Hans Croiset regisseert Brecht bij Publiekstheater rentetarieven I Farce I I^MajeiireJI de de van vrouw en Vanavond ABN verlaagt enkele dus zet de kaas uit het vuistje maar klaar! Sherry A 11 Het jaar meedogenloze stripheldinnen Prent van Rembrandt terug i 1 '1 99 99 RUIME KEUZE OP EEN OVERVOLLE MARKT I I EoHHHHI Algemene Bank Nederland i 18t/m 23 maart his 4V IIMHHi ZATERDAG 1 5 MAART 1975 9 KUNST door Jac Heij er (22.15 - NCRVNed.l) en Bh C' AMSTERDAM raï il Uiteraard is dit alleen van toepassing op nieuwe Spaardeposito’s, ingaande 17 maart 1975 of later. E. H. C. O. b.v. Puin- en vuilafvoer per container TELEFOON 310561-323488 b.g.g. tel. 322031 Wie Spanje kent, kent Osborne sherry Spaardeposito 5jaar vast 8 V2 Spaardeposito 4 jaar vast Spaardeposito 3 jaar vast EERSTE IJMUIDER MARKIEZENFABRIEK KvanVEEUEN DE MARKT van de nieuwe en herdrukte beeldverhalen, die wij gemakshalve „strips” noemen, heeft niet over gebrek aan aan voer te klagen. De waarde-selec- tie is uiterst moeilijk, maar wij zullen toch op geregelde tijden proberen een lijn aan te geven ten aanzien van de kwaliteit en andere factoren die de geniet baarheid en populariteit van de strips bepalen. Natuurlijk blijft het een kwestie van persoonlijke smaak, maar enige oriëntatie op de overvolle markt kan toch wel kom zijn. „REINO” B.V. voor tapijtreiniging Vaste vloerbedekking Losse kleden Telefoon 023 - 3132 89 In verband met de verlaging van de rente op de geld- en kapitaalmarkt heeft de ABN moeten besluiten haar rentetarieven voor enkele spaarvormen per 17 maart 1975 aan te passen: (was 9%) 8% (was 8^2 7% (was 7/2%) Spaardeposito 2 jaar vast 6 V2 (was 7%) Spaardeposito met oplopende rente - looptijd 2,3 of4jaar 6V2 - 8% (was 7 - 8%%) Volle zalen moet je verdienen HANS CROISET (ADVERTENTIE) (ADVERTENTIE) (ADVERTENTIE) 1 vreemdsoortige (ADVERTENTIE) (ADVERTENTIE) MARK1EZEN/Z0NNE6CNERMEN. KUUIKCHZlUXAHXX JMjOUZIcIn Croiset: „We zijn er niet alleen op uit publiek terug te winnen, maar ook in het toneel wat teweeg te brengen”. Daartoe draagt een zekere democratise ring binnen het gezelschap bij: in het bestuur zitten twee acteurs en de gezel- schapsvergaderingen worden Voorgezeten door een der spelers, niet zoals gebrui kelijk door iemand van de leiding”. Wat dit betreft bouwen Croiset en zakelijk leider Gerrit Korthals Altes uit, wat bij hun vorige gezelschap Theater in Arn hem uitgedokterd is. Het Publiekstheater is wel verweten, AMSTERDAM. Het Publieks theater, vaste bespeler van de Am sterdamse stadsschouwburg, is in twee seizoenen het gezelschap ge worden met het hoogste concentraat aan acteertalent. Artistiek leider Hans Croiset is bezig wat er over bleef van het Amsterdams Toneel en de Nederlandse Comedie uit te bouwen +ot het belangrijkste gezel schap in het traditionele toneel van ons land. Topspelers, vooral uit z’n eigen generatie tussen de 40 en 45 jaar, maken het merendeel uit van het betrekkelijk kleine gezelschap. Croiset kijkt betrapt, als ik hem vraag hoe hij dat toch flikt. „Ik weet het niet, ik weet het niet. Als de mensen zoiets zeggen, loop ik met een rooie kop weg”, zegt hij. Maar de reden is duidelijk, wanneer hij in ons gesprek opmerkt: „Je hebt bij de keuze van je stukken ook rekening te houden met de ontwikke lingsmogelijkheden van de acteurs. Je kunt niet eeuwig doorgaan met het ex ploiteren van wat ze al bereikt hebben”. Spelers hebben dat door. De nieuwe aanwinst maakte in de eerste helft van de 19e