Prenten uit kostbaar standaardwerk
300.000ste CJP
uit handen van
Vogelgravures 18e eeuw
staatssecretaris
pakt geweldig uit
in Westfries museum
OPENLUCHTMUSEUM WEER GEOPEND
Engels meisjeskoor
gaf fraai concert
Feike Asma trok
registers open
Carel Willink
in film van
Paul Huf
Kleine Doelenzaal half gevuld
Ontspannen jazz van Walton
starmix
CUISINE MODERNE
Proloog naar
Weens festival
Herhaling „Nabucco”
y
'r
k
Ned. Opera Stichting bereikt hoger niveau
In Nieuwe Kerk in Haarlem
FRANSE ORGELMUZIEK IN GROTE KERK
I
DUROMATIC
I
DINSDAG
1
APRIL
11
1975
KUNST
O
stand 347
all round machinale keukenhulp
antikleefpannen - snelbraadpannen
op de huishoudbeurs
volg de
demonstratie
van de
1
-
(Van onze redactie in Den Haag)
Jan Derksen als Nabucco.
(ADVERTENTIE)
JAAP STORK.
i
t.
>e,
is.
24
L4,
La.
sn
?n
ge
f-
0-
(Van onze correspondent)
EINDHOVEN. De Eindhovense to-
neelwerkgroep Proloog neemt van 25 tot
en met 27 april in Wenen deel aan een
festival voor vormingstheater. De mani
festatie is georganiseerd door het Dra-
matisches Zentrum Wien, een weten
schappelijke instelling voor toneelonder-
zoek. De geïnvieerde gezelschappen (25
in totaal) zijn hoofdzakelijk afkomstig
uit het Duitse taalgebied.
Proloog heeft zijn uitnodiging te dan
ken aan zijn succes tijdens het toneel -
festival Interdrama 74 in Berlijn, eind
verleden jaar. Het Weense festival richt
zich op vormingstoneel voor werkende
jongeren. Er is uitsluitend een beroep
gedaan op groepen die via het toneel
maatschappelijke problemen aan de orde
stellen en tot de oplossing hiervan bij
dragen.
Het kwartet bestaat behaive uit pia
nist Cedar "Walton en tenor-saxofonist
Clifford Jordan uit Billy Higgins
(drums) en Sam Jones (bas). In deze
samenstelling treden ze al geruime tijd
op in de Boomer’s club, hun thuisbasis
in Manhattan; oorspronkelijk als trio
met Jordan als extra solist en bassist
Louis Hayes nog in de plaats van Sam
Helaas moet ik het antwoord schuldig
blijven ik zou hoogstens kunnen zeg
gen, dat het een samenloop der omstan
digheden is, maar daar schiet u niet veel
mee op. Het is wel zo dat een opera
voorstelling telkens anders is en dat
dezelfde opera met dezelfde solisten in
elkaar kan zakken als een pudding,
maar ook kan opbloeien tot een vol
maakt geheel, waar men tot tranen toe
door bewogen wordt. Daarom is hét
kijken naar een opera veel boeiender
dan hej luisteren naar een symfonie of
een kwartet dat men al voor de vijfde
of zesde keer hoort.
Jan Derksen neeft deze middag zeer
goed gezongen zijn entrée als Nabuc
co in die prachtige rood-gouden mantel
was koninklijk en groot-menselijk tege
lijk. Het een sluit het ander niet uit,
maar zijn optreden was van een feno
menale trefzekerheid, die alleen de al
lergrootste zangers kunnen opbrengen.
Pauline Tinsley, die twee jaar geleden
maar matig voldeed en toen vaak hin
derlijk te laag zong, stak in haar aller
beste vorm. De eisen die Verdi stelt aan
Abigaille, de hooghartige verraadster,
zijn bijzonder, maar Pauline Tinsley zong
gen van Résurrection en het laatste
programma-onderdeel: de tweede symfo
nie in A op. 91 van Alexandre Guilmant,
een vijfdelig werk, dat in z’n geheel een
enigszins verbleekte indruk maakt.
Daarnaast kon Asma’s vertolking mij
niet steeds overtuigen. De grove regi
stratief in de boekdelen waren vaak van
dien aard dat melodische formuleringen
en harmonische doorzichtigheden door
donderend klankgeweld uitermate nade
lig werden beïnvloed. Bovendien leed
het Scherzo onder hinderlijk onritmische
passages. Na de imposante climax van
het Allegro con brio onthaalden de vele
honderden toehoorders de organist op
een dankbaar applaus.
