Geel voor het nationale elftal Guus Brox: Feyenoord moet wel elk jaar kampioen worden om rond te komen Nederlandse trainers niet favoriet Iedereen moet zoveel mogelijk in zijn waarde gelaten worden ng ive Wonder door Mare Serné Water en vuur ■R Brug slaan Verdrietig ZATERDAG 8 MAART 1975 25 ia 1 -- 750 1 - -ï lik f Kinderachtig Rood randje zullen dat eventuele protest echter beleefd maar glimlachend naast zich BB i r dit ing 1 5iiS|s ■PS1E :om- ed an STOPPER S ter ep len Er zijn natuurlijk raakvlakken rik ten lUt, I. be- Als Op de eerste plaats lonkt Feyenoord naar Barcelona-trainer Rinus Michels. Brox appelleert weliswaar aan het feit dat hij evenals Kohn nog bij zijn vereniging onder contract staat maar hij noemt Michels „een bege- renswaardig trainer”. Je weet tenslotte nooit hoe de situatie aan het einde van dit seizoen bij Barcelona is en of Michels zelf wel wil. Dat vormt waar schijnlijk ook de voornaamste reden dat Brox zich op geen enkele manier op dit punt wil vastleggen. Trouwens: er zijn onderhandelingen met Boskov. Volgens hem was het Okker verbo den de naam van zijn sponsor zo breeduit te etaleren, omdat dat de aandacht zou afleiden van de veel grotere letters rondom het midden- neerleggen. Na de ervaringen met de van voetbal bezeten Wiel Coerver heeft vooral Brox zijn buik vol van Nederlandse oefenmeesters. In het tweeëneenhalf uur durende gesprek met de Feyenoord-manager maakt Brox meer dan één keer duidelijk dat Feyenoord in eerste instantie op zoek is naar een buitenlander. Hoewel Brox zich nauwelijks laat verleiden tot het noemen van namen wordt wel duidelijk dat er eigenlijk maar twee trainers zijn die wat Nederland betreft in aanmerking komen. Hoewel één daarvan, Twente’s Spitz Kohn, tenslotte nog een Luxemburger is. van gaan maken in de trant van: Ik speel morgen tegen Haarlem of ilk voetbal morgen tegen Den Haag. Wij spelen als Feyenoord tegen een andere club. Het is, zeker in zo’n enorm voetbalbedrijf als Feyenoord, een kwestie van samenspel.” En enkele ogenblikken later: „Noem ze allemaal maar op die trainers die we gehad hebben. Kment, Happel, Peeters, Coerver etc. Voordat zij bij Feyenoord kwamen hadden ze nog nooit als trainer een kampioenschap meege maakt. En als ze bij Feyenoord weggaan worden ze ook niet meer kampioen. Zelfs Happel niet. Zon der nou die taak van die trainer te bagatelliseren, integendeel want die is zeer belangrijk, ga ik dan wel van het standpunt uit dat al die trainers die Feyenoord kampi oen hebben gemakat in een goede voetbalconstellatie terecht zijn ge komen Anders was dat nooit ge lukt.” Brox hamert erop dat iedereen moeten vallen. Dat risico kunnen wij niet nemen. Mede daardoor kunnen wij nu niet naar Indone sië. En dan spreek ik nog niet eens over het krankzinnige idee dat een elftal dat bijvoorbeeld derde eindigt en dus de hele com petitie vrij constant heeft gespeeld nu nog eens een nacompetitie moet spelen om een plaatsje te veroveren in de Europa Cup. Waar ben je dan mee bezig. Aan de ene kant wil de KNVB wel alle mede werking van de topclubs om een zo sterk mogelijk Nederlands elf tal te krijgen maar aan de andere kant wordt op de topclubs roof bouw gepleegd met zo’n extra na competitie.” Het is duidelijk dat Coerver, het is een publiek geheim dat de ver houding tussen hem en Brox wa ter en vuur is, dat wel geprobeerd heeft. Te vaak uitte hij kritiek op de medische begeleiding en op an dere