Dianne de Leeuw
GS-
heeft geen tijd
voor vrienden
Grote wens: via Spelen naar ijsrevue
van de schans
i
r
F
Verspringen
per dag op de schaats
uur
NEDERLAND OM KAMPIOENE TE WORDEN
NAAR
V
E
-'jl
1
Vakantie
door Fred Klaver
1
1 8
23
2 ZATERDAG
JANUARI
19 75
De vier schaatsende
gezusters Verlaan
Mondjesmaat
Planica
19 meter
I
4
L» -
ÏYH
hinii
uilI
Per wentelwiek
an:
fferte
igen
mnd
juï2
LEM
SU,
aan
niet
te
van
zeggen
?n
ik
STOPPER.
p i
«3
•lijden
ef alle
lefoon
-65 30.
69
89,72
134,58
179,45
224,31
269,18
Kunstrijdster Dianne de Leeuw heeft twee grote hobby’s: slapen en eten!
Zeven a acht uur per dag staat ze op de schaats, het gehele jaar door. En
toch gaat het nooit vervelen. Af en toe kampt ze met een kleine inzinking,
vraagt ze zich af waar ze het allemaal voor doet; het zijn die momenten
dat haar trainer weer eens tekeergaat, want „hij is nooit tevreden”. Toch
bracht diezelfde coach Doug Chapman haar vorig jaar naar een tweede
plaats bij het Europese kampioenschap terwijl ze bij het wereldkampioen
schap brons wist te behalen.
id
in
ngen
>asls,
sten.
hoger springt en dit jaar voor het eerst
een drievoudige Rittberger in haar kür
heeft opgenomen.
zou pakken, zou dat wel eens de
overstap naar de showbusiness kunnen
betekenen. Na een paar jaren ijsrevue
hoopt ze als trainster te gaan werken.
Sjoukje Dijkstra in actie tijdens het be
halen van haar Olympische titel in 1964.
Haar moeder kan de tekorten
aanvullen. Ze is schaatsjurkjes gaan
Er wordt tegenwoordig verder ge
sprongen dan een eeuw geleden, dat
zult u wel van me willen aannemen.
Maar zie, in 1913 sprong de waaghal-
zige Amerikaan Omtvedt in Ironwood
51,5 meter en dat leek toen weer 21
jaar lang het absolute einde. Totdat
in 1934 de Joegoslavische (Sloveense)
ingenieur Stanka Bloudka met zijn
stoutmoedige ontwerp van de spring-
schans van Planica kwam, waarbij
hij de natuurlijke helling een handje
hielp door middel van een houten
springschans, die in 1934 het record
van 51,5 meter meteen op 92 meter
bracht!
.8
.01
de
ig
b-
le
de
irlem,
)2502-
'ings-
ie
47,—
93,—
39,—
pijen,
kaart
ig-
ingen,
L
ü-jS
n3
a-
de
naaien en met de opbrengst van de
verkoop kan dochterlief onder meer
naar alle toernooien toevliegen. Ze
speelt geen kinderoppas meer. Ze heeft
er geen tijd meer voor omdat ze ook een
handeltje drijft in versiersels die
ter en opnieuw Gering naar 118 me
ter. Allemaal in 1941 het jaar waarin
de Duitsers Joegoslavië binnenvielen.
Ik wil gezien de ligging van Planica,
aan de Joegoslavisch-Oostenrijks-Ita-
liaanse grens, zelfs de mogelijkheid
niet uitsluiten dat zij via die spring
schans van Planica Joegoslavië bin
nenvielen
Hebt u ooit van de springschans
van Planica gehoord? Hij bevindt
zich een tweetal kilometers buiten
het Joegoslavische dorp Ratece, dicht
bij de grens met Italië Ratece heeft
een aardig kerkje met een aardig
torentje, waarin zich een aardige
kerkklok bevindt, die echt beiert als
de tijd daar is Hoe men precies weet,
dat de tijd daar is, is me niet erg
duidelijk, want de twee klokken op
het torentje zijn er op geschilderd,
Sjoukje Dijkstra en Joan Haanappel, de
grote voorbeelden van Dianne de Leeuw.
bekostigen. Momenteel wordt Dianne de
Leeuw financieel gesteund door de
KNSB en de Nederlandse Sport
Federatie. Maar dat geld is lang niet
genoeg. Drie paar schaatsschoenen
T-ir. Kosten per
jaar: vijfhonderd gulden!
cadeauverpakkingen moeten verfraaien-
Dertig dames vervaardigen
tienduizenden kunstroosjes of andere
frutsels die bij het verzamelpunt, Huize
de Leeuw, worden afgeleverd.
