van
AGENDA ANTIEKBEURS VAN
UITSTEKENDE KWALITEIT
o
Het volk
Koninklijke
toespraken
Eerlijk verslag van vliegramp
die tot kannibalisme leidde
I
Televisie - problemen
Theater Jaarboek
de bergen
HUURLINGEN
EN DE
ITALIAANSE
RENAISSANCE
in
in
I
3l
Li
n
„ZOLANC ER LEVEN IS" VAN PIERS PAUL READ
■M
■i
8
DINSDAG
3 1
DECEMBER
1974
9
BIBLIOTHEEK
ir
w
Bitterste noodzaak
Helderzienden
cl
KI
X.
n
iiïi
I
i
i ui
£1
r
itft
tl
i»
1 - H4
THEO KLEIN
S
i
THEO KLEIN
■S;
i
van dit jaarboek ziet er nog steeds
hetzelfde uit; een sobere opsomming
van de voornaamste problemen in het
seizoen dit keer van criticus André
Rutten en verder foto’s.
Tussen
Amerikaanse
Een foto van het televisiespel Abraham van Piet Franse siert de kaft van het
Theater en Televisie Jaarboek. Spelers: Bob de Lange en Lex van Delden.
Een van de jongens na de barre ramp
met zijn moeder herenigd.
De kwaliteit van de foto’s is, zoals
het antiek waardig is, van een bijzon
dere scherpte en stofweergave. An
ders dan in de catalogus, die meer en
meer een naslagwerk wordt, zijn de
Kort na middernacht spreekt zij, in
een studio in de Philipsfabriek in
Eindhoven, onze landgenoten in de
West toe. Het is de allereerste keer
dat zoiets mogelijk is. De radio staat
nog in de kinderschoenen en begint
zijn opmars. Zij vangt dan als volgt
aan:
Het boek sluit met de kersttoe
spraak van koningin Juliana op Eer
ste Kerstdag 1973. De koningin zegt
dan het volgende:
Tussen deze twee toespraken in ligt
een bonte reeks van zeer uiteenlopen
de gelegenheden en onder zeer ver
schillende omstandigheden..Officiële,
plecntige of ernstige toespraken, emo
tionele, vrolijke, dankbare of sponta
ne toespraken en dan natuurlijk de
hartverwarmende toespraken tijdens
de oorlogsjaren vanaf de andere kant
van de oceaan naar bezet Nederland.
S
II»
s
de
M.
F. J. LAMMERS heeft een bundel
toespraken samengesteld onder de ti
tel: „Tot U spreekt Hare Majesteit de
Koningin”. Het is een selectie uit de
toespraken die prinses Juliana heeft
gehouden in de periode 1927-1948, en
uit de toespraken die koningin Julia
na heeft gehouden in de periode
1948-1974. Het boek vangt dan ook
aan met de eerste officiële toespraak
van prinses Juliana toen zij 18 jaar
was, op 1 juni 1927.
In eerste instantie werd er intensief
gezocht door de luchtmacht en red-
dingploegen uit Chili, Argentinië en
Uruguay. Gehinderd door het slechte
weer werden de officiële zoekacties
vanuit Santiago na negen dagen ge
staakt. De wanhopige ouders wilden
echter van geen opgeven weten- Vrij
wel zonder onderbreking stuurden zij
vertegenwoordigers van hun groep
naar Chili om hetzij per vliegtuig,
helikoper, te voet of te paard de
Andes in te trekken op zoek naar
overlevenden.
Het zijn verhalen door Nederlan
ders en Indonesiërs geschreven, die
naar onderwerp, impressie of sfeer of
hoe dan ook met Indonesië verbonden
zijn. De grote kenner van de Indische
letterkunde en zelf begenadigd schrij
ver over Indonesië, Rob Nieuwenhuys
is de samensteller van deze boekjes.
