I
1
PORTUGALS DEMOCRATIE EN
DE BEDREIGING VAN RECHTS
Alvaro Cunhal, Portugals markante communisten - leider
II
99
L
Rechts loopt achter de socialisten'
door Henk Koib
Navo
Dikke huid
Wapenvondsten
Vrije stemming
I
I
„I
Portugal straks een tweede Tsjecho-Slowakije? Met een commu
nistische machtsgreep onder dekking van een democratie die wan
kelend overeind probeert te komen?
Voor de rechtsgeleerde dr. Alvaro Cunhal, secretaris-generaal
van de Portugese communistische partij en minister zonder porte
feuille, houdt zo’n aantijging gelijke tred met het genre politieke
beledigingen dat de politieke partijen in dit hopeloos onzekere land
bij hun aanloop naar de verkiezingen wederzijds hanteren.
„Deze bewering is ongegrond”, stelt hij vast met dreigend ge
fronste donkere wenkbrauwen onder veel, overigens wit haar. „Hier
in Portugal moeten de communisten vechten en hun diensten ver
lenen bij het verdedigen van de vrijheid. Indien er al een gevaar
bestaat voor aantasting van de democratische vrijheid dan komt dat
van rechts waarbij zelfs een staatsgreep tot de overwegingen be
hoort. Wij zijn de partizanen van de grote coalitie, met de socialisten
en de democratische volkspartij (PPD) (een DS’70-achtige groe
pering H.K.). Wij willen en kunnen een democratisch Portugal niet
alléén construeren. Wij hebben geen enkele ambitie om de macht
te grijpen: wij wensen uitsluitend het volk te dienen”.
mog
1
id.
Wij hebben geen enkele ambitie
e
r
ID
I
De Beweging van de Strijdkrachten
heeft de macht en zij zal die ook na de
verkiezingen behouden. Zij zal slechts
een grondwetgevende vergadering toela
ten, met een regering die strikt binnen
de globale lijnen blijft van het strijd-
van „de pogingen van heldhaftige arbei
ders en kantoorbedienden om bedrijven
aan de gang te houden, zelfs al heeft de
baas die reeds laten vallen”.
Dit is een antwoord dat geen verba
zing behoeft te wekken immers, zelfs
al zou de communistische partij streven
naar een openlijke of zelf maar ter
sluikse controle van de macht, dan nog
zou Alvaro Cunhal niet anders kunnen
doen dan zich aan de democratie confor
meren. Zijn gedegen opleiding in de
communistische praktijk te Moskou en
Praag zoals die vanuit de Sowjet-Unie
wordt bezien, slijpt dus een wantrouwen
tegenover een buitenwereld die hij bij
voorbaat geen goede bedoelingen kan
toekennen.
Een foto nemen mag ook, maar hij
gaat wel eerst op een andere stoel zitten
opdat noch zijn met vele papieren bela
den bureau, noch de stalen archiefkast
daarnaast in beeld kan verschijnen.
De minister zonder portefeuille zetelt
niet in het mooiste gedeelte van het
volle, duistere en kille paleis Sao Bento,
waar regering en vroegere wetgevende
vergadering van Portugal plachten te
vergaderen.
Maar hebt u dan zelf niet gezegd dat
in de socialistische betogingen dames
meelopen die hun bontmantels thuis la
ten en zodoende de socialisten bestempe
len tot de rijdieren van de reactie
„Nee, ik heb gezegd dat rechts achter
de socialisten aanloopt omdat rechts te
gen de communisten is, en dat daar dan
dames bij zijn die hun bontmantel heb
ben thuisgelaten. Ik weet het zeker
want ik ken ze”.
Het is vaak dit soort verschillen van
opinie dat in het huidige Portugal aan
duidt hoe de algemene politieke onze
kerheid doorwerkt tot in het toch al vrij
moelijke samenspel tussen de Beweging
van de Strijdkrachten en de regerings
partijen. Want: het is maar de vraag in
hoeverre werkelijk van een staatsgreep
of een poging daartoe sprake is geweest
het is ook de vraag of daarvoor wel
bewijzen bestaan, zelfs al zou men enke
le kleine wapenvondsten wel in die zin
willen uitleggen.
