ONDANKS TALLOZE BEDREIGINGEN
Geestelijk
Leven
IN TWEEDE DEEL UNIVERSELE WERELDGESCHIEDENIS
De grote denkers uit het
midden- en verre oosten
Het werkelijk Afrikaanse
*1 is in wezen godsdienstig
l
1
door Th. J. Koeckhoven
Afrikaanse messias
Israel
China
i 1
mJ
■11
ZATERDAG
26
APRIL
19 75
verloren. Hij kan zichzelf worden of
de gevaren van buiten.
d
jo
ge
gc
?e
En dit betekent dat de Afrikaan zijn identiteit nog niet helemaal heeft
blijven, mits hij wakker blijft voor
Een gedoopte Afrikaan ziet er hetzelfde uit als een ongedoopte. Maar
dat is de buitenkant. In de loop der eeuwen hebben zendelingen en mis
sionarissen met het doopwater de Afrikaanse cultuur niet helemaal kun
nen uitwissen. En gelukkig hebben velen dat ook niet gewild. Maar met
het christendom kwamen de kolonisten met hun eigen taal, hun eigen ge
bruiken, hun eigen economische en politieke opvattingen. En al het water
van de zee wast niet af, dat de westerse mens, zendeling of soldaat, mis
sionaris of handelsman, diepe sporen heeft achtergelaten. Het lijkt of zijn
cultuur de Afrikaanse heeft overwonnen. Maar diep in het hart van de
Afrikaan is een nog niet door de westerling ontgonnen plekje overgebleven.
16
werd gesteld
President Kaoenda van Zambia
Generaal Joseph Desiree Moboetoe
Men kwam er achter, dat de eerbiedwaardige
ouderdom van de Chaldeeën en van de vroeg-
joodse geschiedenis in het niet zonk bij de veel
eerbiedwaardiger ouderdom van de Chinezen.
Een man als Voltaire aarzelde niet de bijl aan
de zwarte presbyterianen. Deze bijzon
derheid blijft namelijk in dit verhaal
onvermeld.
Noega werd uitgezonden in een plech
tige bijeenkomst in Nakoetoe in Kenya.
Zijn uitzending heeft financiële conse
quenties voor de Afrikaanse kerk. Daar
om is besloten de tweede zondag van
elke maand daarvoor te collecteren. El
ke gemeente zal volgens een bepaalde
verdeelsleutel een eigen aandeel moeten
bijdragen in de kosten voor de evange-
lie-arbeid in Amerika. Zouden er nu in
Kenya missiebusjes staan voor de arme
Amerikaantjes en zouden de christelijke
zwartjes nu zilverpapier sparen voor de
kindertjes in New York? Dit is bijzonder
onwaarschijnlijk. Het zal wel bij de
gewone collectanten blijven. Maar hoe het
zij, belangrijk is dat Afrika missioneert
en met ds. Moego niet voor het eerst.»
Christelijke Afrikanen en Arabische is
lamieten hebben het westen ook ontdekt
als zendingsterrein. En God weet hoe
wij hen straks nodig zullen hebben.
De zevenarmige kandelaar afkomstig uit de tem
pel in Jeruzalem, rondgedragen tijdens de triomf
tocht van Titus. Reliëf op de triomfpoort van
Titus in Rome.
zal Moboetoe zo ver niet gaan. Zelfs zijn
vriend Amin niet. Die verjaagt niet-
Afrikanen alleen maar uit zijn land. De
Afrikaanse zaak is met deze heren niet
gediend.
oi
df
i
1
1
tl
b
n
v
o
b
n
d
h
e
E
t
v
d
2
1
I
1
rr
bl
a:
W:
ve
sp<
m<
bo
M;
kr
kr
Er
nc
vr
tij
ee
ie'
op
er
lit
er
Wt
blanke wordt niet aangevallen. Dat is
ook niet echt gebeurd in Hammanskraai
bij Pretoria, waar een paar maanden
geleden een driedaagse conferentie van
Black Renaissance Convention bijeen is
geweest. Doel was de verdeeldheid tus
sen de zwarte groepen ongedaan te ma
ken. Het sterkst viel op dat de aanwe
zigheid van blanken nadrukkelijk werd
afgewezen, tot journalisten aan toe. In
de pauze konden zij van perschefs ver
nemen hoe de beraadslagingen waren
verlopen. De organisatie vond dat de
zwarten volledig het recht hebben onder
elkaar te vergaderen, als daar een goede
reden voor is. De blanken hebben zoiets ga maar niet alleen gaat werken onder
toch al eeuwen lang gedaan.
