mirakel Het is een dat nog er toneel is Dick Cavett krijgt geen kippevel bij beroemdheden Vingeroefeningen latere meesterwerken voor interviewen van KORTE VERHALEN VAN PETER HANDKE door Henk Leffelaar Spiegel Engelse humor Naakt 19 ZATERDAG 22 FEBRUARI 1975 resten en van de telveen. SPREKEND over de Duitse literatuur zal men in eerste in stantie aan de West- en Oost- duitse literatuur denken en pas daarna aan de Oostenrijkse, om van de Zwitserse nog maar te zwijgen. Toch hoeft men, wat Oostenrijk betreft maar even de namen van Grillparzer, Stiffer en voor wat deze eeuw betreft, Broch en Musil in de herinne ring te roepen, om te beseffen dat de Oostenrijkse literatuur er zijn mag. De laatste jaren lijkt zich met enig geweld een nieuwe naam bij deze, lang niet vol ledige lijst te willen voegen. Het is die van de in 1942 in Griffen geboren en tegenwoordig in Düsseldorf wonende Peter Hand ke. A Krijg je dan veel idioten op bezoek? i van st Hetzelfde is het geval met het in PETER HANDKE van een LOUIS FERRON f „Waar ben je nieuwsgierig naar?” Dat was niet mijn vraag als journalist die een vraaggesprek met Dick Cavett had losgepeuterd maar de zijne. Wat had ik anders moeten verwachten van iemand die een beroeps interviewer is en daarmee als televisie-persoonlijkheid meer dan een dik belegde boterham verdient? lig sn van van n samen morgen. ilden idig zijn nheden Het vraaggesprek was bij toeval tot stand gekomen, toen ik Cavett in een restaurant in Washington herkende. Hij was in gezelschap van de in Nederland minder bekende comedienne Lili Tomlin en Christopher Porterfield, met wie hij samen zijn goed verkopende autobiografie „Cavett” schreef. Tegen alle restaurant-etiquettes in schraapte ik de moed bijeen hem aan te klampen om te proberen een afspraak te maken. In Duitsland zowel als in ons land kreeg hij voor het eerst ruime be- Ik vraag hem naar het verschil tussen Britse en Amerikaanse humor. Cavett wist niet dat zijn show ook in Nederland wordt uitgezonden en ik vroeg of hij er enig idee van had hoe hij in een Nederlandse huiskamer overkwam. „Ik kan me geen beeld van zo’n huiskamer vormen, noch van de mensen erin, omdat ik nog steeds lijd onder het beeld van Holland dat iedereen in de vierde of vijfde klas wordt meegegeven, met de gebruikelijke cliché’s van tulpen, molens en klompen. hinderlijk, maar het had bijna iets vrouwelijks. een van Cavett: „Het is moeilijk dat onder woorden te brengen, maar de Engelsen schijnen alles wat met de badkamer te maken heeft, onwaarschijnlijk grappig te vinden. Het is werkelijk weerzinwekkend waar je in Engeland een lach mee kunt loskrijgen. De Engelsen denken dat het om te gillen is wanneer je „stront” (shit) zegt en dan je horloge laat vallen en erop gaat staan of eerst je horloge laat vallen en dan „stront” zegt. Of zeg alleen maar „stront”. Dat vinden ze het summum. Ze hebben de neiging hun humor vol te stoppen met badkamer-verwijzingen en ik weet niet zeker wat dat over de Engelsen zegt. Wie is eigenlijk een werkelijke Britse komiek? Ze schijnen daar veel lagere beroepsmaatstaven aan te leggen, en dan vraag je je af of het nog erger kan zijn dan televisie-humor”. Toen „That was the week that was” (de voorloper en het voorbeeld van „Zo is het.in de Verenigde Staten werd geïntroduceerd, beleefde het drie uitzendingen en viel daarna als een baksteen. „Nou ja, het werd op televisie gepresenteerd, dus was het al meteen gecompromitteerd, en