Four Quartets van Eliot
ROMANS OVER ONVRIJHEID
B
o
I- s
b ia
IK VOEL ME
EEN SOORT
TOUR-WINNAAR
door Leo Vromans
Lastig mannetje
Triomfantelijk
Simon Kooke
Kans
n
F
jaar oud was naar Arnhem. Hij komt uit een artistiek nest. Vader Willem
Berkhemer is een vooraanstaand beeldhouwer en voordrachtskunstenaar,
zuster Myrte is harpiste en broer Michael is kunstschilder. In zijn sfeervolle
woonstuip onder de hanebalken in het Claes Claeszhofje in het hartje van
de Amsterdamse Jordaan stond de kersverse vioolkampioen ons te woord.
Joan Berkhemer, 23 jaar, heeft het vijfde Oscar Back-vioolconcours
gewonnen. Na Emmy Verhey, Vera Beths, Else Krieg en Marjolein de Sterke
is hij de eerste man, die de eerste prijs wegplukte. Er waren 13 kandidaten.
Joan Berkhemer werd in Wageningen geboren en verhuisde toen hij een
WH F W
- illl
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIBIBIIIIIIIIIIIIIIIII
iiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiimiiiniiiiiniiiii
VIOOLKAMPIOEN JOAN BERKHEMER
ia»
Wat bedoel je daarmee?
—Waar ontspan je jezelf mee?
i
LOVIS FERRON
Heden en verleden
Zijn misschien beide tegenwoordig in de toekomst,
en de toekomst besloten in het verleden.
Indien alle tijd eeuwig tegenwoordig is
Dan is alle tijd on verlosbaar.
Wat had kunnen zijn is een abstractie
En blijft een voortdurende mogelijkheid
Enkel in een wereld van bespiegeling.
Wat had kunnen zijn en wat geweest is
Wijzen naar één einde, dat altijd tegenwoordig is.
Ga je je nu voorbereiden op het
Elisabeth-Concours, dat in mei volgend
jaar in Brussel wordt gehouden?
zin in een maagzweer. Wel in kamermu
ziek maken met het Philidor Trio (met
pianiste Jet Roling en cellist Christi
aan Norde) en het Arriaga-kwartet. Ver
der meespelen in orkesten als daar be
hoefte aan is. Eenmaal per maand een
solo-optreden is genoeg. Mijn gezondheid
is me wat waard”.
van lesgeven ontzettend veel van hem
geleerd en erg veel aan hem te danken”.
„Toen ik 15 was deed ik toelatingsexa
men in Amsterdam maar ze vonden, dat
ik bij Kooke in zo goede handen was
dat ik tot mijn zeventiende toch bij hem
in Arnhem ben gebleven. Toen kwam ik
op het Amsterdams Muzieklyceum te
recht bij Jean Louis Stuurop en ook die
heeft me op de goede manier aange
pakt”.
„Nou, dat ik een lastig mannetje was.
Dat bleek al op school. Ik heb nooit een
minuut huiswerk gemaakt met als ge
volg, dat ik bij elkaar zo’n anderhalf
jaar ULO heb. Mijn ouders hadden het
daar wel moeilijk mee maar ze hebben
me godzijdank altijd de ruimte gelaten
om me met mijn viool bezig te houden
Stuurop zette die lijn voort. Die heeft
als oud-Back-leerling de dril-methode
ondergaan. Mij heeft hij 'nooit gedrild.
Hij gaf me ook de ruimte”.
Maar op een conservatorium word
je toch opgeleid via het strakke systeem
onderwijsakte A, B, orkestspel, solo?
„Zo’n vrij uur maximaal per dag. Ik
geloof, dat het belangrijk is om met je
hersens te studeren, dan heb je aan vijf
uur genoeg”.
Wat betekent voor jou hard wer
ken?
„Ja, hoe gaat dat. Urenlange toespra
ken met toespelingen op het Jaar van de
Was je toen iedereen gespeeld had
niet bang voor de uitslag?