Veel meer is het er toen misschien om
gegaan een anti-communistische demon
stratie op touw te zetten, die niet na
drukkelijk de bedoeling had de demo
cratie in al haar prilheid te smoren.
Want, zegt het merendeel der Portuge
zen: misschien betekent ook de voortdu
rende aanwezigheid van de communisten
in het politieke bestel wel een even
groot gevaar voor de democratie als een
Krakende liften, lange tussengangen
in de schemering ten slotte een bode die
gehoorzaam opspringt wanneer een
schor geluid aangeeft dat binnen zijn
krachtenprogramma. Vermoedelijk zal
het dan ook nog dezelfde regering zijn.
Komen die verkiezingen dan wel op
een goed moment? „Jawel”, verklaart
Cunhal, „zelfs al leven we nog in een
ietwat ongeregelde situatie, die mee
brengt dat in sommige gebieden van het
land een werkelijk vrije stemming on
mogelijk is”. Hij vult aan: „Ook de
Portugezen die in het buitenland verblij
ven, zullen kunnen stemmen. Maar de
Verenigde Staten hebben aan de afge
vaardigden van de communistische par
tij die de stemming wilden voorbereiden,
een inreisvisum geweigerd”.
Overigens moet daarbij wel worden
aangetekend, dat Cunhal tégen het
stemmen van de buitenlandse Portuge
zen was, omdat die naar zijn oordeel
toch niet communistisch zouden stem
men, en dus steun betekenen voor zijn
politieke tegenstanders. Overigens heeft
de Westduitse Bondsrepubliek inmiddels
al laten weten, dat de Portugese consu
laten niet als stembureaus mogen wor
den gebruikt.
„In het centrum van Portugal”, zegt
Cunhal, „bestaat nog geen vrije demo
cratie. De kleine plaatselijke potentaten
die de macht hebben, die materiële en
morele druk kunnen toepassen cm
niet te zeggen fysieke pressie hebben
daar nog het heft in handen. Fundamen
teel is dat wij een volksregering hebben
in een democratie, met daarnaast de
Beweging van de Strijdkrachten. Het
strijdkrachtenprogramma is door de po-
Merkwaardig genoeg kondigt de rege
ringswoordvoerder in Lissabon al gerui
me tijd een officiële verklaring aan over
deze zogenaamde contra-revolutie die de
stoot tot het verdwijnen van De Spinola
heeft gegeven. Cunhal zegt echter: „Er
bestaat geen officieel rapport en van een
aanstaande regeringsverklaring is mij
niets bekend”.
litieke partijen bevestigd. We moeten nu
samen met anderen onze toekomst be
spreken in een groot democratisch blok
van PPD, socialisten en communisten.
Daar zijn we vóór”.
Omdat het optreden van een blok bij
de verkiezingen zou kunnen verbergen
hoe groot de werkelijke aanhang van de
communisten is?
„Nee, nee”, vermaant hij, „er komen
geen eenheidskandidaten, maar kandida
ten van de partijen. Wij hebben belang
bij het samenwerken voor een democra
tisch Portugal degenen die daar te
gen zijn, willen die democratie blijkbaar
niet”.
De economie: „Daarmee zullen wij het
het moeilijkst krijgen. Maar we gaan
produceren in een economie die op den
duur moet worden gericht op die van de
meest ontwikkelde landen in Europa. De
Portugese monopoliehouders hebben op
de 25e april een vergissing gemaakt. Ze
hebben de democratie niet willen ver
trouwen en dachten, dat onze vrijheid
maar twee of drie dagen zou duren. Ze
hebben dan ook hun economische wa
pens tegen de jonge democratie opge
steld. Daardoor plaatsten zij zichzelf
buiten het economisch proces en ver
sterkten onder de volksmassa en de
strijdkrachten de eis om te komen tot
een antimonopolistische politiek. Hier, in
Portugal, wordt economische sabotage
gepleegd: sommige banken bijvoorbeeld
besluiten in overleg met sommige fa-
brieksbeheerders geen krediet meer te
geven, zodat het bedrijf waar tegen
woordig hogere lonen moeten worden
betaald, niet aan een sluiting kan ontko
men bij een kunstmatig gebrek aan
liquide middelen”.