zakelijke aspecten. Het mondde tenslotte uit in het indie nen van zijn ontslag nog voordat dit seizoen tis afgelopen. Brox, hoewel hij dat niet openlijk zegt, kan zich ergeren aan dit soort zaken. Met Happel, de legendarische Oosten rijkse tacticus onder wie Feyen oord zijn grootste successen be haalde, heeft hij dit soort moei lijkheden nooit gekend Daarom weet Brox: „Je kunt er als trainer tenslotte nooit een privé-zaakje langen op het spel staan. Ondanks de steun van het legendarische Feyenoord-legioen, wat Feyenoord één van de sterkste financiële ver enigingen van Europa maakt, moet Feyenoord ieder jaar - evenals Ajax - kampioen worden om via internationaal voetbal de enorme begroting sluitend te krijgen. Brox ontluistert daarmee meteen het sprookje van Ajax-penningmeester Timman, die herhaaldelijk ver klaard heeft dat Ajax, in de grote succes-jaren, enkel en alleen zijn begroting afstemde op de competi tiewedstrijden en daarmee uit kwam. Brox: „Ajax heeft met de salarissen dn Nederland voorop ge lopen Wij zijn vlak daarna geko men en ik kan me niet voorstellen dat PSV met de steun van Philips tussen technisch- en zakelijk leid. Brox: „Dat klopt ja. Coerver tegen ons aan het einde van het vorige seizoen zegt: Israel, Wery en Boskamp wil ik kwijt en Kreuz en Olsen wil ik erbij heb ben dan bekijken wij of het mo gelijk is om dat budgetair uit te voeren. Wat dat betreft richten wij ons uiteraard naar de adviezen van die trainer. Je moet af en toe alleen eens een brug slaan. Pas geleden heb ik met acht spelers een persoonlijk gesprek gehad om dat je dan verder komt dan met een groepsbespreking. De omstan digheden vereisten dat omdat de klad er een beetje inzat. Dat vind ik dan geen inbreuk op het tech nische beleid.” Temeer niet daar er enorme be kleder van Okker overigens mijn lof niet onthouden. Hoewel hij kennelijk op zijn uiterlijk was gekozen (hij leek echt op Okker, al weten we natuurlijk niet hoe vaak Okker zich al door deze Gerard de Lange heeft laten vervangen, zodat we langzamer hand zijn gaan denken dat dit nette, vrij onbewogen, blanco hoofd van die Gerard eigenlijk aan ons aller Tom- metje toebehoort), verweerde hij zich kranig tegen Arthur Ashe, ook al kon je merken dat het hem op den duur aan routine ontbrak. Maar voor een invaller en stuntman tenniste hij toch uitstekend. zoveel mogelijk in zijn waarde moet worden gelaten. Hij stelt: „Ik maak het met de spelers ook wel eens mee dat wanneer wij met de bus naar een uitwedstrijd gaan iemand dan naar mij toe komt en zegt: „Zeg mijnheer Brox kunt u niet even naar die chauf feur toelopen en zeggen dat hij verkeerd rijdt Er is een veel kor tere weg. Dan zeg ik: Moet je eens goed luisteren jongen dat is de taak en de verantwoordelijkheid van die chauffeur Ik neem aan dat die echt wel weet waar hij mee bezig is.” Als het even meezit dan kan de Nederlandse vereniging van oefenmees ters (WON) aan het einde van dit seizoen weer een krachtig protest laten klinken. De kans dat de bij Feyenoord vertrekkende Wiel Coerver zal wor den opgevolgd door een werkloze Nederlandse oefenmeester met een A-licentie valt namelijk te verwaarlozen. Feyenoord en zijn manager Guus Brox, hoewel deze 58-jarige zakelijke leider van de Rotterdamse vereniging zich niet zo zeer als een manager maar meer als een directeur beschouwt. FC AmsterdamFC Den Haag is een minuut of vijf oud als Aad Mansveld op het middenveld een Amsterdamse