Kunst contra Chili-bewind en Film International haalt met nieuwe Ferreri topper binnen Hoge hoed voor Johan Heesters Rabani contra carnavalslied Vader Abraham „De stilte aan de andere kant van de heg” bij Globe Balans van een jeugd strak helder vorm gegeven Theater met „De nacht van Thoreau” p 'l'J- 1 u I i v; Veertig non-commerciële films in Rotterdam '3M NOORDHOLLANDS PHILHARMONISCH ORKEST NIJMEGEN Aan de techni sche problemen die aan een opvoe ring van Carlo Gozzi’s klassieke sprookjesspel „Koning Hert” vast zitten, is het te danken dat toneel groep Theater nu in plaats daarvan een modern stuk heeft uitgebracht dat anders misschien niet zo gauw aan de beurt zou zijn gekomen, hoe wel het er juist in deze tijd als het ware om schreeuwde gespeeld te worden. lis gig V W w I i 1 f SIMON KOSTER (Van onze correspondent) Ne- Nieuw stuk van Eric Schneider speelbaar maar oppervlakkig EINDHOVEN. Eric Schneider schrtftf dialogen, die traditiegterouwe toneelspe lers erg graag spelen. In zjjn nieuwste stuk, „De stilte aan de andere kant van de heg” bij Globe krygen Ann Hasekamp en Ton Lutz de kans flink uit te pakken. Elk heeft een compleet bedrijf ter be schikking voor een goed opgebouwde en afgewerkte breakdown van de artistieke zenuwleiders, die zij uitbeelden. Ann Hasekamp is een topactrice van 47 jaar, die al twee jaar vergeten in de WW zit. Ton Lutz speelt haar broer, die ooit enige verzen schreef rtiaar nü van haar geld leeft in haar huis in Toscane. De grote schoft van het stuk is de jour nalistiek, met name in de persoon van de cameraman, die voorgesteld wordt als het ongevoelige verlengstuk van zijn appa- DEN HAAG (ANP). Na het Neder landse Palestina Comité heeft ook de consul van Koeweit in ons land, de heer Rabani, zich gekeerd tegen het nieuwe carnavalslied van Vader Abraham, „wat doen we met die Arabieren hier”. Hij deed dat gisteravond op de tv in een actualiteitenrubriek. Concertgebouw Haarlem - vrijdag 24 januari 1975 20.15 uur vierde concert serie C dirigent: OTAKAR TRHLIK solisten: BERNARD BARTELINK orgel THEO BRUINS piano programma: Handel - Orgelconcert in F op. 4 no 4 Strawinsky - Concert voor .piano, blazers, pauken en contrabassen Schat - Mozaïeken voor orkest Krejci - Serenade voor orkest entrée f 5,(a.i.) c.j.p. geldig kaartverkoop en plaatsbespreken aan de kassa van het Concertgebouw, Lange Begijnestraat 13 van 10-15 uur; telefonisch 32 09 94 van 12-15 uur Van de 40 films die staan gepland, zijn er nu 27 definitief vastgelegd- Als in voorgaande jaren, staat het festival bij voorkeur open voor films, die, om hun politieke stellingname of hun ondoor- zichte kunstzinnigheid, niet de commer ciële bioscooptheaters kunnen bereiken. En dan valt er uit deze twee categorieën weer extra aandacht op de eerste daar van. Veel van die films gaan na het festival in het circuit van filmhuizen in Nederland draaien. Ook werkt Rotter dam in dit festival weer samen met Ant werpen, waar hetzelfde programma een dag later wordt vertoond. ROTTERDAM Het lijdt geen twijfel dat „Touche pas a ia femme blanche” (Blijf van die blanke vrouw af) de nieuwe film van Marco Ferreri. hoge ogen gaat gooien naar de publieke gunst op het komende (vierde) Film International Rotterdam (FIR). Er staan totaal veertig films op het programma, die allemaal in de week van 21 fe bruari tot en met 1 maart in de drie theaters van het festival (Lantaarn, Filmhuis, ’t Venster: alle in één gebouw) worden