Plannen van Galerie Kamp en Galerie Eylders
Don Juan als romanticus die
aan zichzelf ten onder gaat
TROS maakt
zeer snelle
groei
Robert Neumann
overleden
i
Maison de Bonneterie
Om de balansopruiming
voor te bereiden
is Maison de Bonneterie op
woensdag 8 januari a.s.
gesloten.
I I
j
FANTASTISCHE VOORSTELLING VAN DE APPEL
Oostenrijks auteur
Expositie bibliofiele
uitgevers-experimenten
KUNST
DINSDAG
7
9
JANUARI
1975
Traditie voortgezet
Wisselwerking
Verguizing en roem
1
AMSTERDAM In Galerie Kamp in Amsterdam spreek ik professor
Wolfgang Hutter, een der belangrijkste vertegenwoordigers van de be
roemde Weense school van het „fantastisch realisme”. Hij heeft er een
tentoonstelling van zijn kleurenlitho’s en serigrafieën, alle gewijd aan de
„Zauberflöte” van Mozart, aanvankelijk bestemd als ontwerpen voor
decors voor die opera. Het bleek te kostbaar om ze zó uit te voeren, maar
niettemin kreeg hij er vorig jaar de Oostenrijkse staatsprijs voor. Na hem
komen de andere bekende Weners uit dezelfde school in Galerie Kamp.
Ik zou er vermoedelijk niet over schrijven, als werk van deze kunstenaars
ook niet te zien zou komen in Galerie Eylders in Zandvoort, zoals we
eerder hebben geschreven.
'1
Stag
En de meningen nu?
Professor Wolfgang Hutter
HEIN STEEHOUWER
A-
(ADVERTENTIE)
(Van onze RTV-redactie)
in
rj
een
JAN HEIJER.
„Nee”, zegt Walter Kamp, „want de
interesse van John en mij verschilt niet
veel. Hij durfde het in zijn galerie aan
met schilders als Johfra, Hermsen, Vic
tor Linford (al eerder in zijn kunste
naarscafé geëxposeerd), Frans Erkelens
en andere symbolische schilders. Dat ligt
allemaal in dezelfde lijn als mijn eigen
interesse. Het blijft er echter niet bij,
want behalve de „oude stal” breng ik er
ook nieuwe kunstenaars. Allemaal ech-
Gaat Galerie Eylders dan sterk van
inslag veranderen?
ter binnen de wijde grenzen van het
realisme, van „gewoon”, tot heel surrea
listisch”.
aan
andere
Amsterdam
Kalverstraat/Rokin
tel. 020 -62162
■H
Königin der Nacht”, is een van de
7 zwart-wit etsen van Wolfgang
Hutter, behorende in een map met
10 kleurenlitho’s (in 10 tot 27 kleuren)
en 10 bijbehorende reliëf-serigra-
fieën,, alle met de „Zauberflöte” van
Mozart als onderwerp, decors, figu
ren en scènes, die de persoonlijke
opvatting omtrent deze opera van
Hutter in beeld brengen.
centra en zijn bij ons vergeten naar de
kunst van eigen bodem te kijken, want
onze stijl is typisch Oostenrijks met
wortels tot in het symbolisme van de
vorige eeuw, maar evenzeer met invloe
den vanuit latere stijlen. Je vindt in
onze groep dan ook van allerlei invloe
den terug, maar inhoudelijk steeds ge
bonden aan het fantastische, het visio
naire, de droom of een ander mentaal
gebied. Albert Benesch, nu directeur van
de „Albertina” in Wenen schreef in 1947,
dat wij „de komische nasleep waren van
het surrealisme, dat slechts kort zou
leven”. Welnu, we zijn er nog altijd en
hebben in Wenen inmiddels een hele rij
moderne „ismen” de revue laten passe
ren, die bij het publiek allemaal geval
len zijn”.
Ik ga nu niet op de uitstekende expo
sitie zelf in. Als dit werk en dat van de
anderen in Galerie Eylders te zien zal
zijn, komt het voor bespreking in deze
kolommen natuurlijk aan de orde. We
moeten erop wachten, maar dat zal die
moeite waard zijn.
MÜNCHEN (UPI). De Oostenrijkse
schrijver Robert Neumann die tijdens
het Hitlerbewind naar Engeland uitweek
en het Britse staatsburgerschap kreeg, is
maandag op 77-jarige leeftijd in
München overleden.
