Verzoening kerk-staat zal in Polen wel nooit komen, maar conflict is voorbij Magische dans, gewijde teksten en rituelen n M w l A lot HET GEGRINNIK VAN DE DUIVEL VERSTOMT LANGZAAM I Im J| kl j door G. Vaders Pogingen tot Botsen „ontmoeting met de góden" ZATERDAG 16 4 JANUARI 1975 Mltll Al 0 Het Soefi-pad Perzische poëzie de Sovjet-Unie. Dat verhinderde allemaal niet, dat marxisten van het zuiverste water, die er heilig van overtuigd waren dat hun ideologische waarheid voor alle tijden was, aan de macht kwamen. Het conflict was uiteraard geboren. Niettemin, het gegrinnik van de duivel verstomt langzaam. Niet dat het conflict is opgelost (beide partijen rekenen erop, dat de tijd voor hen zal werken), maar het stefrft uit door het opraken van de conflictstof. Veel liefde is er nog niet tussen het episcopaat enerzijds en de partijtop anderzijds, maar de rancunes slijten wat weg. „De wijze kat1’ Twee geloven op één kussen de duivel moet in Polen vaak hartelijk gelachen hebben. Toen het Rode Leger Polen in 1944 bevrijdde, trok het een land bin nen dat door en door katholiek was en waar de Maria verering bij de gehele bevolking leefde. Drie eeuwen geleden was de Madonna al tot koningin van Polen gekroond. Nog sterker, door de oorlog was Polen nog katholieker geworden dan het al was, want de Duitsers hadden de joodse minderheid van drie miljoen uitge roeid en doordat de oostgrens westelijker kwam te liggen, viel de Grieks-Orthodoxe minderheid binnen IB DE DANS IS OUDER DAN DE MENS. In veel mythologieën dan sen de góden, zij het dat die idee een zelfprojectie van de mens is. Maar zeker is zeker: veel dieren dansen, vogels hun bruidsdans; bijen in de lucht voor de korf hun oriëntatiedans; slangen zich oprichtend wiegen heen en weer naar het pijpen van de slangenbezweerder. En dan komen we op het eigenlijke karakter van de dans, de bezwering. Ouder dan in elke taal be zweert de mens de invloeden van de door hem gedachte góden en demonen. Hij vereenzelvigt zich via de dans met de eersten en weert met de dans de kwade krachten van de laatsten. En uit die dans ontstonden dan een onnoemelijk aantal andere rituelen, als stille ommegangen, labyrint- wandelingen, springprocessies, maar evenzeer krijgsdansen, volksdansen en zelfs de moderne dans, die veelal een symbolisch karakter heeft. Z U __S O F- X V V r •w Gierek vertaling waren het turkoois gewelf Tovenaar noodlot. "a de oerdans herinneren, in oude kathe dralen ook nog altijd in de betegelde vloer de cirkelvormige labyrinten, waar van velen de ware betekenis al lang zijn vergeten. „Ergens” lijken veel uitspraken van Soe- fi’s ook op Zen-teksten. Ze zijn niet bedoeld voor het intellectuele verstand, maar spreken gevoelsmatig aan, teneinde een „ontwaking” te bewerkstelligen, een weg dus eigenlijk naar het oude Ken-u- zelve. Idries Shah geeft een heel groot aan tal teksten van bekende Soefi-leraren, te veel om op te noemen en vertelt ook uitvoerig over de mentaliteit binnen de vele bestaande orden. Het zijn bijna alle dezelfde namen, die men ook vindt in boeken over Perzische mystiek van dr. R. van Brakell Buys, want onder die benaming „Perzische mystiek” is een be paalde tak van de Soefi-beweging in ons land veel meer bekend. David, dansend voor de ark des Heren, een miniatuur uit een „Biblie Morali- sée”, dertiende eeuw, Frankrijk. Het is een der prachtige illustraties uit „De magische dans’’. Uit het genoemde boek leert men nog veel meer, want het is tekstueel opgezet rond de talrijke illustraties, waarmee het doorgeven van een zeer gevarieerde' inhoud mogelijk werd. Alle godsdiensten en hun gebruiken, voor zover ze op de dans betrekking hebben, vindt men erin mens in