Speelse volksdansen uit Moldavië vier klarinetten Koude drukte bij Een stem uit het graf Bad Company Stedelijk Museum binnenste buiten :r Tentoonstelling in Haagse Kunstkring IDA WASSERMAN GEEERD Overheid draait niet op voor schuld Podium Pieterson solist op i J Unieke compositie van Geza Frid Eentonige Nico in Nederland Verkwisting” Souwens Autoverhuur i i MAANDAG 2 4 1975 9 8 TOON VRANKEN CONRAD VAN DE WEETERING ft AMSTERDAM Ter gelegen heid van het 15-jarig bestaan van het Vernu reisbureau (vereniging NederlandUSSR) trad zondag het Moldavisch Volksdansensemble Mioritsa niet minder dan drie keer achter elkaar op in het RAI-con- grescentrum. Voor beroepsartiesten is zoiets al een helse opgave, maar voor amateurs is het werkelijk een monsterprestatie. Nu moet men zich bij een Russisch amateurensemble wel iets anders voorstellen, dan wij daaronder verwachten. De mensen in deze groep zijn allemaal studen ten of arbeiders, maar begonnen al met hun achtste jaar muziek te ma ken of te dansen als pioniert je. Vanaf hun achtste jaar hebben ze drie keer per week van half acht tot elf uur les en die lessen bestaan uit een zeer gedisciplineerde trai ning en repetitie. Gezien het feit dat deze mensen allemaal ergens tussen de twintig en dertig jaar oud zijn, hebben ze dus al heel wat leerjaren achter zich. Virtuoze hoogtepunten moet men dan nog niet verwachten, maar een goed ge brachte show ontstaat er toch wel. FEBRUARI EEN FORD-ESCORT HUREN? f 27,50 per dag incl. 100 km. en verz. excl. btw en benzine bouwjaar 1974 langere huurtijd op aanvraag Kampervest 23 - Haarlem Telefoon 312638 e 1 I Mioritsa is vol verrassingen kwis sen- oer- an- Op twee manieren werd er aan de NICO KEES TOPS KEES TOPS :te hij voegde (ADVERTENTIE) Ida Wasserman in een van haar, rollen. 1SC8R1 \-7 en al- slapen. sprak i weg, komen De omstandigheid dat Nico geen band had meegebracht, maakte het optreden (dat ruim een uur duurde) behoorlijk eentonig. Aan de andere kant zorgde diezelfde omstandigheid ervoor, dat met name het hartverscheurende „The End” met alleen het naargeestige gedrens van t oude ver- mduc- het in ■molen alleen schil- -Hol- met ARA- nd I ndere taats- ■m en tap. ?haft, papa. Du 'kme- I (K) s uit Dorf- Bul- olero, i (K) naai. 18.30 (K) Pro- ■iekse Zeek- euws 19.55 (K) 20.15 20.30 21.15 22.00 irma- (K) Nico’s publiek bestond zoals verwacht voor een goed deel uit de underground- liefhebbers van het eerste uur nu dus een vrij oud publiek van late twintigers, gemengd met de ook niet al te jonge bezoekers van het juist geopende Film International. Een wat nostalgisch troep je, dat al met al de juiste ambiance vormde, hoewel de verkleumde meute in de steenkoude dertiende-eeuwse kathe draal van Reims, waar Nico enige maanden geleden optrad, zo ongeveer de ideale omgeving voor haar moet zijn geweest. Op de plaat komt de band niet on sympathiek over, speelt aardige melodie ën in het aloude rock-stramien. En ook halverwege het concert leek ze tót zich zelf te zijn gekomen met als gevolg toch nog aardige prestaties. Maar dat was he laas niet van lange duur. Met name Rodgers verviel al gauw weer in zijn rol als „de bink”. Gitarist Mick Ralphs, die de knallers „Can’t get enough” en „Rea dy for love” schreef, bleef daarbij op de achtergrond met degelijke solo’s Maar in grote lijnen was het een onbevredi gend concert, dat zeker niet lang kon boeien. AMSTERDAM. In het Nederlandse muziekleven is de componist Geza Frid een naam van betekenis. Zonder gefor ceerd nieuw of modieus te willen doen, volgde hij de ontwikkelingen van zijn tijd op de voet en dat maakte zijn muziek altijd levend en nieuw. Hij staat niet vreemd of sceptisch ten opzichte van de seriële muziek, verdiende ook daarin zijn sporen, maar de spontane inspiratie blijft bij hem primair. Hij zit altijd vol ideeën en deze zijn vaak zeer verrassend. Het is nog niet voorgekomen dat een componist een Concert voor vier klarinetten