Van oorlogscorrespondent tot IOC-voorzitter je Lord Killanin heeft tijd nodig el Hoe stop je strafschoppen je II I.) nes jiri „Geen spijt van „Montreal” Bestuderen door Theo Klein Bedreiging Politiek ZATERDAG 1 FEBRUARI 1975 Voor Plakboek Frank Swift 11 3| ag kn aap Toen tweeëneenhalf jaar geleden Michael Morris Killanin gekozen werd als opvolger van Avery Brundage, ging er een zucht van verlichting door de rijen der vernieuwers, van hen die gedurende de langdurige heerschappij van de oude Amerikaan tevergeefs hadden geprobeerd de antieke Olympische regels aan te passen aan deze tijd. Baron Killanin, ervaren zakenman en kundig bestuurder, leek de aangewezen figuur om het evolutieproces te versnellen. Daarom ook verwierf de omvangrijke Ier de meerderheid in zijn strijd met de Franse kandidaat graaf De Beaumont, die ondanks zijn kostbare „verkiezingstournee” met ruim verschil werd verslagen. Inmiddels heeft Killanin tweeëneenhalf jaar de tijd gehad om zijn reputatie te bevestigen. Ingrijpende wijzigingen heeft hij in die periode niet tot stand gebracht E i I afde JAN VAN BEVEREN EDDY PIETERS GRAAFLAND te STOPPER - O I :chten lalda- onre Haai oor ji i die teiten i aan- e mo- wet- aatige manier vergrootte ik weer de kans dat een strafschop er in ieder geval niet in ging”. Weet je nog welke hoek dat was, vroeg ik Eddy P. G. „Natuurlijk, de linkerhoek, van mij uit gezien”. Jan van Beveren keek ervan op, dat Eddy Pieters Graafland een pe- hartje maar nten ierd. sen tv erkf gint, n zooroi onder vlO-T m kon an. ht graag de Jé iderer maan 75,— erste at twa >amen n aan widen) gings- Maar ook die rust en zekerheid die hij uitstraalt speelde vroeger al een rol bij het stoppen van penalty’s. „Een keeper heeft normaal geen kans bij een penalty’’, zei Eddy P.G. tegen me. „Dat houdt dus ook in dat hij nooit een fout kan maken. Zelfs als hij over de bal heenduikt, wordt er toch nog gezegd en gedacht dat de bal te hard was of van te dichtbij geschoten werd. Maar de nemer van de strafschop kan wel tien fouten maken. Hij kan over de lat schieten, of te zacht, of naast het doel, of tegen de linker- of rechterpaal,, of recht in de handen van de keeper. ische) it in Dezer dagen staat Michael Morris, derde baron van Killanin, voortdu rend in contact met Montreal, om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen bij de voorbereidin gen van de Olympische Spelen. Voor de zestigjarige Ier is het dreigende Canadese debacle de eerste grote vuurproef sinds zijn aanvaarding van het IOC-voorzittersambt. Voor lord Killanin vormde zijn uitverkiezing tot eerste man van het IOC de bekoring van een glansrijke carrière in de internationale sportorganisatie, waar aan hij op 36-jarige leeftijd begon als voorzitter van het Ierse Olympisch Comité. In ’52 maakte hij zijn entree in het Jan van Beveren zei dat het niet uit te leggen was, maar dat hij inder daad ook het gevoel had dat hij vaker de verkeerde kant uiting dan de goede. „Misschien komt het omdat wij bij PSV niet zoveel penalty’s tegen krijgen. Het verschilt ook per wed strijd. Je hebt wedstrijden waarin je gegarandeerd de goede hoek in gaat, dat zijn die wedstrijden waarin je veel werk te doen krijgt en goed speelt. Krijg je dan aan het eind van zo'n wedstrijd een penalty tegen, dan pak je in 75 procent van de gevallen de goede hoek”. Wijlen Frank Swift, keeper van Manchester City en van het Engelse elftal tot 1950, had net als Eddy Pieters Graafland de gewoonte met een na een wedstrijd alle eigenaar digheden van zijn tegenstanders te noteren: of iemand by voorkeur rechts of links schoot, van buiten het straf schopgebied of niet, vanuit welke po sitie hij het liefst schoot, enzovoort. Voordat hij zaterdags naar een wed strijd ging, raadpleegde hij zijn noti ties over de spelers die hij die dag zou ontmoeten en hij meende dat hij daar veel gemak van had. Ik vraag me af of veel profs (of anders hun trainers) zich tegenwoordig nog op een derge lijk professionele manier voorberei den. Om de waarheid