmerking, dat de opgave van de Indus triebond veel te hoog lag en de Indus triebond kreeg van vele zijden het ver wijt te horen slapende Arabische honden wakker te maken, wat tot gevolg zou kunnen hebben dat de Arabische landen de multinationals nog sterker onder druk zouden gaan zetten de bevoorra ding van ons land stop te zetten. De controle en de zeggenschap van samenleving en vakbeweging op de in vesteringsbeslissingen zijn in Nederland op het ogenblik nogal in discussie. Bete kent de Duitse structuur van de Auf sichtsrat dat personeel en vakbeweging een belangrijke stem hebben bij het nemen van beslissingen over de investe ringen? „Formeel zeker. De Aufsichtsrat wordt bij alle belangrijke beslissingen betrok- „Op dit moment kunnen we weinig uitrichten. Er is een tendens waarneem baar dat oliemaatschappijen zich meer en meer ontwikkelen tot energiemaat schappijen. Er gaan geruchten over een nieuwe oliecrisis. Dat zou erop kunnen duiden dat de multinationale oliemaat schappijen nu er door de nationalisa ties in het Midden-Oosten minder te verdienen valt erop aansturen het publiek rijp te maken voor andere ener giedragers, waarvan zij dan weer het monopolie zullen bezitten.” ,.Op dit ogenblik lijkt het voornaamste afweermiddel toch wel een internationa le aanpak. Een multinational, met ver takkingen over de hele wereld kan uit ieder land verdwijnen en uitwijken naar een ander land, wanneer een bepaalde staat het hem te moeilijk maakt. De enige remedie daartegen is dat vakbewe ging en overheden ook tot internationale afspraken komen. In dat kader is vooral Amerika van belang. Daar wordt het hele oliebeleid gemaakt, vooral aan de Harvard University. We moeten daar op het ogenblik niet al te veel van ver wachten. De oliemaatschappijen krijgen allerlei faciliteiten van de Amerikaanse regering. De Amerikanen hebben energie nodig om hun bevoorrechte positie te handhaven, ze verbruiken ongeveer 37 percent van de wereldenergie ik noem het energie-schande en ze heb ben de oliemaatschappijen nodig om dat zo te houden. Van de vakbeweging in Amerika moeten we op het ogenblik niet al te veel verwachten. Maar het bureau van Charles Levinson in Genève krijgt nu onder andere van de Neder landse vakbeweging fondsen om infor matie te verzamelen. Dat vind ik buiten gewoon belangrijk. Het publiek weet nog veel te weinig af van het verschijn sel multinational en we zullen eerst de publieke opinie moeten mobiliseren.” De oliemaatschappijen hebben in Bel gië de aanvoer op een laag pitje gezet toen de overheid naar hun smaak de prijzen niet ver genoeg wilde verhogen. In Nederland is daarmee gedreigd. Is het een dreigement dat de maatschappijen ten aanzien van Nederland ook waar kunnen maken, gezien het grote belang dat ze hebben bij het functioneren van de Nederlandse raffinagecapaciteit voor hun Europese verkopen? „Shell heeft al eens gedreigd helemaal uit Nederland weg te gaan als er al te strenge milieubepalingen zouden ko men. Zoiets doe je natuurlijk niet even in een half jaar, maar het geeft toch te denken. Een stopzetting van de bevoor rading in Nederland lijkt me inderdaad moeilijker dan in België omdat de raffi nagecapaciteit in ons land inderdaad van vitaal belang is voor de multinatio nals. Maar ik wil het niet uitsluiten als mogelijkheid.” Estel is een moedermaatschappij met twee werkmaatschappijen, een Neder landse en een Duitse. De concernstrategie, de afstemming van de produktie, belang rijke investeringsbeslissingen, zijn za ken, die in Nijmegen worden beslist en niet langer bij één van de twee afzon derlijke maatschappijen. Walter Hölkeskamp, Arbeitsdirektor bij Hoesch (de Arbeitsdirektor is het lid van de raad van bestuur onder wie niet alleen personeelszaken, maar ook de so ciale aangelegenheden en beroepsoplei ding ressorteren. Walter Hölkeskamp be kleedt deze functie tevens bij Estel), is enthousiast over datgene wat in de be trekkelijk korte periode dat Estel be staat al bereikt is: „We zijn al bijzonder goed op elkaar ingespeeld. Het loopt in Nijmegen al bijna zonder een enkele strubbeling”. Het Duitse systeem van arbeidsover eenkomsten verschilt nogal van het Ne derlandse? „Ja en nee. In Nederland bestaat een aparte Hoogovens-cao, maar wij kennen een tariefovereenkomst per bedrijfstak. Voor Hoesch geldt een overeenkomst voor de bedrijfstak ijzer en staal en één voor de staalverwerking. Beide overeenkom sten worden afgesloten tussen de organi saties van werknemers en werkgevers. De cao’s zijn niet openbreekbaar, dat wil zeggen dat tijdens de looptijd van de cao niet mag worden gestaakt over daarin neergelegde en overeengekomen arbeids voorwaarden. Het stakingsrecht is in Duitsland overi gens wettelijk geregeld”- Maar ten aanzien van de werknemers vertegenwoordiging in de bedrijfsleiding gelden in Duitsland toch regels, die dui delijk afwijken van de Nederlandse? „We hebben gezorgd dat do mensen strikt anoniem bleven. Zelfs de ploeg waarin ze zaten hebben we niet bekend gemaakt. We weten dat er moeite is gedaan de namen van onze