eeuw deel uit van de Nederlandse zeer rijke verzame ling van J. G. baron Verstolk van Soe- len. Deze collectie werd in 1846 geveild en wegens gebrek aan belangstelling verdween het leeuwedeel toen naar het buitenland. vraag, hoe zij de ogenschijnlijk zwak ke, gediscrimineerde vrouw een be langrijke rol konden toebedelen in hun verhalen. Vandaar dat de reeds bekende „dot van een kleine meid” Sophie, van de tekenaar Jidéhem en de tekstschrijver Vicq, uitgegeven door Dupuis (Sittard-Brussel), in vol le glorie voortgaat in het nu versche nen nummer drie van de „Sophie- serie” iedereen de baas te zijn en zich zelf onder water als een „bazin boven bazin” weert. De titel nummer drie: „Sophie en douanier Schilder”. Maar ook Natasja gaat onderdroten voort. In nummer drie „Het Metalen Geheugen” is deze heldhaftige ste wardess met haar puur vrouwelijke charme, sinds 1960 uiterst vakkundig Een woeste scène uit „Sammy”, de lijfwacht van professie, die in een ko mische strip van Berck en Calivin bekendheid begint te krijgen. In dit „Jaar van de Vrouw” hebben stripontwerpers en tekenaars zich wellicht iets meer bezonnen op de De bekende figuur „Guust’’ van André Ernr^yin een „humordrager’’ bij uit stek, een oorspronkelijke cartoon persoonlijkheid. Middenhavenstraat 27 IJmuiden - Telefoon 02550-1 41 08 Na 18.00 uur telefoon 02550-1 12 02 Middenhavenstraat 27 Tournee Het sociaal muziek en semble, voortgekomen uit het nationaal jeugd orkest, zal 20 maart naar Enge land vertrekken voor een tournee van acht dagen naar Cambridge, Liverpool en Londen. Het speelt in ziekenhuizen, voor blinden, invaliden, kinderen en be jaarden en in een hotel voor toeristen. acteurs automatisch een andere speelstijl oplevert. Ik heb al het verwijt gehad, dat ik het stuk niet volgens de letter van de Marxistische leer regisseer. Maar ik ben blij dat ik daar niet veel van afweet. Anders vermoord je zo’n stuk”. Croiset rechtvaardigt zich op een uit spraak van Brecht, dat z’n stukken alle maal verschillend zijn. „Dat geeft de vrijheid om die stukken telkens anders te spelen”. Hij heeft op een bepaald moment in de repetitietijd de structuur van het stuk losgelaten om „de dichter Brecht een kans” te geven”. Maar dat'gebeurt niet op de traditio nele manier. „Op de Toneelschool leerden we dat ’t gebaar vooraf moet gaan aan de tekst. Dat klopt bijna altijd. Maar bij Brecht kan dat niet. Het gaat er niet om elke zin te spélen. De acteur moet staan voor elke zin, die hij zegt. Het moet niet mogelijk zijn leuke typetjes te maken”. Het gevaar bij Brecht-voorstellingen is altijd dat de toeschouwer wordt meege sleept door ontroerend mooi spel, maar het maatschappelijke inzicht, dat het stuk wil verschaffen, niet opmerkt. „Om te voorkomen dat het een emotionele toestand wordt, moeten we de tekstex- plicatie zo helder mogelijk stellen. De diverse lagen van de samenleving, die in „De goede mens van Sezuan” worden voorgesteld, moeten duidelijk gescheiden zijn, zodat je kunt zien wie door wie gemanipuleerd wordt”. Het stuk vertelt in de vorm van een Chinees sprookje, het verhaal van een vrouw die goed doet, maar door iedereen wordt tegengewerkt, niet het minst door een kwade handelaar. De frappe van het stuk is dat deze handelaar dezelfde is als de goede vrouw. „Zij heeft die kwalijke kant nodig om het goede z’n kans te geven, een goedheid die elke mens in zich heeft. Het stuk gaat over de armste mensen die alleen maar kunnen overleven door als