vertoond. Organisator is de Rotterdamse Kunststichting, die de eigen middelen aangevuld ziet met een subsidie van CRM. Uit het stuk blijkt vooral Schneiders angst voor de journalistiek, voor de regi stratie van echte emoties en misschien wel voor de mogelijkheid zichzelf als schrijver en toneelspeler volledig bloot te geven. Daarom misschien zijn z’n fi guren oppervlakkig; ze zijn eerder ont sproten aan z’n overspannen verbeelding dan aan de werkelijkheid. Het wereldje dat hij toont komt niet verder dan wat bladen als De Telegraaf en Story hun lezers voorhouden. Schneider zet zich bij monde van z’n hoofdpersoon zo heftig af tegen de recente ontwikkelingen in het toneel, dat ik vrees dat hij er niets van begrepen heeft. Denkt hij nu werkelijk dat iemand een groot actrice (of acteur) is, wanneer zij (of hij) in bed zelfs net kan doen of ze plezier aan sex heeft, zoals de vedette van Ann Hase kamp suggereert? Denkt Schneider echt dat vrouwen actreutels (om Ischa Meijers term te gebruiken), doofstomme teefjes of ordinaire hoeren zijn zoals uit dit stuk in het Toscaanse huis een filmfragment komt opnemen van de actrice. De oppervlakkigheid van het stuk is, dat beide hoofdfiguren nites wijzer worden van hun instorting. De enige dramati sche ontwikkeling bestaat hierin dat vrijwel iedereen in het stuk woedend reageert op die meedogenloze camera- lieden en journalisten, die breakdowns van artiesten registreren. Dat is erg in consequent van Eric Schneider, omdat ..uist de cameraman en de journalist- regisseur het mogelijk maken, dat de ac trice en haar broer zich zelf bloot geven en eindelijk helderheid in hun verleden kunnen scheppen. Dit paradoxale espect lijkt me veel zinvoller als drama dan het goedkope detectiveverb-'altje (wie ver moordde de jeugdvriend?), waar nu het stuk op uitloopt. Schneider gaat dit as pect volledig uit de weg. Hij vindt het detective-verhaal zelfs zo belangrijk, dat hij er een compleet vierde bedrijf aan toevoegt, terwijl je verwacht dat na de bekentenis van Ton Lutz het stuk afge lopen is. ratuur. Het is op zich dramatisch aardig gevonden, dat tegenover die cameraman een lieve geluidsman staat, die de beken tenis van de verknipte broer niet opge nomen blijkt te hebben op de band, maar slechts gesjirp van Toscaanse krekels. Uit West-Duitsland staat een aantal films op het programma, maar voor zover nu bekend geen nieuwe Fassbin der, anders een vaste klant op het film festival. Uit de Westduitse collectie was tot dusverre te zien „Jeder für sich und Gott gegen alle” van Werner Herzog. Het is een film over Caspar Hauser, een begin vorige eeuw in Duitsland gevon den jongeman, die jaren in een kelder had geleefd zonder praten, lopen, lezen, schrijven en wat dies meer zij te hebben geleerd. Ook al geen vrolijke „Geschich- te”, want Hauser, die niet behept is met de nodige schuld- en agressiegevoelens, kan maar moeilijk aarden. Hij sterft door moordenaarshand. Een in een do- cumentairetrant wat traag verteld ver haal. van de voor- De film van Ferreri is, zo bleek bij de voorvertoning, een ontspannen satire op de bestaande machtsverhoudingen in de wereld. Het Kapitaal, dat. samen met het Legei- op gewelddadige wijze de Bezits vorming predikt aan hen dié daar eigen lijk niet zoveel voor voelen. Ferreri heeft de uitroeiing Noordamerikaanse Indianen als beeld genomen en hij laat die strijd zich opnieuw afspelen in het hedendaagse Parijs. Lokatie: de puinhoop die de slo pers nu maken van de beroemde Hallen. Vrolijk genoeg zijn het de Indianen, die omdat ze uiteindfelijk een eenheid hebben gevormd de slag winnen, en knarsetandend zien Kapitaal en Leger hen daarna uitzwermen over Parijs. Een eenvoudige boodschap, die losjes en met overgave wordt gespeeld door een sterrenbezetting. Om een paar na men te noemen: Marcello Mastroianni (de maniakale generaal Custer), Cathari ne Deneuve (als de personificatie van „de blanke vrouw”), Michel Piccoli (als Buffalo Bill, de voorloper van de heden daagse tv-held), Ugo Tognazzi, Sergei Reggiani en Philippe Noiret. Van de rest van het programma, dat door Frank Visbeen en Huub Bals het afgelopen jaar weer overal vandaan is gesleept, springt ook de in Cannes in première gegane „Céline et Julie vont en bateau” van Jacques Rivette 'in het Thoreau was een eenling en des te meer een eenling omdat hij zijn geeste lijke strijd voerde in een zo bekrompen omgeving als het slaperige dorp Concord in de staat Massachusetts, waar nog In Rotterdam wordt deze week een Chili-manifestatie gehouden. Zogenaam de Chileense Brigades zijn voor dat doel naar Rotterdam gekomen om daar te doen, wat in Chili niet meer mag. Ze beschilderen op verscheidene plaatsen in Rotterdam muren en andere beschik bare vlakken met teksten en voorstel lingen waarmee men hoopt duidelijk te kunnen maken wat er in Chili onder het dictatoriale bewind gaande is. Op de Rotterdamse Boezemsingel verscheen gisteren deze voorstelling van „Het Chi leense Volk”. Sinds de intocht van de nazi’s in 1938 in Oostenrijk werd de cylinder in Wenen niet meer vervaardigd. De laatste fabriek in de wereld van hoge hoeden had in november vo rig jaar in Nederland op technische gronden haar poorten moeten slui ten. De installaties en de techni sche kennis voor de vervaardiging der hoofddeksels werd op korte termijn door de jonge Oostenrijkse ondernemer overgenomen. Want „De nacht van Thoreau", van de Amerikaanse toneelschrijvers Jerome Lawrence en Robert E. Lee (de laatste niet te verwarren met de gelijknamige, nog steeds vereerde Amerikaanse oor logsheld uit de vorige eeuw), behandelt hoewel in een histoisch kader kwesties die op het ogenblik in hoge mate actueel zijn: individuele vrijheid, anti-militarisme, erkenning van mensen rechten, milieubescherming, onderwijs vernieuwing. Voor al die dingen streed Henry David Thoreau (1817-1862) meer dan honderd jaar geleden, in een tijd toen in Amerika nog niemand anders zich met zulke vraagstukken bezighield. blijkt? Denkt hij werkelijk dat dichters per definitie neurotische zielepoten moe ten zijn? Ik vrees het. gezien de grote ernst waarmee hij zelf z’n stuk heeft ge registreerd. Hij gelooft zo sterk in z’n hoofdfiguren, dat hij een voortdurend hysterische ondertoon in de speeltrant van Hasekamp en Lutz niet heeft kunnen vermijden. Het is technisch erg knap wat ze doen, daar niet van en ze zijn zeer wel in staat het publiek te overtuigen dat ze echte mensen zijn. Maar of dat ook werkelijk zo is, waag ik te betwij felen. De spelers van de bijrollen zijn rusti ger in de weer, zelf binnen de ontoerei kende contouren, waarmee Schneider hun karakters schetst. Wim de Meijer speelt een rondborstige cameraman, die al te plotseling zo’n rotzak blijkt te zijn. Hetty Verhoogt is een dellerige assistente. Wim Nijholt doet z’n best op de wel erg vaag getekende joumalist-regisseur. Het ge loofwaardigst