brengen. De regering had echter niet alleen te maken met het Poolse episcopaat (een staat in de staat), maar ook met het Vaticaan. En daar zat een zeer conserva tieve paus, Pius, die het allemaal niet zag zitten. Hij weigerde in feite de westelijke grens van Polen te erkennen door de vroegere Duitse gebieden onder Pools kerkelijk gezag te plaatsen en hij wreef nog eens zout in de wonde door bij decreet van 13 juli 1949 communis ten met excommunicatie te bedreigen. De Poolse regering probeerde het erop aan te sturen, dat de Poolse kerk haar gehoorzaamheid aan Rome zou opzeggen. Dat spitste de tegenstelling toe en hoe wel er nog een, door beide partijen nauwelijks gerespecteerde, regeling tot stand kwam, waren drie jaar later de betrekkingen zo verslechterd, dat de pri maat van Polen, kardinaal Wyszynski, en met hem honderden priesters, in de cel belandden. In zekere zin lag dit martelaarschap in de persoon van de kardinaal zelf. Een kerk in verdrukking houdt de schaapjes bijeen. En ook onder controle. Een open kerk, zoals in het Westen, is in zijn ogen een vloek. In zekere zin kan men zeggen dat de uiter sten elkaar ontmoetten en het is dan ook geen toeval dat de kardinaal veel later het regime in Warschau het com- i 1 De botsing was uiteraard onvermijde lijk. De kerk was vóór de oorlog staats kerk en dat niet alleen. Zij was ook een bolwerk van nationalisme; antisemitisch, onverdraagzaam tegen andere kerken, die zij vereenzelvigde met het vijandige buitenland: het lutherse Zweden en Pruisen en het Byzantijnse Rusland. Dat trekje is er nog steeds niet uit. Vooral in dorpen kunnen protestanten nog wel eens een steen door een ruit verwachten en nog steeds speelt een civiele procedu re over twee kerken in Lodz, die de RK- Kerk na de oorlog eenvoudig heeft inge pikt. Dat neemt niet weg, dat de kerk zich in de oorlog fel tegen de Duitsers heeft verzet en daar een hoge prijs voor moest betalen. Het aantal priesters liep terug van 12.200 tot 8605; 584 priesters werden vermoord en 1263 stierven in concentra tiekampen. De geestelijkheid nam actief aan het verzet deel, soms samen met antiklerikale socialisten en communisten. De kerk had prestige. Katholicisme en marxisme zijn beide volgens het woord van Erich Fromm pogingen om het menselijk bestaan als probleem te beantwoorden en als zoda nig botsen zij fundamenteel. Maar het ligt een beetje in de aard van de Polen öm het zover niet te laten komen. De traditie is er ook niet naar; vervolgingen Op grote schaal wegens geloof of ras komen in de Poolse geschiedenis niet voor; integendeel tijdens de godsdienst oorlogen weken vele Westeuropeanen uit naar Polen. De grote progroms tus sen 1648 en 1660, toen een half miljoen joden werden omgebracht, gingen niet uit van de Polen, maar van de Grieks- Orthodoxe Oekraïners. Hoe dan ook, de eerste jaren na de rechtvaardigheid voorop stellen, is een samengaan zeer wel mogelijk. De minste invloed heeft het Christe lijk Sociaal Genootschap, dat trouwens niet eng-katholiek van opzet is. Ook de CHSS aanvaardt een socialistische maat schappij opbouw, maar benadrukt wel de „onoverbrugbare kloof tussen christen dom en marxisme”. De verzoening tussen kerk en staat in Polen zal wel nooit komen, maar het echte conflict heeft opgehouden te be staan. De aandacht richt zich nu op andere dingen, zoals de discriminatie van katholieken bij benoemingen in ho ge functies. Hierover zei Sejm-lid voor het' ZNAK, Zablocki: „De gelovigen stui ten in ons land bij de uitoefening van hun geloof niet op moeilijkheden. Echter op het gebied van het maatschappelijk leven zijn zij, wanneer zij hun wereld beschouwing niet verloochenen of ver bergen, door een