ROTTERDAM. De tiendelige con
certenserie „Jazz in de Doelen” wil maar
geen publiek trekken. Na het trio John
Abercrombie twee weken geleden, mocht
gisteravond in Rotterdam het kwartet
van Cedar Walton en Clifford Jordan
tegen een nog niet half gevulde Kleine
Zaal aankijken. Van de wel aanwezige
jazz-liefhebbers kregen de musici genoeg
steun om hun reeks van vier optredens
in Nederland met een sfeervol concert
af te ronden. De Rotterdamse thuisblij
vers hebben andermaal ongelijk gekre
gen. Ze hebben een stuk heerlijk ont
spannen, goedlopende jazz gemist.
AMSTERDAM (ANP). De foto-
graaf-cineast Paul Huf heeft van het
ministerie van Buitenlandse Zaken de
opdracht gekregen om een kleurenfilm
te maken over leven en werk van de
Amsterdamse schilder Carel Willink. Het
scenario wordt geschreven door René
Daalder.
Dezer dagen opende het Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem zijn poorten weer.
Er is gezorgd voor nieuwe attractieve opstellingen en een expositie „Van hoofdbrekens
totkopzorgen’’ genaamd. Het is een tentoonstelling van streekdrachten. Het museum
stelt zijn voorwerpen tentoon in een entourage met poppen. Hier een groep rond een
vrouw die kant uitzoekt voor een muts.
Feike Asma speelde allereerst Jan
Zwart’s Introïtus „Christus is opgestaan”
en Fantasie over „Daar juicht een toon,
daar klinkt een stem”. Overeenkomstig
het karakter van dit gemakkelijk aan
sprekende werk zette de organist de
klanksluizen van het instrument zo wijd
mogelijk open, een handeling die hij op
deze avond nog verschillende malen zou
verrichten.
De Symphonic Passion van Marcel
Dupré waaruit Feike Asma het vierde
deel, „Résurrection”, vertolkte, is in feite
een op schrift gestelde improvisatie, even
als Dupré’s „Le chemin de la croix”.
Deze eenvoudige mededeling op het pro
gramma zal menige aanwezige na de
confrontatie met deze onvoorstelbaar
gaaf gestructureerde en bijzonder in
houdsrijke muziek duidelijk hebben ge
maakt, op welk een eenzame hoogte Mar
cel Dupré als concerterend improvisator
moet hebben vertoefd. Feike Asma on
derstreepte in zijn interpretatie van Ré-
surrectior op cffectvolle, geagiteerde
wijze de in dit werk tot extase uitgroei
ende vreugde over de Opstanding.
In een evenwichtige uitvoering klonk
hierna het beschouwende Prélude, fugue
et variation van .César Franck, een wel
kom contrast tussen de klankuitbarstin-
Jones. Tot voor kort was er nog alleen
een dubbelelpee „A night at Boomer’s”
verkrijgbaar in die oorspronkelijke be
zetting.
Gisteravond speelde het kwartet ech
ter nummers van het allernieuwste al
bum „Glass Bead Games.” En dat loog
er niet om. De vier musici zijn als
weinig anderen op elkaar ingespeeld.
Hoofdpersoon is Cedar Walton zelf, die
met het grootste gemak de meest inge
wikkelde pianomelodieën produceert,
hetgeen de indruk wekt dat de man
elastieken handen heeft. Maar niet al
leen in zijn solo’s blinkt hij uit. Ook in
een begeleidende rol plaatst hij ieder
akkoord op de juiste tijd: niet hinderlijk
opdringerig, maar toch genoeg om niet
zinloos te zijn.
Na Walton is het uiteraard Clifford
Jordan die het meest op de voorgrond
treedt. Tien jaar geleden viel hij al op
in de band van Charles Mingus. Hij
speelt bedaarde, zeer uitgekiende impro-
Rostropovich. De Russische cellist
Mstislav Rostropovich is met ingang van
het seizoen 1977/1978 benoemd tot mu
ziekdirecteur en dirigent van het Na
tionale Symfonie-orkest in Washington.
Hij wordt opvolger van Antal Dorati, die
als eerste gast-dirigent aan het orkest
verbonden zal blijven. De 48 jaar oude
Rostropovich kwam een half jaar gele
den naar het westen tezamen met zijn
vrouw, de operazangeres Galina Vish
nevskaya, uit protest over het ontbreken
van artistieke vrijheid in Rusland.
visaties op zijn tenorsax en beschikt
over een prachtig helder geluid. Dit alles
op de stevige ondergrond van de ritme
sectie. Avant-garde drummer Higgins
valt op door zijn techniek om voorna
melijk op zijn bekkens te werken een
zeer ritmisch effect dat wordt aangevuld
met zo hier en daar een klap op snare-
en bassdrum. De weinige keren dat hij
de tom-toms gebruikt hebben plaats tij
dens de wat ondoorzichtige drumsolo’s.