In het eerste deeltje valt de nadruk
op het terugblikken, het mijmeren en
het herinneren van de dagen van
weleer; het tweede deeltje is de na
oorlogse periode van bezetting, revo
lutie en geweld, die hoé verschil
lend ook ervaren, toch onvergefelijke
herinneringen kunnen oproepen.
Toen het kleine beetje eten op was
en voor iedereen de hongerdood
dreigde, besloten de jongens dat de
stoffelijke overschotten van de mede
passagiers tot voedsel moesten dienen.
Geen lichtvaardige beslissing voor de
zeer gelovige jongens, die echter
de één wat sneller dan de ander, aan
de consumptie van rauw mensenvlees
begonnen. Zelfs familieleden werden
op den duur aangesneden en tot op
het bot toe geconsumeerd- Al die tijd
bleef echter de wroeging over dit
noodgedwongen kannibalisme bij de
jongens voortwoekeren. Zij werden
dan ook in hun diepste gevoelens
gekrenkt toen de sensatiepers hun
noodsprong op onsmakelijke wijze op
de voorpagina’s bracht-
Zelfs de nadrukkelijke beweringen
van de priesters ter plaatse, later
gevolgd door bevestigingen van het
hoogste kerkelijke gezag in Montevi
deo en zelfs de Observatore Romano,
dat zij daarmee geen zonde hadden
begaan, konden niet voorkomen dat
de geredden erg in zaten over de
„Het is een zo bijzonder aardig denk
beeld, dat ik vandaag met U allen
mag spreken en wel langs deze
nieuwe weg, waarvan de ontdek
king immers van zo grote betekenis
zal blijken te zijn”.
Naar later zou blijken, maakte de
tweede piloot daarmee een fatale
fout. Op het moment dat hij dacht; de
Andes over te zijn, had hij Curicó
namelijk in werkelijkheid nog lang
niet bereikt. Hij zwenkte dus noorde
lijk het gevaarlijkste deel van de
Andes in. De Fairchild verdween in
de wolken, maakte tot twee maal toe
een val van enkele tientallen meters
en raakte kort daarop met de rech
tervleugel een rotswand, brak door
midden en gleed vervolgens over een
hellend sneeuwvlak verder tot het
met een smak tot stilstand kwam.
Tweeëndertig inzittenden overleefden
de klap en kropen, velen licht- tot
zwaargewond uit het gehavende mid
denstuk op de koude sneeuwvlakte.
Na het laatste radio-contact hoorde
de buitenwereld zeventig dagen, pre
cies tien weken taal noch teken van
de ongelukkigen.
„Wat zijn er in 1973 een stormen
over de wereld losgebroken. En nu
waait een uitloper daarvan, hele
maal onverwacht, ook over Neder
land (energiecrisis-olieboycot, red.).
In deze stille feestdagen is een zich
bezinnen op heden en toekomst
voor ons hele volk een heel ander
nadenken geworden dan anders.
Tot zolang dus deze agenda die
veel moois te bieden heeft en van een
grotere waarde is dan alleen een
boekje om er notities in te schrijven.
C.S.
1964 en 1967
antropoloog
•«’«ittl ii
IÏ’HWïM
Dit jaarboek is het derde van de 22
afleveringen, waarin ook de eigen
dramatische tv-produkties van de
NOS en andere omroepen zijn opge
nomen. Dat gebeurt terecht omdat de
televisie veel meer aan oorspronkelijk
Nederlands drama doet dan het to
neel. Het is van belang de ont
wikkeling, die daarin gaande is vast
te leggen. Het groeiproces van het
Nederlandse tv-stuk (of gedramati
seerde documentaire) is er een van
vallen en opstaan. Dat blijkt ook uit
de zeer gevarieerde bijdragen in dit
jaarboek van de hand van dramatur
gen en andere medewerkers van de
omroepen.
In de keuze van de onderwerpen-
schilderijen, tapijten, keramiek en di
verse andere voorwerpen wordt
het zeer brede aanbod van wat de
„Delftse” antiquairs ieder jaar weer
te bieden hebben, zeer duidelijk.