tijgers op elkaar te reageren. We willen door middel van levend toneel het publiek laten zien wat een leven inhoudt, dat het ’s avonds in al z’n ellende op de televisie kan zien,” aldus Croiset. Aan de oude, nagenoeg complete col lectie Rembrandt-grafiek van het Rijks- prentenkabinet, ontbrak nog altijd een proefdruk van de monumentale prent waarop Christus door Pilatus wordt ge toond aan de menigte. Van de nu ver worven druk (een „derde staat”) zijn maar zes exemplaren bekend. Bij de zesde staat bracht de kunstenaar een grote verandering in de opzet van de fi guren aan en pas in de zevende signeer de hij de prent met de datering 1655. Het prentenkabinet bezit thans, behalve van de derde, ook de exemplaren van de vijfde, de zevende en de laatste (acht ste) staat. tekenaar Winsor MacCay. „Little Ne mo” verscheen in 1905 voor het eerst in diverse Amerikaanse kranten en werd enorm populair. MacCay ge bruikte zijn zoontje als model voor „De Kleine Nemo” en liet hem de vreemdste avonturen beleven in een uitstekend aangevoeld kinderlijk droompatroon. „Little Nemo” is de enige strip die ooit het New Yorkse „Metropolitan Museum of Arts” heeft gehaald. De Nederlandse uitgave is gedeeltelijk in kleur en zwart-wit uitgevoerd. Vooral de boeiende ge kleurde platen zijn, mede door het grote formaat, van uitstekende kwa liteit. Nog even iets over de alombekende „Asterix”. Agon Elsevier (Amsterdam) heeft de populariteit van deze figuur verder uitgebuit door een bijzonder aardig idee: Asterix Gallus” ver scheen met Latijnse teksten, waarvan een vertaling van de hand van dr. H. Snij der, leraar oude talen, is bij ge voegd. Een originele manier om gym nasiasten in de gelegenheid te stellen hun liefde voor strips te combineren met hun studie! Asterix heeft op deze manier een enorm voorland. Hij kan in alle schoolvakken helpen, als zijn avontu ren op het gebied van de aard rijkskunde, geschiedenis, vreemde talen en wiskunde worden gericht. Wie beweert dat het lezen van strips afstompt, krijgt wel danig ongelijk! WIM ARENDS NA SHAKESPEARE, Tsjechof en Goldoni regisseert Croiset nu „De goede mens van Sezuan” van Bertolt Brecht. Dat vereist een totaal andere manier van spelen. Is dat niet teveel gevraagd van de acteurs? „Dat we nu Brecht doen is een principiële keuze. We willen ons niet vastprikken op het quasi-kundig spelen van Shekespeare. De nieuwe ac teurs krijgen een nieuwe uitdaging op hun brood; daarom ook spelen ze vol gend seizoen Genét en Sartre. Juist door die uitdaging werkt de repetitieperiode zo enorm electriserend op me”. Croiset (dramaturgisch begeleid door Guus Rekers) regisseert Brecht niet naar de letter van diens theoretische methode. „Brechts theorieën zijn zo duidelijk ver weven in de tekst, dat ze voor de Funhouse De theatergroep Fun house zal 20 maart in het Shaffy theater te Amsterdam de 200ste voorstelling ge ven van „Classics”. Rob van Houten en Rob Krot van Funhouse zullen met studiebeurzen voor enkele maanden naar Amerika en Rusland gaan. Aan de ene kant geeft Croiset hun de veilige zekerheid van stukken uit het klassieke wereldrepertoire, aan de ande re kant de uitdaging van een in ieder geval door Nederland nieuwe aanpak, zowel in de dramaturgische analyse als de regieopvatting. Ook het publiek krijgt het werk van het Publiekstheater door. Voorstellingen als „Iwanow” en „Gijs- brecht” trekken volle zalen. „Maar iede re keer zeg ik tegen de spelers: het is wel fijn dat die zaal elke