„Het is de bedoeling, dat ik voor dat
geld een jaar bij een buitenlandse be
roemdheid ga werken. Kogan, Galamian,
Ricci bijvoorbeeld. Ik moet daar nog
over denken. Wel heb ik voor de aardig
heid aan de voorzitter van het stich
tingsbestuur gevraagd, hoe ze zouden
reageren als ik er een Alfa Romeo voor
kocht. Voorzitter Van Rooyen: dan moet
je ons ten minste een keer een ritje
aanbieden”.
Wat ga je met de prijs van 16.000
gulden doen?
Een van de eerste opmerkingen, die Joan Berkhemer maakt als we met
hem in gesprek raken is: „Ik ben erg huiverig voor die publiciteit om die
prijs. Zo ben je een gewone conservatoriumstudent en dan plotseling sta
je met één klap in de belangstelling. Als je al die jaren beschermd bent
geweest tegen de buitenwereld is dat een hele gekke gewaarwording. Ik
voel me zo’n Tour de France-winnaar. Twintig zoenen en dertig handen
per minuut ten overstaan van prins Claus, Samkalden, radio, pers, tele
visie. Het benauwde me wel”.
—Maar als je een grote carrière wilt
maken is een goede klassering in een
Brussel-concours toch nooit weg?
„Dat is wel zo, maar ik ga ervan uit.
dat toch de capaciteiten de doorslag
geven. Als ik daarvan voldoende in huis
heb komt die carrière ook zonder Brus
sel wel op gang. Bovendien ben ik wel
ambitieus maar ook weer niet in die
mate, dat ik ten koste van wat ook de
grote solist moet worden. Ik heb geen
„Bij ons thuis in Arnhem stond een
piano. Daar klierde ik al snel wat op
rond. Mevrouw Van Dranen heeft ge
probeerd, mij verantwoord piano te le
ren spelen. Maar ik studeerde niet erg
serieus. Haar man, Jaap van Dranen
destijds aanvoerder tweede violen van het
Gelders Orkest, heeft toen ik dertien
was op zijn beurt rhij met de viool
vertrouwd trachten te maken. Dat ging
goed”.
Je bent als vijfjarige begonnen met
piano spelen. Hoe is de viool in je leven
gekomen?
„Met tekenen en componeren en bij
vlagen met veel lezen”.
Dit is het begin van één van de
moeilijkste gedichten in de Engelse taal,
namelijk de „Four Quartets” van T. S.
Eliot (1888-1965). T. S. Eliot is een van
de moeilijkst te begrijpen dichters van
deze eeuw, vooral door zijn philosophi-
sche aard waardoor het niet eenvoudig
is om in de oorspronkelijke taal te lezen,
zelfs al beheerst men de Engelse taal
vrijwel volledig. Bovendien staat zijn
poezie vol met verwijzingen naar o.a. de
Franse literatuur en er zijn dan ook al
heel wat even ingewikkelde commenta
ren geschreven op zijn poezie. Het is dan
ook bizonder verheugend een complete
vertaling onder ogen te krijgen van de
Four Quartets, hetgeen door velen be
schouwd wordt als zijn belangrijkste en
mooiste gedicht. Nog prettiger is het te
zien dat naast het Nederlands de oor
spronkelijke tekst is af gedrukt, zodat
men de vertaling steeds onmiddelijk kan
vergelijken met het origineel. Het geheel
is voorzien van uitstekend notenmateri-
aal en een paar aardige inleidende es
says over Eliot en het gedicht. Dit alles
staat op naam van Herman Servotte,
professor in Leuven en het is uitgegeven
door De Nederlandse Boekhandel.
Het gedicht is geschreven tussen de
jaren 1935 en 1942. Het zijn vier delen
die telkens afzonderijk gepubliceerd zijn
maar hoewel ze los van elkaar te lezen
zijn, vormen ze toch een geheel. De
titels van de gedichten zijn geografische
namen van plaatsen die Eliot bezocht
Ik voelde direct, dat de viool mijn
instrument was. Na anderhalf jaar ben
ik bij Simon Kooke, toen eerste concert
meester van Het Gelders Orkest, terecht
gekomen. Wat die man mij als basis
heeft verschaft is nu nog merkbaar. Ik
heb dank zij zijn geïnspireerde manier
„Ik was niet geïnteresseerd in het
halen van aktes. Ik ben geen onderwij
zer maar violist. Ik hoef geen les te
geven. Daarvoor houd ik te veel van
kinderen. Natuurlijk heb ik wel de theo
retische vakken gedaan zoals analyse,
harmonie en solfège. Dat ging goed om
dat het me interesseerde. In feite stu
deer ik pas sinds twee jaar echt stevig”.