schreef, waarvan een solist alle vier instrumenten bespeelt. Dit ge beurde zaterdagavond in de Grote Zaal te Amsterdam op het concert van het Nederlands Kamerorkest onder leiding van David Zinman in het Concert voor klarinetten en strijkorkest van Geza Frid, met George Pieterson als solist aan wie het werk is opgedragen. dan het publiek zeer gedisciplineerd te amuseren en af en toe te tracteren op speelse verrassingen en de kostumering is uiterst verzorgd. Moldavië is het land van de vruchten delijk meer vat op kreeg door het ka rakter detail voor detail op te bouwen en er tenslotte zo diep in doordrong dat de figuur een deel van haar eigen wezen scheen te zijn geworden. Zij had een zekere magnetische uitstraling, die zij onder dat werk op haar medespelers overbracht en die hun, zoals Steenber gen het zelf had ondervonden, het eigen werk vergemakkelijkte. Ook als toe schouwer, van de stukken waarin hijzelf niet meespeelde, had zij hem onvergete- DEN HAAG. Met nogal wat koude drukte maakte zaterdagavond de groep Bad Company haar concertdebuut in Nederland. De groep was hier nog slechts bekend van één elpee. In het Haagse Congresgebouw wachtte haar een opgewonden hard-rock-publiek dat, naar de dosering van het applaus te oordelen, voornamelijk was afgekomen op Paul Rodgers, ex-zanger van de Free. Deze was zich zijn populariteit zeer 'wel be wust en zette er onmiddellijk met veel overbodgie heisa de beuk in. Een niet al te sympathieke entree voor een groep die niet onverdienstelijk speelt, maar ook eigenlijk niets bijzonders produceert. De sfeer die Nico om zich heen ver spreidt, is er een van dood en onder gang. Ze zingt onder meer in haar moedertaal over de dood van enkele oude vrienden, heeft trouwens zelf ook met één been in het graf gestaan en staat dat volgens sommigen nog. „Dit is niet leuk”, kondigde ze vrijdagnacht in de Rotterdamse Lantaren aan, voordat ze aan „The End” begon het hoogte punt van het optreden, geschreven door en opgedragen aan wijlen Jim Morrison van The Doors. Die placht de zaken overigens ook niet bepaald van de zon nige zijde te zien. maar meer nog bewonderaar, De bombarie waar Rodgers zijn pu bliek mee belaagde, uitte zich onder meer in het met veel bravour omhangen van een gitaar, waarop hij op twee nummers na nauwelijks èen noot zou spelen. Slechts in het akoestische „Sea gull” was hij gekalmeerd en speelde hij gewoon goede muziek. Paul Rodgers is, evenals gitarist Mick Ralphs (die door Rodgers zo ongeveer in een hoek wordt gedrukt) populair geworden door The Free, destijds een zeer opmerkelijke groep die harmonieuze stampers speelde. Bij tijd en wijle doet Bad Co. daar nog aan denken. Van de omvang en timbres van dit klarinettenkwartet (a-bes-es- en baskla rinet) maakt Geza Frid produktief ge bruik in een compositie, die sprankelt van fantasie. Gewapend met drie klari netten in de hand de grote basklari net stond al klaar op het podium verscheen Pieterson ten tonele. De hel dere a-klarinet liet zich het meest en in grote veelzijdigheid horen, het hele eer ste deel en in het tweede tot aan het eind, waar dan de basklarinet de melo die van de strijkers transponeert in het donker fond van zijn sonoor timbre. In het derde deel vindt de ontmoeting der vier klarinetten plaats. Geza Frid geeft de solist in een rijke variatie van korte en lange motieven ruime kans tot virtu oze schittering, maar in de cadens gaat Pieterson nog een stapje verder met experimentele snufjes van eigen vinding. Voor componist, solist, dirigent en Strijk- ensemble werd dit optimaal goed uitge voerde werk een spontaan succes. De grote zaal was volledig bezet en het Nederlands Kamerorkest beant woordde de publieke belangstelling met een uitstekend gepland en zeer verzorgd programma. De „Sint Martin in the Fields”, kortgeleden gastensemble van het Nederlands Kamerorkest kan er een voorbeeld aan nemen. De Symfonie no. 46, niet de meest bekende uit de schat