d stierf te jong en te dicht bij de bevrijding Tragische gebeurtenis Eerste contact door Ton Kors Politiek bewust Niet reëel Onvermoeibaar actief e pm aakt Op 17 april 1945 wordt Jannetje Johanna Schaft vroeg in de morgen uitvaar cel gehaald. Een medegevangene hoort haar schreeuwen, heel hard en hoog. Buiten het gevangenisge bouw staat een wagen klaar en daarmee wordt ze door vier kerels naar Overveen gebracht. Op de plaats waar nu een spartelmeertje ligt stopt de auto. Twee man brengen haar verder het duin in. Dan klinken twee schoten. Het lijk wordt haastig in een kuil gespit. dadendrang zijn zo groot dat ze ook komt tot het op bevel liquideren van Hollanders die met de Sicherheitsdienst van de Duitsers samen werken. Voor dit artikel over Hannie Schaft hebben meer dan zestig mensen teruggegraven in hun eigen verleden en over de periode ’40-’45 open en vrij verteld, zo nauwkeurig mogelijk. Bij de voorbereidingen voor dit verhaal zijn ook deuren dichtgeklapt en bedreigingen geuit of werd er geschermd met advocaten. Hannie Schaft is dood, maar leeft nog in de harten van ontzettend veel mensen. Pen- id en enten I, er f land riem Als Hannie Schaft sterft, te jong en te dicht bij de bevrijding, heeft ïe ongelooflijk veel ver zetswerk op haar naam staan, zoals het onder brengen van Joodse kinderen, het verspreiden van verzetsbladen als de Waarheid, Het Parool, Trouw en Vrij Nederland, het in kaart brengen van verdedigingswerken in Scheveningen en IJmuiden, schaduwen van mensen, sabotage werk, zoeken van nieuwe onderduikadressen en het inzamelert van voedsel. Ze doet dit werk tijdens de bezetting met een enorm fanatisme, vanuit een hevig verontwaardigd gevoel, een gekrenkte nationale trots. Haar fanatisme en Daarom is voor de bezetters haar dood een rechtvaardige zaak. Ze heeft te veel wat zij noemen „moorden” op haar naam staan. Voor haar geldt „Kein Gericht aber Vergeltun”, zegt de oud-SD-er Emil Rühl nu dertig jaar later. Vooral vanwege deze liquidaties en aanslagen (Faber, Willemse, Smit, Ragut, Langendijk) wordt ze zelf neergeschoten, ondanks alle afspraken die er zijn gemaakt tussen het verzet en de bezetters. M 339030 Hannie Schaft rd-Honand Jheid tai ir maand. itslaan 1, g is istig Hannie iehng i en/of O en de ig vaw ivenhoek nge- Ming den. rit dat i nemen en te >neels- te ;els- ke ilgens fonds. ng, max. a SOD I leuk vond, maar steeds zei dat het moest en het daarom ook kon volhouden. Ze was een heel goede kameraad voor ons, erg trouw, die alles voor je zou doen en ons erg veel leerde. Mijn zusje en ik kwamen uit een arm gezin, waar geen geld was om te leren. Toen de oorlog uitbrak, was Freddy veertien en ik een paar jaar ouder. We wisten toch van niets. Wat waren we? Kinderen toch. Hannie leerde ons tussen alle narigheid door Frans, Duits en Engels; we spraken over boeken, ze leerde ons hoe we moesten discussiëren, hoe we politiek moesten denken. Ze was erg intelligent!” „Hannie was eigenlijk de glashardste van ons”, zegt vandaag de dag Jenny van x van Terwijl de politieke spanning in Euro pa steeds groter wordt, laat Hannie Schaft zich in 1938, het jaar van de „Anschluss” van Oostenrijk bij Duits land, inschrijven op de Amsterdamse universiteit. Ze gaat op een klein ka mertje in Amsterdam-Zuid wonen. Op de faculteit voor de rechten maakt ze con tact met de joodse meisjes Philine Polak en Sonja Frenk. die van zijn fiets valt en bloedend op straat blijft liggen. Hij zal ook deze aanslag overleven. Het jaar daarvoor heeft een van de meisjes, Hannie Schaft, al eerder een aanslag op Cö Langendijk gepleegd. In 1944 terwijl de man met een vrouw door IJmuiden-Oost wandelt, schiet ze hem