„In juni aanstaande doe ik mijn solis-
ten-examen en natuurlijk moest ik voor
dit Back-concours wel hard werken.
Vroegerzweefde ik maar een beetje.
Tegenwoordig vindt iedereen die dat van
me kent, me zo serieus. Toch was het
naar mijn gevoel juist van Stuurop dat
hij me in mijn ontwikkeling vrij heeft
gelaten. Dat heeft natuurlijk risico’s,
maar het is er toch uitgekomen.”
_j r -
Gaf je jezelf enige kans op een
goede klassering toen je inschreef voor
het Back-concours?
slagen, levert lang geen prettig lees
baar boek op. Het is bijna als met de
gevangenschap zelf: de eerste weken
vormen een periode van niet aflaten
de zelfbespiegeling en verwijt, daarna
leert men, zo goed en zo kwaad als
dat gaat, leven met het regiem en
begint men de gevangenisgenoten te
ontdekken, hun eigenaardigheden
hun problemen en de symboolwaarde
die zij vertegenwoordigen.
Het is of Goma probeert ons met
zijn taalgebruik lijfelijk in zijn erva
ringen te betrekken. Of hij daar ook
in geslaagd is lijkt een moeilijk te
beantwoorden vraag. De door hem
gehanteerde stijlmiddelen verhogen
de drempel tusen literatuur en wer
kelijkheid misschien eerder dan dat
zij deze slechten. De flaptekst heeft
het over een „Roemeense Soljenitsyn
die literair gezien de realistische be
schrijvingen van de Nobelprijswin
naar te boven gaat". Een aanvechtba
re reclamekreet, al stamt deze uit een
beschaafde krant als de Frankfurter
Allgemeine. Het gaat er immers maar
om waar men als schrijver op uit is
en in hoeverre men er in slaagt dat
doel' te bereiken. Of Goma „literair-
der” is dan Solzjenitsyn doet nauwe
lijks ter zake en het is nog maar de
vraag of dat ook zo is. Als je bij
Goma dikwijls aan James Joyce moet
denken dan schiet de schrijver dunkt
me, zijn doel voorbij. Bij Solzjenitsyn
schieten je geen namen te binnen
daar word je overvallen door het
„ostinato” van de treurigheden van de
werkelijkheid.
De vertaling van Ostinato uit het
Duits is van Ronald Jonkers, dat is af
en toe te merken, maar gezien de
complexe taal mag men dat de verta
ler niet kwalijk nemen.
„Wel triomfantelijk tegenover mijn
vroegere leraren op school. Die wezen
me altijd na als een zweverig artiest.
Mijn bijnaam was Karei Appel. Ze wa
ren ervan overtuigd, dat ik als flessen-
spoeler bij een grootwinkelbedrijf mijn
bestemming zou vinden.
teller tegen beter weten in zijn mon
tere imitaties van o.a. Churchill de
wereld inhelpt. Eerst aarzelend maar
gaandeweg overtuigender van zijn
missie, blijft Jakob verslag doen van
zijn gefingeerde en een enkele keer
zelfs „life" opgevoerde radiouitzen-
dingen. Daarmee zijn lotgenoten valse
hoop schenkend, want de veewagens
staan te wachten. Maar had Jakob
het dan moeten laten? Dat lijkt het
probleem dat Becker hier wil stellen.
