Loeki Knol begint H. na vijf jaar weer helemaal opnieuw Programma’s voor kinderen vaak te kinderachtig Walter Kempowski: boeiend in 1 a We hebben 't niet geweten" r 11' I Ik kan het NAUWKEURIG BEELD VAN DUITSLAND IN DE OORLOGSJAREN door Ceos Straus geen seconde zonder muziek stellen Grote familie Niet geëxalteerd Jazz-etiket ZATERDAG 25 JANUARI 1975 a iiiiimimimiimiiiiiiimiiiimimiimi iiiimiiiiiiimmiiiiiiiiimiiiiiiiimiiiiii dc ANNE BRANDENBURG di Zz LOEKI KNOL, zangeres en acterend in de televisie-kinderserie Kunt u me de weg naar Hameien vertellen, meneer? zit nu zo’n vijf jaar in het vak. Ze won verschillende talentenjachten, werd ontdekt in het Cabaret der Onbekenden en verwierf al in 1971 de Zilveren Harp van Conamus. Een platenmaatschappij uit Arnhem gaf een grammofoonplaat van haar uit en ze trad op in ontelbare concerten. Desondanks heeft ze op het ogenblik het gevoel dat ze nog helemaal aan het begin van een (nieuwe) loopbaan staat. DE DUITSE LITERATUUR wordt weer realistischer. De schrijvers keren terug tot beschrijvingen van de werkelijkheid. De schrijver bij uit stek, waarmee bovenstaande bewering kan worden bewezen, is natuurlijk de Oostenrijker Peter Handke, die van taalexperimenten (o.a. het toneel stuk „Publikumsbeschimpfung”) komt tot de ontroerende beschrijving van de zelfmoord van zijn moeder in „Ongezocht ongeluk”. Heinrich BöU schrijft in „De verloren eer van Katharina Blum” (inmiddels vertaald en in onze krant besproken) een boekje waarin allereerst feiten centraal staan. Ook Uwe Johnson tracht steeds meer de werkelijkheid te vangen in de meesterlijke trilogie over het leven van Gesine Cresspahl. (Suhrkamp, Frankfurt) Siegfried Lenz, duidelijk van het tweede plan, is altijd een technisch knap realist geweest. '©Bh z 5 - MM het GÜNTHER GRASS Scène uit Hameien met Loeki Knol tussen Will van Seist en Ah Hofstede in. Fi tapijten en complete metamorfoses: mensen die in de huid van anderen kruipen. Dat heeft niets meer met het dagelijks leven te maken. Dat is ook juist het spannende voor kinderen.” Hoe, denkt ze, dat Hameien op het jeugdige publiek overkomt? „Ik geloof dat ze het erg spannend vinden. En wat ze niet helemaal begrijpen, dat vullen ze zelf wel aan. Het is inderdaad misschien ingewikkeld, maar ik geloof dat de kinderen er altijd uitkomen. Ik merk het aan de kinderen die hier aan de deur komen bellen om me de afloop van het verhaal te vertellen, althans zoals zij denken dat het zal aflopen. Ook volwassenen kijken trouwens veel, die vinden het te gek hoor wat er gebeurt. Voor Loeki Knol is het duidelijk. Haar toekomst ligt niet op toneelgebied, maar in de muziek. „Daar heb ik het gevoel van dat ik het kan, het is het beste waarin ik me kan uitdrukken. Het klinkt theatraal, maar ik zou ’t geen seconde zonder muziek kunnen stellen.” H< on gr to st 141 hu va on ke tal en rai mi pe en scl VI ze m fit sn lop dei kw bra gei kaï zÜr ton Ha dat onl >1 Ai vl b< ik er to sc m Vv Zc a> I zet ka: na vai ve: we vo ne: ve: de va ga do He ning uitv in t vlier RAI den de t ding idee maa ■verl klas lich telij dell van het vroi mat V moe pak kun opp o.a. Hoe gedraagt dit gezin zich nu in deze kritieke periode? De oorlog is steeds op de achtergrond van de handeling aanwe zig, maar men tracht het leven te ver volgen zonder zich door oorlogshande lingen te laten beïnvloeden. Tieners draaien hun grammofoonplaten net als altijd. (Kempowski heeft tientallen song- in dat gedoe. In de laatste oorlogsmaan- I den maakt hij, tenslotte toch ingescha- I keld als koerier, enige tochten door I Duitsland. Ook weer kenmerkend: Zijn I moeder laat