neer. Ze zit bij de IJmuidense verzets man Jan Bonekamp achter op de fiets. Langendijk wordt gewond. taal en ook geen geschiedenis, hoewel ze dat erg leuk vond. Medicijnen vond ze te eng en daarom werd er gekozen voor een rechtenstudie”. Hannie Schaft moet daarvoor het staatsexamen Latijn en Grieks hebben. Binnen een jaar legt ze haar examen met goed gevolg af. Hannie Schaft is binnen verschillende verzetskringen onvermoeibaar actief. Zo veel jaren na de oorlog is het eigenlijk onbegrijpelijk hoe een kind dat in zo’n beschermd milieu opgroeit, zich altijd individualistisch opstelt en nooit met iemand speelt of samenwerkt, tot zulke dingen kan komen. Het mee.st heeft zij zich betrokken gevoeld bij de Haarlemse Raad van Verzet (RVV), een communis tisch gerichte, in ieder geval een linkse groep waarin vooral arbeiders actief zijn. In het RVV werkt ze vooral samen met twee meisjes, de zusters Truus en Freddy van der Molen. Ook intensief zijn haar contacten met Jan Bone kamp, een felle man die de dood vindt bij de aanslag op de Zaandamse politie- inspecteur Ragut in juni 1944. Truus van der Molen over Schaft: „Er is zoveel over haar te ver tellen, maar als ik dat nou eens in een paar woorden moet samenvatten: ze was hoek en hoewel ook onze vaders op dezelfde school les gaven en zij het zeer goed met elkaar konden vinden, ben ik nooit bij haar binnen geweest. Dat was nu eenmaal zo. Ik heb haar ook nooit met anderen zien spelen of zoiets. Nooit. Zelfs als je op de hbs een som bij haar kwam vragen werd dat uitgelegd en afgehandeld aan de deur. Het gezin stond helemaal op zichzelf, maar ik heb nooit gemerkt dat Jo, want zo noemden we haar, daar ongelukkig onder was”. Dat wordt bevestigd door een klasge note van Hannie Schaft Miep Merkuur, die zes jaar met haar op de Tetterode- lagere school zit en later met haar doorleert op de HBS aan het Santpoor- terplein, het latere Lorentz-lyceum. „We woonden eigenlijk bij elkaar om de Hannie Schaft wordt op 16 september 1920 in Haarlem geboren. Haar vader is Pieter Schaft (gestorven in 1964), een vijf endertig jarige onderwijzer met zeer veel capaciteiten. Hij is getrouwd met Aafje Talea Johanna Vrijer (gestorven in 1971), een kleine vrouw die een jaar jonger is dan hij. De ouders geven hun tweede dochter de namen Jannetje Jo hanna mee. Thuis wordt het kind Jo of Joop genoemd. Schaft zelf komt uit een arm gezin. Op school is hij een uitblin ker en hoewel er nauwelijks geld is voor een verdere studie komt hij terecht op de toenmalige Rijkskweekschool aan de Haarlemse Leidsevaart. Het is een school die in de loop der tijden nogal wat knappe koppen aflevert. Schaft is er een van, want als hij eenmaal zijn hoofdakte heeft, studeert hij in razend tempo na het lesgeven overdag door en slaagt hij voor alle lagere-onderwijsak- tes die er maar te behalen zijn. Daarna rondt hij een middelbare studie Frans af en begint hij zelfs aan een studie Neder lands. Schaft is een bescheiden man, die nauwelijks aan de weg timmert. In het begin geeft hij les aan een lagere school, later komt hij op de mulo aan de Haarlemse Jocobstraat terecht. De moeder van Hannie Schaft is on derwijzeres. Zij komt uit Broek op Lan gendijk en is de dochter van een vurig socialistische doopsgezinde predikant. Het gezin is groot. Als haar vader jong sterft, verhuist het gezin naar Haarlem vanwege de opleidingsmogelijkheden. Daar ontmoet zij Pieter Schaft. Als Hannie zeven jaar jong is voltrekt zich in het gezin Schaft een tragische gebeurtenis die later van grote betekenis is. Haar zusje Annie Sterft aan de gevol gen van difterie en dat geeft het gezin een enorme klap. Haar ouders leven daarna