informanten te achterhalen, maar ik kan natuurlijk niet bewijzen, dat dat iets te maken heeft met eventuele represailles. Maar al hebben we de berichten anoniem gehou den, ze waren volstrekt betrouwbaar, dat is achteraf ook wel gebleken”. Ab Schravemade, destijds districtsbe- stuurder van de Industriebond NVV in Rotterdam en tegenwoordig lid van het bondsbestuur daarover: „Ja, dat verwijt is gemaakt, maar wij waren ervan over tuigd dat de Arabieren zich hadden verkeken op de positie van Rotterdam. Op politiek niveau mag er dan wel geen sprake zijn van een Europees energiebe leid, de multinationals kennen een der gelijk beleid al lang. In dat beleid neemt Rotterdam een vitale plaats in. Om een aantal landen in Europa te kunnen be voorraden is de Rotterdamse capaciteit gewoon nodig. Dat de aanvocr na onze constatering' niet is gaan stagneren is een aanwijzing voor de juistheid van de opmerkingen van prof. De Roos en van Levinson. Wij hebben natuurlijk ook wel geprobeerd te onderzoeken in hoe verre de multinationals een spelletje speelden, maar een werkelijk tastbaar bewijs hebben wij niet kunnen leveren. Van de zijde van het Rotterdamse district van de Industriebond zijn nogal wat geluiden gekomen, die de multinati onals niet aangenaam in de oren moeten hebben geklonken. Eerst het bericht over een nauwelijks verminderde aan voer, daarna gelijkluidende berichten vanuit de raffinaderijen en vervolgens de opmerknig van districtsbestuurder P. Scheele, dat sinds de oliecrisis minder hoogwaardige benzine wordt vervaar digd. V krijgt informatie van leden, die bij de raffinaderijen werkzaam zjn. Lo pen die mensen niet het risico van represailles? ken, bij belangrijke beslissingen is haar goedkeuring vereist. Maar als het om belangrijke beslissingen gaat, die ingrij pen in de personeelsbelangen moet bo vendien de Betriebsrat (min of meer te vergelijken met onze Nederlandse onder nemingsraad, red.) ingeschakeld worden. Over de dagelijkse gang van zaken, de normale bedrijfsvoering dus, wordt de Betriebsrat geïnformeerd”. Is de beloning voor mannen en vrou wen in Duitsland niet alleen formeel, maar ook in de praktijk gelijk en hoe is de rechtspositie van buitenlandse werk nemers? „Mannen en vrouwen hebben recht op gelijke beloning voor gelijke prestaties en ze krijgen dat ook. Wij hebben de meeste dames in dienst voor kantoor werk, maar er zijn toch ook bijvoorbeeld kraandrijfsters, die precies hetzelfde ver dienen als hun mannelijke collega’s. Buitenlanders hebben hier exact dezelf de rechten als Duitsers. Bij Hoesch wer ken ongeveer 5000 buitenlanders, dat is ruim tien percent van het totale aantal werknemers”. U kent uit uw Estel-ervaring het Ne derlandse systeem. Heeft u het idee dat het Duitse Mitbestimmungssysteem beter functioneert? „Zo kun je dat niet zeggen- Er is sprake geweest van gescheiden ontwik kelingen, dat heeft natuurlijk onder an dere te maken met de verschillende tradities, die op het terrein van de arbeidsverhoudingen in beide landen ge groeid zijn. Wat het Duitse systeem betreft kan ik alleen uit ervaring zeggen dat het doorgeven van informatie naar beneden, het beluisteren van de wensen en verlangens van het personeel en een zo groot mogelijke openheid ook in het belang van het bedrijf zelf is. De tijd dat aan de top de grote beslissingen genomen werden, die door de werkne mers zonder protest werden uitgevoerd, is definitief voorbij”. Bij het opzetten van de Estel-organi- satie is gebruikgemaakt van de moge lijkheden, die de Nederlandse wet biedt om de werknemers meer bij het bestuur van de onderneming te betrekken? „We kunnen zelfs zeggen dat daar een optimaal gebruik van gemaakt is. Maar de Nederlandse wetgeving ten aanzien van de structuur NV verschilt hier van de Duitse wetgeving. Estel kent een raad van commisarissen, die uit 24 personen bestaat, 12 Duitsers en 12 Ne derlanders. Van die 24 vertegenwoordi gen acht de eigenaars van de onderne ming, de aandeelhouders dus, acht ver tegenwoordigen de werknemers, wat in uw taal zo geïnterpreteerd moet worden dat zij „geacht worden het vertrouwen van de factor arbeid te genieten” en de resterende acht zijn neutraal. Het is een systeem, dat ondanks het nogal grote aantal leden, in de praktijk buitenge woon goed blijkt te functioneren”. Moeten we in Europa niet naar een harmonisatie van het arbeidsrecht en van het ondernemingsrecht toe? „Op de lange duur zou dat mogelijk wel toe te juichen zijn, maar op korte termijn zie ik toch teveel moeilijkheden. Er leeft nog zoveel traditie, er is, ook in Europa nog zoveel nationalisme dat een dergedijke harmonisatie voorlopig toch niet volledig te realiseren valt”. „Op het ogenblik is het klimaat er gewoon nog niet rijp voor en volledige harmonisatie zal nog een groot aantal jaren vergen”. Gelooft u dat we ooit een situatie zullen beleven dat de samenleving een effectieve controle op de multinationals zal hebben? iMMiiiMliiili ssffls Éisa® - A O o a 1 S, 'bw-lj ST’- ‘-i’

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1974 | | pagina 20