n
r
„Wie wii
terugvallen
op niveau
van vijfjaar
i
J
tu
■produktie niet terugdraaien
rs
Eiwitten
Stokpaardje
door Hans Rombouts
Veertig gulden
Streekroman
Bio-industrie; „We kunnen de massa
in
7.
-■1)
Als dieren zich happy
94
een
■1
ik
I
laar
en
Rijk wordt boer Graaskamp niet van
zijn activiteiten op bestuurlijk gebied.
Voor een vergadering van het landbouw
schap krijgt hij t 120, waar de onkosten
nog vanaf moeten. En voor een bijeen
komst van de milieu-commissie 40 plus
Henk Graaskamp is een autodidact
hij heeft slechts lagere landbouwschool,
ging als negentienjarige een half jaar
werken in Duitsland, las veel en ging
zich intensief met het boerenbedrijf be
zig houden, ook theoretisch en organisa
torisch. Aangezien hij ook van schrijven
„Ik erger me er wild aan. Ze hebben
het over een vleesfabriek. Maar iets wat
leeft is nooit een fabriek. Dieren leven.
En in de nieuwe methodes is dat be-
zijls
of
ien
c is
ler-
rm-
van
Je zou denken en ik had me er
eerlijk gezegd op voorbereid dat deze
boer Graaskamp een norse agrariër was,
niet vriendelijk leunend op een welrie
kende mestvork, maar de hand aan de
silohefboom om geprogrammeerd voed
sel in de kelen van de biovarkens te
storten. Maar zie: Henk Graaskamp uit
Vorden is een allervriendelijkste man
die met kennelijk plezier een jonge big
in de armen neemt en die aan het
slot van een vrij uitvoerig gesprek
opmerkt, dat hij maar weinig kunst
mest gebruikt, omdat „ik toch volop
stalmest heb”. Zijn in brieven neergeleg
de ergernis komt in hoofdzaak voort uit
het feit, dat zoveel mensen o.a. in
actiegroepen praten over zaken, waar
ze niet deskundig in zijn. Hij is beslist
wel bereid toe te geven, dat door allerlei
acties een verbetering is doorgevoerd in
de bio-industrie, de intensieve veehoude
rij of hoe het zo efficiënt mogelijk
fokken van slachtvee dan ook genoemd
wordt. Maar Graaskamp is er van over
tuigd, dat het belangrijkse argument bij
de verbeteringen (bijv, geen fokbatterij-
en van vee, zoals bij de kippen, meer
vlak boven elkaar) van economische
aard is geweest Die verbeteringen gaven
een betere produktie. Klaar. Duidelijk.
dat nu eenmaal. Als er geen controle op
de weg was, reed iedereen boven de
toegestane snelheid. Ik geloof niet dat
wij veel fatsoenlijker zijn dan de andere
landen. We moeten wel naar onze ex
port kijken. Alle woeste verhalen over
die hormonen komen uit België, waar je
in die sector inderdaad wild-west-toe-
standen had voor het gewin. Hier in
Nederland kun je rustig kalfsvlees eten”.
Maar wat te denken van het voedsel,
dat voor de bio-industrie wordt aange
voerd (met name het vismeel, de eiwit
ten). Graaskamp: Voor het grootste deel
zijn de componenten gemaakt van afval.
Vismeel wordt er al heel wat minder
gebruikt, gewoon omdat het te duur ia
geworden. Ik weet wel wat u wilt zeg
gen: de ontvising van de oceaenen dreigt
en aan de onderontwikkelde landen
wordt eiwitten onthouden. Dat vismeel-
gebruik neemt om economische redenen
dus al af. En wat de hulp aan onderont
wikkelde gebieden betreft: die landen
schieten er niets mee op, als wij hier in
Nederland minder vlees eten. Daar krij
gen zij geen hap meer door op hun bord.
Het gaat om structurele aanpak van die
hulp. Bijvoorbeeld uitwisseling van boe
renzoons van en naar die gebieden. Ik
Ten slotte dan nog het vraagstuk van
de vergiftiging van het milieu door
overtollig gebruik van kunstmest en in
secticides, waardoor de voedselketen
wordt verpest (milieubederf in de ocea
nen, het vergiftigen van plankton, van
vissen, van vogels en vervolgens aan het
einde van de keten: van de mens).
ne heb gegeven, als ze ziek waren. Zo
onmenselijk is het allemaal niet”.