Bij de conferentie waren verscheidene
organisaties betrokken, onder meer de
afdeling zending en evangelisatie van de
Zuidafrikaanse raad van kerken, de
rooms-katholieke kerk en de broeder
schap van predikanten van de Neder
duits gereformeerde kerk in Afrika. On
derwerpen van de conferentie waren de
zwarte theologie, de economische situa
tie, opvoeding en onderwijs en de rol
gebed en zo mogelijk tot een dagelijkse
gezamenlijke bijbellezing. Het is de
taak van de ouders de vruchten van hun
ervaring door te geven aan hun kinde
ren. En wanneer God de belangrijkste
werkelijkheid in het leven der ouders is,
dan zijn zij verplicht hun kinderen uit
te leggen waarom dat zo is en wat dit
alles voor hen betekent.
Dit is een waarlijk authentiek Afri
kaans en tevens christelijk geluid. De
Dit tweede deel behandelt de hoge culturen
van centraal- en oost-azië (het nabije oosten,
Iran (Perzië) in de oudheid, Israel, Indië tot
het midden van de zesde eeuw en China in de
oudheid. De historie van deze landen en volke
ren is juist in deze tijd zo interessant, omdat
de woelingen op het ogenblik (met name in het
midden-oosten) zo groot zijn. Het is bijvoorbeeld
erg boeiend om uit de gegevens, die je hier
krijgt aangedragen, een beeld te vormen van de
wordingsgeschiedenis van Palestina. Met alles
wat daarbij komt aan invloedssferen, cultuur
golven in dat gebied, dat altijd al een door
gangsweg was voor de grote historische ver
overaars en machtsgrijpers.
Wanneer je weer een nieuw deel onder ogen
krijgt van de Universele Wereldgeschiedenis
(uitg. Scheltens en Giltay) dan bekruipt je even
een gevoel van onmacht. Je krjjgt nameltfk zo’n
fors pakket wetenswaardigheden aangeboden
dat je er tegen op kykt. Maar het plezierige
ook weer van dit tweede deel is, dat je het
per afgerond geheel kan lezen, per hoofdstuk,
en dat je die hoofdstukken weer in en aan el
kaar kunt passen, zodat er een overzichtelijk
geheel ontstaat. Bovendien zorgen de specialis-
ten-auteurs er voor, dat de gegevens niet als
een dorre, droge brjj worden opgediend.
Intussen mogen we niet in de verlei
ding komen te denken dat Afrika alles
goed doet. In Zaire bijvoorbeeld is een
verbod uitgevaardigd tot het geven van
godsdienstonderwijs op de scholen. Er is
een soort staatsgodsdienst afgekondigd,
waarbij het staatshoofd Moboetoe als
een verlosser moet worden geëerd. Mo
boetoe heeft zich opgeworpen als een
Afrikaanse messias.
Dit is een zware slag voor de kerken,
die zich altijd bijzonder hebben inge
spannen voor het onderwijs. In het VU-
Magazine van maart schrijft drs. J. Gre-
ven dat de rooms-katholieke kerk zestig
percent en de protestantse kerk twintig
percent van het onderwijs in handen
heeft. Deze machtspositie is altijd al een
doorn geweest in het oog van de rege
ring. Eind vorig jaar besloot zij daar iets
aan te doen door alle scholen te natio
naliseren. Tevens verbood zij het geven
van godsdienstonderwijs op de genatio
naliseerde staatsscholen. In plaats daar
van moest meer onderwijs worden gege
ven in de nationale ideologie, het Mo-
boetisme. Tenslotte werd nog besloten de
katholieke en protestantse theologische
faculteiten aan de staatsuniversiteit per
1 oktober 1975 op te heffen.
Drs. Graven zegt dan dat het progres
sief mag lijken de Afrikanen op te
roepen op authentieke wijze Afrikaan te
illustraties voor, waarbij facsimiles van As-
syrische paleisreliefs en een brief in het Ara-
mees uit de vijfde eeuw voor Christus.
HANS ROMBOUTS
F
ÊiHii
President Idi Amin van Oeganda
Het zeer uitgebreide hoofdstuk over het bij
belse Israel, van de hand van Hans-Joachim
Kraus, trekt natuurlijk direct alle aandacht tot
zich. Er wordt zoveel geschreven en gesproken
over historische gronden en tradities van joden
en arabieren dat het erg nuttig is om nu eens
door een erkende geschiedkundige specialist
uitgelegd te zien hoe de situatie daar eeuwen
geleden was en de basis werd voor wat er nu
allemaal gebeurt. Die geschiedschrijving begint
bij de nomadenvolkeren, die neerstreken in Pa
lestina, en eindigt bij het neerslaan van de op
standige beweging van Bar Kochba, die rond
130 na Christus trachtte de Romeinen te ver
drijven. De aan de Dode Zee gevonden teksten
berichten over de laatste dagen van de man
nen van Bar Kochba. Met de verwoesting van
de wortel van de traditie der christelijke we
reldgeschiedenis te leggen. „Het was geen proces
meer door de goddelijke voorzienigheid geleid,
maar slechts een doorgeven van de cultuur”.