met de angst dat ook hun twee de dochter hun zal ontvallen en vanaf dat moment wordt deze op allerlei moge lijke manieren in bescherming genomen. Nicht Aaf Dil: „Haar ouders waren ont zettend bezorgd, zodat Hannie voortdu rend met jasjes én vestjes liep, ook al vielen de mussen bij wijze van spreken door de hitte van het dak”. En klasgeno te Miep Merkuur: „We hadden in die tijd van die zomerjurkjes, bij de hals vierkant uitgesneden en afgezet met een kanten rand. Daaronder droeg ze dan een hemd of een borstrok die heel hoog sloot en duidelijk zichtbaar was. Ik ge loof wel dat iedereen dat in de gaten had. En hoewel er nooit direct met haar gesproken werd, was het wel zo dat er op school over gepraat werd”. De bezorgdheid van haar ouders gaat zover dat Hannie na de lagere school ondanks haar intelligentie niet naar het gymnasium mag. „Daarvoor zou ze elke dag een gevaarlijke fietstocht moeten maken, vonden haar ouders. Daarom werd besloten om ’r op de hbs, die in feite om de hoek was, verder te laten leren”, zegt Aaf Dil. De ouders weten ook te bereiken bij gymnastiekleraar Verwers, die naast het gezin in de Van Dortstraat woont dat Hannie niet hoeft deel te nemen aan buitensport. Miep Merkuur: „Er werd bij ons op school veel aan sport gedaan. Er waren speciale clubs, maar daar deed ze nooit aan mee. Als ik het moet uitleggen en dan bedoel ik dat zeker niet negatief zou ik zeggen dat we ’r allemaal eigenlijk een tutje vonden, hoewel we dat nooit direct tegen haar durfden te zeggen”. Klasgenote Miep Merkuur: „Ze was altijd nummer één en als een ander dat wel eens was dan leed ze er onder. En daar werd in de klas dan over gespro ken, maar nooit direct met haar.” Han nie Schaft is op school ook een kind dat naar een leraar stapt en hem haarfijn aantoont waarom haar proefwerk niet met een 9% maar met een 10beloond had moeten worden. Ook daarom mogen verscheidene leraren haar niet. Ze vin den de leerlinge Schaft niet reëel. Hoewel haar moeder wel eens op school klaagt dat dochter Hannie te ambitieus is, wordt het kind wel gesti muleerd door haar moeder. Een klasge note: „Haar moeder was ook zo, eigen lijk. Ik kwam haar wel eens tegen en dan vroeg ze onmiddellijk: Wat had jij voor je laatste geschiedenisproef? Dat vonden we idioot”. De eindexamenlijst van Jo Schaft ver toont in 1937 negens en tienen. Ze haalt ruim acht gemiddeld. Voor Duits heeft ze een tien, evenals voor geschiedenis en voor plant- en dierkunde. Voor Frans en Engels een negen en voor Nederlands een acht. Aaf Dil: „Ik weet nog dat ik op bezoek kwam nadat Hannie geslaagd was. Tante Jo vertelde me toen, dat Hannie zich geneerde voor haar eindre sultaten. De klasseleraar had de lijst niet voorgelezen en haar genegeerd. Het kind was overstuur thuis gekomen en niemand mocht daarna nog de eindexamenlijst zien.” „Het was eigenlijk de bedoeling dat ze daarna zou doorleren voor lerares, maar Hannie zag vreselijk tegen het ordepro- Philine kon de oorlog overleven. Nu dertig jaar later schrijft ze vanuit Wash ington over Hannie Schaft: „Het eerste contact dat ik met Jo had, was op een college dat gegeven werd door professor Pos, waar ze voor de vluchtelingen uit Spanje collecteerde. Hoewel ik niet in staat was een bijdrage te geven, omdat ik mijn zakgeld had besteed voor de vluchtelingen van de eerste grote po grom in Duitsland, werden we toch bevriend. En met een andere studente Sonja Frenk, vormden we een drieman schap, dat gezamenlijk studeerde, uit stapjes ondernam enzovoorts. Jo woonde in die tijd op een klein kamertje in Amsterdam-Zuid en omdat mijn vader dacht dat haar avondeten wel vaak uit een reep chocolade zou bestaan, nam ik