Allemaal activiteiten om Dianne de
Leeuw in staat te stellen mogelijk dit
jaar al Europees en wereldkampioene te
worden. De heer en mevrouw Odonk uit
Den Haag, waar Dianne altijd logeert
wanneer ze in Nederland is en die zelf
jarenlang aan ijsdansen hebben gedaan,
zeggen hierover: „Iedereen die met
kunstrijden heeft te maken is eigenlijk
gek.
Tijdens de eerste verplichte figuren
die ze op het Uithofijs neerzette, werd
duidelijk dat ze het afgelopen jaar
vooral op dat onderdeel keihard heeft
getraind. „Precies op het lijntje”, zeggen
de kenners. Toch is Dianne zelf niet zo
tevreden over haar eerste slagen op het
ijs in Nederland. Ze voelt zich nog wat
stijf, vooral in de armen. „Misschien is
het die lange vliegreis. Ik heb ook uren
met mijn bagage bij de tussenlanding in
Chicago rondgelopen. Want mijn
schaatsen draag ik altijd in een tas
mijn schouder”.
Dianne, die overigens voortreffelijk
Nederlands spreekt, wil in ieder geval
nog twee jaar schaatsen. En dan?
„Misschien bij de revue, dat lijkt me
fijn”. Indien Dianne de Leeuw de
Olympische titel in 1976 in Innsbruck
Het duurde zeven jaar, tot 1948,
voordat het wereldrecord aan de
Duitsers ontrukt kon worden door de
Zwitser Schallen, die 120 meter
sprong, opnieuw in Planica In 1950
werd voor het eerst in Oberstdorf een
wereldrecord gevestigd (de Zweed
Netzell met 135 meter) en toen duur
de het liefst elf jaar voordat een
Joegoslaaf weer verder sprong: Sli-
bar, 141 meter Maar ook weer in het
Duitse Oberstdorf. Sindsdien is het
wereldrecord steeds met mondjes
maat verbeterd: negen meter, zes me
ter, vier meter, vier meter, een meter
en vier meter Met namen die ons
dankzij de nieuwjaarswedstrijden via
de televisie nu wat vertrouwder in de
oren klinken: Wirkola, Raska, Wolf,
SteinerDe tijd van de grote
sprongen voorwaarts met 30 en 40
meter tegelijk, of zelfs maar met 15
meter (in 1950) lijkt voorgoed voorbij,
al weet je het natuurlijk nooit als er
ergens een nog snellere en nog hoge
re springschans wordt gebouwd.
In 1974 had Dianne de Leeuw ean week
vakantie. Een paar dagen op de boot van
haar trainer afgewisseld met lekker
luieren op het Californische strand. Een
weekje rust na de keiharde trainingen
van Chapman. Zo inspannend, zo op
precisie gericht (alleen een
jurywaardering van 6 is goed) dat ze
menigmaal op weg naar huis in huilen
uitbarstte. Ze had weer eens „slecht”
gereden.
Maar ze houdt van het leventje zoals
ze het nu ondergaat. Geen vriend,
vrijwel nooit uitgaan, alleen maar
schaatsen. „Het is nou eenmaal alles
voor mij” zegt ze verontschuldigend.
Haar ouders die twintig jaar geleden
emigreerden, hebben vaak „krom”
gelegen om hun dochter in staat te
stellen de top te bereiken. Moeder de
Leeuw ging aanvankelijk op kinderen
oppassen en met het verdiende geld kon
Dianne weer lessen nemen. Het salaris
van haar vader, die bij een
vliegtuigfabriek werkt, is nog steeds niet
toereikend om de dure hobby te
doenerij, om
kwakzalverij.
De angst dat de concurrentie stie
kem een likje van de zalf neemt, om
na een geduchte analyse in de staats-
laboratoria van de DDR en de USSR
over hetzelfde tovermiddel te kunnen
beschikken en dan even snel naar
beneden te roetsjen, doet nogal over
dreven aan Het is immers maar
sport? Er zijn toch geen landsbelan
gen mee gemoeid? Of wel soms? Of
erger misschien: commerciële belan
gen?
B.V.,
dak-
-arket-
rosten.