ik heb er ook nooit enige knappe geestigheid in Ik leg Cavett de theorie voor dat „Zo is het.het in Amerika niet deed, omdat satire in Amerika onbekend is. „Ken je de beroemde uitspraak van de toneelcriticus George S. Kaufmann? Die gaf een definitie van satire als iets dat op zaterdagavond gesloten wordt (een Amerikaanse uitdrukking voor een toneelstuk dat het niet gehaald heeft). Ik denk dat het komt omdat satire in wezen ongemakkelijk maakt en dan is het geen vermaak meer. Satire doet het publiek zich per definitie wat onrustig voelen. Misschien dat men in Europa de politieke vrijheid van de satire meer in ere houdt dan hier”. Handke’s neiging tot surrealisme dui delijk om de hoek grijnzen. Of moet men zeggen, een teveel aan realisme? Cavett heeft de ongebreidelde gave (hij kan het alleen maar wanneer hij het niet echt probeert) om anagrammen te maken van namen letters omzetten zodat zij een nieuw woord vormen en ik vraag hem er een op mijn naam te maken. „Raffle”, zegt hij (iets per opbod verkopen), „maar dat is geen echt anagram, omdat je daarvoor alle letters moet gebruiken van een naam. Ik kan het eigenlijk alleen maar als ik wegsoes in een soort half-slaap”. mde ist-groep, kantoor isterdam rt or was waar turen et sn de >nge tit is va» met de Op de boekenplanken „An evening with Groucho” (een grammofoonplaat), nog een plaat met Churchills redevoeringen uit de Tweede Wereldoorlog, een boek over gebruik en misbruik van psycho analyse, en een over radicale groepen. Ook een aantal ingelijste Japanse prenten, die er vreemd misplaatst leken. Letterlijk (en ik dacht wat overdreven nonchalant) sloffend kwam hij binnen, vermomd onder een Iers hoedje en in een door veelvuldig gebruik sjiek-vies geworden jas met schapewollen voering, die hij als een omhulsel van zich af op een stoel liet glijden, zonder er verder naar om te kijken. Cavett is inderdaad klein ik schat ongeveer 1.68 m, en hij is blonder dan op de beeldbuis overkomt. Hij heeft de bouw van een atleet en de stem van een opera-bas een onwaarschijnlijk diep geluid, dat uit de borstkas van een man zou moeten komen die twee keer zo groot is als hij. een ng, :atie- ioemen sen id van i jn ie /ezig; "nstig kunnen ontdekken. De besten in Engeland, en beter zijn er niet te vinden, zijn Peter Cook, Dudley Moore en The Fringe-groep. Een van de beste dingen die ik ooit heb gezien, was waar een man het toneel opkomt met een viool en een schilderij, en hij zegt dat hij net gehoord heeft dat wat hij in zijn handen heeft een Rembrandt en een Stradivarius zijn. Jammer genoeg, zegt die man dan, is het de enige viool die Rembrandt ooit gemaakt heeft en het enige schilderij van Stradivarius, en dan slaat hij die twee dingen aan flarden”. Over naaktheid op de televisie: „Er is een heel klein beetje naakt op de Amerikaanse televisie geweest, maar nooit echt een helemaal naakt mens, behalve in films over primitieve stammen. Het is blijkbaar niet erg om de geslachtsdelen van primitieve mensen te zien die, wanneer ze geciviliseerd zijn, onmiddellijk opgesloten moeten worden”. Er tussendoor: „Mijn god, wat ben ik een ongedisciplineerde interviewer”, kijkt weer in de spiegel en ordent zijn haar min of meer. ..Ongelukkigerwijs ben ik nu immuun geworden voor het ontmoeten van beroemde mensen. Ik kan geen enkel pukkeltje kippevel opbrengen als ik ze ontmoet. Maar toen ik terug was in Nebraska (waar Cavett opgroeide) voor een schoolreünie, en