Chauffeurs krijgen een
overlevingsbandje mee
I
Amsterdammer Scheermeijer ontdekte
dat bij de Arabieren alles mogelijk is
4
ZATERDAG
17
22
FEBRUARI
1975
Bloedspatten
door Rolf Stallinga
Zoute haring
Afrika
Avontuur
Pro-Nederlands
Zuurkool
k
te:
400 vrachtwagens met krenten
„Want je rijdt wel door nog
dictatoriaal geregeerde landen en
in Saoedi-Arabië zijn de lijfstraf
fen nog aan de orde van de dag.
dan
naar
s
weer
moet
ie zes
:e ko-
egrijp
e jaar
u. En
voor-
unnen
n”.
ie
„Die
Europa
at
ie
)U
rij
?n
in
ie
ie
te
et
m
ge
j-
5e
Zelf heeft hij het voorrecht ge
noten in Riad een inheemse huwe
lijksceremonie te hebben mogen
meemaken. „Het was het vijfde
huwelijk van een rijke sjeik en
zoiets kun je gewoon niet afzeg
gen. Dat zou als een belediging
zijn opgevat. Het feest was in de
nachtclub van een hotel. Er zaten
vier bruiden met sluiers en van
die gouden platen voor hun ge
zicht. Je moet weten dat een
vrouw daar pas waarde heeft als
ze dik is en veel vetplooien heeft.
Op de valreep ruimt Scheermeij,-
er nog wat misverstanden uit de
weg. „Men denkt hier nog steeds
dat de wereld bij de Bosporus
ophoudt maar forget it. Naast de
armoe van de nomaden, die mee
trekken bij de aanleg van zesbaans
autowegen door de woestijn, is er
een enorme luxe en welvaart.
Koeweit is gewoon een paradijs.
wat zijn uitgaansleven betreft, ver
gelijkbaar is met Amsterdam.” Uit
gaansleven moet het best vertaald
worden door seksleven, want op
dat punt biedt de Arabische tradi
tie geen enkele vrijheid aan de
vrij-westerse stapper. Scheermeij
er: „Van vrachtrijders zegt men
dat ze in elke stad wel hun liefje
hebben, maar dat is er hier be
paald niet bij.”
i ge-
om-
nooit
Maar
Ifver-
t dat
wat
varen
dan
linder
i van
■haal-
>rtdu-
?rder-
or de
ve zo
n ons
dien hebben de meesten helemaal
niet zo’n hekel aan de joden. Het
zijn extreme groepen die tegen
Israel ageren.” Het verwondert
Scheermeijer dat het Nederlandse
bedrijfsleven nog niet voldoende
in de gaten heeft dat het Midden
oosten een geweldige markt voor
industrie-produkten is geworden.
Het zijn onmetelijke afstanden
die de chauffeurs van Cargo In
ternationaal moeten afleggen. Am
sterdam-Teheran („Dat is een af
gegraasde route”) is toch maar
6000 kilometer en daar blijft het
vaak niet bij. „Er is nu een wagen
op weg naar Somalië en dat ligt
toch maar aan de oostkust van
Afrika. In het begin heb ik nog
twee wagens naar Kaapstad gehad
maar dat doen we niet meer. Er
was in Europa geen chauffeur te
vinden, die dat wilde doen maar
tenslotte heb ik er Engelsen voor
gekregen. De rit was gepland op
twee maanden maar het heeft bij
na tweemaal zolang geduurd. Die
chauffeur zag het toen helemaal
niet meer zitten en heeft de wa
gen in Kaapstad verkocht. Maar
daar was toen toch al niet veel
meer van over.”