te zeggen, be twijfel ik het sterk. IOC, werd in ’66 gekozen tot chef van het protocol en trad vervolgens op als voorzitter van de commissie voor pers en publiciteit. In ’68 werd hij vice-voorzitter en vier jaar later leider van de internationale Olympi sche beweging. Killanin genoot zijn schoolopleiding in Eton, Cambridge en Parijs, waar hij letteren studeerde. In ’35 begon hij als verslaggever van de Daily Express, waarvoor hij onder andere als oorlogscorrespondent in China optrad. In de Tweede Wereld oorlog was hij vrijwilliger in het Britse leger. Tussen die drukke werkzaamheden door schreef hij enkele boeken: „Four Days”, „Sir Godfrey Kneller” of krantefoto’s kon hij precies note ren wie voor welke club de straf schop nam en in welke hoek hij schoot. Bovendien noteerde hij in welk gedeelte van de wedstrijd de penalty genomen was, gezien het feit dat iedere strafschopnemer zijn ster ke hoek heeft. „Is het vijf minuten voor de tijd bij de stand 0-0 in een stadion met 60.000 mensen, dan zal de man die de strafschop moet nemen alleen in zijn sterkste hoek durven schieten. In zo’n geval wist ik zeker waar de bal terecht zou komen”. Eddy Pieters Graafland gaf me, uit het leven gegrepen, een voorbeeld. Hij kwam toevallig bij een schoenfa brikant Daan Schrijvers tegen in de week waarin Feyenoord bij PSV op bezoek moest. „Ik zei toen tegen hem: „Daan, als jullie nou zondag een penalty te nemen krijgen, neem jij hem dan niet, want ik laat je voor aap staan!” Inderdaad kreeg PSV die zondag een strafschop toegekend, en Daan Schrijvers kwam met veel bra voure van achteren toelopen om hem te nemen. „Dus wat doe ik? Ik liep uit m’n doel naar hem toe en zei: Daan, doe het nou niet, ik laat je echt voor aap staan voor je eigen publiek. Ik wist toen zeker dat ik die bal zou stoppen, ik wist ook in welke hoek hij hem zou knallen om geen risico’s te nemen. Dat deed hij dan ook en ik dook de bal eruit”. nalty-plakboek had bijgehouden. Hij zelf had er geen: van de meeste spelers weet je het wel, zei hij. Hij herinnerde zelfs aan die bekerwed strijd tegen Feyenoord, toen hij steeds in de verkeerde hoek lag. Dat kwam omdat Vos, Schneider en Israel (die hij zich nog herinnerde) aldoor de andere hoek uitkozen dan de hoek die hij zich als hun „sterkste hoek” herinnerde. Hetzelfde was het geval met Lex Schoenmaker, afgelopen zondag. „Het was voor Feyenoord de aansluitingstreffer, dus ik verwachtte dat hij in zijn sterkste hoek zou schieten. Dat is dus mijn rechterhoek en zijn linkerhoek. Maar hij nam toch de andere hoek. Dat weet hij allemaal en hij beseft dat des te meer als die penalty be slissend is voor een voorsprong of een gelijkmaker, of doordat het vlak voor tijd is. Dat idee dat ik niets verliezen had en hij alles, probeerde ik zoveel mogelijk uit te stralen, en dat had dan vaak tot gevolg dat de nemer de bal scherper in de hoek plaatste (waardoor hij naast ging of tegen de paal) of dat hij harder schoot dan gewoonlijk, maar daar door ook onzuiverder. Ook op die kans van 50 percent zelfs nog vergro ten als hij de statistieken raadpleegt, waaruit zou kunnen blijken dat bij voorbeeld 70 percent van de straf schoppen in de linkerhoek geplaatst worden gezien vanaf de penaltystip), en 30 percent in de rechterhoek. Ik ken de werkelijke cijfers niet, die 70 percent in de linkerhoek is puur hypothetisch, maar stel dat dat getal juist is, dan heeft de keeper die consequent en blindelings altijd naar die meest bedreigde hoek uitvalt, toch al gauw de kans dat hij van elke twee strafschoppen er eentje stopt. willen organiseren, dan moeten we het weer doen op de oude Griekse manier. Daar mochten alleen mensen van één nationaliteit (Grieken) mee doen, dus moeilijkheden met vlaggen en volksliederen had je al niet; het waren allemaal profs, dus geen gehar rewar met de amateurregel en geen discussies over het aantal strepen op de schoenen van de atleten. Als je de grote rust en zekerheid ziet waarmee Eddy Pieters Graafland bij het mini-voetbal