Heeft Graaskamp wel eens een discus
sie gevoerd met actiegroepen?
„Nee. Ik wil dat best. Maar ze komen
nog niet naar me toe. Kijk, ik vind dat
een halve waarheid soms nog erger is
dan een hele eugen. Neem nou dat
gepraat over het gebruik van hormonen
bij de mestfokkerij. Hier in Nederland
worden pertinent geen hormonen meer
gebruikt. Iedereen is als de dood, dat
zijn hele koppel vee in beslag zou wor
den genomen. De controle is veel stren
ger geworden. De boete is hoog. Daarbij
komt dat een stuk fok vee zo’n f 1000
kost. Dan begrijpt u het wel. Die strenge
controle is er voor de export Terecht.
En iedereen heeft controle nodig. Zo is
Henk Graaskamp: „Kijk, het is tegen
woordig een stokpaardje, terug naar de
natuur. Weg met de techniek. De bio-
industrie wordt mensonterend genoemd.
Dat is het als biggen elkaar uitzuigen.
Dat moet natuurlijk nooit gebeuren.
Vandaar dat de batterijen verbeterd zijn
en de biggen langer gespeend worden. U
mag weten, dat ik mijn kalveren soms
’s nachts doorgevoerd heb met geklutste
eieren, cognac of dat ik ze soms aspiri-
onder druk in de grond drijven van
mest), luchtwassers. Ze laat op de Velu-
we een zuiveringsinstallatie bouwen
voor de afvoer van mest. Er wordt
aardig wat aan gedaan, zou je kunnen
zeggen”.
onkosten. Graaskamp heeft over dat
laatste, zeer minieme bedrag, gecorres
pondeerd met de minister. Hij kreeg als
antwoord, dat dat bedrag nu eenmaal in
een Koninklijk Besluit was vastgelegd
„Dan lijkt het me handig, als de minis
ter de salarissen van de ambtenaren ook
maar per KB vaststelt. Heeft hij geen
gedonder en spaart dat het land een
hoop geld”, sniert Graaskamp, die zich
niettemin gereed maakt om ’s middags
naar Utrecht te reizen voor een belang-
Graaskamp: „Eerlijk gezegd, lijkt me
dat ook niet mooi al die kippen zo bij
elkaar. Maar hadden de kippen en
hun bazen het vroeger zo best? De
beesten zwierven buiten, liepen allerlei
ziektes op en een groot deel werd dood
gebeten door ratten. En ’s winters legden
ze niet. Nu zijn ze zoveel mogelijk
produktief. Laten we eerlijk zijn: we
kunnen wel zeggen: we doen het niet
meer in massa. Maar ten eerste kunnen
we de klok economisch niet meer terug
draaien (er zijn nogal wat arbeidsplaat
sen mee gemoeid in Nederland met de
bio-industrie) en ten tweede: als wij het
niet doen dan doen anderen het wel”.
Dat laatste lijkt ons geen ijzersterk
argument
Henk Graaskamp blijft vriendelijk. Hij
ziet de mens eigenlijk maar als een
nietig, klein figuurtje in het kosmische
gebeuren. „Het is maar een heel klein
beetje, wat de mens aanricht. Belangrijk
vind ik dat de natuur zich altijd aan
past. Die aanpassing is enorm groot. En
ook het menselijk vernuft is geweldig.
Ik geloof niet in pessimistische visies,
zoals die van de Club van Rome bij
voorbeeld. Alles wat die heren vertellen
beredeneren ze vanuit het moment van
nu. Maar als ze het einde over 20 jaar
zouden voorspellen, moeten ze er wel
rekening mee houden, dat in die 20
jaar de techniek ook niet stil staat.