Nederlanders heten de vrachtrijders van Europa te zijn maar
als het een beetje meezit, krijgen ze net zo’n reputatie in het
Midden-Oosten. De man die hiervoor verantwoordelijk is, is de
Amsterdammer Henk Scheermeijer die als directeur van Cargo
International BV op het ogenblik zeventig vrachtwagens op de
grote woestijnlijnen heeft zitten en kind aan huis is bij de olie-
sjeiks en handelsagenten in Teheran, Bagdad, Koeweit, Riad,
Amman, Beiroet en Cairo. En dan te bedenken dat deze ex-
wielrenner uit de dagen van „Ijzeren” Willem van Est en Hein
„Tarzan” van Breenen twee jaar geleden met niets begon. Hoe
kan dat? Het is een lang verhaal maar uiteindelijk zegt Henk
Scheermeijer: „Bij de Arabieren is alles mogelijk”.
zoiets hebben ze nog nooit meege
maakt.”
Waarom Beiroet? „Dat is de eni
ge stad in het Midden-Oosten dat
Scheermeijer: „Die chauffeur
rijdt langzaam Europa uit en
komt bij de Europabrug over de
Bosporus ineens in Azië terecht.
Daar moet hij zijn Europese ma
nier van denken vergeten want
alles is er anders. Een golf van
armoe komt hem tegemoet en alle
richtingborden zijn Arabisch. Ja,
heel klein daaronder staat het ook
nog in het Engels maar om dat te
lezen moet je eerst het stof weg
vegen. Stel je voor dat je daar
’s nachts in je eentje staat en bij
het schijnsel van een zaklantaarn
je weg moet vinden.”
Nou, dat was daar ook zo. Na
twee uur stokte de Arabische mu
ziek ineens en werd een geit bin
nengevoerd. Op de dansvloer werd
zijn keel doorgesneden en het
bloed spatte in het rond. Op de
kleding van het bruidspaar, maar
ook op die van de gasten die op
dat moment naar voren waren
gedrongen. Er heerst daar nog het
bijgeloof dat als je een bloedspat
op vangt, je dan deelt in het geluk
van het bruidspaar. Maar als je
zoiets voor de eerste keer mee
maakt, is het wel een luguber
gezicht.”
„Wat we sinds januari ook
doen”, vervolgt hij, „is het vervoe
ren van vis in Egypte. Dat moet
van het Great Nasser Lake bij de
Assoeandam naar Cairo. Ik heb er
24 vrieswagens die dagelijks zo’n
700 km afleggen. M'n jongens daar
blijven zes weken weg en
kunnen ze een vliegticket
Holland of Beiroet krijgen.”
Scheermeijer vertelt dat aan de
begeleiding en opvang van de vor
stelijk betaalde chauffeurs veel
aandacht wordt besteed. „Dat is
ook hard nodig”, vult zijn mede
werker Rudolf Meinders met als
standplaats Teheran aan, „want je
kunt je niet voorstellen wat voor
ontberingen ze onderweg moeten
ondergaan. Ze pakken niet de toe
ristenroutes maar soms onbegaan
bare wegen of kamelenpaden met
wind- en zonneschermen in de
woestijn. Rijden door dorpen met
lemen hutten waar de mensen
hun ogen niet kunnen geloven als
ze een knipperlichtje zien, want
„Ga maar na: ik heb inmiddels
136 opdrachtgevers maar daar is
nog geen dozijn van Nederlands.
Terwijl daar toch het kapitaal ligt.
In het Midden-Oosten heeft men
van alles nodig. Van ingeblikt
vlees, schoeisel, rioleringsbuizen,
krachtcentrales, radio’s, auto’s,
oliekachels (jawel, die doen het
ontzettend goed) tot waterfabrie-
ken. Het merkwaardige is dat alle
dure hotels zijn belegd met kunst-
stoftapijt terwijl ze die Perzische
kleedjes hier naar toe sturen. Als
je in het duurste hotel in Perzië
een nylonkleed ziet liggen, krijg je
toch wel een opdonder. Maar dat
vinden ze nu eenmaal het sum
mum van Westerse kuituur. En
plastic borden dat is het abso
lute einde.”
