WET VAN
SCHAEFER
VERPEST
DE MARKT"
1
■H
WETHOUDER J. H. C. SCHOPMAN
VAN BLOEMENDAALSE CDA:
MAM
UB
IW®
seis
I Ij -
rv
ffli
fflW
w
iH
ZATERDAG
door Hans Invernizzi
Bisdom
Bedrijfsruimte
Pesten
De Clinge
Schaefer
Noodgevallenpot
God
Trucjes
Gedeputeerde staten
Kadaster
„Ik heb geen vertrouwen in de mensen: hoe meer geld ze heb
ben, des te minder vertrouw ik ze”. Deze boude uitspraak komt
uit de mond van CDA-wethouder J. H. C. Schopman van Bloemen
daal, die huisvestingsaangelegenheden in zijn portefeuille heeft zit
ten. Een betere benaming zou huisvestingsmoeilijkheden zijn, want
wethouder Schopman ziet er geen gat meer in. In Bloemendaal
staan tientallen grote villa’s, die door één persoon worden bewoond.
In Bloemendaal staan ook 600 woningzoekenden ingeschreven, van
wie er 40 om een goede woning zitten te springen. Maar wie tracht
ergens een etage of alleen maar een kamer te huren loopt stuk. En
dat zit wethouder Schopman behoorlijk dwars.
„Ik ben uiterst pessimistisch uit ervaring. Een voorbeeld: een
vijftigjarige onderwijzeres, een keurige vrouw, komt bij mij vragen
om een vrijgezellenwoning. Die heb ik niet. Ik raad haar aan een
advertentie te zetten voor inwoning. Het resultaat is, dat ze een
klein voorkamertje kon krijgen voor 400 gulden per maand. Als ze
heel braaf is mag ze de keuken en douche gebruiken. Een ander
voorbeeld: een aanstaand echtpaar zocht woonruimte. Inwonen
kon, maar ze moesten wel garanderen, dat ze geen kind kregen. Dat
noem ik asociaal”.
19
Ws-
ïïiv
Uff
Ijl
it*?
1
t 5
■B
ben je God
Wethouder Schopman
De fractie van Progressief Bloe-
menda-al heeft een werkgroep, die
zich onafhankelijk van de gemeente op
eigen houtje met de huisvestingspro
blematiek in Bloemendaal bezig houdt.
Wie woonruimte heeft te bieden of
woonruimte zoekt of gewoon mee wil
helpen een uitweg zoeken kan con
tact opnemen met Johan Warnaars.
Overste den Oudenlaan 2, Aerden-
hout. Telefoon 241602.
Vlot de nog te bebouwen Bloemen-
daalse grond volzetten, zei het dan met
ruime bebouwing, is dat geen oplossing?
Wethouder Schopman: „Ze kermen in
Den Haag terecht dat er zo veel bouw
vakkers zonder werk zitten, maar er
wordt niet bij verteld, hoe lang bestem
mingsplannen bij Gedeputeerde Staten
Wethouder Schopman kent de zaak.
Hij is eens wezen kijken in De Clinge
en vindt het samenwonen van de vier
gezinnen prachtig. Maar iets tegen de
ontruiming doen kan niet. Volgens de
wet hoeft de eigenaar alleen B. en W- op
de hoogte te stellen en dan kan hij zijn
gang gaan. Tegen sloopplannen bestaat
evenmin een wettelijk wapen.
dat ze hun wöHing kwijt raken. Dat soort
dingen moet worden voorkomen door een
wetswijziging”.
op goedkeuring liggen te wachten. Neem
Vogelenzang: we kunnen zo beginnen,
maar de goedkeuring van de Provinci
ale Planologische Dienst komt maar niet
af”.
of kopers te weigeren als ze onder de in
de wet-Schaefer vastgelegde bedragen
blijven. Wethouder Schopman: „Stel me
neer A verkoopt aan meneer B een huis
voor 95.000 gulden. Hoe komen we daar
achter? Dan moeten we een ambtenaar
naar het kadaster sturen. Als die de
zaak heeft uitgeplozen, is het verkochte
pand al lang bewoond, terwijl men er
zonder vergunning in zit. Moet je die
mensen er dan uitzetten?” Huursommen
zijn helemaal niet te controleren, meent
de heer Schopman, want wat is eenvou
diger voor een verhuurder en een huur
der om af te spreken, dat de huursom
boven de 375 gulden per maand ligt,
terwijl in werkelijkheid maar de helft
wordt betaald?