Over het obstinate ritme van bekkens
heen, komt Sam Jones (ex-Oscar Peter
son) het geluid opvullen met zijn wal
king bass Met name in zijn solo in
„Fantasy in D”, een wat speelse Walton-
compositie, kwam hij goed uit de verf.
Kort samengevat beschikt het kwartet
over vier zeer bekwame musici, die goed
samenspelen en die in staat zijn ook
voor een half gevulde zaal een lekker
sfeertje op te bouwen met goedgeöliede
kalm-aan-jazz.
KEES TOPS
HAARLEM. Gisteravond concer
teerde de organist Feike Asma in de
Grote- of Sint Bavokerk, bij welke gele
genheid een programma ten gehore werd
gebracht, dat voor een deel betrekking
had op het feest der Verrijzenis. De zeer
velen, die de onaangenaam lage tempe
ratuur in de kerk voor lief namen,
konden luisteren naar composities van
Jan Zwart, Marcel Dupré, César Franck
en Alexandre Guilmant; grotendeels dus
Franse muziek, die op het Barokke Ba-
vo-orgel slechts door een uiterst selec
tieve registratie-kunst tot zijn recht kan
komen.
DEN HAAG. Staatssecretaris Wim
Meijer reikt op 19 april in Alkmaar het
300.000e cultureel jongeren paspoort uit.
Al in 1946 werd in Amsterdamse jeugd-
organisatiekringen gesproken over
jeugdabonnementen voor goedkoop be
zoek aan toneelvoorstellingen en concer
ten. Er ontstond een reductiekaart waar
mee men een brug wilde slaan tussen de
geselecteerde jeugdvoorstellingen en het
normale cultuuraanbod.
HAARLEM. Het Cantamus Ensem
ble, een Engels meisjeskoor uit de stad
Mansfield, gelegen in het graafschap
Nottingham, begon verleden week aan
een Paas-toumee naar Nederland en
West-Duitsland. Zaterdagavond was het
koor in Haarlem, waar het in de Nieuwe
Kerk onder leiding van zijn dirigente
Pamela Cook een prachtig concert heeft
gegeven. Het ensemble was hier nog
onbekend. Te weinig muziekvrienden uit
onze stad en haar omgeving, ook niet uit
de kringen van de toch vrij talrijke
koren, die hier zijn, hebben voor dit
concert belangstelling getoond.
Voor degenen, die wél gekomen wa
ren, zal de perfecte zang van dit koor
van uitgelezen stemmen ongetwijfeld in
herinnering bewaard blijven. Dertig
meisjes in de leeftijd van twaalf tot
negentien jaar maken deel uit van het
ensemble. Voor wat toonvorming en dic
tie betreft werden zij uitnemend geïn
strueerd door de dirigente Pamela Cook,
die zelf zangeres van professie is en ook
(Van onze kunstredactie)
HOORN. In het Westfries Museum
in Hoorn is tot en met 19 mei eene
tentoonstelling te zien van 18e eeuwse
„Vogelkunsf’. In het Prentenkabinet zijn
vogelgravures te zien op groot formaat
uit het vogelboek van Cornells Mozeman
en de Hoornse medicus Martinus Hout-
tuyn. Dit boek, „Nederlandsche Vogelen”
verscheen, tussen 1770 en 1829 in vijf
foliodelen bij de Amsterdamse uitgever
J. C. Sepp en Zoon.
De „Nederlandsche Vogelen” was in
zijn tijd ook wetenschappelijk een toon
aangevend standaardwerk. Maar nu ligt
de betekenis vooral in de met grote zorg
gedrukte en naderhand ingekleurde ko
pergravures van in Nederland levende
vogels. Ze zijn merendeels van de hand
van de uitgever, Jan Christiaan Seppe
(1739-1811) zelf. Door het formaat van
55 bij 38 cm van de in totaal 250
prenten konden de kleinere vogels le
vensgroot worden afgebeeld.
Rond 1800 bestond de fotografie nog
niet. Daarom was het niet altijd moge
lijk de vogels naar het leven te tekenen.
Men maakte ook voor dit boek gebruik
van opgezette exemplaren uit de in die
dagen populaire rariteitenkabinetten en
andere particuliere verzamelingen. On
der sommige prenten worden enkele
daarvan met name genoemd.