Voor ik op Wolfgang Hutter terug
kom eerst iets over Galerie Eylders in
de komende tijd. Een gesprekje dus met
Walter Kamp en diens afspraken met
John Eylders, omdat hun activiteiten
bepalend zijn voor het beeldende kunst
bedrijf in Zandvoort, waar die galerie
zo’n grote plaats is gaan innemen.
En wat is de plaats van de Weners
daarin?
„Een eigen plaats, want die hebben ze
ook internationaal en hun werk zal ook
aan de Amsterdamse galerie een bepaal
de kleur geven Maar zij niet alleen,
want sommige kunstenaars van de
Zandvoortse Galerie zullen ook in Am
sterdam te zien zijn naast andere realis
ten van allerlei type. Er komt een
voortdurende wisselwerking, niet alleen
via aparte exposities, maar ook via map
pen met bijvoorbeeld grafische kunst in
beide galerieën”.
Na aanvankelijk weinig succes te heb
ben gehad, maakte de in Wenen geboren
auteur aan het eind van de jaren twin
tig naam met zijn parodieën op Duitse
collega’s. In 1933 werden zijn boeken in
Duitsland in het openbaar verband. Het
jaar daarop week hij uit naar Engeland.
Na de oorlog woonde hij verscheidene
jaren in het Zwitserse Locarno.
Hij schreef o.a. „Mit fremden Federn”
(1927), „Unter falscher Flagge” (1932),
„Die Macht” (1932), „Ein Frau hat ge-
schrien” (1938), „By the Waters of Baby
lon” (1939), „Children of Vienna” (1946),
„Die dunkle Seite des Mondes” (1959) en
„Der Tatbestand oder der gute Glaube
der Deutschen” (1965). Voorts schreef hij
enkele spelen voor de televisie en de
autobiografie „Ein leichtes Leben” (1963).
Den Haag
Gravenstraat/Buitenhof
tel. 070 - 656844
Dat deelde TROS-voorzitter mr. H- J.
Minderop maandagmiddag tijdens
nieuwjaarsbijeenkomst van het perso
neel mee. De TROS gaat dit jaar zijn
leden de kans bieden inspraak te krijgen
in de programma’s. Daartoe worden
landelijke commissies in het leven ge
roepen. Met de organisatie daarvan gaat
zich ex-directeur mr. J. M. Landré, die 1
januari met pensioen ging, bemoeien.
„Dat gaan we proberen in stand te
houden”, vertelt Walter Kamp, die erg
gevoelig is voor een dergelijk soort
overwegingen. Hij is, hoewel nu Amster
dammer, een geboren en getogen Bra
bander en hij voelt heel precies aan hoe
belangrijk een galerie „in de provincie”
kan zijn vooi’ de vaste bezoekers, ook in
een kleinere kring en vooral als er maar
één is in een dorp. Dan wordt het een
soort „Stedelijk museum”
En dan vertelt hij, dat werk van de
schilders uit de Weense school ook naar
Zandvoort komt. Niemand in Nederland
heeft het tot nu toe aangedurfd om het
internationaal bekende Weense type
„vertaling” van het surrealisme hier te
exposeren, op enkele uitzonderingen na.
het surrealisme in Parijs, maar de toen
nog heel jonge schilders kozen voor een
voortzetting van de eigen traditie van
hun land. Gütersloh, voor de Tweede
Wereldoorlog door de nazi’s als professor
„weggezuiverd”, kreeg na de oorlog zijn
functie terug en werd de stimulator van
een beweging van destijds jongeren,
eerst de genoemde vijf, daarna enkele
anderen. Behalve Hutter zijn nu ook
Hausner en Lemhden zelf professor aan
twee Weense academies en nu telt de
„school” zo ongeveer negentig aanhan
gers, heel veel jonge Oostenrijkse schil
ders niet alleen, maar ook buitenlanders,
die de Weense academies bezoeken.
HILVERSUM. De TROS heeft
1974 de grootste ledenaanwas in haar
bestaan gekend. Verleden jaar meldden
zich 108.000 nieuwe leden aan. Het
grootste deel daarvan kon na 1 oktober,
toen de TROS de A-status had gekregen,
worden ingeschreven. Eind december vo
rig jaar had de TROS in totaal zo’n
600.000 leden.