toen ik weer in dezelfde omgeving was waarin ik mijn dromen had, toen had ik de vreemde gewaarwording dat ik op de televisie mensen zag waarvan ik dacht: ik wou dat ik die eens kon spreken, wat zouden het voor mensen zijn en dan realiseerde ik me: ik ken ze! Natuurlijk was het de omgeving die dat teweeg bracht, maar ik had het zeker wel twee of drie keer: ik ken ze ik heb het gemaakt”. Gedurende het vraaggesprek imiteerde Dick Cavett de door hem bewonderde Sir Laurence Olivier, probeerde op mijn verzoek een passage uit Shakespeare te acteren, alsof hij de komiek Stan Laurel was (die hij heeft gekend en eindeloos bewonderd) en hij wist het ongebruikelijke Engelse woord „descant” (variatie op de hoofdmelodie) onmiddellijk te plaatsen in de openingsakte van Shakespeare’s „Richard III”, met een volledig citaat uit de rede van de hertog van Gloucester. Zijn laatste woorden op het bandje van het gesprek waren; „Ik ben altijd verscheurd geweest tussen de vraag of ik een vraaggesprek-gastheer was of een acteur, zelfs toen ik met al die mensen zat te praten. Bye, folks’’, en liep zijn kamer uit naar een ander vertrek voor een onderhoud met een advocaat, omdat Gore Vidal op zijn show dingen had gezegd waartegen de censor van ABC bezwaar had gemaakt. Ik zei dat ik verbaasd was dat hij het vraaggesprek had aangenomen. „Ik ook”, zei hij, „ik kan me niet voorstellen wat me bezielde”. (Lacht met Cavett ben je nooit helemaal zeker of niet alles een grap is): „Maar je zag er presentabel uit, intelligent, en het leek me dat ik op z’n minst 50 procent kans had dat je werkelijk was die je zei te zijn, en dat is een betere gok dan meestal”. Cavetts eigen werkkamer leek meer op een huiskamer met een bureau (ondanks zijn beleden slordigheid netjes opgeruimd), een dik, langharig, blauw, vast tapijt, een zitbank en een koffietafel, en in de hoek een driedelige staande spiegel. Aan de muren foto’s van hemzelf (opvallend veel), van Groucho Marx (die hij vereert), een onscherpe kleurenfoto van zijn hond. Het is het platteland van de domge- houden volk, van de ontrechten, die de taal nog niet hebben gevonden om het op een schreeuwen te zetten. Inplaats daarvan vloeit er flink wat bloed en in die zin staat Handke’s platteland natuurlijk voor een groter gebied dan Oostenrijk alleen. Het komt er bij Handke eigenlijk op neer dat het verhaal moeilijk is na te vertellen. Niet omdat de vertel ling zo ingewikkeld zou zijn, verre van dat. Handke’s suggestieve kracht neemt echter zo’n vlucht dat men de indruk krijgt slechts de helft te door zién van wat hij nu eigenlijk zeggen wil. En wat hij zeggen wil is vrijwel nooit prettig, al moet men er per ongeluk vaak danig om lachen. „Nee. dat niet, maar wel gekken. Toch heb ik er niet de pest in om geïnterviewd te worden, maar het hangt ervan af hoe het wordt gedaan. Er zijn mensen waarvan ik walg zodra ik ze zie, en dan zijn er die zo ongelooflijk stom zijn en onvoorbereid, of zo slecht in hun vak, of intelligent en onvoorbereid, of welke combinatie van deze mogelijkheden dan ook, en dan word ik razend (spreekt nu met een nasale zeurdersstem). Het soort dat zegt: nou, laten we eens even zien, hoe heet uw show ook alweer, en wanneer wordt ie ook alweer uitgezonden? Daar bestaat een respectabele versie van en dat is iemand in een interview nijdig maken om verse antwoorden te krijgen”. In één geval zelfs kan men voorafspiegeling menen te zien het magistrale