zijn nog Ans Greidanus als de geluidsman en Paula Petri als het doofstomme dienstmeisje. Geluidsdecor en belichting geven uitstekend sfeer aan het decor van Nicolaas Wijnberg, die meestal mooier werk laat zien. JAC HEIJER Hun dominerende vader was een groot acteur en derhalve de oorzaak van hun problemen. Broer en zus hadden in hun jeugd een verhouding, die verstoord werd door de intieme vriendschap tussen de broer en een zielsverwante jongeman. Die affaire speelt zich af in het verzet ten tijde van de oorlog. De jongeman wordt vermoord. De broer heeft altijd gedacht dat hij het gedaan heeft, maar bij de ont knoping blijkt de vader de moordenaar te zijn geweest. Met zo’n verleden liggen de breakdowns voor het grijpen. Ze ko- tevoorschijn als een televisieploegje oog. Men zal proberen de heer Rivette naar Nederland te halen. Net als voorgaande jaren is ook de Hongaar Ferenc Kosa weer vertegen woordigd. Ditmaal met „Sneeuw” en „Voorbij de tijd”. „Sneeuw” is een in de oorlog spelend verhaal over een soldaat, die zijn verlof gebruikt om samen met zijn grootmoeder een tocht door het bos naar een berg te maken, niet ver van het dorp waar hij woont, om zijn „gede serteerde” vader en moeder te ontmoe ten die zich daar schuilhouden. Een prachtig gefotografeerde, tragisch aflo pende film. De heer Rabani vond de woorden /discriminerend en onbehoorlijk'” nog veel te mild voor „dit ordinaire kleuter- geschrijf met rascistische en fascistische elementen”. De heer Rabani sprak van een „provocatie aan het adres van een natie met 130 miljoen mensen”. De in de studio aanwezige Vader Abra ham (Pierre Kartner) vond het alle maal niet zo erg en wees erop dat een liedje schrijven dat een hit kan worden nu eenmaal zijn werk is. van een balans, met het resultaat dat hij niet naar de eenzaamheid van Walden wil terugkeren omdat hij nu inziet dat hij daar het contact met zijn medemen sen dreigt te verliezen. Met die beslis sing, een keerpunt in Thoreau’s geestes leven, eindigt het stuk, dat de innerlijke groei naar die belangrijke beslissing voelbaar maakt zonder er al te sterk de nadruk op te leggen. In een met eenvoudige middelen door Elise Hoomans helder en strak geregis seerde opvoering, waarvoor Frank Ra vens decor en kostuums eveneens uit munten door effectvolle eenvoud, kwa men de bedoelingen van de schrijvers voortreffelijk tot hun recht. Arthur Bo ni gaf een fascinerende vertolking van de centrale figuur, een geweldig zware rol zowel van omvang (hij is de hele avond geen ogenblik van het toneel weg) als van intensiteit en tevens döor de scala van stemmingen en leeftijden, want de jeugdige en de volwassen Tho reau, de vrolijkheid uitstralende natuur vriend en de verbeten opstandeling wis selen elkaar voortdurend af, waarbij Bo ni toch de hoofdlijn van het karakter nergens verloren liet gaan. Hij kreeg daarbij uitstekend tegenspel van Frans Vorstman als de ietwat plechtstatige en ijdele Emerson, die wel in Thoreau gelooft maar hem niet durft te volgen. Goede rollen waren er ook van Jan van Eijndthoven als de gemoede lijke bajesklant Bailey, Anita Menist als Thoreau’s moeder, Andy Daal als zijn broer, Pauline van Rhenen als mevrouw Emerson, Bea Meulman als het dorps meisje Ellen Sewell, Jan Gorissen als een opgeblazen diaken en Jan Verhoe ven als een welwillende vertegenwoordi ger van het gezag. Stuk en opvoering verdienden beide volledig de langdurige bijval waarmee de première