kamer van Haydn maar daardoor wel licht zo vol charme en frisheid, werd door Zinman en zijn ensemble subtiel van klank en met delicaat gevoel voor frasering als in krisital gegraveerd. De ingetogen mineur-inzet van Mozarts Pia noconcert in d. opus 466 vormde daar mee een frappant contrast Met minder charme maar diepere expressie onder scheidt Mozart zich hierin van collega Haydn. Pianist Nikita Magaloff plaatste het in een helder licht met de juiste accenten, zuiver pianistisch van stijl en opvatting, zorgvuldig in balans met het orkest dat expressief werd geleid door Zinman. Het veelzijdig talent van de dirigent gaf ook aan „Le tombeau de Couperin” van Ravel de vonk van een spirituele benadering. Ravel schreef het oorspron kelijk als een zes-delige suite voor pia no. Elk deel is opgedragen aan een in de eerste wereldoorlog gesneuvelde vriend. Maar Ravele heeft het zich ook orke®- traal ingeleefd en schiep met de instru mentatie van vier delen eruit een nieu we creatie. In deze periode is Ravel weggestapt uit het impressionisme. Mu ziek is modelleren met klank en vooral in het orkestrale was Ravel een meester. Ravel ervaart in zijn leven de dingen heel intens en gaf daar concreet vorm aan in een wereld van exclusieve klank. De fundering van het Amsterdamse Stedelijk Museum is slecht. Er wordt aan herstel gewerkt en dat zal zeker nog een jaar duren. Dat brengt natuurlijk een schutting rond het gebouw met zich mee, een lelijk ding voor een gebouw waarin „de schoon heid wordt gediend”. Er is iets op gevonden. Natuurlijk had de directie kunstenaars kunnen vragen om de schuttingen te beschilderen, maar daar was geen geld voor. Nu hebben medewerkers van het museum dat zelf maar gedaan. Ze hebben het mu seum als het ware binnenste buiten gekeerd door de aandacht te vestigen op schilde rijen uit het museumbezit. Er zijn duplicaten gemaakt m watervaste verf op masonite. De ontwerper van het geheel is Donald Bouws, die ook een deel van de schilderijen heeft gemaakt. Gerard Kuilenburg en Ton Taanman namen de andere kunstwerken voor hun rekening. Het zijn dus alle duplicaten van werken binnen. Zo is het eerste schilderij links een weergave van een stilleven van Morandi. tv- siten. für (K) 20.15 nma. L tv- veer- kwaliteit van de groep tegemoet geko men. Ten eerste werd er in de dansen niet gezocht naar geweldige solistische prestaties, maar juist naar verrassende elementen in de choreografische op bouw. Ten tweede werd er veel aan dacht besteed aan het inbouwen van pantomimische grappen, die in deze groep steeds erg plezierig uitvielen. Zo was er een dans „De Waspartij” waarbij een meisje in een beek aan het wassen is en alle jongens die belangstelling voor haar tonen, meteen aan het werk zet, wat aardige mogelijkheden geeft tot al lerlei repeterende bewegingen. Heel amusant was ook de dans met de lepels. Twee jongens en een meisje ont lokken aan houten lepels allerlei gelui den. Op een gegeven moment neemt één van de jongens een plastic vliesje tussen zijn lippen en begint daar op te fluiten. Ogenblikkelijk neemt de andere jongen ook zo’n plastic vlies je en zo ontstaat er een gefloten dialoog als van twee krolse katers, die elkaar het bezit van het meisje betwisten. Als het meisje dan ook nog zo’n plastic vliesje tevoorschijn haalt en nu eens als een blazende poes één van de jongens wegjaagt en dan weer de andere met lieflijk gefluit naar zich toelokt, is de zaal werkelijk volle dig gewonnen. Ook in de muziek zoekt de groep het in verrassingen, zoals een solo op een ocarina of op een panfluit, toch instru menten waar we niet dagelijks mee geconfronteerd worden. Alles loopt als een trein, heeft geen andere pretentie (het ligt tegen Roemenië aan) en de dans uit dat gebied bestaat veelal uit kleine vlugge pasjes. Er zijn invloeden uit Rusland en ook van de zigeuners. Een zigeunerdans met lange rokken en gecamoufleerde opkomsten (vanachter die rokken waarvan een