haar mee naar huis. Ze kwam ook vaak bij Sonja, en heeft daardoor de steeds moeilijker wordende positie van de jo den van nabij meegemaakt”. In het jaar 1939 als Duitsland Polen binnenvalt begint Hannie Schaft privé met het inzamelen van cadeautjes en levensmiddelen die ze opstuurt naar vrouwen van gesneuvelde Poolse officie ren. Aaf Dil: „Als ik er kwam zei tante Jo altijd tegen me: ga eens mee naar boven. En dan moest ik naar het kleine kamertje dat volgepakt stond met dozen vol met allerlei prulletjes, blikjes, levens middelen en zo veel meer. Hannie jutte iedereen op om dingen niet weg te gooien maar aan haar te geven; ze was daar heel enthousiast en ijverig mee bezig. Door haar ouders werd ze daarin gesti muleerd. Haar vader en moeder hielpen haar fantastisch”. Buurvrouw Verwers: „Ik weet nog dat ze in het begin van de oorlog collecteer de voor vrouwen van gefusilleerden. Een keer kwam ze bij me binnen en ze zei: mevrouw Verwers het komt bij mij maar met kwartjes en dubbeltjes bin nen. U kent zo veel rijke mensen, kunt u daar niet iets aan doen. Ze zei het op zo’n manier dat ik wel iets moest onder nemen. Ik ben toen voor haar langs een paar kennissen en vrienden gegaan en daarna stroomde haar collectebus met guldens vol”. Haar sociale betrokkenheid komt ook tot uiting in haar studie, die meer ge oriënteerd is op publiekrecht dan op pri vaatrecht. Ze volgt colleges internatio naal recht bij de hoogleraar Eysinga totdat hij ontslagen wordt. Daarna bij professor Versyl totdat hij gearresteerd wordt en als ze tenslotte fel (als ze is geworden) weigert de loyaliteitsverkla ring voor studenten te ondertekenen legt ze nog in het geheim tentamen af voor haar kandidaats bij professor Panhuys, waarschijnlijk in de restauratie van het Centraal Station Amsterdam. De ouders van Hannie Schaft zijn zeer politiek bewust. In huize Schaft wordt veel over de politiek in de jaren ’20 en ’30 gesproken. De ontwikkelingen in de Duitse Weimar Republiek en het ont staan van het Derde Rijk worden nauw gezet gevolgd. Pieter Schaft is lid van de SDAP, waarin hij veel werk doet. Maar ook binnen de SDAP blijft hij een figuur op de achtergrond. Meer op de voorgrond treedt hij als lid van de socialistische Bond van Nederlandse On derwijzers. Niet alleen in de Haarlemse afdeling, maar ook in het hoofdbestuur richt hij zich fel tegen de Nederlandse Onderwijzers Vereniging. Hij weet dat hij door zijn activiteiten nooit hoofd van een school zal worden. Dat is het lot in die tijd voor leden van de „rooie” bond. Hij zal het ook nooit worden, wel is hij jarenlang directeur van de Handels- avondschool. Hannie Schaft groeit op met haar zusje Annie in een beschermd, maar ook gelukkig en harmonieus ge zin. Vader en moeder kunnen uitstekend met hun dochters overweg en ook omge keerd is dat het geval. Dat vertelt haar nicht Aaf Dil, een nu zestigjarige vrouw die in die jaren veel bij de familie Schaft overhuis komt. Directe invloed van buiten kent het gezin niet. Het gezin staat op zichzelf. Beide kinderen hebben weinig of geen vrienden en vriendinne tjes. e op andenfta; ■an een eheerder rn Op 19 maart 1945 bellen twee meisjes uit het verzet aan in de Haarlemse Schoterstraat bij het huis van de con tactman Gerdo Bakker. Diens schoon moeder doet open en beantwoordt de vraag of Gerdo thuis is bevestigend, De man komt naar de deur en even later klinkt er een schot. De twee meisjes vluchten weg. Gerdo Bakker zakt in elkaar en sterft enige ogenblikken later. Een paar dagen daarvoor zijn dezelfde twee vrouwen betrokken bij een aanslag op de IJmuidenaar Co Langendijk, die zich verdienstelijk maakt voor de Si cherheitsdienst. De