avond volzit, maar we moeten niet denken dat we er nu zijn. Ik wil vanuit een onzekerheid werken, niet vanuit de hoogmoedige ge dachte: de zaal komt toch wel vol. We moeten het telkens opnieuw verdienen”. Dat houdt voor het Publiekstheater in: lange, kennelijk harde repetitieperioden, die misschien bij sommige acteurs als onrustig wordt ervaren. Maar dat houdt er „een gezonde spanning” in, meent gende objecten wezens. Veel geslaagder is „Meneer Kwee- niewa en de Geniale Olivier”, even eens van Dupuis, dat onderhoudend knap getekend en geestig is. Jacques Devos zorgde voor de tekeningen, die stuk voor stuk staaltjes van humoris tische uitbeelding zijn. Uitgever Williams Nederland b.v. (NaaKen) leverde een goede bijdrage aan de voorraad fantasierijke myste ries met „De vier verdedigers” en „De Spinneman”, afkomstig uit de Ver enigde Staten, knap getekend en in een verhaaltrant die, ondanks de on gelooflijkheid van het onderwerp, weet te boeien. Tenslotte zijn bijna alle strips „ongelooflijk”, maar de kwaliteit zit in de gave van de ma kers om door middel van technische en verhalende kwaliteiten de lezer toch in een soort „werkelijkheid” te plaatsen. Wie van grapjes en eenvoud houdt, met het' houden bij strips in de trant zoals André Franquin ze maakt, met zijn hoofdfiguur en geesteskind „Guust”. Franquin, die ook „Robbe does” voor zijn rekening neemt sinds 1946, heeft „Guust” ontwikkeld uit afzonderlijke cartoons. Sinds 1957 liet hij zijn vondst in echte verhalen optreden, die veel succes hadden. Du puis geeft ze uit. Nog enkele andere geestige strips zijn „Klarinet en Co” van de uitgever Bom (Anisterdam-Assen), ongekleurd maar zeer vaardig en duidelijk gete kend, humoristisch geschreven zonder geweld of mystiek, zeer geschikt voor jongere lezertjes. En „De Blauwbloe- sen” van Willy Lambil en Raoul Couvin, eveneens vol humor en sati re, uitgegeven door Dupuis en al aan de vijfde aflevering toe. In de vertaling van Yoka Baretty is bij Landshoff in twee delen versche nen „Little Nemo”, een prachtige strip vol vakmanschap en fantasie getekend door de vroegere politieke De nieuw verworven prent zal, teza men met foto’s van de andere staten van de prent en een verklarende tekst, gedu rende de paastijd ten toon worden ge steld en wel van woensdag 19 maart tot en met zondag 6 april. AMSTERDAM. Het Rijksmuseum is in het bezit gekomen van een nieuwe prent van Rembrandt. „Het stemt tot grote voldoening dat deze prachtige prent is teruggekeerd naar de stad waar zij ontstond. Dit was mogelijk mede door de aanzienlijke steun van de com missie voor fotoverkoop”, aldus de mu seumdirectie. getekend door Francois Walthery in een onderhoudend geschreven verhaal weer goed op dreef. Auteur: Etienne Borgers. Uitgave: Dupuis. Walthery verdient een extra compliment voor zijn gave tekenkunst en originele scènecompositie. Borgers schrijft uit muntende dialogen met gevoel voor humor en betrekkelijkheid. De Na- tasja-serie lijkt een lang leven be schoren, als zij dit niveau weet te handhaven. Nog een vrouw in de strips: „Yoo Tsuno”, een Japanse schoonheid, ont worpen door Roger Leloup is al aan haar vierde uitgave toe en wint voort durend aan kwaliteit. De Japanse gevechtstechniekea zijn er vakkundig in gedoseerd, de verhalen munten uit door gezelligheid en menselijkheid. Eveneens een uitgave van Dupuis, die tevens „Caesar en Josientje” van Maurice Tillieux in Album nummer vier voortzet en daardoor eens temeer het