IA
Toch zou de heer Schopman graag
met de wet in de hand voor „zijn”
noodgevallen iets willen doen, maar dat
kan eenvoudig niet, omdat de wet die de
overheid toestond woonruimte in be
woonde huizen te vorderen na de oorlog
is afgeschaft. Met de grootste moeite kan
een gemeentebestuur leegstaande wonin
gen aan zich trekken. „Vlak na de oorlog
werden in Amsterdam zelfs zolderkamers
gevorderd, maar wat kreeg je toen: ge
donderjaag over het licht op de gang, ’n
gesloten deur als de onderhuurder laat
thuis kwam, ruzies tot en met. Ze pesten
elkaar dood. Daarom geloof ik niet in
verplichte inwoning, maar evenmin ge
loof ik in vrijwillige inwoning.”
Nog een voorbeeld. Wethouder Schop
man: „Aan de Parkweg stond een oude
kast van een villa, waarin makkelijk
een paar gezinnen konden worden on
dergebracht. Wat gebeurt: de villa wordt
verkocht. De nieuwe eigenaar laat
het pand slopen en zet er één grote
bungalow voor in de plaats. Alleen de
welstandscommissie heeft daar iets over
te zeggen, maar daar zitten allemaal
architecten in, dus dat is vier handen op
één buik. De gemeente kon er niets
tegen doen.”
Leegstaande bedrijfsruimte vorderen
en ombouwen tot woonruimte, kan dat
dan niet? Wethouder Schopman: „Dat
mag niet volgens de wet. Er kunnen
bovenhuizen van winkels leegstaan,
maar zolang ze één of andere verbinding
met het bedrijf hebben, mag je niet
vorderen. Banken die een vestiging wil
len hebben, kun je niet tegenhouden:
het gaat om bedrijfsruimte. Hetzelfde
geldt voor Albert Heijn of het half lege
pand van het PEN aan de Korte Klever-
laan. Misschien zou je er flats in kun
nen bouwen, maar we mogen er niet
aan komen.”
Bij koopwoningen is de situatie geen
snars beter- Wethouder Schopman: „Als
je een huis koopt ben je God. Ik begrijp
niet dat deze regering dat niet inziet.
Neem onderhuurders, die al jaren in een
bepaalde woning zitten. Als de hoofd
huurder overlijdt, zeggen de erfgenamen
donder maar op. Daar kun je niets tegen
doen. Er zou een clausule in de wet
moeten komen, die bepaalt, dat je alleen
een huis mag kopen als je de bewoners
er niet uit gooit, een soort levenslang
huurrecht dus.”
fatsoenlijk gebaar, maar er zijn soortge
lijke gevalen denkbaar waarbij mensen
er krom voor moeten liggen om hun
eigen huis te kopen. Zouden ze het huis
namelijk niet kopen, dan kan iedere par
ticulier het doen. Die mensen doen dan
een onverantwoorde aankoop uit angst
De gemeente houdt de bevoegdheid
om niet agglomeratie-gebonden huurders
Een ander voorbeeld van de gemeen
telijke onmacht. Wethouder Schopman:
„Een tijd terug wilde het bisdom een
pand aan de Midden Duin en Daalseweg
verkopen, met een lap grond erbij niet
mooi meer. Het gebouw werd gebruikt
voor het jeugdwerk, maar er moest een
hoop geld bij. Het bisdom vond een
koper. Die kwam bij de gemeente met
het verzoek of hij het pand af mocht
breken, de grond verkavelen en vijf
villa’s neerzetten- Met bungalows los je
geen woningnoodgevallen op en dus zou
je nee moeten zeggen tegen zo’n plan.