hem zonder enig protest I vertrekken, terwijl ze toch had kunnen I weten, dat haar zoon voortdurend in I levensgevaar verkeerde op die volstrekt nutteloze tochten. Uitgezonderd de jeugdige acteurtjes doen er veel beroepsmensen in Hameien mee. „Ik probeer mijn teksten van tevoren zo goed mogelijk te leren om daarmee de aanwijzigingen van de regisseur (Tineke Roeffen) tijdens de opnamen zo volledig te kunnen opvolgen. Het is voor mij belangrijk me goed aan te passen aan de beroepsacteurs. Hameien is vaak een wreed sprookje, „niet een lieflijk roze wereldje dat ons wordt voorgeschoteld. Rob de Nijs en ik, Bertram Bierenbroodspot en zijn verloofde, zijn het voornamelijk die daar tegen op moeten komen.” Ik was me in het begin erg bewust van mijn armen en benen, ik ervoer het allemaal als erg onlogisch. Ik was zo verlegen met m’n eigen figuur dat ik het acteren heel erg moeilijk vond. Door de goede sfeer is het beter geworden, ik heb ik in deze drie jaar veel geleerd. Ik probeer altijd een beetje naturel over te komen en niet geëxalteerd.” Na een bombardement ergert de moe der zich mateloos, dat de cognac uit de kelder gestolen is. Hoe meer het einde van de oorlog in zicht komt,des te groter wordt de chaos. Walter ouder wor dend ziet kans door een opvallende haardos en andere niet-germaanse uiter lijke attributen zich aan de Hitlerjugend te onttrekken. Niet omdat hij principieel tegen is, maar omdat hij geen zin heeft verheugen, reden voor de KRO om de nieuwe serie niet langer meer een keer per maand uit te zenden, maar nu elke zaterdagavond. Een nieuwe serie afleveringen (20 in totaal), maar, aldus Loeki, het idee is hetzelfde gebleven. „De meest gekke toestanden hebben in Hameien plaats. Het wordt ook steeds bizarrer. Er komen luchtgeesten aan te pas, zwevende Loeki doet Hameien nu voor het derde seizoen. „Er is een erg goede sfeer tussen de acteurs en de kinderen onderling. We worden steeds meer één grote familie, de band wordt veel hechter.” Jij noemt het nu een kinderprogramma, maar ik vind dat je er toch niet sterk van moet uitgaan dat het voor kinderen-alleen bestemd is. Er zijn veel kinderprogramma’s waar te veel rekening wordt gehouden met het kind en dat op een kinderachtige manier. Ik vind dat fout, ze voelen zich gauw voor het lapje gehouden. Hoe? Door het gebruik van verkleinwoorden bijvoorbeeld en de wijze van toespreken op de manier zoals kinderen dat zelf doen. Daar trappen ze echt niet in. Kinderprogramma’s moeten gewoon een volwassen opzet krijgen. Kinderen begrijpen zoveel tegenwoordig. Ik dacht dat een kind wel kind moet blijven, maar ze zijn snel volwassen tegenwoordig.” Ze komt fel uit de hoek als ’t er om gaat dat een deel van het publiek haar een jazz-etiket heeft opgeplakt. „Dat is nou echt Hollands hè, je zal en je moet een etiket opgeplakt krijgen. Ik ben nooit jazz-zangeres geweest, wel heb ik jazzy gezongen. Het Zuid-Amerikaanse repertoire, Sergio Mendes bijvoorbeeld, dat heeft me wel goed gelegen. Als ik een jazzcarrière had willen opbouwen, zou het me niet gelukt zijn, denk ik. Al breng ik wel graag ballads en evergreens, dat ligt me uitstekend.” Loeki wil graag kwijt dat ze een grote waardering heeft voor Cleo Laine, ook een zangeres die aan haar jazz-etiket heeft weten ontsnappen. „Ze heeft alleen al zo’n ontzettend intelligent uiterlijk en bovendien een boeiende stem van vier oktaven breed. Veel mensen die technisch goed zijn, missen vaak emotie, maar bij Cleo Laine vind je een enorme harmonie. Toen ze laatst in ons land was, ben ik haar voortdurend achterna gereisd om drie concerten te kunnen horen. Cleo Laine, dat