Neem de DDT. Er zijn nu veel betere en
milieu-minder-gevaarlijke stoffen. Als je
nog niet zo lang geleden voorspeld had
dat de uurlonen hoger dan 20 zouden
worden hadden ze je voor hardstikke
gek verklaard, ik wil maar zeggen:
voorspellen is een gevaarlijke zaak. Ik
ben optimistisch. Als je een half gevuld
kopje hebt kun ie zeggen: dat kopje is
half leeg. Ik zeg: het is half vol. Dat is
het verschil. „Ik zou niet graag terug
willen vallen op het niveau van vijf
jaar geleden. En de meesten niet, denk
ik. En om op die actiegroepen terug te
komen: ze hebben ook wel een nuttige
functie. Als ze maar niet steeds één kant
zouden willen zien. Als je tegenwoordig
geen sterke kreten slaakt ben je ner
gens. Vandaar ook dat ik aan het
schrijven ben geslagen”.
voelen groeien ze goed
J
Als ik het erf op rijd van boer Graaskamp is „de baas” net terug van de
markt in Doetinchem, waar hij een paar stiertjes verkocht heeft. Hij doet
de koperen ketting, waar de portefeuille volgens goed gebruik uit veilig
heidsoverwegingen aan vast zit, af. „Ik heb er een aardig prijsje voor kun
nen maken” zegt hij tevreden.
Henk Graaskamp, negenendertig jaar, is geen boer, die zich alleen
maar bepaalt tot de hectaren grond, waaruit hij zijn bestaan peurt. Hij kijkt
verder dan de hooggelegen zandakkers aan de rand van het Gelderse
Vorden. Vandaar dat je in de woonkamer een fors bevolkte boekenkast
aantreft. Vandaar dat je er de nota intensieve veehouderij van de minister
van Landbouw aan de Tweede Kamer der Staten Generaal vindt. Vandaar
dat de postbode wekelijks over het zandpad Elsevier, Accent, Vrij Neder
land, Haagse Post en Hervormd Nederland aanvoert. Vandaar ook, dat
Henk Graaskamp in oprechte ergenis vanuit zijn boerderij, die in het
prachtige Achterhoekse landschap verankerd ligt, missiven rondzendt naar
allerlei redactieburelen. In die brieven laat boer Graaskamp weten, dat hij
genoeg heeft van het overdreven gezeur van actiegroepen. Zo besluit hij
zijn laatste brandbrief: „Het zit hem niet in het al of niet een karbonade
eten of een malse biefstuk overslaan. Zaniken over bio-industrie en kunst
mest en bestrijdingsmiddelen gebruikende boeren. Dat doen ze ook in
uw belang. We werken toch al voor noppes. Dat gedram komt ons zo
langzamerhand de keel uit. We worden er kotsmisselijk van, groetend,
Henk Graaskamp”.
Henk Graaskamp neemt het niet al
leen de actiegroepen kwalijk, dat ze
over het algemeen niet ter zake kundig
zijn, maar hij verwijt ook de top van de
boerenorganisaties, dat die te ver ver
wijderd is van de boeren aan de basis en
wat die in de praktijk doen. „Het zal
wel net zoals in de andere vakbonden
zijn, veronderstel ik: de leiders spreken
amper de taal meer van hun achterban”.
Geen wonder, dat Graaskamp enkele
jaren geleden overhoop lag met die top,
omdat hij die hard aanpakte in zijn
geschriften. („Jullie zijn mensen van gis
teren”.) Nu is Henk Graaskamp zelf
bestuurslid geworden van het Land
bouwschap.
„Ze hebben me vanuit Den Haag ge
vraagd om dat te gaan doen. Inmiddels
zit ik ook in de milieu-preventi.e-com-
missie, een door de overheid ingestelde
commissie om de gevolgen van de bio-
industrie voor het milieu te bestuderen
en op te lossen. Daar merk ik ook weer:
er zitten mensen m die commissie, die er
eigenlijk wat practische boerenkennis
betreft niets van afweten. Ik weet
waar ik over praat, omdat ik zelf boer
ben en zelf in mijn gemengd bedrijf ook
aan intensieve veehouderij doe (ik heb
een tachtig fokstieren, een vijftig fok-
zeugen enz.). Die milieu-preventie-com-
missie doet goed werk. Ze probeert de
stankoverlast te voorkomen, geeft richt
lijnen over bewerking van mest, recyc
ling enz. Ze geeft stimuleringspremies
▼oor het gebruik van mestinjecteurs (het
rijke vergadering van het Landbouw
schap.