Maar als je dat doet, dan laat zo’n
eigenaar de boel gewoon wegrotten en
krijg je een situatie als met het landhuis
Lindenheuvel, dat een bouwval gewor
den is.”
huis koop
Mensen, die goed in de slappe was
zitten hebben geen behoefte aan onder
huurders- Dat is het gevolg van de
welvaart. „Vroeger in Amsterdam moes
ten de mensen wel eens een kamer
verhuren voor het geld. Dat hoeft nu
niet meer, zeker niet in Bloemendaal. In
het algemeen is het zo, dat mensen geen
pest voor elkaar over hebben. Als ze in
hun belangen geschaad worden, gaan ze
gillen. Er is hier sprake van groot egoïs-
me”, stelt wethouder Schopman, die
overigens ook de nadelen van inwoning
onderkent: „De bouw van de Bloemen-
daalse huizen leent zich er niet voor. Je
zit gelijk bij elkaar in de keuken.”
En dat begrijpt wethouder Schopman
niet van een socialistische staatssecreta
ris: „Er zijn allerlei trucjes mogelijk.
Een eigenaar gaat met een koper zitten
praten. Neem iemand uit Maastricht, die
daar een leuk huis heeft, maar voor zijn
zoon hier iets aan wil schaffen. Koper
en eigenaar bepalen gezamenlijk de
huur boven de 375 gulden. Of als het
om een koophuis gaat: er wordt even
een contractje opgesteld, waarin staat
dat de koopsom 130.000 gulden is, maar
men koppelt er direct een contractje aan
vast, waarin wordt bepaald, dat de ver
koper 20 mille teruggeeft. Schaefer ver
pest de markt met zijn wet, omdat die
wet ontzettend prijsverhogend werkt.”
Die hele grote panden als Kareol, het!
VNU-kantoorgebouw, Klein Bentveld en
Lindenheuvel, valt daar niets mee te
beginnen. Wethouder Schopman: „De ge
meente kan koopprijzen van een paar
ton of enige miljoenen niet betalen.
Huren kan ook niet, want je betaalt
toch minstens tien percent van de koop
prijs. Een commissie onder leiding van
wethouder Stapel is tot de conclusie
gekomen, dat met die grote panden niets
te beginnen valt. Ze zijn én te duur én
qua bouw ongeschikt, omdat je kampt
met geluidsoverlast, als je niet heel
kostbare voorzieningen treft. Er is over
gedacht flats te bouwen in Kareol.
Technisch kan het wel, maar financieel
is het onhaalbaar. Het zijn geen panden
zoals in Amsterdam, waar je een trap
penhuis hebt waarop per etage deuren
uitkomen- En ieder mens wil toch wel
een beetje privacy.”
En zo wachten 600 mensen tevergeefs
op een huis, een eigen onderkomen.
Mensen, die graag willen trouwen, men
sen die in Amsterdam wonen en in
Bloemendaal werken en eindeloos heen
en weer moeten reizen, mensen die in
een schuurtje achter een huis wonen,
mensen die goedkoper willen wonen of
een te klein huis willen afstaan voor
andere woningzoekenden, mensen die al
dik tevreden zijn met een klein huurka-
mertje- Wethouder Schopman wil ze
graag helpen, maar staat met bijna lege
handen. Hij heeft er een eenvoudige
verklaring voor: „Ik denk wel eens, dat
de wetten worden gemaakt door mensen
die toch al goed wonen.”
Wethouder Schopman is er moedeloos
onder. Hij wil best een pittig stukje in
het Bloemendaals Contactblad zetten of
desnoods huis aan huis een brandbrief
verspreiden, maar hij heeft geen cent
vertrouwen ia het positieve effect ervan.
„Zelfs bij goedkopere woningen bereik
je niets. In Vogelenzang staan huizen
met vijf kamers, waar vrouwen in hun
eentje wonen voor 100 gulden per
maand. Er komen woningen vrij voor
200 gulden, maar ze blijven toch mooi
zitten, hoor.”
„Als
Onbillijkheid alom in Bloemendaal
door hiaten in de wet. Een gunstige uit
zondering vormt het Mijnwerkersfonds,
dat zijn pensioenen niet langer kon beta
len uit de opbrengst van het woningbezit
in hel Bovenwegkwartier. De huurders
kregen een brief waarin werd aangebo
den, dat ze hun eigen huis konden kopen.