is het wel voor mij!” Naast haar zingen, acteert Loeki Knol met bijzonder veel plezier in „Hameien.” De serie mag zich in grote populariteit Over de rol van Lidwientje Walg vertelt Loeki: „Het is een ongecompliceerd, spontaan wezentje, hé. Een kwikzilverachtig typetje. Wel een lekkere drol geloof ik! Maar ik zie mezelf niet als actrice zitten, ik geloof niet dat dat mijn sterkste punt is. Misschien zou ik meer moeten doen om te zien of er een carrière in zit, maar dat ben ik voorlopig niet van plan. Ik ben echt niet zo’n licht op acteergebied. Al is dat moeilijk te zeggen van jezelf, want ik merk wel dat ik heel anders op de mensen overkom dan ik zelf denk.” teksten uit die dagen door de tekst gestrooid, dit verlevendigt de roman enorm!). De vader wordt voor actieve dienst opgeroepen, maar ook hij spreekt bij zijn steeds schaarser wordende be zoeken thuis niet over zijn ervaringen als soldaat. Het enige wat de jongen Walter als waarnemer bijblijft zijn zijn moeders woorden „En dat met die tandartsweduwe moet nu maar eens uit zijn.” In „We hebben ’t niet geweten” gaat het om het gezin Kempowski, wonend in Rostock, en om hun ervaringen in de oorlogsjaren 1939-1945. Walter, de jong ste zoon, is negen jaar oud bij het uitbreken van de oorlog, hij is de eigen lijke verteller. De vader is reder, hij bezit enige kleine vrachtschepen, het gezin kan zich redelijk ruim bewegen. De Kempowski’s worden op verschillen de manieren (soms zeer humoristisch) als burgerlijk voorgesteld. Zij hangen aan huis en inboedel, hebben vaste ge woonten en beschikken vooral over een grote voorraad gevleugelde woorden. Kempowski is lang niet de eerste ge weest Theodor Fontane en Thomas Mann gingen hem voor die uit dit stijlmiddel hanteert, maar hij doet het wel effectief: „Wie het laatst aan de ontbijttafel kwam, werd „Aha, de zon gaat op” toegeroepen. Die moest lang naar zijn broodjes zoeken, die „heet, koud!” ergens verstopt waren (meest - al op de schoot van mijn moeder). „Wie te laat is, vindt de hond in de pot.” beslissing die zij heeft genomen met betrekking tot haar repertoire. Ze is van plan om zich in de komende tijd helemaal te gaan toeleggen op het Nederlandse lied. In haar met overwegend natuurmateriaal ingerichte huisje in een stille buurt in Naarden, vertelt ze: „Ik deed gewoon teveel van alles wat. Mijn repertoire bestond uit Engels, Nederlands en zelfs Frans liep er tussen door. Tweeënhalf jaar geleden is er een plaat van me uitgekomen met een maar liefst viertalig repertoire. Ik ben dat niet verstandig gaan vinden, je kan je toch beter aan één genre houden. Ik heb daarom een half jaar geleden de definitieve beslissing genomen om me geheel op het Nederlands te gaan toeleggen. Ik kreeg veel optredens aangeboden, zodat ik geen tijd heb gehad om een nieuw repertoire op te bouwen. Daarom is het een tijdje stil geweest. Ik ben nu weer druk bezig met nieuwe teksten en muziekjes, allemaal van eigen bodem.” Nieuw is geen overdreven woord wanneer je Loeki’s Nederlandse repertoire hoort. Ze is in een vergevorderd stadium in onderhandeling met een nieuwe platenmaatschappij, die haar graag een plaat wil bieden met haar liedjes. Liedjes die bijzonder sterke teksten hebben en daarom ver boven het gangbare genre van de „luisterliedjes” uitsteken. Wat het muzikale gedeelte betreft: ze heeft haar jazz-achtige karakter geheel verloren. De arrangementen zijn eenvoudiger geworden, meer recht-toe recht-aan met een beat-achtige sound. „Ik vind dit repertoire lekker breed en vol, echt zalig. Ik kan nu eindelijk ook mijn stem gebruiken, dat mocht niet eens gebeuren op de