Het was de Noor B. Ruud die zover
sprong en de FIS kwam meteen in
het geweer om zulke onverantwoor
delijke verre, levensgevaarlijke
sprongen te verbieden Maar dat ging
toch niet door, en binnen twee jaar
bereikte de Oostenrijker Bradl in
Planica de magische 100-metergrens
met een sprong van 101 meter Dat
was in 1936. Daarna kroop het wereld
record langzaam omhoog, eerst tot
107 meter (Bradl, 1938), daarna tot
108 meter (de Duitser Gering, 1941),
waarna nog drie keer een Duitser in
volle oorlogstijd van de Joegoslavi
sche skischans misbruik maakte om
een wereldrecord te springen: Lahr
naar 111 meter, Kraus naar 112 me-
Het eerste wereldrecord staat op
naam van de Noor Norrheim, die in
1868 een afstand van 19 meter be
reikte en dat wereldrecord zo lang in
handen hield (45 jaar, ook een wereld
record!), dat men omstreeks de
eeuwwisseling wel gedacht moet heb
ben, dat het niet te overtreffen was.
bx|
5
tM
MM» <M
II.’.’E
Het kunstrijden van nu, zegt ze, is
nauwelijks te vergelijken met het
tijdperk waarin een Sjoukje Dijkstra
successen behaalde. Ze wil geen
vergelijking tussen haar en Sjoukje
maken, maar laat wel weten dat de
sprongen de laatste jaren aanmerkelijk
ingewikkelder meer dubbele of zelfs
drievoudige sprongen zijn geworden.
„Ik heb ook ieder jaar een nieuwe kür.
Enkele jaren geleden waren er meisjes
die wel langer met dezelfde kür bleven
rijden. Tegenwoordig zijn het allemaal
dubbelvoudige sprongen”.
De graitieuze kunstrijdster driemaal
per week volgt ze ook nog eens
balletlessen heeft geen voorkeur voor
de kür of de verplichte figuren- „Ik heb
dit jaar erg fijne kürmuziek. Chapman
heeft allerlei stukjes muziek, waaronder
speciale balletwerken, aan elkaar gelast.
En wat de verplichte figuren betreft, je
moet zorgen niet te ver achterop te
raken, anders is het met de kür niet
meer goed te maken”.
Vandaar misschien ook dat de Haagse
kunstijsbaan De Uithof haar als een
vorstin behandelt. Iedere dag is de
binnenbaan gedurende een paar uur
voor Dianne de Leeuw alleen. Het Haagse
kunstrij publiek wordt dan verzocht het
ijs te verlaten en nadat een machine de
baan heeft gepolijst kan de Amerikaanse
trainen. Maandagmorgen om zeven uur
al stond ze op het Haagse ijs om alle
facetten van haai- kür door te nemen.
Haar trainer, die eind januari bij het
Europees kampioenschap in Kopenhagen
wèl bij haar zal zijn, heeft een briefje
met oefenstof meegegeven-
Na de Highschool heeft Dianne de
Leeuw zich volledig op het kunstrijden
gestort. Dat werd in 1974 direct
duidelijk, omdat ze in dat jaar de
wereldtop binnenschaatste. De
concurrenten heeft ze dit jaar niet of
nauwelijks aan het werk gezien en
daarom ook durft ze niet te voorspellen
wat het dit jaar gaat worden. Haar
trainer en al diegenen die haar de
afgelopen maanden hebben gevolgd zijn
unaniem van mening dat Dianne de
Leeuw nog sterker is geworden; nóg
De pas negentien jaar geworden Dianne de Leeuw, die ai sinds haar
geboorte in Paramount in Californië woont, staat vlak voor haar vijfde
nationale titel. Vrijdag en zaterdag wordt het Nederlands kampioenschap
in de Jaap Eden-hal afgewerkt- Het afgelopen weekeinde is Dianne de
Leeuw in ons land aangekomen. Ze blijft tot donderdag in Den Haag om
zich op het kampioenschap voor te bereiden. Van enige strijd zal in
Amsterdam nauwelijks sprake zijn. Het charmante, zeer bescheiden kunst-
rijdstertje („de meest verlegen top-kunstrijdster in Europa” zeggen ken
nissen waar Dianne logeert) staat op eenzame hoogte in het Nederlandse
kunstrijwereldje.
Blijft natuurlijk de vraag, waar
door die Oostenrijkse ski’s opeens
sneller zijn dan die van de andere
nationaliteiten. Ander materiaal, an
dere vorm, ander glijvlak? Of sterke
re motor? Het geheim schijnt in de
„wonderzalf” te schuilen, waarmee de
ski’s worden ingevet Het glijmiddel
dat de Oostenrijkers gebruiken moet
zó geheim zijn, las ik, dat de sprin
gers zelf de ski’s pas op het laatste
moment per helikopter krijgen aan
gereikt Dat noem ik nog eens een
geheime zalf! Het gaat nog niet zo
ver dat zij de ski’s pas vanuit de
helikopter aangereikt krijgen halver
wege de sprong, zoals reuzenvliegtui
gen vanuit de lucht bijgetankt wor
den, en ik kan me ook niet voorstel
len dat zo’n wentelwiek de ski’s om
hoog brengt naar de cockpit van de
schans als de springers al klaar staan
voor een glijvlucht naar beneden
maar het blijft toch een kras staaltje
van geheimhouding en geheimzinnig-
MM». M
- M
■R m
ïooV S
S
Op nieuwjaarsdag heeft u waar
schijnlijk. na de walsen van Strauss
van de Wiener Philharmoniker, de
even sierlijke schanssprongen gezien
in Garmisch-Partenkirchen, de win
tersportplaats die door ski-insiders
met GA-PA wordt aangeduid. Niet
alleen won daar de Oostenrijker Karl
Schnabl, maar bovendien bezetten
zijn landgenoten Hans Milonic, Edi
Federer en Willi Pürstl de derde,
vierde en vijfde plaats. Alleen de Fin
Ylantila wist zich met zijn tweede
plaats tussen dit Oostenrijkse viertal
te wurmen Vanwaar die plotselinge
suprematie van de Oostenrijkers, na
enkele jaren windstilte?