Tot tweemaal toe laat de schrijver
zijn Jakob verzuchten dat hij helaas
de fantasie van een Sholem Aleichem
mist om zijn rol als radio naar beho
ren te kunnen vervullen. Het ver
moeden lijkt gewettigd dat de auteur
hier zichzelf tegenover de grote Jid
dische verteller probeert te excuse
ren. Voor die bescheidenheid lijkt
geen reden te zijn. Want Becker mag
zich met deze roman gerust meten
aan zijn illustere voorganger. Geen
schrijver van de jongere generatie is
tot nu toe, als Becker, in staat geble
ken de melancholieke sfeer van zo
wel gelatenheid als opstandigheid,
van gein zowel als zwaarmoedigheid
van nuchterheid zowel als bevlogen
heid, die de Jiddische literatuur ge
kenmerkt heeft, zo authentiek op te
roepen. Soms heeft deze atmosfeer
die in de vertaling van Evelien van
Z-3
is:;'. 'FrSsj
„Toen ik de prospectus in handen
kreeg, bleek dat er verschillende ver
plichte werken op stonden, die ik al had
gestudeerd, zoals het vioolconcert van
trawinsky, de sonate in E (met klave
cimbel) Van Bach, de Frühlingsonate van
Beethoven en de veertiende Paganini-
caprice”.
„Nieuw voor mij waren Widmung
voor vioolsolo van Maderna, de sonate
van Henkemans en het vioolconcert van
Dvorak. Ik wist, wie de medekandidaten
waren en gaf mezelf een redelijke kans.
Anders had ik niet ingeschreven. Er zijn
violisten, die aan zo’n concours meedoen
voor de ervaring. Ik niet. Het is een
wedstrijd en die moet je zien te win
nen”.
Bij uitgeverij Bruna verschenen
twee romans die in essentie nogal
wat gemeen hebben, hoewel ze in de
uitwerking aanzienlijk van elkaar
verschillen. In beide romans is de
onvrijheid het hoofdthema. In het
geval van „Jakob de leugenaar” van
de Pools-Oostduitse auteur Jurek
Becker, gaat het om de onvrijheid in
een Pools getto, ten tijde van de
Tweede Wereldoorlog. „Ostinato” is
het verslag van de Roemeen Paul
Goma over het leven in een Roe
meense gevangenis.
Jurek Becker werd geboren in 1937
en heeft als kind het getto aan den
lijven ervaren. Dat hij het overleefd
heeft jnag een wonder heten en dat
hij er zo over schrijft als hij doet, laat
zich zelfs met het woord wonder niet
meer omschrijven.
Becker vertelt het verhaal van Ja
kob Heym, eens een nerinkje drijvend
in aardappelkoeken en ijsco’s, maar
in 1943 in slavendienst van de Wehr
macht. Door een nogal dwaas toeval
komt hij aan de weet dat de Russen
vorderingen maken met hun opmars
Dit bericht klinkt zijn medegettobe-
woners - wie het bezit van een radio
toestel verboden is - zo ongelooflijk
in de oren, dat zij het aanvankelijk
niet willen geloven. Jakob moet het
verzinsel te hulp roepen dat hij over
een clandestiene radio beschikt, wil
men althans enig geloof hechten aan
zijn verhaal. Daarmee is de hoop op
verlossing geboren, en zijn de gevol
gen niet te overzien. Jakob moet het
ene gefingeerde verhaal na het ande
re verzinnen om de gewekte ver
wachtingen niet teleur te stellen. Dik
wijls leidt dit tot humoristische ver
wikkelingen, die echter zo humo
ristisch niet meer zijn als men be
denkt tegen welke achtergrond van
terreur en sadisme deze sprookjesver-
vrouw. Er was één vrouwelijke kandi
daat. Toen werd ik erg zenuwachtig. Ik
dacht: die wordt het dus. Eindelijk
kwam het hoge woord er uit. Joan
Berkhemer. Bovendien de Donemusprijs
er nog bij”.
„Van toen af leefde ik in een roes. Je
wordt opeens in je jas geholpen. Merk
waardig is ook, dat je plotseling je
eigen hoofd in alle kranten ziet ver
schijnen. Ik ben maar eens stevig gaan
doorzakken. Het gevaar bestaat, dat je als
winnaar gaan denken: die zit. Maar ik
besef heel goed, dat dit een stapje over
de eerste drempel is. Nu gaat het pas
goed beginnen. Ik voel me ook niet
overdreven blij”.