het doel van Rotter dam Ahoy verdedigt (hij straalt een bepaald soort superioriteit uit, waar door je het gevoel krijgt dat die bal er domweg niet in kan), begrijp je beter hoe het kwam dat hij als keeper van Ajax, Feyenoord en het Nederlands elftal verhoudingsgewijs veel strafschoppen stopte. Dat idee althans lag ergens op de rommelzolder van mijn geheugen verborgen en bleek wel juist te zijn toen ik hem erover opbelde. Hij vertelde me dat hij altijd een neel plakboek had bij gehouden waarin hij optekende of inplakte op welke manier de penal ty’s genomen werden in de competi tie. Aan de hand van televisiebeelden Los Angeles of Moskou (twee tegen kandidaten van Montreal bij de keuze voor 1976, red.) dan waren we die moeilijkheden helemaal niet tegenge komen, omdat die steden al over een uitgebreide accommodatie beschik ken.” Waarmee hij overigens niet wil beweren dat het huidige systeem om de Spelen aan één stad toe te wijzen, in plaats van aan een land of een groep van landen, ideaal is. Ik wist dat het zou gebeuren bij Feyenoord-PSV. Bij de stand 1-3 ver oorzaakte Krijgh hands en Lex Schoenmaker (de enige reserve ter wereld die altijd de koelbloedige pe nalty’s moet nemen) zou de straf schop moeten verzilveren om de bit tere pil te vergulden. „Die zit”, zei ik, „want Jan valt altijd naar de ver keerde hoek”. Lex nam zijn korte aanloop, hij schoof de bal in de rechterhoek (voor Jan links), terwijl Jan naar de rechterhoek viel (voor Lex links). Het was weer uitgekomen, Jan van Beveren, onze beste doelman (inclusief Jan Jongbloed, het is zonde dat ik dat zeg), was opnieuw naar de „valse hoek” gevallen, zoals hij dat bijvoorbeeld ook met een ijzeren con sequentie had gedaan in die befaamde bekerwedstrijd in Eindhoven, enkele jaren geleden tegen Feyenoord, toen strafschoppen na verlenging moesten beslissen over de vraag wie verder mocht bekeren. Mij staat niet meer precies bij of Eddie Treytel toen één of twee van de strafschoppen afweer de, het enige wat ik me nog herinner is het nogal lullige en repeterende beeld van de bal die in de linkerhoek lag terwijl Jan van Beveren uit de rechterhoek omhoog krabbelde, of Jan van Beveren die in de linkerhoek lag terwijl de bal nog rondtolde in de rechterhoek. Daar kan maar één conclusie uit worden getrokken: als de beste doel man van Nederland, een van de beste keepers ter wereld, met grote hard nekkigheid naar de „andere hoek”, naar de „valse hoek” uitvalt bij straf schoppen, dan blijkt daaruit dat „pe nalty’s stoppen” een ander vak is dan „doelverdedigen”. Zoals een goede tennisser nog geen goede tafeltennis ser hoeft te zijn (en omgekeerd), zo hoeft een goede keeper ook nog geen goede penaltystopper te zijn. Van Be veren is trouwens de enige klasse- keeper niet, die bij penalty’s naar de verkeerde hoek duikt. Er is onlangs een boekje verschenen waarin alle doelpunten die tijdens het wereld kampioenschap gemaakt werden, in beeld zijn gebracht, niet met behulp van foto’s maar met behulp van situ atietekeningen. Voor Nederland nam Neeskens drie keer een geldende strafschop. Twee keer tegen Bulgarije. De eerste keer verdween de bal hard in de linker at ons j voor helft van het doel, terwijl doelman Staykov naar de andere kant over helde. De tweede keer viel Staykov in de goede richting, maar hij kwam te laat. In de finale schoot Neeskens de bal (van hem uit gezien) rechts van Sepp Maier, terwijl deze op weg was naar de andere hoek. Op zijn beurt plaatste Paul Breitner de bal in de uiterste linkerhoek, terwijl Jan Jong bloed op weg was naar de tegenover liggende paal. Bij West-Duitsland- Zweden nam Hoeness een strafschop, hij plaatste de bal in de rechterhoek en Hellstroem dook naar de linker hoek. En bij Polen-Joegoslavië liet Deyna keeper Manc naar links uit vallen, terwijl hij de bal rechts in het doel plaatste. U ziet het, in al die gevallen (al leen Staykov had leergeld betaald uit Neeskens’ eerste penalty) .was dus een beweging van de nemer van de pe nalty superieur aan het