Cunhal spreekt daarna bijna lyrisch
rechtse poging om weer aan de macht te
geraken. Om al deze redenen is 28
september een zeer betekenisvolle datum
in de nog zo jonge revolutionaire ge
schiedenis van Portugal. En daarom is
het voor Cunhal nodig om nu een even
tuele regeringsverklaring, die zijn onge
lijk over de aantijgingen zou kunnen
bewijzen, in de kiem te smoren. Voor de
andere politieke partijen is het echter
van belang zo’n verklaring te eisen, al
was het er alleen maar om begonnen
het communistische argumenteren in al
'zijn naaktheid te tonen.
Alvaro Cunhal maakt zich een beetje
boos om de vraag of zijn baan als
minister zonder portefeuille niet een po
litiek uiterst comfortabele positie bete
kent. Hij neemt deel aan alle kabinets
vergaderingen, heeft directe invloed op
de besluitvorming, doch draagt geen
rechtstreekse verantwoordelijkheid voor
één van de bestuursgebieden die zijn
collega-bewindslieden voor zo’n huizen
hoog probleem zetten. Problemen zo
groot en zo omvangrijk in dit door de
schaarse rijken systematisch uitgeknepen
land met een tot bittere armoede verne
derd en onderdrukt volk van arbeidsle
ven, dat er van de ene dag op de andere
geen bevredigende maatregelen mogelijk
zijn. Noch de politieke ministers noch de
militairen, die het merendeel van de
ministeries beheren, "zijn in staat dit
soort veranderingen door te voeren
Cunhal: „Een minister zonder porte
feuille heeft wel geen ministerie, maar
hij werkt wel van ’s ochtends vroeg tot
’s avonds laat. Het is een voordeel voor
de regering om over ministers te be
schikken, die de grote politieke krachten
in het volk vertegenwoordigen en die
kunnen ingrijpen in het algemene beleid.
Ministers zonder portefeuille zijn niet in
Portugal uitgevonden ik vind, bij na
der inzien, uw vraag een tikje kwaad
aardig. Want Soares, de socialistische
voorman, had óók minister zonder por
tefeuille kunnen worden, maar die wilde
dat niet.”
Welnu, Soares beschouwt de revolutie
dan ook anders dan Cunhal de socia
listische partij moest bovendien z’n pres
tige nog verdienen; de communisten
hadden dat al gedaan door een verzets
verleden van onmiskenbare heroïk.
En dan de verkiezingen vóór 25
april aanstaande. In een klimaat van
toenemend anti-communistisch onbeha
gen met zes miljoen geregistreerde kie
zers, die na 48 jaar politieke luchtledig
heid voor zichzelf nog nauwelijks heb
ben kunnen uitmaken wat ze willen.
Eén uitkomst is duidelijk: Een moment
opname van de politieke landkaart zon
der enige varandering op het gebied van
de verhouding tussen regering en strijd
krachten.
Maakt het u met al uw communisti
sche martelaren voor de Portugese vrij
heid nooit bitter steeds weer te worden
beschuldigd van het nastreven van een
nieuwe onderdrukking? Cunhal: „De
communisten worden al een halve eeuw
beledigd. We hebben een dikke huid
gekregen. Sommigen onder ons reageren
wel; ze hebben een grotere gevoeligheid”,
(hij doelt daarmee kennelijk op de op
stootjes in Porto waar uiterst links zeer
dreigend tekeer ging tegen een congres
van de christen-democratische CDS,
waarin veel van wat zich in Portugal
nog rechts durft te noemen thans een
toevlucht zoekt).