prozastuk „De angst van de doelman voor de elfmeter- lijn”, een boek dat de inleiding vorm de voor een nieuwe wending Handke’s ontwikkeling. Een ontwik keling die tot op heden zijn hoogte punt vond in het beklemmende, maar lang niet sentimentele of rancuneuze boek over zijn moeder: „Ongezocht ongeluk”. „Ik heb eens een show gemaakt met iemand die Theobald heette. Halverwege het gesprek realiseerde ik me ineens dat ik niet wist wat hij gezegd had en om de situatie te redden, zei ik: weet je wel dat jouw naam een anagram is van Bad Hotel? Dat redde de toestand. Waar je ook eindeloos veel anagrammen op kunt maken, is op Gore Vidal (de Amerikaanse schrijver). Hij vroeg me op een avond er een paar te doen, en ik moet er toen zeker 40 op hebben Toen ik drie woorden had gezegd, vroeg Cavett of ik uit Duitsland kwam (hij spreekt vloeiend Duits en zong onlangs nog op een van zijn shows Kurt Weils bekende Bilbao Song, samen met Lotte Lenya, in het Duits). Toen ik ontkennend antwoordde, noemde hij alle Noordeuropese landen op, inclusief Ijsland, behalve Nederland. Hij was verbaasd er niet aan gedacht te hebben, en schreef op een stukje papier een telefoon nummer in New York op. Zelfs toen, op de lagere school, wist ik dat het een verouderd beeld was, omdat ze een zgn. onderwijsfilm vertoonden over een of andere Hans zo-en-zo. Die film was zo oud, dat ie vol met gaten zat en gebroken was en weer opgelapt, zodat hele zinnen wegvielen. Dan kreeg je een tekst als: de kinderen vonden het fijn en (klikt met zijn tong) hun grootvader kaas (klikt weer) te zien (klik-klik)”. Boeiende verhalen, niet omdat ze op zich gemaakt, maar de enige die ik me kan herinneren, is Vital Ogre (levendige kabouter). Hij stond perplex”, Cavett heeft in de vijf jaar dat hij praat-shows voor ABC maakte een soort jongensdroom in vervulling zién gaan: om alle beroemdheden ooit eens te ontmoeten op voet van gelijkwaardigheid mensen die hij vroeger alleen maar op de televisie zag als ongenaakbare góden van showbusiness: Groucho Marx, Laurence Olivier, Bette Davis, Katherine Hepburn, Orson Welles, Fred Astaire (die hem in zijn show een paar danspassen leerde, waarvan de foto’s in Cavett’s kantoor hangen), Marlon Brando, de schrijver Norman Mailer, de Engelse rock superstar David Bowie (die geen zinnig woord te zeggen had). Typerend voor Handke is ook dat hij veelvuldig de suggestie wekt ei genlijk „maar” een film of toneelstuk te vertellen waardoor hij een afstand tussen de werkelijkheid van zijn ver haal en de lezer schept. Hierdoor krijgt zo’n verhaal meerdere ingangen. Heel frappant gebeurt dat in de ver halen „Sacramento” en „De galge- boom”. Twee duidelijk op wild-west situaties gebaseerde vertellingen, waarbij Handke de lezer nogal door trapt op het verkeerde been zet. Heel beklemmend in de lichte werkelijk- heidsverschuiving werkt ook „Het standrecht”, een uit 14 artikelen op gebouwd verhaal waarin Handke, als betrof het een officiële akte, de voor schriften betreffende de uitvoering van het standrecht beschrijft. In arti kel 11 komt hij dan op dezelfde gortdroge wijze te vertellen over het vermoedelijk gedrag van het slacht offer tijdens de uitvoering van de executie. In dergelijke stukken komt TENSLOTTE NOG een interessant aspect aan Handke’s werk: het ademt meer de sfeer van het platteland dan van de stad. Niet uit een modieuze hang naar het tweede huisje maar vermoedelijk omdat in Oostenrijk het platteland