In de voorstelling van Molières stuk
door toneelgroep De Appel krijgen we
de stenen gast niet te zien. Carol Lins-
sen (Don Juan) en Peter van der Linden
(de knecht Sganarelie) mimen zijn aan
wezigheid en de belichting doet de rest.
Deze ge-mime-de scène komt niet als
met de jaren erbij gesleept. Ze wordt -
heel schrander - voorbereid door een
maaltijd, waarbij Van der Linden ons de
tafel, de gerechten en het verorberen
ervan met even kundige als komische
mime-middelen voor tovert-
Dit alles is nog een vormtechnische
oplossing, waarmee regisseur Erik Vos
ongewenste lacheffecten vermijdt door
bijvoorbeeld een marmeren beeld op te
laten marcheren zoals zo vaak gebeurt.
„Nu worden we ervan beschuldigd dat
we voortbouwen op vroegere sucessen
en dat we ongeïnspireerd schilderen om
het geld. Het is nooit goed. Veel critici
hebben jarenlang vastgezeten aan de
modestijlen uit New York en
UTRECHT (ANP). In het Centraal
Museum wordt van 22 januari tot en
met 23 februari de tentoonstelling „Ver
borgen schat geborgen” gehouden van
295 zilveren en zeven gouden munten,
die in mei 1972 bij graafwerkzaamheden
voor de nieuwbouw van de
Arntzstichting aan de Lange Nieuw-
straat in Utrecht werden opgegraven.
De vondst bevat onder andere 17 bras
penningen, geslagen door de stad
Utrecht in 1482, en een uiterst zeldzame
stuiver, door de stad geslagen volgens
een raadsbesluit van 1483. Er wordt
aangenomen, dat de schat in de nazomer
van 1483 tijdens of direct na de belege
ring van Utrecht in de grond werd
verborgen.
ling, hoewel die nogal laat is gekomen
na tentoonstellingen in Duitsland,
Frankrijk, Amerika en andere kunstcen
tra, waar hun werk door tienduizenden
is gezien.
„Een tentoonstelling in Tokio in 1971
kreeg een gigantische echo”, vertelt hij.
„Er was werk van de vijf inmiddels
„klassieke” Weners, Fuchs, Breuer,
Brauner, Lehmden en hemzelf. Dezelfde
expositie is „Das Museum des Zwanzig-
sten Jahrhunderts” in Wenen trok in
datzelfde jaar 50.000 bezoekers, een re
cord, dat zelfs Picasso in Wenen nooit
heeft gehaald”.
En hoe staan nu de Weense kunstlief
hebbers darategenover, en ook de critici
en de museumdirecteuren, is de eerste
vraag, die je als criticus stelt. En dan
krijg je het antwoord, dat ook zou
kunnen gelden voor de belangstelling
ten aanzien van Nederlandse magisch-
realisten, surrealisten en meta-realisten.
Want Wolfgang Hutter vettelt het vol
gende verhaal.
Hij is dé zoon van de beroemde Ween
se schilder, dichter en romancier Albert
Paris Gütersloh (een pseudoniem). Deze,
professor geweest aan een der Weense
kunstacademies, is in zijn jeugd ontdekt
door Gustav Klimt, de belangrijkste ver
tegenwoordiger van de Oostenrijkse Ju
gendstil en door hem opgeleid, nadat
Gütersloh aanvankelijk toneelspeler had
willen worden. Er groeide een hechte
band tussen die twee, die een halve
generatie in leeftijd verschilden. Güters
loh in zijn land beroemd om romans
in de trant van James Joyce en Musil
maar evenzeer als dichter en leraar
beeldende kunst is in 1887 geboren en
in 1973 overleden. Hij overbrugde enige
generaties en kon daardoor de „bood
schap” van Klimt bij wiens dood hij
de grafrede uitsprak doorgeven aan
zijn zoon en de andere beroemde Ween
se schilders. Ze hebben de Weense
school van het fantastisch realisme kort
na de oorlog officieel opgericht in een
tijd, waarin Oostenrijk dit type kunst
niet kende vanuit het buitenland.