man fietst met een vriendin achter het NS-station Haarlem als hij wordt gepasseerd door twee meisjes, ook op de fiets. Dezen vuren verschillende schoten op Langendijk af, der Bijl. Samen met Truus der Molen en Hannie Schaft ver zorgt ze in de oorlogsjaren wapentrans porten vanaf de Heineken Brouwerij in Amsterdam naar Haarlem. In de hoofd stad halen de drie meisjes munitie, granaten en gedemonteerde wapens op die in grote fietstassen worden gestopt. De tocht gaat dwars door het drukke Amsterdam, waar het wemelt van Duitse militairen, NSB-ers en Sicherheitscon- troles. Het groepje wordt onopvallend gevolgd door drie verzetsmannen die zwaar bewapend zijn. Zij zullen ingrij pen als er ook maar iets mis gaat. Een van hen is Wiebe Folkersma. de echtgenoot van Jenny van der Bijl. „We reden alleen als we een tip hadden doorgekregen dat er voor ons betrouw bare mannetjes in de crisiscontroledienst dienst hadden. Ze stonden altijd op de Amsterdamsevaart bij het molentje te controleren: of je geen voedsel bij je had en zo. Als we een seintje kregen dat er een goeie bij zat, dan durfden we het aan”. Jenny van der Bijl: „Hannie was de glashardste van ons allemaal. Die fietste zonder blikken of blozen, wie er ook aan kwam of ons passeerde. Maar als we eenmaal thuis waren, kwamen de emo ties los en dan kreeg ze hier ontzettende huilbuien”. Ook op het Noordhollandse platteland neemt Hannie Schaft deel aan wapen transporten. Jan Brasser, in de oorlog leider van de Zaanse RW: „We moesten eens een keer een wapendepot uit een van de Zaanse dorpen overbrengen naar Limmen. We waren met z’n vieren. Jan Bonekamp en Hannie Schaft waren er ook bij. Het ging allemaal goed. We reden langs smalle polderweggetjes, waar je weinig kans had op controle. Zonder moeite kwamen we langs het pontje bij West-Knollendam en ook over de vlotbrug bij West-Graftdijk ging het vlot. We waren al heel optimistisch, toen we opeens na een bocht in de weg geconfronteerd werden met een controle bij het pontveer van Akersloot. Terug konden we niet, dan zouden ze zeker gaan schieten. Dus we besloten gewoon door te rijden. Nou, we werden aange houden, door vier van die grote Duitsers, met geweren. Ausweis bitte! Ik weet nog dat Hannie doodkalm d’r persoons bewijs uit haar zak haalde en een grapje maakte. En die kerels maar loeren naar die tassen. Nou het klopte allemaal en we mochten doorrijden. Maar toen we op het pontje afgingen, verwachtten we wel ieder moment Halt te horen! „We zijn er door” mompelde Jan Bonekamp. die onmiddellijk gecorrigeerd werd door Hannie. „Kijk maar eens achter je”, zei ze en daar kwam een kleine Wehr- machtswagen met vier officieren het pontje oprijden. Niettemin verliep de overtocht gladjes, ja hoe bestaat het, en ’s avonds konden we in Limmen het materiaal verdelen”. Op de hbs aan het Santpoorterplein die ze van 1932 tot 1937 bezoekt blijkt de leerlinge Hannie Schaft een waanzin nig intelligent kind. Ook dat plaatst haar in een geïsoleerde positie. Bij proef werken en examens eindigt ze voortdu rend als nummer één van de klas. Maar hoewel ze gemakkelijker dan welke an dere leerling studeert, heeft ze ook de ambitie steeds nummer één te zijn. Daarom leert ze elke dag urenlang en leest ze veel. Op haar schoolkaart staat bij het cursusjaar 1935-1936 aangetekend: „29 november. Bezoek moeder die er over klaagde dat Jo veel te lang werkt. Zij wil alles in de puntjes kennen en spant zich voor haar huiswerk zo in, dat zij vaak oververmoeid is en juist daardoor soms een proef minder goed maakt, ’t Meisje is zeer ambitieus”. bleem in de klas op. Daarom wilde ze

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 17