vorige plaat. Ook de begeleiding is lekker simpel opgezet. Voor het combo is dat prettig werken.” Het Nederlandse repertoire, vindt Loeki, wordt momenteel in ere hersteld. „En waarom zou Nederlands in de muziek niet kunnen? Elke taal kan poëtisch klinken, al kan het Nederlands vrij hard op een buitenlander overkomen.” De vertaling van J. Liefrink loopt goed. Maar de gevoelsmatig veel te zwaar geladen Nederlandse titel „We hebben ’t niet geweten” is een misser voor het oorspronkelijke „Tadellöser Wolff”. Een gevoel dat ontstaan is tijdens het afgelopen half jaar, waarin het opvallend stil rond het zangeresje is geweest. Oorzaak is de ingrijpende Walter Kempowski gaat het eveneens in de eerste plaats om de mededeling van feiten in zijn zeer boeiende roman „We hebben ’t niet geweten” Standaard uitgeverij, Antwerpen en P. N. van Kampen Zoon, Amsterdam). De on dertitel van het boek luidt „een burger lijke roman”. Thema is het leven van een doorsnee Duits gezin tijdens de Tweede Wereldoorlog. Wat Kempowski met deze roman beoogt, is een onderzoek naar de burger pur sang, die wat er ook om hem heen gebeurt zijn leefgewoontes en handelingen handhaaft. Het lijkt mij toe, dat „het burgerlijke” (en de strijd er tegen) een typisch Duits en misschien ook wel Nederlands trauma is. In de Engelse en Franse literatuur treft men dit onderwerp naar ik dacht minder aan. De roman biedt heerlijk leesvoer om twee redenen: hij levert een zeer nauw keurig beeld van die al weer historische periode én hij levert een analyse van onze eigen manier van leven; soms houdt Kempowski ons een lachspiegel voor, want aan de burgerlijkheid ontko men wij nu eenmaal geen van allen, hoewel ons wordt voorgehouden dat we excessen moeten trachten te vermijden. Kempowski heeft in een interview ge zegd, dat hij géén oorlogsroman heeft willen schrijven „want dingen zoals het front of ook de ervaringen in een con centratiekamp zijn niet het thema van een boek, dat in de oorlog speelt, hoe vreemd dit ook mag klinken. Want de eigenlijke kennis over de samenhang van de oorlog vernemen we toch nu pas. In de oorlog heeft men de bommen gehoord, maar wat zich eigenlijk af speelde, was voor de gewone man im mers niet zichtbaar.” (Citaat uit een interview, opgenomen in een nummer van het tijdschrift Deutsche Bücher, uitgegeven bij van Gorcum. Assen) De diepgang van Günther Gras’ „Blik ken trommel” mist Kempowski, en ver gelijking met een meesterwerk is nu eenmaal een onrechtvaardige zaak. Toch is dit vergelijkingsobject niet helemaal uit de lucht gegrepen, er is verwant schap in sfeer in de beide beschreven steden, Danzig en Rostock- In beide gevallen is een jongen het medium, waarvan de schrijver zich bedient. Walter Kempowski is in 1929 in Ros tock geboren, zat na de oorlog acht jaar gevangen in de D.D.R. op beschuldiging van spionage. Hij woont nu als onder wijzer in Noord-Duitsland. In een inter view met „Akzente” (Zeitschrift für Li- teratur) zegt hij, dat hij voor deze autobiografische roman verschillende authentieke bronnen heeft gebruikt, o.a. een nauwkeurige levensbeschrijving van zijn moeder, brieven van tijdgenoten uit de jaren 1945-1948, veel bandmateriaal van zijn broer en een zeer omvangrijke documentatie, verzameld tijdens de oor logsjaren en de jaren daarna. De woor den op de achterflap van de Nederland se uitgave zijn dan ook volkomen te recht: „Met een tot nu toe niet bekende diepte en minutieuze precisie heeft Kempowski de burgerlijke realiteit tij dens het nationaal-socialisme microsco pisch geschilderd.” O r, s X - --

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 20