specifiek wantrouwen omgeven, waardoor zij niet in staat zijn hun burgerrechten uit te oefenen die de grondwet hen toekent”. Voor overtuigde katholieken zit er voorlopig nog een grens aan hun carrière. Het is als met de coëxistentie in de politiek: men ver draagt elkaar, maar men Vertrouwt el kaar nog niet. r ■>',s Dansen vraagt om een sacrale ruimte. De prehistorische mens vond die (mees tal ronde) ruimte binnen een krans van tenten, hutten, later stenen zuilen en tenslotte de voorhof van de tempels of de binnenpleinen daarvan. Ui het een voudige praktische gebruik vloeide de heilige ruimte dus voort en die ruimte kreeg steeds meer betekenis. De dans muziek ontwikkelde zich vanaf het pre historische benen fluitje met drie tonen tot een compleet orkest, tot koorzang, het zeggen van poëtische heilige teksten. De belangrijkheid van tempels en later kerken nam steeds meer toe. En nog altijd vindt men in sommige kerken om megangen langs kruiswegstaties, die aan bevrijding ging het redelijk goed tussen kerk en staat. De regering ontzag de kerk, ook ten aanzien van haar landsbe- zit, maar anderzijds stelde de kerk zich achter de landhervorming en de natio nalisatie van de industrie en het bank wezen. •ufo terug vanaf de primitiefste tot de meest ontwikkelde. In het Soefisme in Azië niet te verwarren met de Soefi-bewegingen in Europa wordt ook van de magische dans gebruik gemaakt. In ons land zijn grammofoonplaten te koop met de mu ziek van de zo genoemde Dansende Der wisjen. Soefi-bewegingen zijn oeroud, ze waren er al lang voor Mohammed, maar verreweg de meeste zijn met „de profeet” meegegaan, omdat het een ken merk van Soefi’s is mystieke verlichting te zoeken binnen de mogelijkheden die een land of godsdienst bieden. Van oor sprong is het eigenlijk een uitloop van het sjamanisme, de oercultus, waarbin nen magie, occultisme en religie nog ongescheiden voorkwamen. In de loop der eeuwen ontstond dan in Voor-Azië daaruit het Soefisme met bepaalde ka raktertrekken, maar via de genoemde dans, ademhalingstechnieken, reciteren van heilige woorden en een eigen soort yoga toch altijd een eigen cultus binnen de heersende godsdiensten. Er zijn talloze Soefi-orden, de ene meer „magisch” dan de andere, sommige eerder filosofisch, maar wel altijd aan rituelen gebonden. Het Soefisme oefent al eeuwen lang ook een grote invloed uit op Europa. In de tijd van de kruis tochten kwamen bijvoorbeeld leden van de bekende Orde der Tempelieren met Soefi’s in aanraking. Ze namen gelijkge stemde rituelen over die via Rozenkrui- sersbewegingen tenslotte ook in de Vrij metselarij terechtkwamen, zij het uiter aard vervormd. Een van de methoden vindt men in „Het pad van de Soeii”, een verhelde rend boek van Idries Sha, hoogleraar aan de universiteit van Sussex. Het boek is verschenen in de Kwintessens-reeks van De Bezige Bij in Amsterdam, ver taald door John Vandenbergh. Idries Shah, zelf een ingewijde, schrijft in dit boek niet over de boven genoemde praktijken. Dat deed hij eer der in „Oosterse Magie”, hier en daar misschien nog antiquarisch te verkrij gen. In „Het pad van de Soefi” heeft hij het alleen over Soefi-wijsheid in teksten. Dat zijn dan uitspraken van beroemde Soefi-heiligen, die hun leer stellingen vaak hebben uiteengezet in „gelijkenissen” en andere teksten, vaak nogal paradoxaal van aard, om daarmee de „schok der herkenning” bij hun leer lingen op te wekken. Wie de boeken van Gurdjieff en Ouspensky kent, zal veel gelijksoortig materiaal vinden, want die beiden hebben uit Soefi-leringen geput. V - drie accepteren de communistische staat als een feit waar men niet omheen kan en waarmee men moet leren leven. Alle drie hebben