zaterdagavond in de Nij meegse schouwburg werd ontvangen. WENEN (DPA). De Nederlandse zanger en acteur Johannes Hees ters, tot wiens beroepskleding de hoge hoed reeds lang behoort, heeft maandag in Wenen het eerste exemplaar van dit status-symbool ontvangen uit handen van de hui dige Oostenrijkse fabrikant Carl F. Habig, die de produktie van deze hoofddeksels kortgeleden van derland heeft overgenomen. De Amsterdamse psycholoog Henk Jurriaans staat vanaf zaterdag jl. tot en met 9 fe bruari als „kunstobject" ten toon in het Amsterdamse Stedelijk Museum. Dat doet hij enige uren per dag tegen een flinke vergoeding. Hij vaagt daarmee de grens tus sen „natuur" en kunst uit, door zich als uniek object ten toon te stellen alsof hij een kunstwerk is. Hij maakt daarmee de stap, die de Amerikaanse hyper-realisten nog net niet hebben gedaan. Die stellen volmaakt natuurgetrouwe afgietsels van hun modellen ten toon. Hier is het model dus zelf hyper-realistisch aanwezig. Natuurlijk trekt hij veel bekijks, ook van schilders, die hem hier op hun doeken vereeuwigen, daarmee gedachten oproepend over de vraag waar de grenzen van de kunst eigenlijk liggen. De belangstelling van het publiek is uiteraard geheel anders. Dat komt „op het geintje af", het vergaapt zich aan Henk Jurriaans, zoals onze voorouders een „tableau vivant" meemaakten, een groepje lieden dat toneelmatig, maar stilstaand en zwijgend een (meestal historische) situatie in beeld brachten. De actie van Henk Jurriaans is daar in feite een voortzetting van. tegen Indianen werd gevochten en de slavernij nog niet was afgeschaft. In die omgeving en in die tijd was er een enorme moed voor nodig, openlijk in woord en geschrift te pleiten voor burgerlijke ongehoorzaamheid, voor ras sengelijkheid en voor geweldloos verzet tegen autoritaire wetten. Thoreau, een man van zeer hoge intel ligentie, bezat die moed en trok de consequenties uit zijn opvattingen niet alleen als schrijver en spreker maar ook door zijn nonconformistisch gedrag. Dat bracht hem uiteindelijk in conflict met zijn beroemde leermeester en dorpsge noot, de filosoof Emerson, tegen wie hij hoog opzag tot hij merkte dat Emerson wel in theorie maar ’niet in de praktijk aan zijn kant stond. Het bracht hem natuurlijk ook in conflict met de plaat selijke autoriteiten; zodat hij tenslotte een nacht in de dorpsgevangenis van Concord moest doorbrengen. Het stuk van Lawrence en Lee speelt gedurende die nacht in de gevangenis, niet in realistische zin maar als een mengeling van werkelijkheid, droom en bezinning. Thoreau herbeleeft tal van momenten uit zijn jeugd, uit zijn korte periode als schoolmeester, uit de jaren dat hij bij Emerson in huis was, uit zijn huiselijk leven met moeder en broer, en uit de twee jaar van zijn kluizenaar schap in een zelfgebouwde hut aan de rand van de bosvijver Walden. Dat alles trekt in flitsen aan hem voorbij, afge- wisseld door gesprekken met zijn primi tieve celmakker, de landloper Bailey, die van hem leert hoe hij zijn naam moet schrijven. Een dramatische handeling in de ge bruikelijke zin heeft het stuk niet, maar die knap gecomponeerde opeenvolging van korte scènes uit het leven en de gedachtenwereld van Thoreau is, ook door de afwisseling van ernst en humor, buitengewoon boeiend. Voor Thoreau zelf betekent deze terugblik op de eerste dertig jaar van zijn leven het opmaken I Ui X

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 11