Ze gleden natuurlijk op eigen ter
rein, dat is waar, maar je kan je
afvragen of zoiets veel uitmaakt bij
schansspringen, omdat het „veld”
toch iedere keer weer uit iedereens
hemel moet neerdalen. Het zou ook
kunnen, dat ze geluk hadden door
een gepast windje in de rug op het
moment dat zij sprongen, zoals je ook
bij schaatsen vaak voordeel hebt van
het moment van starten Maar in de
andere wedstrijden van de nieuw-
jaarstournee die de topspringers
maakten, eindigden de Oostenrijkers
toch ook steeds bij de versten en
voorsten En uiteraard is het nog
mogelijk, dat Oostenrijk op dit mo
ment door toevallige omstandigheden
over een handvol springers beschikt
die van topklasse is, zoals wij dat
enkele jaren geleden bij onze schaat
sers meemaakten.
Maar nee, volgens de Oostenrijkers
is deze „sprong voorwaarts" (zo-
Hoewel er weinig minder dan een
wonder moet gebeuren wil Dianne de
Leeuw de nationale titel kunstrijden
ontgaan, is de naam Verlaan ook dit
jaar de meest dominerende tijdens de
kampioenswedstrijden. De IJmuidense
kunstrij-familie is met maar liefst
vier telgen vertegenwoordigd: Sophie
(17), Annemarie (15) en Corrie (14)
bij de senioren en de 11-jarige Moni
que bij de junioren.
Vader Verlaan: „Een tweede plaats
is het hoogst bereikbare voor een van
mijn dochters. Ze rijden ook dit jaar
in het kielzog van Dianne de Leeuw.
Of ik dat een wat ontmoedigende
zaak vind? Welnee, je moet de zaken
reëel bekijken. Tegen de mogelijkhe
den die een Dianne de Leeuw in
Amerika heeft kunnen wij toch niet
op. Mijn dochters hebben allemaal
hun schoolwerk en moeten daarnaast
trainen. En vooral voor de oudste,
Sophie, is dat dit jaar een wat moei
lijke zaak. Ze zit voor het eindexa
men atheneum B en moet verschrik
kelijk hard werken. Daarom zou ik
er ook bepaald niet mijn hand voor
in het vuur willen steken wie er
tweede gaat worden, Sophie of Anne
marie. Het verschil zal erg klein
zijn’’.
inclusief de wijzers, die in beide ge
vallen eeuwig op zeven minuten over
half drie staan Planica (spreek uit:
Planietsa) heeft twee grote spring
schansen, de oude en de nieuwe. De
nieuwe is uiteraard groter en langer
dan de oude en heeft ook het meeste
recente wereldrecord in handen: 169
meter, in 1974 door Steiner uit Zwit
serland gesprongen. De waarheid ge
biedt wel te zeggen dat dezelfde af
stand ook al in 1973 in Oberstdorf
gesprongen werd door de Oostduitser
Wosipiwo.
Maar de vijf wereldrecords die
daarvóór gesprongen werden (156 me
ter door de Noor Wirkola en de
Tsjech Raska, 160 meter opnieuw
door de Noor Wirkola, 164 meter
weer door Raska en ten slotte 165
meter door de Oostduitser Wolf) wer
den allemaal in Planica, en allemaal
in 1969 verbeterd!
als de Chinese ski-medewerker Mao
Tse-toeng het eens heeft genoemd) te
danken aan snellere ski’s. Ik zag het
schansspringen in GA-PA tijdens
mijn vakantie in Joegoslavië via de
Oostenrijkse televisie, en de commen
tator zei toen, dat de Oostenrijkers
„sneller” waren dan hun concurren
ten, dus de „rand van de afgrond’’
met een grotere snelheid bereikten
dan hun concurrenten, maar toch
hoe groter de snelheid, hoe groter
ook de kans-op aen verdere sprong.
-•
S i
MiilHHmn, i
i fc- #1
g f i H