Natuurlijk waren er bindingen met
Donderdag 16 januari begint
de balansopruiming van Maison de
Bonneterie. Om die voor te berei
den zijn onze huizen in Amsterdam
en Den Haag op 8 januari gesloten.
Mogen wij u er nu alvast even
op attenderen dat om praktische
redenen gedurende de opruimings-
periode betaling slechts a contant
of met betaalcheques kan geschie
den.
AMSTERDAM U kent het
einde van Don Juan? Het marme
ren grafbeeld van een ridder, die
door Don Juan is neergestoken,
komt bij Don Juan dineren en
neemt hem nadien op een kerkhof
mee naar de hel. Dat beeld (de
stenen gast) is de wrake Gods, die
de vrijdenker straft voor diens
schandelijke leven.
in dit geval nét niet kan. Maar goed,
daar is overheen te komen.
Natuurlijk is Linssen zeer geholpen
door Erik Vos en costuumontwerper
Niels Hamel. Het stuk stamt uit 1665,
maar Vos en Hamel kleden deze Don
Juan in een costuum uit begin 1800; hij
is een dandy, een toegewijd aanhanger
van de toen zo revolutionaire stroming
der Romantiek- Dat wordt benadrukt
doordat Don Juans addellijke tegenspe
lers nog gehuld zijn in de mantels,
kuitbroeken en poederpruiken van het
ancien régime- De Franse revolutie met
haar atheïstische vrijdenkerij is duide
lijk voorafgegaan.
Het is jammer dat Erik Vos verzuimt
aan te tonen, dat de vrijheid die deze
revolutie heeft verschaft niét met Don
Juan ondergaat. Maar dat ligt niet zo
zeer aan Vos, als wel aan Molière, die er
in zijn tijd niet aan toe was de vrijdenke
rij te laten zegevieren. Ook al werd zijn
stuk na de eerste opvoering prompt ver
boden, een echte voorloper van de revolu
tie kon en mocht Molière niet zijn. Het
slot van Don Juan blijft bij De Appel
daardoor een privé-aangelegenheid van
een toneelfiguur; temeer omdat Sganarel
ie in deze voorstelling niet echt boos
wordt dat hij zijn loon niet van z’n dode
meester krijgt, maar hem zelfs bedroefd
omhelst- Als Vos tot het uiterste conse
quent was geweest, dan had hij Molières
tekst moeten loslaten. Daaraan heeft hij
zich niet gewaagd; de oorspronkelijke
tekst is vrijwel geheel intact.
„Dat alles is ontstaan en gegroeid”,
vertelt Hutter, „ondanks zeer veel tegen
werking. In de late jaren veertig werden
we door de kritiek en de museum
directeuren uitgemaakt voor 'navolgers
van de Parijse school. Al gauw bleek
hun, dat we een geheel eigen richting
vertegenwoordigden. De Oostenrijkse be
volking stroomde weliswaar toe en later
kregen we onze grote successen in het
buitenland De bekende Kunstmesse in
Bazel werd in 1973 door ons zowat
beheerst”.
ROTTERDAM. (ANP) Vandaag
opent de literator Wim Zaal in de Ge
meentebibliotheek aan de Nieuwe Markt
in Rotterdam een overzichtstentoonstel
ling van het kunstzinnige pionierswerk
van de Duitse bibliofiele uitgeverij de
Eremitenpresse gedurende de afgelopen
25 jaar.
De Duitse uitgeverij werd op initiatief
van de verwoede boekenverzamelaar
Victor Otto Stomps in 1949 in Frankfort
opgericht voor experimenten in de poë
zie en de beeldende kunst. Alle werken,
waaronder vele van bekende kunste
naars, zijn van het begin af aan op een
handpers gedrukt.
De expositie is de gehele maand janu
ari te zien.
Galerie Eylders krijgt dus werk van
een aantal beroemde kunstenaars, die je
er anders zo licht niet te zien zou
krijgen. Zo denkt Walter Kamp er over
om Wolfgang Hutter in 1976 ook in
Zandvoort uit te brengen. In mei 1975
komt zeker werk van Ernst Fuchs, de
meest beroemde Wener, in Zandvoort te
hangen. Hausner, een der andere grond
leggers van de Weense school komt in
december in Amsterdam en daarna
eveneens in Zandvoort, dat bijvoorbeeld
ook grafiek te zien zal krijgen van Felix
Labisse, een van de grootste Belgische
surrealisten.