Staande figuur uit Mexico, terracotta,
hoog 79 cm, in de zesde eeuw na
Christus gemaakt.
Later wist hij bovendien nog mee
te delen dat er in de buurt van een
wrak een waarschuwingsbord zou
staan. Veel later, toen de overleven
den al gered waren en de sneeuw in
de zomer was weggesmolten, vonden
expeditieleden inderdaad dat bewuste
bord. Een in Argentinië woonachtige
Japanse helderziende vulde de gege
vens van Croiset aan met de medede
ling dat het vliegtuig in zuidelijke
richting zou zijn gevlogen. De ouders
concentreerden hun zoekactie, met
behulp van Chileense radio-amateurs
foto’s mat gehouden. Het lijkt erop
alsof de halftinten vooral bij de
weergave van zilveren en tinnen
voorwerpen nu veel beter tot hun
recht komen-
Uit al deze toespraken heeft men
de mens, de vrouw en moeder achter
Juliana leren kennen. Want dit boek
ontzenuwt ook alle verhalen als zou
de koningin al haar toespraken laten
maken. Niets is minder waar, zij
maakt ze zelf, met uitzondering van
de troonrede. Het door Hollandia in
Baarn uitgegeven boek is rijk geïllu
streerd met zwart-wit-foto’s, voorna
melijk van vroeger jaren, maar dat
geeft het boek juist een apart cachet.
A.V.
Colin trotseerde zelfs maar liefst
twee jaar lang een soortgelijke be
handeling. Hij projecteert het verval
van de sociale structuur van de Ik
als gevolg van hun economische
moeilijkheden Ook op de Westerse
maatschappij. Turnbull vreest dat wij
in een grote verband op de zelfde
weg zijn die de Ik al eerder hebben
ingeslagen. Door de nauwkeurige re
gistratie van Tumbull krijgt zijn
boek soms een langdradig karakter.
Het blijft niettemin waard te lezen.
Het eerste deeltje geeft verhalen
van o.a. E. du Perron, Maria Der-
moüt, H. J. Friedericy, Willem
Brandt, Soewgrsih Djojopoespito, Aya
Zikken, E. Breton de Nijs en nog
vele anderen. In het tweede vindt u:
Bep Vuyk, Albert van der Hoogte,
Joke Muljono, E. R. Duncan Elias,
Jan Eijkelboom en anderen.
EM. QUERIDO-AMSTERDAM: Een
reeks herdrukken in de Salamander
reeks: Twee deeltjes, die samen een
keuze vormen uit de Indisch-Neder-
landse letterkunde van na 1935: „Het
laat je niet los”, dat vertelt over
„Mensen en landschappen” en het
andere: „Om nooit te vergeten”,
waarin de nadruk valt op „Bezetting
en revolutie”.
DE BEFAAMDE kwaliteit van de
Oude Kunst- en Antiekbeurs, jaar
lijks in het Prinsenhof in Delft, vindt
behalve in de uitstekend uitgevoerde
catalogus haar weerspiegeling in de
op vierkant formaat gepresenteerde
agenda. Tegen over elke pagina, die
ruimte biedt voor aantekeningen ge
durende de zeven weekdagen, is een
pagina-grote afbeelding van een
kunst- of antiekvoorwerp geplaatst.
Het tv-gedeelte van het boek is
aanzienlijk levendiger. De tv-<nede-
werkers schrijven fris van de lever,
geven een inzicht in de problemen
van schrijvers en regisseurs en schu
wen persoonlijke standpunten niet.