vertegenwoordigers in de Sejm, waar hun invloed uiteraard (van wege de gestalssterkte) niet groot is, maar die men politiek niet geheel kan verwaarlozen. Van deze drie is ZNAK het meest internationaal ingesteld. Maar ook ZNAK, aldus vice-president Janusz Za blocki, „gaat ervan uit dat de socialisti sche maatschappijvorm duurzaam zal zijn”. ZNAK is bereid op basis van het programma van de Verenigde Arbeiders partij (waarin de communisten het voor het zeggen hebben) mee te werken aan de opbouw van de staat. Gaat de ZNAK uit van een „kritische aanvaarding van het socialisme”, bij PAX gaat de identificatie van het regi me verder. Volgens de hoofdredacteur van het PAX-dagblad „Slowo Powszech- ne”, dr. Varius Stefanowic, kan marxis me wel een motivatie van het socialisme zijn, maar is het niet hetzelfde. Waar zowel katholicisme als socialisme de Perzische dichters hebben altijd dicht bij de Soefi-wijsheid gestaan, velen wa ren tevens Soefi’s. In allerlei uitgaven is hun poëzie in Europa bekend en bemind geworden. „De gouden granaat appel”, gedichten uit het rijk der Groot-Mogols (de Perzische overheersers van India) is zo’n uitgave, in dit geval van Ankh-Hermes in Deventer in de Oriënt-serie. Johan W. Schotman verzamelde en vertaalde uit het Engels een serie korte en veelal boeiende gedichten. Het rubriceren van poëzie in typen was voor de Perzische dichters uit vroeger eeuwen ongebruikelijk. De scheidingen maat- Kardinaal Wyszynski, aartsbisschop van Warschau, bij een kerkelijke inwijding in Rome. pliment maakte, dat het „de uitwassen onder de jeugd, zoals in het Westen” teflffnhiflieki h i Met de komst van Gomulka kwam Wyszynski vrij en werd hij gerehabili teerd. Wat daarna plaats had, was in zekere zin een botsing van persoonlijk heden. Zij lagen elkaar niet en dat was niet zo vreemd, want beiden zijn zeer autoritair. Niettemin is er sindsdien veel ten goede voor de kerk veranderd, al kwam het van tijd tot tijd nog wel eens tot een crisis. Zoals in 1966, toen het duizendjarig bestaan van het katholicis- schappij-godsdienst, erotiek-religie of gewijd dan wel satirisch, golden niet zoals bij ons. Bij sommige dichters vind je al die typen dooreen, en dus ook in dit boekje, dat behalve verzen ook korte levensbeschrijvihgen geeft van de Perzi sche dichters, die echter in India leef den. De dichters die Schotman koos zijn deels bekende figuren uit de Perzische mystiek en sommigen van hen Soefi’s. De aard van de gedichten wijst dat vaak ook uit. Een gedicht van Nisjana, die leefde in de zestiende eeuw, neem ik hier over, onder een van de vele mooie vignetten, die het bundeltje sieren: TOVENAAR NOODLOT Hij sloot die fles toen af met duizend zegels van was; uit kaarsvet werd de maan gewrocht; sindsdien ontkomt geen sterveling aan zijn lot, hoe lang, hoe hard hij 't ook proberen mocht. me in Polen werd gevierd en de rege ring weigerde de paus een inreisvisum te geven. „Maar wat wil je”, zei dr. Merkar van het departement van godsdienstzaken, „in de eerste plaats hadden wij geen officiële contacten met het Vaticaan, in de tweede plaats bevond zich in Rome nog een heer, die zich gezant van de Poolse regering noemde, omdat hij als zodanig in 1933 was benoemd en die door het Vaticaan nog steeds niet werd er kend, en in de derde plaats weigerde het Vaticaan de Poolse westgrens te erken nen”. Hij noemt Wyszynski „eigenlijk al een man uit de geschiedenis”. Maar hij voegt er wait spijtig aan toe: „Hij komt uit een sterk..geslacht. Zijn vader werd ouder dan negentig”. Overigens erkent hij: „Wyszynski is een Poolse patriot; een ander soort dan wij zijn. Maar in moeilijke tijden in onze geschiedenis konden wij met hem praten”. De vragen