vrouwelijke element alle eer bewijst. Tillieux is bekend geworden door zijn verhalen over „Guus Slim”, die vooral door hun afgepaste humor waardering hebben verworven. In dit verband is het de moeite waard te wijzen op nummer negen van „Bram Jager en zijn buur”, geti teld „De Ford-T met vakantie”, even eens geschreven door Tillieux en zeer vakkundig getekend door Francis, die een effect weet te bereiken dat aan de ouderwetse stomme film doet den ken. Een van de meest aantrekkelijke genres blijft het (goede) science ficti on verhaal, ofschoon de markt daar van zo overvol is dat men van goeden huize moet komen om boven het gangbare niveau uit te steken. Uitge ver Born (Amsterdam-Assen) is met drie verhalen van Flash Gordon (die al in 1949 succes boekte in Amerika) op de markt gekomen, die inderdaad kwaliteit hebben. Vroeger werden de ze verhalen getekend door Alex Ray mond, maar de huidige tekenaar doet niet voor hem onder. De titels: „Pira ten onder Zee”, „Spel met de Zwaar tekracht”, „Poolmonsters”. «*w Dupuis komt met een tweede afle- vering van ..Khena en de Katama- Mt!® rom” getiteld „De tovenaar van de 1 'tS Grote Beer”. Een goedbedoelde maar I B niet zeer geslaagde poging tot aan- il 1 vaarde science fic’ion, met veel tfrCwlï fantasie getekend door Gos, met een verwarrende overdaad aan gedaante- I w verwisselingen, geheimzinnige vlie- J dat gezien zijn repertoire de Ne derlandse Comedie helemaal niet weg had gehoeven. Croiset laat zich niet verleiden tot een beschouwing over de afgang van dat gezelschap. „Dat zou van weinig werkelijkheidszin getuigen”, zegt hij. Ten eerste was het toneelbestel in die dagen anders dan nu en ten tweede voelt Croiset weinig of niets voor een groot gezelschap zoals de Ned. Comedie dat was. In een klein gezelschap, waar zeventien mensen dagelijks intensief met elkaar omgaan, is de kans veel groter om iets te doen aan de motivatie van elke speler. Het kan nu minder dan voorheen voorkomen, dat een speler „in dienst van het directoraat zijn rol öp- zegt”. Van een streven naar vedettentoneel is volgens Croiset geen sprake. „In „De goede mens van Sezuan”, dat we nu uitbrengen, heeft Eric Schneider maar 20 zinnen, Petra Laseur 12 en Jan Retèl 21. Dat wordt als volstrekt vanzelfspre kend ervaren”. Met zichtbare trots kon digt hij de komst al dan niet als gast aan van o.a. Ton Lutz. Ann Hase- kamp, Anne Wil Blankers, Josee Ruiter, Mary Dresselhuys. Johan Ooms en Wim van der Grijn. „En ze zullen zich rot werken, hoor”. De keuze van klassieke stukken acht Croiset voor zijn groep een artistieke verplichting. „Dat repertoire moet het platform zijn, vanwaaruit het toneel zich kan ontwikkelen, zegt hij en stelt zelfs dat zonder Shakespeare als basis geen toneelexperimenten mogelijk zijn. Zelf heeft Croiset erg veel aan experi menten, zegt hij. „De indruk di e„Me- dea” van La Mama in Mickery maakte, dat vreet aan je. En Macbett van De Appel. „Mistero buffo” van de Nieuwe Scene ben ik drie keer gaan zien en „Koning Lear”, onlangs onder regie van Strehlër in Duitsland.” In zijn eigen regies heeft Croiset ge toond geen platgetreden wegen te willen gaan. „Die Midzomernachtdroom zonder dat er een bos en bloemetjes aan te pas kwamen, dat is voor het grote lijsttoneel een verschrikkelijk experiment geweest. Croiset wil op deze manier doorgaan met het verwachte gevaar, dat „we een keer goed op ons bek zullen vallen”. I Y

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 9