Er is meer ellende in het rit-
boekje van de chauffeur opgeslo
ten. Zoals de temperatuurswisse
lingen. ’s Winters staat hij bloot
aan een vrieskou die kan oplopen
tot 40 graden onder nul en daar
naast is het extreem heet en stof
fig, waar niets tegen is opgewas
sen. En dan is er nog zoiets als de
Oosterse douanier, die steevast „un
moment” uitroept maar je wel
dagenlang kan laten wachten. Die
niets begrijpt tot dat je hem een
paar geldbriefjes toeschuift en
daarna plotseling de intelligentie
van Einstein uitstraalt.
Als je mooie ziekenhuizen wil
zien, moet je daar gaan kijken. En
je ziet de ene autoshowroom naast
de andere en die dealers hebben
het druk. Ik heb wegen gezien
met veertien rijstroken en daar
rijdt continu verkeer. Op dat punt
is Parijs in vergelijking met Te
heran een dorp.”
ter of sanitaire voorzieningen.
Toen moest ie op het bureau ko
men en z’n handen op tafel leg
gen. Dat verdomde hij omdat ie
dacht dat ze hem dan in de hand
boeien zouden slaan. Hij werd
weer voor 24 uur opgesloten en
zonder een druppel water. Toen
wilde hij wel en hebben ze op zijn
rechterhand ingeslagen tot de vin
gerkootjes gebroken waren, maar
ze zijn nog wel zo hoffelijk ge
weest om hem daarna naar een
ziekenhuis te brengen. Dat was
niet zo tactisch van die chauf
feur
Net terug van een reis langs de
Arabische hoofdsteden maakt de
expediteur-zakenman een tevreden
indruk. Gestoken in een donker
kostuum praat de Amsterdammer
met (kwa)jongensachtig enthousi
asme over de dingen die hij nu
weer heeft meegemaakt. Verbazing
is er nog over de in wild-weststijl
opererende taxichauffeurs en de
vertraging van het KLM-toestel
dat aan de grond was gehouden
omdat een handvol rijke harem
vrouwen, die in Beiroet aan het
winkelen waren geweest, eerst
met veel ceremonieel vertoon
moest worden afgevoerd. En over
het bloed dat bij een autochtone
bruiloftspartij had gevloeid.
hun gevoel steeds verder van de
beschaafde wereld vandaan rijden
en niet weten waarin ze verzeild
raken. Daarom geven we ze een
cassette-recorder mee met een op-
pep-boodschap. We noemen dat
het overlevingsbandje en dat is
het ook wel. Verder krijgen ze
conferences van Wim Kan en
Sonneveld mee en als ze het eind
punt bereiken is er een Europees
hotel waar Hollandse maaltijden
worden geserveerd. Als je midden
in de woestijn zuurkool in blik
voor je krijgt, voel je dat als een
stukje oase. Dat is ook wel nodig
want ze zijn drie tot zes weken
onderweg. Van te voren krijgen ze
te horen waar ze rekening mee
moeten houden.”
„Soms worden ze depressief en
zien ze het helemaal niet meer
zitten. Vergeet niet dat ze voor
Heeft hij wel eens een rare
lading? „Wat is raar? We hebben
wel eens een wagen vol met Engel
se landschapschilderijen gehad en
vijf wagens met Hollandse poot-
aarde. Je moet er niet aan denken
wat dat kost. En voor de Holland
se club in Teheran nemen we om
de paar maanden 1500 kilo zoute
haring mee. Die gaat er in als
koek.”
Nu goed voor een miljoenenom
zet had dezelfde Scheermeijer en
kele jaren geleden slechts een be
scheiden bankrekening. Over het
hoe en waarom dat veranderde,
zegt hij: „Het was een kwestie van
intuïtie. Voor de oliecrisis speelde
het al door mijn hoofd dat dit
best een nieuw ontwikkelingsge
bied kon zijn voor onze Westerse
industrie. Na het embargo mani
festeerde het Midden-Oosten zich
ineens als erg machtig en rijk.
Bovendien kwamen er betere con
tacten met het EEG-blok.”