reactievermo gen van de keeper. Het is toch heel verwonderlijk, want volgens de kans berekening moet de keeper toch een op de twee keren goed gokken. Glo baal gezegd kun je immers stellen, dat de bal of links of rechts van hem te recht komt. Hij heeft dus een kans van 50 percent, als hij maar altijd naar dezelfde hoek uitvalt, bijvoor beeld de rechterhoek. Hij kan zijn Maar zelfs dan nog blijft het groepje kandidaten voor de Spelen zeer be perkt. Zuidamerikaanse, Afrikaanse of Aziatische naties lijken nauwelijks in staat om de benodigde enorme bedra gen op tafel te kunnen leggen. Killa nin: „Ik ben er voor oni de kosten van de Spelen zo veel mogelijk te beperken. Dat was aanvankelijk ook een van de grote voordelen van Mont real. Daar zou alles soberder opgezet worden dan in München. Ik vond dat zelf ook een enorme pre, omdat ik niet wil dat het organiserende land na afloop van de Spelen blijft zitten met peperdure accommodaties, waaraan men later weinig of niets meer heeft. Niettemin zijn de kosten voor de r:.---HE3»-. I Maar een keeper met een beetje hart voor zijn vak, kan zijn kansen bij strafschoppen nog extra vergroten door te weten waar de penalty-nemer de bal (waarschijnlijk) zal plaatsen. king van de kosten enz. steeds weer de kop op kunnen steken. Killanin is daar niet van geschrokken. Hij ver telt: „Toen ik in ’72 die uitdaging aannam wist ik dat het niet gemakke lijk zou zijn. De problemen waar we mee geconfronteerd worden zijn in derdaad enorm en zeer verschillend. Maar ze kunnen opgelost worden, al lemaal. We hebben er alleen tijd voor nodig.” Tijd is inmiddels een belangrijke rol gaan spelen bij de voorbereidingen van de Zomerspelen van ’76 in Mont real. Over minder dan anderhalf jaar moet in de Canadese hoofdstad de openingshymne klinken, terwijl men op dit moment nog met de bouw van het voornaamste stadion in het begin stadium verkeert. Killanin: „Het tijdsbestek waarin de moeilijkheden rond Montreal opgelost moeten worden is erg kort. Maar niet té kort geloof ik. De problemen zijn voor een stad als Montreal juist zo enorm groot omdat daar bijna alles van de grond af opgebouwd moet worden. Bovendien kwam men wel erg laat tot de ontdekking dat de kosten van de bouw tweemaal het aanvankelijk begrote bedrag zullen bedragen. Hadden we de Spelen aak „Dit is een van de voorname punten die we in de toekomst diepgaand moeten bestuderen,” aldus de lord, „we zullen een oplossing moeten vinden om de enorme druk die de organisatie van de Spelen op zo’n stad legt te kunnen verlichten. Wellicht zullen we naar een spreiding over een land of over meerdere landen toe moeten. Toewij zing bijvoorbeeld aan Skandinavië in zijn geheel bedoel ik. Het zal echter wel een oplossing moeten zijn, die de hele atmosfeer waarin de Spelen ge houden wordt, niet verloren laat gaan.” Al mag zijn invloed dan nog niet op alle fronten even duidelijk merkbaar zijn, Killanin is voldoende realist om de werkelijke bedreigingen voor de Olympische Spelen te onderkennen. Als internationaal zakenman heeft hij zijn eerste maanden als IOC-voorzit- ter dan ook gespendeerd aan de reor ganisatie van werkzaamheden in de top om de problemen zo effectief mogelijk het hoofd te kunnen bieden. Niet zonder trots vermeldt hij: „Ik leid het IOC als een zakeltfke onder neming. Op dat punt heb ik bepaald een ander uitgangspunt dan mijn voorganger Avery Brundage. Buiten mijn normale dagelijkse werkzaamhe den trek ik een week per maand uit voor activiteiten in dienst van het IOC. Ik heb daarbij het geluk dat alle drie mijn vice-voorzitters in Europa wonen, zodat we elkaar gemakkelijk kunnen bereiken. Minstens drie maal per jaar ontmoeten wij elkaar. Belang rijke beslissingen kunnen echter uit sluitend door het IOC-congres geno men worden. En dat komt maar eens per twaalf maanden voor. Om dan nog maar te zwijgen over de politieke consequenties die de toewij zing van het grootste sportevenement ter wereld met zich mee kunnen brengen. Zeker in landen waar het politieke