Wethouder Schopman: „Dat was een heel
Het hele woonruimtetoewijzingsbeleid,
zoals het officieel heet, is e en wassen
neus en het wordt nog een paar graden
erger, nu de zogenoemde Wet-Schaefer in
werking is getreden op 1 januari 1975.
Wethouder Schopman: „Die wet bepaalt,
dat iemand die een huis huurt voor 375
gulden per maand of een huis koopt
voor 120.000 gulden geen vergunning no
dig heeft van burgemeester en wethou
ders. De bedoeling is, dat bijvoorbeeld
rijke Amsterdammers hun relatief dure
huizen verlaten en zich bijvoorbeeld hier
vestigen, zodat in Amsterdam woon
ruimte vrijkomt. Dat is allemaal prach
tig, maar de woningnoodgevallen in
Bloemendaal komen in de knel- Wat
krijg je: al wil een Amerikaan een huis
kopen, dan kan ik hem nog niet tegen
houden. Voorheen had je de restrictie,
dat iemand agglomeratie-gebonden
moest zijn, maar dat geldt nu alleen nog
voor mensen, die onder de huur van 375
gulden en onder een koopsom van
120.000 gulden blijven. Een bevoordeling
dus van de rijken.”
Er zijn in Bloemendaal wel mensen,
die niet zo veel om privacy geven: in de
villa De Clinge aan de Hoge Duin en
Daalseweg bijvoorbeeld wonen vier ge
zinnen broederlijk bijeen. Zij moeten
echter volgend jaar opkrassen, want de
eigenaar wil het pand voor eigen ge
bruik benutten. Raadslid H. Wiebenga
(Progressief Bloemendaal) woont er met
zijn neus bovenop: „De eigenaar, Groon-
heim, woonde tot voor kort pal bij de
Clinge. Dat hij het huis voor zichzelf
nodig heeft is onzin. Hij wil het laten
slopen en er bungalows voor in de
plaats zetten om er financieel beter van
te worden. Om zijn belangen veilig te
stellen heeft hij de hoofdbewoner van
de Clinge een contract laten tekenen,
waarin staat dat hij niets tegen een
ontruimingsprocedure zal ondernemen.
De man heeft dat contract ondertekend
om tenminste nog drie jaar uitstel te
krijgen, maar in mei 1975 gaat die
ontruiming nu daadwerkelijk spelen.”
Dit is de monumentale villa De
Clinge, die op de nominatie staat om
te worden gesloopt. In dit huis woont
een aantal mensen broederlijk bij
een.
De wet-Schaefer biedt geen soelaas
voor de noodgevallen, maar wat te den
ken van één grote „noodgevallenpot”
van Haarlem, Heemstede, Zandvoort,
Haarlemmerliede, Bennebroek en Bloe
mendaal, kortom de agglomeratie? Wet
houder Schopman: „Als dat gebeurt,
kan ik de 5 a 6 noodgevallen die ik nu
nog jaarlijks aan een huis kan helpen
wel afschrijven. Je krijgt dan een
opeenstapeling van ernstige gevallen en
ik kom niet meer aan de beurt- Boven
dien valt de persoonlijke benadering
weg, wordt het ambtenarij. Een voor
beeld: een tijdje terug heb ik met wet
houder Thuis van Haarlem overleg ge
pleegd over een ambtenaar uit Haarlem,
die graag in een drive-in-woning in
Veen en Duin wilde trekken. Die ambte
naar verwoonde 250 gulden per maand,
de drive-in-woningen doen 450 gulden
per maand. De doorstroming zou er dus
mee gebaat zijn. Ik had geen bezwaren
tegen verhuizing, mits die Haarlemse
woning door een Bloemendaler kon
worden betrokken. Thuis zei nee. Hij
wachtte liever af, tot de ambtenaar uit
zichzelf vertrok, zodat hij weer een
goedkopere woning had voor zijn eigen
honderd noodgevallen. En ergens kan ik
dat wel begrijpen.”
•58»
f-W
rt
r
j-
"'1J .ad
rÜ
V
4
i agi-'1 it’h
.wfSF-! i.-? HSiiinrfhiHHy!
Al’.
4
eg
Aï.A> 1
fjaa
-'4 -
-
A .As