„Nee, dit is de laatste keer geweest. Ik
schrijf nooit meer in. Hoe goed de sfeer
op het Back-concours tussen de kandi
daten onderling ook was, het blijft een
wedstrijd. Op de grote internationale
concoursen is de wedstrijdsfeer met alle
haat en nijd en jaloezie die daar bij
hoort veel sterker en naar mijn idee
wordt daar toch de muziek, waar het
mij tenslotte alleen om te doen is,
gedegradeerd. Ik beschouw deze eerste
prijs dan ook alleen als een goéde duw
in mijn rug”.
Leeuwen redelijk tot zijn recht komt,
het nadeel dat het uitzicht op het
allesomvattende drama op de achter
grond wat verloren dreigt te gaan.
Becker is er kennelijk van uitgegaan
dat het drama zelf bij ons allen
voorgoed in het geheugen is gegrift
Laten we dat dan maar hopen.
In zijn roman Ostinato behandelt
Paul Coma het probleem van de
onvrijheid op meer intrinsieke wijze
waarbij hij ook de gebruikelijke ro
manstructuur laat varen om het in
de titel bedoelde „ostinato” tot zijn
recht te laten komen. „Ostinato” is
een muziekterm die zoveel wil zeggen
als: het voortdurend en nadrukkelijk
herhalen van een bepaalde melodi
sche frase.
De hoofdpersoon Ilarie Langa
maakt gebruik van Goma’s persoon
lijke ervaringen met het gevangenis
wezen in het Stalinistische Roemenië.
In hallucinerende, schijnbaar van de
hak op de tak springende bewoordin
gen, heden en verleden voortdurend
met elkaar verwisselend en monologe
interieure afwisselend met reeële ge-
spreksflarden bouwt Ilarie Langa bij
stukjes en beetjes het onneembare
bastion van de gevangenschap op. De
voortdurend opflakkerende hoop op
invrijheidsstelling die, tot in het mo
notone aan toe de bodem wordt inge-
„IK STUUR NIET AAN OP MAAGZWEER”
heeft hetgeen wijst op een autobiogra
fisch character van de gedichten. Burnt
Norton is de naam van een huis, Dry
alvages zijn een paar kleine eilandjes
en East Coker en Little Gidding zijn
dorpjes. In de Four Quartets filosofeert
hij over „de verhouding tussen tijd en
eeuwigheid, de zin van het leven, de rol
van de kunst, het verband tussen de
persoonlijke ervaring en traditie”. Kort
om algemene vragen, die menigeen zich
stelt in het leven, maar die misschien
juist daarom zo moeilijk te begrijpen en
te beantwoorden zijn. Het centrale the
ma in alle gedichten is de relatie tussen
het individuele bewustzijn en identiteit
en het verlopen van de tijd. Het ver
zoenen van het tijdelijke met het tijde-
loze.
Hoewel Professor Servotte de verta
ling alleen bedoeld heeft als hulp om het
origineel beter te kunnen begrijpen,
blijkt uit het in ’t begin geciteerd stukje
wel hoe goed hij daarin geslaagd is en
dgt ondanks het feit dat hij heel vaak
de verschillende betekenissen niet heeft
kunnen weergeven. Hij zegt in zijn
voorwoord dat hij altijd de hoofdbeteke
nis heeft gekozen ook als dat een onge
bruikelijk woord oplevert in het Neder
lands.
Het resultaat is een tamelijk duur
boek 20,50) dat echter zonder meer de
moeite waard, is. Het is een idee dat
nagevolgd zou moeten worden.
BAUDINE BOOTLE.
Zijn er al aanbiedingen naar aanlei
ding van de prijs?
„Twee recitals voor de AVRO-radio.
Verder hebben het Concertgebouworkest
en het Rotterdams Philharmonisch toe
zeggingen gedaan. Maar dat komt wat
later wel. Ik heb daar nog niet zo’n
haast mee”.