klimaat onstabiel is. Lord Killanin stelt zich ten opzichte van de politieke problemen rond de Olympi sche Spelen heel wat realistischer op dan zijn conservatieve voorganger Brundage, die tot zijn laatste adem tocht vol zal bljven houden dat sport en politiek gescheiden moeten blijven. Killanin zegt daarentegen: „Vanaf het moment dat men voor het eerst met en „The world”. In zijn jonge jaren was Killanin een enthousiast roeier, ruiter en bok ser. Tegenwoordig wordt hij meesten tijds in beslag genomen door zijn directeursfuncties bij o.a. Shell, BP, Ulster Bank, Chubbs Group of Com panies en Bovril. Hij bekleedt niet minder dan zestien commissariaten. Lord Killanin is getrouwd met Mary Sheila Dunlop. Het echtpaar heeft drie zoons en één dochter. meeste landen te hoog. Vreemd ge noeg hebben wij voor de Olympische Spelen van ’84 toch al weer enkele kandidaten uit de Derde Wereld, met name Afrika.” Hoewel de vriendelijke Ier met klem blijft benadrukken dat hij en zijn IOC geen moment spijt hebben gehad van de toewijzing van de Spelen aan Mont real („Wanneer we eenmaal een be sluit hebben genomen, wijken we daar niet meer vanaf”) zijn de Canadese ervaringen voor de Olympische leiders waarschijnlijk een goede les geweest. Moskou zal over vijf jaar weinig pro blemen in de financiële of organisato rische sector geven, maar elk land dat daarna buiten Wesit-Europa of Noord- Amerika aangewezen wordt, zou on herroepelijk moeilijkheden krijgen, wanneer de Spelen in de huidige om vang daar op poten gezet moeten worden. De werkmethode met zijn vice-voorzit- ters Van Karnebeek, Daume en Sama ranch werd aangepast en het IOC sleutelde wat aan de bekende ama teurregel. Maar daar bleef het bij. Bepaald geen prestatielijst om de pro gressieve Olympiërs tevreden mee te stellen. „Dat weet ik”, verklaart de lord zelf openlijk, „het gaat allemaal niet zo vlug als sommige mensen wil len. Het IOC-congres komt maar een maal per jaar bijeen. En dan moeten de beslissingen vallen. Ik probeer onze werkzaamheden in een bepaalde peri ode te concentreren op één facet. Dat is voor mij nu het programma van de Spelen, het aantal sporten, welke sporten, de manier waarop wij ze naar buiten uit moeten dragen.” De problemen waarmee de nieuwe voor zitter van het IOC geconfronteerd werd (en nog steeds wordt) zijn niet gering. Alleen de moeilijkheden rond Montreal lijken al voldoende voor we ken zware hoofdpijn, terwijl daar naast kwesties als de politieke invloed op de Spelen, de amateurstatus, beper- I overal ter wereld” en „Shell - guide to Ireland”, was hij betrokken bij de productie van films als „The quiet man” en produceerde hij onder zijn eigen naam o.a. „The rising of the moon”, „Gideon’s day” playboy of the western „Incidenten verwacht ik nationale vlaggen ging wapperen, zij» de sport en de politiek met elkaar ver weven geweest. Het is onmogelijk om dat los van elkaar te zien. Er zijn zoveel naties die op het politieke vlak moeilijkheden met elkaar hebben. Daar is niet meer uit te komen. Het enige wat wij als IOC kunnen doen is de invloed van de politiek op de Spelen zoveel mogelijk te beperken.” De politieke puzzels waarmee het IOC de laatste jaren werd opgescheept zijn legio. Het noemen van Zuid-Afrika, China, Rhodesië en Israel zegt wat dat betreft voldoende. Ook voor de ko mende Spelen zal men waarschijnlijk niet van dergelijke moeilijkheden ver schoond blijven. Sinds het bloedbad van München is daar het gevaar voor daadwerkelijke agressie bijgekomen. Killanin realiseert zich ter dege dat een sportevenement waar duizenden atleten en nog eens duizenden officials bij betrokken zijn altijd een zeer kwetsbaar doel zullen blijven. „Waar ter wereld we de Spelen ook zullen houden, ik verwacht overal in cidenten. Ik geloof dat we daar nooit helemaal aan kunnen ontsnappen,” al dus Killanin, die verder quasi-grappig opmerkt: „Wanneer we de Spelen weer helemaal zonder moeilijkheden jaar Saar- ’•LsL

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 25