die nog openstaan, betref fen volgens hem belastingkwesties en de grenzen van het staatstoezicht. Over de ze zaken wordt onderhandeld en het ziet er naar uit, dat er formuleringen gevon den worden waar beide partijen het mee eens kunnen zijn. Wat de kerkenbouw betreft: „De bisschoppen willen altijd meer, maar ze komen er wel”. Over het onderwijs: „Wij stellen ons op het standpunt dat scholen a-religieus moeten zijn, maar niet anti-religieus. Maar bui ten de school kunnen de priesters net zoveel godsdienstonderwijs geven als zij willen. Er zijn 18.000 priesters, 6000 meer dan vóór de oorlog”. Onder Gierek is het klimaat ongetwij feld verder verbeterd, zoals blijkt uit het feit dat zowel kardinaal Wyszynski als kardinaal Wojtyla, aartsbisschop van Krakow, in 1971 een uitreisvisum kregen om de zaligverklaring van pater Kolbe in Rome bij te wonen. Pater Kolbe was een Franciscaan, die vrijwillig de plaats Vein een ter dood veroordeelde Pool in Auschwitz innam. Sindsdien heeft ook de Poolse minister van Buitenlandse Za ken, Staf an Olszowski, zijn opwachting bij de paus gemaakt, terwijl dit jaar aartsbisschop Casovili, die in het Vati caan buitenlandse zaken beheert, een bezoek bracht aan Polen. Het eigenlijke gevecht heeft zich nu verplaatst naar de rand van het strijdto neel. Daar opereren, al of niet in dialoog met het episcopaat, lekenorganisaties als ZNAK (Het Teken), Pax en het Christe lijk Sociale Genootschap (CHSS). Alle Al In „De magische dans” weer zo’n ple zierig tekst- en kijkboek met prachtige illustraties in kleur en veel zwart-wit plaatjes, vinden we het bovenstaande allemaal terug. Het is geschreven door Maria-Gabriele Wosien en door De Haan in Bussum uitgegeven in een van Paula de Looff. Indiase dansen beogen de contact met de kosmos te Krishna is een dansende god en al zijn volgelingen dansen al duizenden jaren met hem mee. De Dansende Derwisjen dansen ook kosmisch door in hun bewe gingen het draaien en spiraliseren van zon, maan en sterren te symboliseren. Ze geraken erbij in trance en komen zo tot bewustzijnsverruiming. Waar góden zijn, zijn de geesten van de voorouders niet ver af. Voodoo-dan- sers op Haïti (en ook in ons Suriname, waar het wientjie-dansen heet) vereen zelvigen zich met die geesten om die in trance te raadplegen over belangrijke zaken. Leven, dood en wedergeboorte, alles kan worden gesymboliseerd via de dans. t Nog een boekje, ook uit de Oriënt- serie van Ankh-Hermes, „De wijze kat en andere zenteksten”, uitleggingen en vertalingen door Karlfried Graf von Dürckheim, die heel veel gedaan heeft voor de verbreiding in Europa van Zen- boeddhistische ideeën. Het boekje is ver taald door Joan Th. Stakenburg. Er is zoveel literatuur over Zen boeddhisme, dat verdere teksten eigen lijk overbodig lijken. Dat is toch niet zo, want het inzicht van Von Dürckheim geeft er een nieuwe dimensie aan. Hij schrijft over Zen-methoden zoals boog schieten en zwaardvechten, voor ons a- religieus, maar in Japan inbegrepen bij de religie omdat lichaams- en geestesoe- fening samen moeten gaan. Ook voor drachten van bekende Zen-meesters ko men aan bod. Het boekje ontleent voor mij zijn waarde echter aan het zinrijke en prachtige Zen-sprookje over „De wijze kat”, die als een volleerd Zen-meester een monsterlijke rat bedwingt. HEIN STEEHOUWER De oude Magiër, in zijn lappentoog, weeft toverdraden: houdt ons in zijn macht; wij zien naar omhoog en, bang en eenzaam, vinden leeg de nacht, vergetend, dat zij eenmaal schiep de maan (getoverd uit zilver-beschubde vis) die in haar ster-bestipte azuren fles zo statig voortzeilt, zo kalm en gewis. V ff ff

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 16