Maar je hebt, stel ik vast, wel
wat meer nodig dan alleen Mo-
kums lef om in de Arabische we
reld vertrouwen te genieten. „Ja,
het is een beetje ongelofelijke af
faire. In die tijd leerde ik de
eerste secretaris op de ambassade
van Saoedi-Arabië in Londen ken
nen en met hem ben ik erg be
vriend geraakt. Door hem heb ik
me helemaal in de denkwereld
van een oosterling kunnen inleven
en via hem ben ik ook aan belang
rijke contacten geholpen. Je moet
niet Vergeten dat de mentaliteit
daar heel anders is. Men is veel
vriendelijker en stelt prijs op een
persoonlijk contact. Als dat goed
is kun je er doen en laten wat je
wilt.”
Ook als Hollander, die toch als
pro-Israel bekend stond? „Ik ge
loof dat wij er juist een pré
hebben. Ik heb gemerkt dat we
een hele goede naam hebben in
het Midden-Oosten. Waar je ook
komt op een ambassade of bij
een particulier overal begint
men zich te verontschuldigen voor
het feit dat wij zo door het olie-
«nbargo getroffen zijn. Dat heeft
■’e mensen erg geschokt. Boven-
Als je daar op straat loopt, kan
het gebeuren dat iemand onder je
ogen zo met latten wordt geslagen
dat het een bloedigere massa
wordt. Nee, niet zo leuk maar
men weet er niet beter. Een van
onze chaufferurs heeft gemerkt
dat je daarmee niet kunt spotten.
Wat brengen die wagens mee
terug? „Van alles, maar ik heb
bijvoorbeeld een vaste klant in
Turkije voor wie ik jaarlijks 8000
ton krenten naar Nederland rij.
Dat zijn 400 vrachtwagens vol.
Allemaal krenten, niet te geloven.”
De internationale cargadoor
heeft zich, zoals dat heet, ten aan
zien van de Arabische denk- en
doewereld aangepast. Zijn Arabi
sche visitekaartje is daar een spe
cimen van, maar er is meer. Hij
kan geduld opbrengen als dat zo
uitkomt en de mans taal spreken
als dat zo nodig is. Ontkent niet
dat hij er een aardige grijpstuiver
mee verdient. En zegt: „Je moet
weten dat er verschrikkelijk veel is
te verdienen. Ik heb soms het
gevoel dat men dat hier nog niet
zo beseft. Alleen met een hoogte-
zon hoef je er niet aan te komen
maar voor de restIn een
adem nodigt Henk Scheermeijer
me uit zo’n Oriënt-expeditie mee
te maken. „Maar dan moet je”,
meent hij, „wel van het begin tot
het eind doorgaan. Want van kui
tuur naar kuituur, da’s juist het
avontuur.”
Hoe springt men om met het
rijtijdenbesluit? De chauffeurs
hebben daar, vertelt Henk Scheer
meijer, veel moeite mee. Vooral
als ze op de terugweg zijn en door
Europa „vliegen”. „Vergeet niet, ze
zijn op weg naar huis en psycho
logisch speelt dat een geweldige
rol. Als ze zich dan aan een Ta
chometer moeten houden, hebben
ze het gevoel dat ze geen meter
opschieten. In het Midden-Oosten,
waar men geen zaterdag of zondag
kent, is dat heel anders. Daar kun
je dag en nacht doorrijden. Soms
moet dat zelfs. Een land als Tur
kije moet je binnen vier dagen uit
zijn want anders krijg je een boe
te en dat is toch altijd 2000 km.”
Hij stond bij de grens met Jorda
nië en voerde groot 'icht. Dat
mocht niet, zeiden de soldaten en
hij moest de lampen afschroeven
maar dat deed ie niet. Toen sloeg
een van de soldaten met z'n ge
weerkolf de lampen kapot, waarop
die chauffeur de cabine uitspringt
en hem een klap in z'n gezicht
geeft. Toen waren de poppen aan
het dansen. Hij wérd in een cel
gegooid en zat 24 uur zonder wa-
-y
I