aanval onderbreekt, met de bal aan de voet er opeens tussen uit trekt, door een gat in de Amsterdamse verdediging heen breekt, een vrij veld voor zich krijgt en aanstalten maakt om op dezelfde manier voor 0-1 te zorgen als Arno Steffenhagen in de wedstrijd Roda JCAjax deed. Maar wat gebeurt? Theo Husers achterhaalt Mansveld in zoverre, dat hij hem enkele meters voor het strafschopgebied nog door middel van „tripping” ten val kan brengen. Kans verkeken, een vrije schop levert nu eenmaal meestal wei nig op, dank zij de hecht opgebouwde muurtjes. Wat zagen we dus? Husers ontman Mansveld een zeer reële scoringskans, en deed dat bovendien op een gevaar lijke manier: menige speler heeft al een knietje overgehouden aan zo’n tikje tegen de hak op het moment dat hij op volle snelheid en zonder er op verdacht te zijn op het doel afste vent. Husers ontnam daardoor niet alleen de FC Den Haag-spelers een, goede kans op een voorsprong en een winstpremie, maar hij bedierf ook in hoge mate het spel, want zulke door braken, om van doelpunten maar te zwijgen, vormen nu eenmaal de char me van het voetbal, daar komen we voor. Bovendien beroofde hij de Hagenaars wellicht van hun winst premie. Ik ken het verschil niet tus sen de winstpremie en de premie bij een gelijkspel bij FC Den Haag, maar stel dat dat 100 gulden bedraagt, dan maakte het dus in principe weinig verschil of Husers dat bedrag door tripping aan de Hagenaars ontfutsel de, of dat hij door insluiping in hun kleedkamer uit elk colbertje 100 gul den ontvreemde. Het minste wat je dan als scheids rechter kan doen is: een gele kaart gang gaan, en het resultaat was ver nietigend, juist omdat het overeen kwam met de feiten op het veld: een rode kaart voor Abe van der Ban, en geel voor René en Willy van de Kerkhof, Lubse, Karte, Jongbloed en Van der Lem. Nico Jansen bleef het geel dit keer bespaard. Hij mocht niet meedoen, omdat hij in eerdere wed strijden al twee gele kaarten had moeten incasseren. Sommige dingen kunnen mij intens verdrietig maken. Neem bijvoorbeeld Gerard de Lange. Hij speelde in het ABN-tennistoernooi in de finale te gen Arthur Ashe en verloor. Dat laatste maakte mij minder verdrietig dan het feit, dat Willem Duys het wilde doen voorkomen dat „onze na tionale held” Tom Okker tegen Ashe speelde. Toen de camera zich echter wat dichterbij waagde, zag ik duide lijk in kleine, bijna onleesbare let- terjtes („als u dit kunt lezen, bent u te dicht bij!”) Gerard de Lange op de linkerborsthelft van de finalist staan. Er was dus kennelijk sprake van een „stand-in”, een stuntman, die zoals dat ook in avonturenfilms gebruike lijk is, de gevaarlijke en moeilijkste karweitjes voor de hoofdrolspeler moest opknappen. Ik wil die stuntman en plaatsbe- veld waarmee de ABN-bank, Shell, Heineken, Sony, Het Vrije Volk, de AVRO en dat soort bekende firma’s ons murw proberen te maken. Okker en Ashe mochten nog blij zijn dat het oogluikend werd toegestaan dat zij de aandacht van die merknamen afleidden door hun getennis! Ik zou nog eventueel in die theorie willen geloven als mijn tegenstanders daar niet aan hadden toegevoegd dat de vermeende Tom Okker op allerlei kinderachtige manieren geprobeerd had onder dat reclameverbod uit te komen. Hij zou namelijk zo gema noeuvreerd hebben met een tasje en een handdoek waarop de naam Ge rard de Lange was aangebracht (blijkbaar een handel in tassen en handdoeken), dat de honderdduizen