Hegel bouwt Voltaires principes verder uit:
„de wereldgeschiedenis gaat van het oosten
naar het westen. Europa is eenvoudig het eind
punt van de wereldgeschiedenis, Azië het be
ginpunt”.
Kortom, dan pas barst de strijd om een juist
inzicht in de wereldgeschiedenis pas goed los:
christendom, jodendom (Mozes wordt door het
merendeel van de historici niet meer als stichter
van een religie erkend), Zoroatrisme, boeddhis
me, hindoeïsme, hellenisme. Men vindt alle
ideologiën en religies terug in deze universele
wereldgeschiedenis. In dit tweede deel is er een
apart hoofdstuk aan gewijd.
Wolfram von Soden behandelt „het nabije
oosten in de oudheid”, vanaf de Hoerrieten en
Ariërs tot aan Babylonië onder de Parthen (dus
o.a. het rijk der Hettieten, Assyrië, Syrië, het
rijk der Chaldeeën). Franz Altheim geeft een
duidelijk overzicht van Iran, het oude Perzische
rijk, dat begint bij de komst van de Arische
stammen in dat gebied. Natuurlijk neemt Zara-
thoestra een belangrijke plaats in in dit essay.
De Italiaan Luciano Petech beschrijft de his
torie van Indië, een gebied, dat duidelijk na
tuurlijke grenzen heeft. Ook hier, zoals in alle
beschavingsgeschiedenissen, spelen de religieuze
bewegingen een grote rol in het gebeuren.
Uiteraard denken we hier dan vooral aan het
boeddhisme.
De Nederlandse ijdelheid strelend is in dit
boek, dat de Leidse hoogleraar sinologie A. Hul-
sewé het boeiende hoofdstuk over het China
van de oudheid voor zijn rekening neemt. Bij
zondere aandacht in de beeldvorming van d~'
vroegste China krijgen uit de aard der zaak de
twee grote denkers Confucius en Mo Ti en uit
wat latere tijden Toeng-Tsjoeng-sjoe (begrip-
nen jin en jang).
Voor de volledigheid zij nog eens vermeld,
dat aan zoveel mogelijk aspecten, die van in
vloed zijn geweest op de geschiedenis, aan
dacht wordt besteed (zoals religie, denkpatro
nen, culturen, politieke verhoudingen enz.). Ook
in deze aflevering komen weer voortreffelijke
van de vrouw in de maatschappij. De
Afrikaan sprak en de blanke kon er
eindelijk eens geen woord tussen krij
gen. Dit is toch wel een teken van
groeiend zelfbewustzijn.
Een krachtiger teken
door de presbyteriaanse kerk van Oost-
Afrika. Deze kerk besloot namelijk do
minee Moego met zij-n gezin met een
zendingsopdracht naar de Verenigde Sta
ten te sturen. Daarmee reageerde de
Oostafrikaanse kerk; dié zelf voortkomt
uit de Schotse zendingsarbeid, op een
dringend beroep van de Amerikaanse
presbyteriaanse kerk. Als dominee Moe-
zijn. In dit geval houdt het echter in dat
de weg naar vooruitgang voor het volk
wordt geblokkeerd. Maar ja, de presi
dent kan deze concurrentie op het ge
bied van onderwijs en maatschappelijke
zorg niet gebruiken. Hij weet heel goed
dat hij zijn volk voorlopig niets beters
te bieden heeft dan holle frazen. Maar
Moboetoe is de baas, en wie de macht
heeft mag alles doen en zeggen wat hij
wil.
Intussen is bezorgdheid op haar plaats.