nog steeds heel groot en heel achterlijk is. En voor wie niet uit Wenen komt, zoals Handke moet dat platteland een benauwende in druk hebben achtergelaten. Want Handke’s platteland is bepaald niet dat van vrolijke boeren en boerinnen. Zijn kantoor aan Broadway beslaat de helft van de hoogste verdieping van een gebouw om de hoek van de studio van de American Broadcasting Corporation (ABC), waarvoor hij vijf jaar met wisselende waardering zijn intelligente praatshows opnam. Zijn contract met ABC is nu beëindigd en later dit jaar zal hij in dienst treden voor ABC’s concurrent CBS (Columbia Broadcasting System), maar voor zijn nieuwe programma is nog niets vastgesteld. Cavett is zeer betrokken met het lot van de indianen in Amerika en heeft een grote collectie Indiaanse kunstvoorwer pen, vandaar zijn uitmonstering. Op de andere foto’s Dick Cavett met Rudolf Noerejev, de baletdanse r en met Bette Davis. Europese cabaret, dat ook onbekend is in Amerika. Misschien komt het, suggereer ik, omdat cabaret de beslotenheid van een huiskamer veronderstelt en nodig heeft, en ook dat is in Amerika niet traditioneel. „Ja, je moet hier zelfs uitleggen wat cabaret precies is. Maar ja (spreekt nu met een andere stem), sommige van die Europese landen zijn dan ook niet veel groter dan een huiskamer. Dat was mijn imitatie van John Wayne. Maar goed, waarom zouden mensen zich moeten aankleden, of niét, om iets te gaan zien waar ze zich aan kunnen ergeren? Ze kunnen net zo goed thuis blijven en het op televisie zien en de knop omdraaien als ze er genoeg van hebben. Het is trouwens een mirakel dat er nog toneel is”. HOEWEL HANDKE later meer op gevoel en sfeer is gaan schrijven, houdt hij zich in deze verhalen nog vooral bezig met de manipuleerbaar heid van de taal en met subtiele verschuivingen in de werkelijkheid, met als Leitmotif de verhouding meester-knecht, een affaire waarbij de taal gemakkelijk als manipulatie- methode gebruikt kan worden. Heel duidelijk en op het tragikomische af, blijkt dit uit het titelverhaal, waarin een president-commissaris van een onderneming (waarom een regent, mijnheer de uitgever?) de aandeel houders toespreekt. Hij doet dit op inpakkende en wegmasserende wijze, waarbij hij tenslotte in zijn eigen koeterwaals verstikt raakt. Wie vaak naar de buis kijkt zal dit verschijnsel wel herkennen. De taal als rookgor dijn. Hij ging zodanig op de bank zitten dat hij zichzelf in de staande spiegel kon zien en gedurende het gesprek bleef hij naar zichzelf kijken, ook als hij antwoorden gaf, zodat het leek alsof hij zichzelf toesprak. Het was niét allemaal zo voortreffelijk zijnal mag men het titelverhaal bijna klassieke luciditeit achtenmaar meer nog omdat ze in sommige gevallen de aanzetten blij ken te zijn tot Handke’s latere, zeer succesvolle toneelstukken. kendheid met zijn toneelstuk „Pu- blieksbeschimping”. Een vloek- en tierstuk waarin hii zich, bij monde van acteurs, afzette tegen bepaalde avant-gardistische opvattingen en wel licht ook tegen een, zijns insziens al te zeer verkalkt publiek. Vanaf dat moment werden ook zijn eerder ge schreven verhalen in ijltempo gebun deld en in boekvorm uitgegeven. Een aantal van deze, door Handke zelf herziene verhalen werden onlangs opnieuw uitgegeven. De Arbeiderspers liet ze door Gerrit Bussink in voor treffelijk Nederlands vertalen onder de titel „De regent spreekt u toe”.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 19