punt hoog op getrokken was) vormde voor mij de grootste verrassing, vooral door zijn choreografische opbouw. ROTTERDAM Eén valt de meest bizarre undergroundgroepen in de jaren zestig was de Velvet Underground De groep bracht namen voort als Andy Warhol, Lou Reed en John Cale. Zange res bij de Velvet Underground was Nico, een van oorsprong Duits meisje, dat het geluid van de groep voorzag van schrille vokalen. Diezelfde Nico was het afgelo pen weekeinde voor een drietal concer ten in ons land. Zonder begeleidings groep; slechts met haar vertrouwde klapharmonium. En, vanzelfsprekend, met die holle stem, die rechtstreeks uit het graf lijkt te komen AMSTERDAM (ANP) De gemeente Amsterdam heeft besloten de stichting toneelgroep Podium geen aanvullende subsidie over het seizoen 1973-1974 te geven. Uit een accountantsonderzoek zou zijn gebleken dat de toneelgroep een niet door subsidie gedekt extra tekort heeft van 564.700. De groep van Bob de Lange, is overigens al ter ziele. B. en W. zijn van oordeel dat het tekort is ontstaan door onzorgvuldige boekhouding en onvoldoende bewaking van de door gemeente en rijk als subsi diabel aanvaarde begroting. Ook de mi nister van CRM heeft laten weten dat van rijkswege het verlenen van een aanvullende subsidie niet in overweging kan worden genomen. B. en W- van Amsterdam vinden dat „een verkwisting van gemeenschapsgeld als in het onderhavige geval heeft plaatsgevonden, zich absoluut niet meer mag herhalen”. Zij achten de bestuur ders van de stichting toneelgroep Podi um in liquidatie volledig verantwoorde lijk voor de gevolgen van het „waar schijnlijke” faillissement. Bob de Lange richtte Podium op In 1973 met het doel goedbezette produkties te spelen van artistiek niveau. De Raad voor de Kunst had er geen vertrouwen in en gaf de minister van CRM, toen de heer Engels, een negatief advies. Engels negeerde dat en gaf de groep toch rijks- subsidie voor het seizoen ’73-’74. De Amsterdamse Kunstraad was blij met de komst van de nieuwe groep, omdat men er een goede aanvulling in zag in het toneelaanbod in de hoofdstad. B. en W. van Amsterdam besloten tot subsidi ering. De Raad voor de Kunst adviseerde voor het huidige seizoen wederom nega tief. Er ontstond daarover groot rumoer. Een motie van D’66, PvdA, PPR, CPN en VVD in de Tweede Kamer eiste van minister Van Doorn, die Engels was opgevolgd dat de groep rijkssubsidie zou krijgen. Maar Van Doom bleef weiger achtig. Podium ging de overbrugging in en werd nadien opgeheven. Bij de af bouw van het gezelschap bleek dat met SIMON KOSTER het geld slordig was ftmgesprangen. lijke momenten van diepe ontroering bezorgd. De gedachte maakte hem dan ook triest zoals die ongetwiifeld heel dat grote gezelschap in de Kunstkring triest maakte Ida Wasserman nooit meer op het toneel te zullen zien. De actrice zelf nam al die hulde heel be scheiden, stilletjes glimlachend, in ont vangst. De tentoonstelling zelf weerspiegelt trouwens nog heel veel meer hulde in allerlei vormen: de eremedaille van de gemeente ’s-Gravenbage. de ..Theo d’Or". die Ida Wasserman in 1956 van de Vereniging van Nederlandse Schouw burgdirecties kreeg, en geestdriftige brieven van collega’s waarmee het sprookje toch wel wordt weerlegd dat acteurs en actrices elkaar nooit een succes gunnen. Zo drukte wijlen Emma Morel destiids haar bewondering voor de jongere collega uit en schreef wijlen Theo Frenkel Jr. haar in 1953. na de première van „Kom terug, kleine She ba!”, hoe diep haar „meesterlijk en on verbeterlijk” spel hem geschokt en ont roerd had. Hij maakte haar daarbij het mooiste compliment dat hij, die er zo trots op was een kleinzoon van Theo Mann-Bouwmeester te zijn, kon beden ken, namelijk dat zij zijn onvergetelüke grootmoeder evenaarde. En in weer een andere brief dankt Ko van Dijk haar voor de „monumenten van grote schoon heid, van geluk” die haar vertolkingen hebben opgericht omdat zij „het diepste in ons hart