Maar Nozeman ging er prat op dat de
vogels die hij beschreef zoveel mogelijk
natuurgetrouw waren. Hij liet ze vangen
of schieten. Hij had daartoe verlof van
prinses Anna, de weduwe van prins
Willem IV.
Nozeman merkt in dit verband ergens
op: „Op bloote berichten van anderen,
wier trouw mij niet bekend is, gae ik
ten aenzien van de Nesten en Eijeren
niet los. ’K heb eenen knaep in mijn’
dienst die ’t kunstje meesterlijk verstaet
van de broedende vogelen op het Nest
zelf te vangen. Zoo drae hij ze aen-
brengt worden ze naer ’t leeven uit
getekend. En zo gaat deze nauwgezet
te wetenschapsman verder geef ik
voorwerpen uit, die onder mijn eigen
oog niet opgedaen zijn, (gelijk meerma-
Links; een aalscholver, door J. C. Sepp
in de 18e eeuw getekend en rechts een
fuut van dezelfde tekenaar.
len zal moeten gebeuren), dan zullen
zelfs de Hoogaenzienlijke en andere
Heeren, die ed goedheid geliefden te
hebben mij op mijn verzoek, als anders
uit eigene vrindelijke beweeging, de
Nesten en Eijeren met of zonder de
Vogelen te laeten toekoomen, zig loffe
lijk als bezorgers door mij met hunne
naemen vinden gemeld, en zij allen (dit
houd ik mij verzekerd), zullen wel aen
sprakelijk willen zijn voor hunne Ge
trouwheid”.
De vijf delen van Nederlandsche Vo
gelen waren reeds bij het verschijnen
zeer kostbaar. Het boekwerk was in de
eerste plaats bestemd voor geleerde ge
nootschappen en rijke liefhebbers. Uit
de bewaard gebleven fondscatalogus van
De film over Willink zal er een zijn in
de serie „Living Arts in the Nether
lands”, waarmee het ministerie in het
buitenland een indruk kan geven van de
Nederlandse cultuur. Eerder werden in
deze serie o.a. films vervaardigd over de
schilders Esscher en Jongkind en de
balletdanser Rudy van Dantzig.
In de film van Paul Huf zullen zowel
Carel Willink zelf als diens vrouw Ma
thilde te zien zijn, terwijl uiteraard een
groot deel van de opnamen gewijd zal
zijn aan het werk van Willink.
De rolprent zal naar gehoopt wordt in
de komende hef st gereed zijn. De verto
ning zal 20 tot 25 minuten bedragen.
AMSTERDAM. Op de middag van
de tweede Paasdag ging in de Stads
schouwburg Verdi’s onverwoestbare
„Nabucco” en daarmee heeft de Neder
landse Operastichting een groot aantal
mensen veel plezier gedaan. Een volle
schouwburg heeft intens genoten van
een schitterende voorstelling, die in feite
een herhaling was uit 1972, maar die op
onverklaarbare wijze een niveau haalde,
dat veel hoger lag dan wij in onze
herinnering bewaarden. Hoe komt het
dat een opera-uitvoering, die in theorie-
precies hetzelfde moet klinken als twee
jaar geleden, opeens een gedaamteverwis-
seling ondergaat, waardoor wij diep
bewogen worden door muzikale effecten,
die ons eerder volkomen onberoerd heb
ben gelaten?
als zangpaedagoge voortreffelijk werk
levert. De stemmen van deze Engelse
meisjes, die de muziek nog in amateuris
tische zin beoefenen, klonken bij de
uitvoering van een omvangrijk, gevari
eerd programma met een glans van bij
zondere schoonheid en met een uitdruk
kingskracht, die steeds weer treffend
aangepast werd aan de inhoud van de
vertolkte koorcomposities. Ongerept zui
ver zongen deze meisjes, ook wanneer
het ging om hedendaagse muziek met
harmonieën van een verrassende rijk
dom, zoals te horen waren bij de uitvoe
ring van werken van Britse componisten
uit deze eeuw, van de Bulgaren Hief en
Pipkov en van de Hongaar Zoltan Koda-
ly.
Indrukwekkende schoonheid werd
voorts gebracht met de voordracht van
Engelse madrigalen uit de zestiende en
zeventiende eeuw, een stroom van
prachtige muziek in gevarieerd-expres-
sieve sfeer. Naast deze a-cappella-zang
liet het Cantamus Ensemble ook werken
met begeleiding horen, zoals delen uit
het „Stabat Mater” van Pergolesi,
waarvan de begeleiding op het orgel van
de kerk bekwaam en muzikaal werd
gespeeld door Michael Neaum, aan wie
ook de pianobegeleiding van koorliede
ren van Purcell, Mendelssohn, Mozart en
Schubert was toevertrouwd.