Stefan Felsenthal (NOS) waar
schuwt dat de tv niet door kan gaan
met romanbewerkingen en vader
landse geschiedenis. Hij stelt: „We
hebben de schrijvers niet met het
medium mee laten groeien (zij heb
ben overigens ook van hun kant nog
maar weinig wezenlijke belangstel
ling getoond), we hebben de spelers
niet voldoende uitgedaagd en de fil
mers nog maar nauwelijks bij onze
inspanningen betrokken: het kringe
tje is nog veel te klein”. Hij stelt
voor tweemaal in de maand op de tv
aandacht te besteden aan kleine stuk
ken van auteurs die zich onder zorg
vuldige dramaturgische begeleiding
op de korte baan kunnen bekwamen.
Pikant in dit jaarboek zijn de cij
fers van de dienst Kijk en Luisteron
derzoek van de NOS. De waardering
schommelt tussen de 60 en de 80; tv-
drama wordt kennelijk meestal goed
tot heel mooi gevonden, maar de
kijkdichtheid is zeer gevarieerd. Een
IKOR-produktie als Jeremia haalt 0,9
pet, terwijl de serie „Bartje” van de
NCRV 58,1 pet van de kijkers aan de
buis heeft gehouden. J.H.
zich opmaakten naar huis te
gaan, om in Montevideo het kerst
feest te vieren, kwam via de radio
het bericht door dat zich bij het
plaatsje Puente Nergo twee verma
gerde, verwaarloosde figuren hadden
gemeld, die zich voorstelden als Par-
rado en Canessa, twee overlevenden
van de Uruguese Fairchild. Het
was 21 december 1972, zeventig dagen
na de verdwijning van het vliegtuig.
De redding van de overige veertien
overlevenden, die in het wrak waren
achtergebleven in de hoop dat de
expeditie van het tweetal zou slagen,
was toen nog slechts een kwestie van
uren.
Doel van dit door de afdeling an
tropologie van het American Museum
of Natural Historiy gefinancieerde
project was de bestudering van de
zeer geïsoleerde groep „Ik” jagers.
Tot in de vorige generatie stonden de
Ik bekend als vredelievende noma
den, die op zoek naar dierlijk en
plantaardig voedsel, jaar in jaar uit
dezelfde cyclus afwerken. Zij voelden
zich thuis in het kale Morungole
gebergte en de betrekkelijk vruchtba
re Kidepo-Vallei.
Door maatregelen van de toenmali
ge Oegandese regering Obote werd
hun eeuwenoude kringloop echter ab
rupt afgebroken. De regering in
Kampala verklaardten een voor de Ik
zeer belangrijk gebied tot natuurre
servaat en dwong de stam daarmee
in feite tot een marginaal bestaan
aan de rand, van het droge gebied
OP 13 OKTOBER 1972 stortte in het zwaarbesneeuwde ontoe
gankelijke Andesgebergte, tussen de meer dan 4.500 meter hoge
vulkaan Tinguiririca en de Cerro Sosneado een Fairchild F-227 van
de Uruguese luchtmacht neer. Aan boord bevonden zich vijfen
veertig mensen, bijna allemaal leden en supporters van de rugby-
ploeg van de Old Christians (een team van het Stella Maris College,
een school voor kinderen van welgestelde ouders in Montevideo), die
in Chili enkele vriendschappelijke wedstrijden zouden gaan spelen.
Na een noodgedwongen tussenlanding in Mendosa (Argentinië), waar
de piloot kolonel Julie César Ferradas een etmaal afwachtte of het
weer boven de verraderlijke Planchonpas (berucht door de levens
gevaarlijke luchtstromingen) zou opklaren, waagde hij de oversteek
toch. Het laatste contact dat de verkeerstoren van Santiago met de
Fairchild had, vond die dag precies om half vier ’s middags plaats.
Luitenant Dante Hector Lagurara, die het toestel op dat moment
Afbeeldingen van schilderijen be
treffen hier ondermeer een zeegezicht
van de Haarlemmer Pieter Mulier
(ingezonden door Schlichte Bergen uit
Amsterdam), een straatgezicht van
Dick Verrijk (Beets en Fontijn uit
Bennebroek), een mansportret van
Louis Boilly (Douwes-Amsterdam) en
een doek, voorstellende „man met
baret” van de in Haarlem geboren
Pieter Gerritz. van Roestraten.