den kijkers in de huiskamer die naam wel moesten opmerken, waar door zij automatisch de begeerte in zich voelden opkomen ook zo’n mooie handdoek van die firma te kopen. Kijk, dat geloof ik niet, dat gaat me net iets te ver. Ik kan me voor stellen dat je je tot zulke nogal kinderachtige sluikwegen verlaagt als je financieel volkomen aan de grond zit en geen brood meer voor je kin deren kan kopen, maar we weten allemaal dat de echte Tom Okker een man in bonus is, misschien wel een miljonair net als Caransa, en ik heb Caransa nooit met een handdoek zien manoeuvreren waarop „Loe Lap" stond, in de hoop dat hij daar nog een paar extra grijpstuivers mee zou kunnen verdienen. Waarom zou Tom Okker, die toch een hele nette vent is zo te zien, zich dan wel gedragen als een standwerker op het Waterloo- plein? Dat kan en wil ik niet geloven. Ik voor mij houd het er liever op dat we de echte Gerard de Lange zagen tennissen en dat Tom Okker intussen in Connecticut speelde. Ik moet hier eerlijkheidshalve aan toevoegen, dat er ook nog een andere theorie is, waar ik weliswaar zelf niet in geloofd, maar die ik u toch niet wel onthouden. De theorie wil, dat het wel Tom Okker zelf was die speelde (maar wie was dan de „Tom Okker" die volgens mijn inlichtingen gelijktijdig voor het WTC in Connec ticut tenniste?), maar dat hij via die naam op de borst reclame wilde ma ken voor ene Gerard de Lange. De voor de hand liggende gedachte, dat hij dat dan beter had kunnen doen door de naam aanzienlijk groter op zijn borst te naaien, zoals de AZ’67- spelers hun eigen naam duidelijk leesbaar op hun shirtje hebben staan, en door af en toe in de microfoon langs het tennisveld luide „Een hoe raatje voor Gerard de Lange!” te roepen, was volgens de voorstanders van de Okker-theorie wat al te sim plistisch. FC Twente (dat tegen Velez Mostar overigens wel dertig overtredingen bestraft zag tegen zeventien van de Joegoslaven, terwijl de scheidsrechter toch alom lof oogstte), kan je zeggen dat het Nederlandse voetbal woens dag in zijn totaliteit de gele kaart kreeg voorgehouden. Geel met een hoofdletter G, afgebiesd met het rode randje van Abe van der Bans rode kaart. Daar kunnen we dan nog bij optel len dat René van de Kerkhof door idioot inlopen op Henrique, erin slaagde deze keeper zodanig te blesse ren dat hij het veld moest verlaten. Daar zijn wij Nederlanders ook altijd erg goed in: Jan Mulder bezorgde twee jaar geleden CSKA-doelman Jordanov een blessure waardoor deze moest uitvallen, Schoenmaker pres teerde dit seizoen hetzelfde bij Barce- lona-doelman Mora, eveneens door te onbesuisd inlopen. Jordanov, Mora, Henrique.Trieste oogst van de kaalslag waartoe het Nederlandse voetbal, onder invloed van de Rinus Michels-doctrine („voetbal is oorlog”), langzamerhand is afgezakt. We krijgen de rekening nu met enige vertraging gepresenteerd, omdat voordien dereputatie van Ajax en Feynoord de buitenlandse scheids rechter nog enig ontzag inboezemde. Nu Ajax en Feyenoord in het Europa- cupvoetbal zijn weggevallen, kunnen de scheidsrechters weer normaal hun Eigenlijk is het een wonder dat Feyenoord nog één van de voor naamste gegadigden voor de lands titel is dit jaar na een schitte rend oefenprogramma, ondermeer werden door de fysiek sterke Fey- enoord-ploeg onder moordende temperaturen enkele toernooien in Spanje gewonnen, volgden dit sei zoen enkele onbenullige competi- tienederlagen, de blamerende