Ook in zijn eigen bedrijf is boer
Graaskamp een bezige boer. Hij is er
niet een. die zich bij de historische
aanpak van het boeren in zijn streek
neerlegt. Zo heeft hij de verbouw van
granen afgestoten, omdat die te weinig
opleveren. Hij teelt aardappelen, suiker
bieten, witlof, maar ook in grote massa
spruiten („Dat wordt hier nergens ge
daan; het loopt lekker; alleen is de
konsekwentie, dat ik ver weg naar een
veiling moet”) en aardbeien („ik heb in
de oogsttijd zo’n 120 jongens en meisjes
aan het werk voor de pluk”). Graas
kamp teelde tot voor kort mestkalveren,
maar hij is nu overgestapt op o.a. het
houden van zeugen, die het voortreffe
lijk doen, zoals we konden constateren,
want het wemelde van de biggen. Dit
jaar heeft hij 120 stieren afgeleverd.
..Die kalvermesterij blijft altijd
gok”. In het bedrijf werken behalve hij
zelf, zijn vrouw zijn schoonouders, van
wie hij de boerderij gekocht heeft, en
twee medewerkers.
hield en hij vond, dat er te weinig vanuil
de kennis van het vak zelf gepubliceerd,
werd, nam hij de schrijfmachine ter hand
en installeerde zich daarmee aan tafel.
Hij laat zijn brieven alle kanten van het
land uitwaaieren. Bovendien werkt hij
maar dat moet dan wel hoofdzakelijk
's nachts gebeuren aan een boek, een
boeren-streekroman. Dat zal er wel een
op christelijke grondslag zijn, want
Henk Graaskamp is Nederlands Her
vormd. Het harmonium is daarvan het
muzikaal sprekende bewijs. De jonge
boer is voorzitter van de zondagsschool
(„ik ben gek op verhalen vertellen en ik
kan goed met kinderen opschieten”) en
was plaatselijk bestuurslid van de AR.
„Maar ik kan niet meer achter het
landbouwbeleid van de AR staan. Ik
weet dan ook niet of ik nog op de AR
zal stemmen, hoewel ik net een actieve
organisatie vind. Daar gebeurt tenminste
iets. Daar zit leven in. Aantjes is een
sympatieke vent. Om nou op de CH te
stemmen. Nee, dat zie ik niet. Dat is
echt de partij van de vaderen. Rustig,
voortslapend.”
Er is enorm veel kritiek op de bio-
industrie, op het „on-menselijke” daar
van, en op de milienu-aantastende gevol
gen ervan. Wat vindt Henk Graaskamp
daarvan?
ben daar een voorstander van. Natuur
lijk. Met het sturen van een partij
voedsel schiet je niks op.”
paald niet slecht. In het begin ja, bij de
opkomst, van de intensieve veehouderij,
kwamen er wel eens minder gewenste
toestanden voor. Maar tegenwoordig is
dat allemaal verbeterd. Men gaat ook
altijd van excessen uit. Neem nou die
varkens, die zouden neervallen als ze
vanuit de stal naar de veewagens moe
ten lopen. Misschien is één percent van
de varkens slecht lopend. Maar ze wor
den juist gefokt op sterke poten, ge
woon, omdat dat enorm belangrijk is om
gezonde dieren te houden. Ze zijn daar
op nu net zo gefokt als op het feit, dat
varkens geen gram vet of spek meer
hebben, maar alleen vlees. De dieren
groeien uitstekend. Ik zeg maar zo:
mensen en dieren reageren in vele op
zichten hetzelfde. Als mensen zich niet
gelukkig voelen worden ze ziek. Als
dieren zich niet happy voelen dan wor
den ze ook ziek en nemen ze af in
gewicht. Kijk nu eens naar mijn dieren:
ze doen het prima”.
Maar die kippen dan die in de bio-
industrie in hun batterijen zich bijna
niet bewegen kunnen?