Het bestuur van de antiekbeurs
maakt van deze gelegenheid gebruik
om de beurs van het volgende jaar
aan te kondigen. Deze wordt laat in
1975 gehouden, namelijk van 16 okto
ber tot en met 5 november, 21 dagen
lang. Uiteraard moest het bij deze
spaarzame informatie blijven, de
beurs wordt vaak pas op het laatste
moment definitief samengesteld.
TOEN DE RIJKE ITALIAANSE
stadjes in de veertiende eeuw druk
gebruik gingen maken van huursol
daten, was dat verschijnsel allerminst
nieuw. Al in het oude Griekenland
kocht men de diensten van beroeps
soldaten, die vochten voor de meest
biedende. Door de eeuwen heen is er
vooral in Europa, maar later ook in
andere werelddelen (Congo, in de ja
ren zestig) werk geweest voor huur
lingen. Nooit was de invloed van
huursoldaten echter zo groot als ge
durende de Renaissance in Italië,
waar steden als Milaan, Florence,
Livorno en Pisa elkaar vrijwel onon
derbroken naar het leven stonden.
Altijd was er wei iemand met en
ander in oorlog.
In de Nederlandse toneelschrijverij
voor het theater is hetzelfde aan de
gang, maar daarvan is tot dusver in
de Theater Jaarboeken nooit iets ge
bleken. Het Theater jaarboek bestaat
altijd uit prachtige plaatjes met een
neutraal gehouden inleiding en een
overzicht van het repertoire van de
gezelschappen. Het theatergedeelte
ERG LAAT IS het Nederlands
Theater en Televisie Jaarboek over
het seizoen 1972-73 verschenen. Voor
al de financiering en de manier
waarop zijn de oorzaak van de ver
traging geweest. De problemen zijn
opgelost nu de stichting Doneto de
uitgave verzorgt. Luisa Treves die dat
persoonlijk 22 jaar deed zit in de
redactieraad samen met Hans Keuls
en Gerrit Lindenberg. De eindredactie
was in handen van Gene Ruys van
het Toneelmuseum.
Geep kans werd onbenut gelaten-
Eenkele ouders zochten zelfs contact
met de Nederlandse helderziende Ge
rard Croiset jr„ die wekenlang dage
lijks contact met de wanhopige ou
ders had. Croiset verschafte inlichtin
gen, waarvan er later veel juist ble
ken te zijn. Hij vertelde dat de twee
de piloot het vliegtuig bestuurd had,
dat de Fairchild op 65 kilometer ten
noorden of ten zuiden van de Plan
chonpas was neergestort in een po
ging een noodlading te maken in
een dal. Voorts meldde de begaafde
Nederlander dat hij overlevenden bij
het wrak zag en dat in de buurt van
een berg met een stompe punt lag.
De kardinale vraag van de samen
gestroomde internationale pers, die
het hotel waar de overlevenden ter
observatie waren opgenomen, bele
gerde, was: hoe hebben de zestien
zich in de Andes, waar ’s winters
zelfs geen mos aan de oppervlakte
groeit, tien weken in leven kunnen
houden? Het lukte de jongens het
antwoord enkele dagen weg te mof
felen, maar niettemin drong het via
de redders door, dat de jongens zich
hadden gevoed met de lijken van de
doden. Dertien mensen waren omge
komen bij de crash, zestien bezweken
in de weken daarna aan hun verwon
dingen. aan ondervoeding of werden
bedolven door lawines, die het onder
komen van de groep teisterden.
dat tegenwordig als Sahel bekend
staat. Door die drastische ingreep
moesten de Ik noodgedwongen over
schakelen van het jagen naar de
landbouw op de door jaren droogte
uitgemergelde grond. Er werd in de
jaren dat Turnbull er leefde al vrij
wel doorlopend honger geleden.