De heer Graven vreest namelijk dat het
hierbij niet blijft. Het ligt zelfs voor de
hand bij de man die maar één God
kent en dat in Moboetoe zelf, die maar
één belang kent, en dat is het eigenbe
lang van president generaal Moboetoe
Sese Seko. Zo’n houding is niet
typisch Afrikaans. De hele geschiedenis
door en in alle delen van de wereld zijn
zulke figuren opgedoken. Misschien kan
Moboetoe zijn arme volk een tijdje voor
de gek houden met de schone bewering
dat hij Afrika'wil zuiveren van vreemde
smetten, maar dat is even misdadig
en even racistisch als het gedrag
van blanke Übermenschen die in
het recente verleden een heel volk poog
den uit te roeien op grond van het
vermeende feit dat die anderen volksvij
andige en inferieure lieden waren voor
wie uiteindelijk maar één goede oplos
sing bestond: Endlösung. Waarschijnlijk
het cultische centrum van de religieuze ge
meenschap in Jeruzalem was het oude Israel
het fundament ontnomen, dat ook in de cultuur
gemeenschap na de ballingschap nog een leven
de kracht was gebleven. Op dat moment begon
de geschiedenis van het jodendom na de bijbelse
tijd; een geschiedenis van verstrooing, zwerven,
weer bijeenkomen en eindeloos leed in den
vreemde. Waar bij de andere beschouwingen
steeds d< belangrijkste geestelijke, leiders wor
den besproken, is het op zijn zachtst gezegd
merkwaardig dat de figuur van Christus niet
wordt belicht. Wellicht gaat men er van uit,
dat iedereen daar alles van weet. Hoe dan ook.
Jezus wordt slechts terloops genoemd.
Onlosmakelijk van de historie van het bij
belse Israel, van Palestina, is natuurlijk het
perspectief van het hele midden- en verre-
oosten. Alles houdt tenslotte verband met el
kaar of zou dat kunnen hebben. Zoals Afred
Heus in de inleiding tot dit tweede deel zegt:
„Universele geschiedenis heeft altijd een pro
bleem gevormd, in ieder geval sinds het gezag
van de traditie niet meer toereikend bleek haar
op een of andere manier waar te maken. De
middeleeuwers vonden het voldoende wat de
joods-Grieks-Romeinse Oudheid hun via de zeef
van een zeker orthodoxe visie overleverde.
Langs deze werd werd niet alleen alles duide
lijk over de schepping van de aarde en de eerste
mensen, maar werd ook kennis opgedaan om
trent de oude tijden van Assyriërs, Meden en
Perzen, opgediend in een plausibele samenhang,
waarin alles prachtig op elkaar aansloot en het
ene rijk als het ware de andere de hand reikte,
zodat de wetmatigheid van de tijd als een reeks
elkaar afwisselende tijdvakken op bevredigende
wijze scheen te worden waargemaakt. Pas in
het begin van de achttiende eeuw kwam het
inzicht dat men daarbij met vrome fantasieën
te maken had”.
De eigenheid van de Afrikaan kan
worden gered, als steeds meer de vraag
er bij wordt gesteld: zijn wij eigenlijk
nog wel ons zelf? Zijn wij niet ingekap-
seld door een godsdienst die niet de onze
is, door een economie die ons vreemd is,
door een industrie die in het westen
hoort, door de blanke die hier is geko
men om de baas te spelen?
Het zijn vragen die met recht en
reden kunnen worden gesteld. De vragen
klinken steeds meer, want het is vijf
voor twaalf. Een diepe bezorgdheid om
wat verloren dreigt te gaan, spreekt uit
de „Brief aan mfln kinderen” geschreven
door de christelijke president van Zam
bia, Kenneth Kaoenda. „Ontneem aan de
Afrikaanse traditie haar godsdienstige
dimensie op het gebied van kunst, ge
bruiken, taal en recht, en er blijft bitter
weinig over van ons verleden. De brok
stukken die nog overblijven vormen een
weinig belovende basis voor de toe
komst.” Kaoenda weet dat het bij de
meer ontwikkelde jongeren van Afrika
mode is de godsdienst af te doen als een
primitief bijgeloof. Vanaf het moment
dat zij geen gebruik meer maken van de
medicijnman, maar naar een ziekenhuis
gaan om van ziekte en pijn te genezen,
willen zij niets meer met de godsdienst
te maken hebben. Of zij beoordelen het
christendom als een middel tot kolonia
listische onderdrukking. Zij lijken te
denken, zegt Kaoenda dat God na de
onafhankelijkheid het land heeft verla
ten met hetzelfde vliegtuig als de gou
verneur.
Kaoenda schrijft terecht dat het echte
Afrikaanse zijn wortels meer heeft in de
bodem van het Afrikaanse continent dan
in de gehoorzalen van de westerse uni-
versiteiten. Volgens Kaoenda is het wer
kelijke Afrikaanse in wezen een reli
gieus fenomeen. „Wat wij zijn, zijn wij
door onze houding, die wordt geken
merkt door geboorte en dood, oogst en
hongersnood, voorouders en ongebore
nen. Voor mij is God meer een aanwe
zigheid dan een filosofisch begrip. Ik
ben mij ervan bewust dat ik ook in de
eenzaamheid niet alleen ben. Dat mijn
roep om hulp, troost of kracht wordt
verhoord.”
Kaoenda wekt dan op tot het gezins-
v;
V
rr
h<
V'
bi
y'.-.
-