„Ik reken erop”, zegt Walter Kamp,
„dat ik ongeveer vier keer per jaar een
grote internationale kunstenaar in Zand
voort kan laten zien en daarnaast figu
ren, die er al tentoonstelden of wier
werk in dezelfde lijn ligt. Zo zullen
binnenkort Jaap Bouhuys en Nel Klaas-
sen uit Zandvorot er hun schilderijen
(van Jaap) en beelden en keramiek (van
Nel) exposeren. In april komt Axel Kre-
her er, een schilder uit Wijdenes, en
bijvoorbeeld ook Victor Linford, die de
ze zomer in de Amsterdamse galerie te
zien zal zijn.
Wolfgang Hutter vertelt daarna, in de
zelfde galerie aan de Amstel nr. 320,
waar zijn werk tot 17 januari is te zien,
blij te zijn met Nederlandse belangstel-
Scene uit Don Juan met links Carol
Linssen als Don Juan en Christine
Ewert als Elvire.
De toepassing van de mime zou een
mooigevonden siertruc zijn gebleven, als
dit middel niet een zinvalle interpretatie
van Don Juans karakter mogelijk had
gemaakt. Wat gebeurt namelijk met de
onheilspellende tekst van de stenen
gast? Het is Don Juan zélf, die deze
woorden zegt. We zien hem in trance
raken; de stenen gast spreekt met Lins-
sens stem. Daaruit kun je als toeschou
wer opmaken dat Don Juan niet alleen
zijn eigen ondergang veroorzaakt door
zijn wangedrag, maar deze ook zelf ten
uit voer legt. Hij gaat aan zichzelf tenon
der. Dat is een heel duidelijke keuze
voor de karakterontleding van deze on
verbekende theaterfiguur.
Het knappe van Carol Linssens, is, dat
hij deze verrassende interpretatie logisch
en consequent voorbereidt. Zijn Don Ju
an heeft lak aan zedelijke en religieuze
normen, maar wordt niettemin gekweld
door zichzelf. Hij is een volbloed roman
ticus met een onvolwassenen, neuroti
sche zélfvernietingsdrang. Zelden zie je
op het Nederlandse toneel zo duidelijk
het aandeel van de acteur in de her
schepping van een rol. Hinderlijk is
alleen het wazige toontje waarop Lins
sen altijd spreekt; daardoor komt met
name Don Juans opmerking dat hij niet
kan huichelen nogal gemaakt over- Wat
Ik wijd over de interpretatie van dit
stuk nogal uit, omdat je zo weinig
voorstellingen ziet, waarin het drama
turgische inzicht gelijke tred houdt met
de originele vormgeving. Bij de recente
Don Juan van de Haagse Comedie was
zoiets totaal afwezig; een misbaksel van
een voorstelling dan ook.
Don Juans lotgevallen krijgen bij De
Appel een zeer dynamische vorm; het
ritme van tekst en beweging is opzwe
pend en werkt prachtig naar de cli
maxen voor de pauze, respectievelijk
aan het slot toe. Binnen deze vormvast
heid Krijgt elke speler alle kansen eigen
dingen in te brengen. Van der Linden is
fenomenaal in onophoudelijke nuance
ring van gebaar en mimiek en vergeet
tóch niet als een gewoon mens te blij
ven spreken. Niek Pancras speelt een
domme boeren vrij er uitstekend, maar is
nog beter als de zedeprekende vader van
Don Juan. Christine Ewert maakt het
indrukwekkende waar, dat ze als bedro
gen echtgenote om het zieleheil van Don
Juan komt smeken. Geert de Jong en
Monique Smal spelen de domme gans-
jes-van-buiten met een extra-tje van
onnozele hitsigheid. Han Römer doet
zeer bekwaam een schuldeiser en Johan
Leysen maakte m houding en mimiek
een duidelijk onderscheid in de verschil
lende types die hij te spelen had. Ieder
een speelt met aanstekelijk plezier en
grote betrokkenheid bij de voorstelling-
De Appel speelt „Don Juan” tot en
met zaterdag in de Brakke Grond in
Amsterdam en op 15 januari in de
Toneelschuur te Haarlem.
Weense „fantastisch realisme”
ook in ons land introduceren
i
tJI