Meer echter nog dan de trieste
fysieke aftakeling komt in zijn boek
de mentale veranderingen die de re
geringsdwang bij de Ik tot gevolg
had, naar, voren, in de strijd om het
naakte bestaan verdween het laatste
restje „menselijkheid” uit de Ik en
veranderde het eens zo edelmoedige
volk in een a- sociale verzameling
dieven en leugenaars. Als het er op
aan kwam bestalen mannen hun
vrouwen en troggelden moeders zelfs
hun kinderen het laatste restje eten
af.
Een vruchtbaar arbeidsterrein dus
voor de Condottieri, de free-lance
generaals, die zich met hun kant en
klaarlegertjes aan de stadsbesturen
verhuurden. Voor de verarmde Itali
aanse landadel en voor menig buiten
lands beroepssoldaat (Engelsen, Duit
sers, Vlamingen, Fransen) was dit
vak, met extra bijverdiensten als
chantage en plundering van de ver
slagen vijand, een uitstekende brood
winning.
In zijn boek „De Huurlingen”
(Avontuur en hartstocht van de Con
dottieri) beschrijft Geoffrey Trease
de carrières van belangrijke Condot
tieri als Hawkwoods, Cane en Sforza,
hun oorlogen, hun wreedheden, maar
ook de romantiek rond deze rauwe
professionals, die grote Italiaanse
kunstenaars (o.a. Leonardo da Vinei
en Piero della Francesca) in dienst
hadden. „De Huurlingen” (uitgegeven
door Fibula-Van Dishoeck in Bussum),
is een prachtig uitgevoerd werk met
niet minder dan 189 fraaie illustra
ties, waarvan zestien paginagroot in
kleur.
leefde
Colin
Turnbull temidden van het Afrikaan
se bergvolk de „Ik”, dat op het snij
punt van de grenzen van Soedan,
Oeganda en Kenia hardnekkige po
gingen doet op de kale verschroeide
grond in leven te blijven. Van zijn
ervaringen stelde hij een boek samen,
dat onder de titel „Het volk in de
bergen” in Nederland door A. W.
Bruna en Zoon als paperback wordt
uitgegeven.
boekenboekenboekenboeken
boekenboekenboekenboeken
boekenboekenboekenboeken
boekenboekenboekenboeken
boekenboeken
boekenboeken WIJ ONTVINGEN
boekenboeken
boekenboekenboekenboeken
boekenboekenboekenboeken
boekenboekenboekenboeken
boekenboekenboekenboeken
vloog, meldde bij die gelegenheid dat zij het stadje Curicó, aan de
Chileense kant van de Andes waren gepasseerd en dat hij na een
zwenking naar het noorden aan de afdaling naar Santiago begon.
en Andinisten, op het gebied ten
zuiden van de Planchonpas, terwijl
het wrak in werkelijkheid noorde
lijk lag. Alle inspanning ten spijt
bleven de intensieve zoekacties van
de ouders dan ook zonder succes.
Terwijl men op het punt stond de
laatste pogingen op te geven en de
teleurgestelde Uruguese redders
reacties van de buitenstaanders op
hun kannibalisme.
De zestien besloten daarom hun
ware verhaal te vertellen aan een
integer auteur. Zo vonden de Engelse
schrijver Piers Paul Read bereid hun
barre avontuur op schrift te stellen.
Door middel van ontelbare gesprek
ken met alle betrokkenen kwam hij
tot een aangrijpend verhaal, dat in
Nederland door Meulenhoff Amster
dam onder de titel „Zolang er leven
is”, geïllustreerd is uitgegeven. Read
is erin geslaagd de intiemste gevoe
lens van de overlevenden zo over te
brengen, dat voor de lezer zelfs het
eten van de medepassagiers als van
zelfsprekend wordt aanvaard. Read
houdt zijn lezers met dit unieke
avontuur 331 pagina’s in de ban.
hl
3Ï!
WW