hebben geraakt.” De ruim vijftigjarige toneelloopbaan van Ida Wasserman is af te lezen van de enorme collectie foto’s, programma’s en affiches waarmee de muren zijn over- het harmonium ééns zo treurig werd en dus nog aan kracht won. Nico speelde slechts oud werk, recen telijk samengebracht op het album „The End”, waarop ze wordt bijgestaan door John Cale, Eno en Phil Manzanera. „Ik zou graag een nieuw nummer willen spelen, maar dat is er niet”, aldus de verklaring van Nico. En daarmee is alles wel gezegd. Het was een trieste boel. Trouwens, doeltreffender dan door woorden laat zich de sfeer rond Nico omschrijven door de hoesfoto’s van het album. Die zijn afkomstig uit een film waarin ze meespeelt. De titel daarvan spreekt boekdelen: „Les Hautes Solitu des”. Maandagavond komt Mioritsa in het Cultureel Centrum in Amstelveen, woensdag in de Doelen in Rotterdam en donderdag in Gorinchem. DEN HAAG. Ieder die wel eens heeft genoten van het grandioze toneel spel van Ida Wasserman (en dat wil ongetwijfeld zeggen: heel toneelminnend Nederland) moet zich haasten naar de Denneweg in Den Haag, om daar in de Haagse Kunstkring zijn hart op te halen aan een tentoonstelling, gewijd aan deze prachtige actrice. Een tentoonstelling die er helaas maar tot en met zaterdag 1 maart blijft, zodat de gelegenheid tot bezoek beperkt is terwijl de belangstel ling stellig groot zal zijn. Een voorproefje van die belangstelling kregen de organisators vorige week, toen een ongelooflijke mensenmenigte zich in het gebouw van de Kunstkring en zelfs buiten voor de ingang verdrong om bij de opening aanwezig te zijn en Ida Wasserman daarbij geluk te kunnen wensen: in de eerste plaats natuurlijk talloze toneel- en andere kunstenaars, maar ook de Haagse oud-burgemeester Kolfschoten, vertegenwoordigers van de Belgische ambassade en van vele Neder landse kultvrele organisaties en instan ties, en honderden vrienden en bewon deraars. Als Ida Wassermans voormalige directeur, maar meer nog als haar vriend en bewonderaar, sprak Paul Steenbergen bij het openen van de ten toonstelling hartelijke woorden tot haar en over haar. Vijfenzeventig rollen heeft Ida Was serman tijdens haar vijfentwintig jaar bij de Haagse Comedie gespeeld en in veel van die stukken is Steenbergen haar partner geweest. Hij vertelde hoe het hem altijd had gefascineerd, te zien hoe aarzelend en voorzichtig zij gewoon lijk aan een nieuwe rol begon, er gelei- dekt: te beginnen met een programma uit 1917 van een uitvoering door de Antwerpse Kring Liefdadigheid, waarbij de toen zestienjarige Ida optrad met twee zogeheten „ernstige uitgalmingen”, getiteld „De brand” en „De echtschei ding”. Voorts prijkt daar haar eerste toneel contract, dat haar aan de Kon. Ned. Schouwburg te Antwerpen verbond voor het seizoen 1921-’22 tegen een to taal salaris van vijfhonderd franken, „te betalen in halfmaandelijkse termijnen”. We zien haar ook in haar eerste en enige rol als filmactrice (in „De witte” naar het bekende boek van Ernst Claes, omstreeks 1930 als eerste Vlaamse ge luidsfilm vervaardigd) en zelfs als regis seuse. in het seizoen 1937-’38 bij het gezelschap van haar man, Joris Diels. En herinneringen aan haar grote creaties zijn er in de vorm van kostuums, requi- sieten en andere accessoires, o.m. van „De kersentuin”, „Lieve leugenaar” en „Celestina”. Dat Ida Wasserman ook herhaaldelijk beeldende kunstenaars heeft geïnspi reerd, blijkt bijvoorbeeld uit het indruk wekkende schilderij van Sierk Schröder van haar Ranjewskaja in „De kersentuin” uit Albert van Dijcks por- tretkop uit 1939 en diens schilderij van haar Maria Stuart” uit 1940. en uit het gevoelige bronsportret door Pieter d’Hont. Jammer dat dit alles nog maar tot en met a.s. zaterdag te zien is. Zou deze boeiende tentoonstelling daarna niet naar Amsterdam, naar het Toneelmu- seum, kunnen verhuizen? Het zou zeker te wensen zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 9