Enkele meisjes hebben zich met fraaie
solo-zang bijzonder onderscheiden, onder
andere met een trio: „Joy and Laughter”,
dat met een ontwapenende charme
werd gezongen.
Aan de dirigente werden namens de
stichting „Jeugd en MuziekHaarlem”,
die haar bemiddeling had verleend voor
dit concert, bloemen aangeboden. Toen
volgde nog een toegift: het Wiegelied
van Johannes Brahms.
P. ZWAANSWIJK
Sepp blijkt dat het boek al 525 moest
kosten, een bedrag dat we nu met tien
zouden moeten vermenigvuldigen. De
antiquarische waarde ligt nog veel ho
ger.
Naast prenten uit het vogelboek wor
den ook enige originele aquarellen ge
toond die als voorbeeld dienden voor de
gravures. Het rijksmuseum voor de Ge
schiedenis der Natuurwetenschappen te
Leiden leende documentair materiaal
over de firma Sepp.
zich er doorheen met een virtuositeit,
die verbluffend was.
Nelly Morpurgo een ster uit de
eigen stal van de Operastichting had
iets bijzonder ontroerends in haar stem
en in haar optreden, waardoor Fenena
een lieve, eenvoudige persoonlijkheid
werd en niet een opera-ster die op haar
eigen succes uit is. Peter van den Berg
werd ook kennelijk aangeraakt door de
vonk die van de anderen oversprong,
maar hi’ miste toch nog de volledige
overgave en overtuiging, die Zaccaria,
een leider van het Joodse volk, moet
maken. Woensdag a.s. zullen wij Lieuwe
Visser(De aankomende ster van de Ope
rastichting) in deze rol kunnen horen.
Jan Blinkhof (Ismaele), Hubert Waber
(Hogepriester), Henk Kooymans (Abdal-
lo) en Tine van Grootel (Anna), maakten
meer van hun rollen dan men zou
verwachten.
Helaas waren de decors nog even
smakeloos als twee jaar geleden en weer
werden de foeilelijke, bruine trappen in
alle scènes gebruikt, om het even of wij
ons bevonden in de tempel van Salomon,
in het koninklijk paleis, of aan de oever
van de Eufraat. Ik mag dit relaas niet
besluiten zonder een groot compliment
gebracht te hebben aan het Operakoor
(ingestudeerd o.l.v. Thijs Kramer), dat
onvoorstelbaar mooi gezongen heeft en
zo goed acteerde, dat de beklemmende
sfeer die op het toneel heerste, regel
recht oversloeg op het publiek.
Het Omroeporkest, dat tot de beste
operabegeleiding in staat is, werd geleid
door Anton Kersjes, die helaas nogal eens
uitschoot in de richting van luidruchtige
banaliteit In de koorbegeleiding echter
was hij stipt en nauwgezet, dat maakte
alles weer goed. Voorstellingen in Am
sterdam: 2, 6, 7, 9 en 14 april.
J. H. MOOLENIJZER
In de jaren ’50 kregen theaterdirecties
belangstelling voor de jeugd om het
teruglopende bezoekersaantal op te vij
zelen. Onder het motto „Wie de jeugd
heeft, heeft de toekomst” werd een re
ductie verleend op de normale toegangs-
phijs. „Normaal btealend” publiek ging
echter voor; de jeugd met reductiekaar-
ten zag dus vooral de minder goede
voorstellingen. Maar die tijd is voorbij.
In het begin van de jaren ’60 werd het
reductiesysteem concreter uitgewerkt. In
Amsterdam werd in oktober 1961 het
eerste cultureel jongeren paspoort uitge
reikt. Binnen enkele maanden gingen
7000 Amsterdammers tussen 15 en 22
jaar met een CJP op zak naar toneel,
concert of museum. Dit succes bracht de
ontwikkelingen in andere steden in een
stroomversnelling.
Er ontstonden eigen CJP-bladen met
informatie over kunstmanifestaties. Ook
kwam er overleg tot stand tussen de
verschillende CJP-uitgevende instanties.
In 1968 werden de 32 verschillende
plaatselijk-provinciale paspoorten ver
vangen door een uniform paspoort met
geldigheid en gebruiksmogelijkheden in
heel Nederland. Sindsdien is de groei
van hel CJP overweldigend. In 1970
werd de Vereniging Cultureel Jongeren
Paspoort opgericht.