In een aanmerkelijk kleiner vertrek
terzijde zit Cunhal. Klein maar toch
tijgerachtig het verzet van een par
tijleider van naar ieders oordeel groter
kaliber dan de concurrentie, die in de
Portugese samenleving aan vele draden
tegelijk kan trekken.
„De staatsgreep van rechts”, het pro
pagandistisch en dreigend beeld van een
nieuwe reactionaire onderdrukking, doet
Cunhal verklaren dat daartoe op 28
september van het vorig jaar een poging
is gedaan door een „tegen-revolutionaire
beweging die de staat van beleg zou
afkondigen, de persvrijheid wil liquide
ren, de revolutionaire krachten vogelvrij
zou verklaren en die vermoedelijk onder
leiding zou staan van generaal De Spi
nola”.
aanwezigheid vereist is. Bij het nog
steeds ontoereikende licht van lampen
die ver weg tegen het plafond hangen,
verrichten drie kameraden daar hun
werk onder toezicht van een vriendelij
ke secretaris. Met grote scharen knippen
zij krant na krant aan snippers teneinde
de minister bijtijds en uitvoerig te
informeren over de wijze waarop de wel
vrije, maar niet meer objectieve Portu
gese dagbladen hun taak verrichten. De
progressieve bureaucratie, met andere
woorden, heeft zijn eerste bressen al
geslagen in het Portugese leven van alle
dag.
Portugals positie in de NAVO: „Er
zijn geen problemen. Wij hebben geen
haast, maar denken wel dat de werkelij
ke onafhankelijkheid van een volk ver
bonden is met het verdwijnen van bui
tenlandse militaire bases in hun land. De
verhouding tussen Portugal en de NAVO
zien we echter in de algemene context
van de Europese veiligheid en vooruit
gang, in de samenwerking tussen staten
met een socialistische regering en die
met een andere politieke structuur. We
hebben nog niet gezegd dat ze weg
moeten van de Azoren. Hetgeen in feite
betekent, dat we hebben gezegd: ze mo
gen blijden”.
Gegeven dit beeld van een zorgvuldig
op democratische paden wandelend com
munisme waarom waarschuwt Mario
Soares dan voor het gevaar van een
burgeroorlog in de hitte van de strijd
om de door de communisten inmiddels
afgedwongen eenheidsvakbeweging waar
de andere regeringspartners op tegen
waren?
„Wij, de communistische partij, analy
seren onze positie aan de hand van de
betekenis voor de democratie. Wij zijn
aan die gedachten trouw. Wij willen een
democratie met vrijheid”.
En als die vrijheid straks bij de ver
kiezingen aan de dag brengt dat de
communistische aanhang aanmerkelijk
kleiner is dan de communistische in
vloed van thans lijkt te rechtvaardigen?
Cunhal, vastberaden: „We hebben
geen vertegenwoordiging in de regering
die in overeenstemming is met onze
werkelijke macht. Zelfs als de uitslag
tegenvalt, hebben we alleen maar te
winnen. Wij aanvaarden evenwel de wil
van het volk”.
Allicht, want zelfs al zou hij anders
wensen, dan is het geen voordeel om als
communist met een economisch failliete
boedel te moeten beginnen en verstoken
te zijn van alle werkelijke bijstand
Dit op zichzelf al maakt een machts
greep van de communisten nu onwaar
schijnlijk. Dat echter is voor veel Portu
gezen niet meer dan een voorlopige
geruststelling.
„Nee”, zegt Cunhal, „Soares heeft dat
niet gezegd”.
Maar alle kranten hebben het toch
uitvoerig vermeld?
„Goed”, zegt Cunhal, „maar Soares
heeft het inmiddels weer ontkend”.
Het beeld is duidelijk, socialisten en
communisten hebben elkaar weer om
helsd, de socialisten blijven in de rege
ring en Cunhal lacht dan ook vergoelij
kend: „Er zijn wrijvingen, soms wat
meer, soms wat minder. En dat is nu
weer wat minder”.
om de macht te grijpen”
pa
B
I
1