uit schakeling tegen CF Barcelona en de ruzie met trainer Coerver die momenteel alleen nog maar de hoogst noodzakelijke werkzaamhe den verricht. Brox: „We vertrou wen als vereniging op de ervaring, zelfdiscipline en karakter van onze profs. Wij hebben ook niet zoveel problemen met onze spelers. Spe lers als Van Hanegem en Jansen hebben zo’n beetje alles meege maakt in het nationale- en inter nationale voetbal. Toch voetballen die twee, en daarbij wil ik de anderen beslist niet tekort doen, met de inzet van twee spelers die pas zijn begonnen. Gezien het ka rakter van die twee Wimmen had ik ook niet anders verwacht moet ik zeggen” Toch heeft een speler als Rijs- bergen aangekondigd over con tractverlenging te willen praten. Anders verlaat hij Feyenoord. Brox: „Wij praten tussentijds niet over contracten omdat wij vinden dat dit tijdens de competitie rit- meverstorend kan werken. Rijs- bergen krijgt een aanzienlijk beter contract aangeboden dan hij heeft. Dat verdient hij ook. Anderzijds kunnen we ons ook wel eens be kocht voelen. Dat we geld in. een speler investeren die dat niet waard blijkt te zijn. Met Rijsber- gen hebben we nu een voetballer die mede door de WK meer waard is geworden. Dat wordt dan geho noreerd. Maar juist omdat we met zoveel sterren spelen krijg je wel eens teleurstellingen. Feyenoord is een grote club. Met een grote naam. Dat merk ik dagelijks aan de enorme fan-mail die er binnen stroomt uit heel de wereld. Dan maakt het een ietwat kruideniers- achtige indruk dat Cor Coster voor de televisie in het sportpro gramma FC Avondrood verklaart dat hij tijdens de onderhandelin gen over een uniek contract voor Willem van Hanegem door de Feyenoord-bestuurders van de ta fel werd gekeken en niet eens een kopje koffie kreeg aangeboden. Brox: „Ik ben daar niet altijd bij geweest. De meeste onderhandelin gen over Van Hanegems contract liepen via Gerard Kerkum. Maar ik kan me, gezien de manier waarop wij onze gasten altijd ont vangen, niet voorstellen dat Cor Coster niet eens een kopje koffie gehad zou hebben. We zijn zelfs nog een keer met hem gaan eten” Michels’ automatische overwicht op de vedetten, zijn enorme kennis van het Nederlandse en internati onale voetbal, zijn successen met Ajax, Barcelona en het Neder lands elftal en, niet in de laatste plaats, het enthousiasme waarmee Feyenoorders als Jansen, Van Ha negem, De Jong en Rijsbergen over de aanpak van Michels spra ken na de voor het Nederlandse voetbal onvergetelijke weken tij dens de wereldkampioenschappen in West Duitsland, het zijn alle maal factoren dtie Brox goed heeft afgewogen. Maar ook Kohn lijkt nog niet van de kandidatenlijst afgevoerd. Hij heeft namelijk één groot voor deel. In tegenstelling tot het me rendeel van zijn collega’s heeft Kohn nog nooit één onverstandig woord over zijn clubleiding ge zegd. Waar andere oefenmeesters bij Twente moord en brand zou den hebben geschreeuwd als weer een vedette (achtereenvolgens de broertjes Van de Kerkhof, Schrij vers en Notten) uit geldgebrek verkocht moest worden heeft Kohn dit altijd als een gegeven geaccepteerd en nooit geprobeerd om de loop der gebeurtenissen op een wat domme wijze terug te draaien. En dat zijn zaken die Guus Brox. in 1948 werd hij be stuurslid, in 1959 administrateur en in 1964 tenslotte manager, erg kan waarderen. Hij heeft daar ook een interessante theorie over. Brox: „Ik vind in het algemeen dat de Nederlandse trainer zich teveel met zaken ophoudt waar hij zich beter niet mee kan be moeien. Als zij zich alleen met de training bemoeien dan hebben zij werk en verantwoording zat. Ze ker bij een club als Feyenoord is de verantwoordelijkheid van een trainer niet gering. Hij werkt na melijk bij ons met mensen waar Feyenoord miljoenen in heeft geïnvesteerd Bovendien heeft hij bij ons zulk uitstekend materiaal dat het voor een vent die een beetje creatief is uitstekend wer ken is. Hij kan uitdokteren waar een bepaalde voetballer kan spelen of waar die voetballer eventueel anders kan voetballen, kortom zo zijn er tientallen zaken waar ik als niet trainer niet voldoende verstand van heb, om uit te pro beren. Dan moet zo’n trainer niet ook nog eens een stuk van de zakelijke kant opeisen. Dat kan éêri man namelijk niet aan. Net zo min als ik naast mijn normale werkzaamheden ook nog eens de spelers zou kunnen gaan trainen”. niet de derde club is die onze salarissen betaalt. Ik kan u eerlijk zeggen dat internationaal voetbal een must is. Daarom vind ik al dat gepraat over recettedeling van de rijke met de arme clubs om daardoor een betere verhouding te krijgen ook zo’n onzin. Die clubs moeten dan eerst zich eens goed realiseren wat onze lasten zijn. Als we drie weken stilstaan dan kunnen we niet tegen onze spelers zeggen ga maar een uitkering bij de WW halen. De kosten en lasten van het voetbalbedrijf Feyenoord gaan door. Daarom is die hele nacompetitie ook een lacher Lu cratieve wedstrijden en toernooien moeten wij nu laten lopen omdat we in de huidige situatie niet ze ker zijn of wij één, twee of drie zullen worden. Ik kan u de aan bieding die wij uit Indonesië heb ben gehad zo laten zien. Maar dan moeten de spelers gevaccineerd worden in een periode dat in de competitie de beslissingen nog Dat was afgelopen zondag. Drie dagen later heeft FC Amsterdam, en in iets mindere mate PSV, aan den lijve ondervonden dat de internatio nale normen minder ruim zijn dan de Nederlandse. Met uitzondering van geven. De scheidsrechter die de over treder in zo’n geval onverbiddelijk het veld uitstuurt zou helemaal mijn achting verdienen (ik ben graag be reid dan een collecte te organiseren voor het oprichten van een stand beeld voor de goede man) maar een zo logische handelwijze mogen we voorlopig nog niet van onze arbiters verwachten. Scheidsrechter Jan Kei zer volstond dan ook met een vrije schop voor FC Den Haag en vond het niet eens nodig Husers openlijk te „schrobberen”. Geen wonder dat de wedstrijd steeds harder werd. De spelers voelden instinctief aan dat de grenzen wat ruimer werden genomen, dus dat zij zich heel wat konden veroorloven. Later in de wedstrijd deed zich trou wens een soortgelijk geval voor. Nu was het Abe van der Ban die plotse ling door de Haagse verdediging brak. Aad Kila achtervolgde hem, deed vallend nog een greep naar Abe’s shirtje, maar Van der Ban rukte zich los, passeerde nog een obstakel en scoorde: 1-1. In dit geval had Jan Keizer dus geluk: het recht zegevierde zonder dat de rechter zich ermee behoefde te bemoeien. Maar eigenlijk zou het „recht” natuurlijk pas werkelijk ge zegevierd hebben als het Kila wel gelukt was Van der Ban aan zijn shirtje onderuit te halen. Volgens het aloude principe: oog om oog, tand om tand, Husers om Kila, Aad om Abe, verkeken kans om verkeken kans, rotstreek om rotstreek. jj

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 25