ALLES OF NIETS IN BREDA
n
Vooral in duel tegen NAC
mariDOi
11
99
14
15
ZATERDAG
1 O
MEI
1975
SPORT
(Van onze sportredactie)
Vóór de „paasdubbel” op 29
Risico
Gif
door Mare Serné
Geen wonderen
Zelfkritiek
Nieuw contract
door Bert Brevoord
Lesje geleerd
Minder sterk
ningen stonden nederlagen tegen
FC Amsterdam (0-3) en Feye-
noord (1-3).
Na de eerste wedstrijd van de
paasdubbel (beide clubs verloren
toen) won Haarlem van Wage-
ningen (3-2), MVV (3-1) en Ex
celsior (1-0), speelde gelijk te-
Het duel in Breda zal hoe dan
ook een beslissing teweeg bren
gen. Tot morgenmiddag half drie
is er nog alle tijd om te filoso
feren over de mogelijkheden van
de twee bedreigde elftallen. De
beide doelverdedigers, Rob Boers
ma en Jan de Jong, doen dat op
deze pagina.
NAC vergaarde zijn brood
nodige punten door middel van
overwinningen op AZ’67 (4-2),
Roda JC (2-1), Go Ahead Eagles
(4-1) en FC Utrecht (1-0). Te
genover dat kwartet overwin-
gen FC Den Haag (1-1) en Spar
ta (0-0) en verloor alleen (met
1-4) van Ajax.
en 31 maart leek de positie van
zowel Haarlem als NAC vrijwel
uitzichtloos. Beide clubs hadden
een forse achterstand op het als
zestiende geklasseerde Wagenin
gen, maar de kansen keerden
zich. Wageningen verzamelde in
de slotfase van de competitie
vrijwel geen punt meer en was
afgelopen zondag al zeker van
degradatie, terwijl NAC en Haar-
lem aan een opvallende eind
sprint begonnen. De tegenstan
ders van morgen behaalden uit
de laatste zes wedstrijden acht
punten.
HAARLEM Competitieleider
Jan Huijbregts zal niet hebben
kunnen vermoeden dat hij met
het vaststellen van de ontmoe
ting tussen NAC en Haarlem
voor de laatste competitiedag
een van de belangrijkste duels
van het seizoen componeerde.
Immers, NAC en Haarlem staan
morgenmiddag in Breda tegen
over elkaar met degradatie uit
de eredivisie als rechtstreekse
inzet van het duel. De verliezer
moet terug naar de eerste divi
sie. Haarlem heeft het voordeel
dat het aan een gelijkspel ge
noeg heeft, maar daar staat te
genover dat NAC de steun heeft
van een kleine twintigduizend
supporters, die morgen meer dan
ooit als één man achter hun club
zullen staan.
Boersma: Blij
met Fransz
Rob Boersma: „Het spelen tegen echte voetballers is me niet meegevallen.’’
e gele
itcom-
zaak
>ehan-
Ive in
NAC:
udisic,
;ester-
arnas,
veen-
kker,
rwijk
it de
t hem
ver-
lets waartegen Haarlem weinig kans
op lijkt. Ten eerste creëert het elftal
weinig mogelijkheden terwijl het afwer
ken van de schaarse kansen ook voor
Boersma vaak een moeilijk probleem
vormt.
Een groot deel van het bijna afgesloten
seizoen heeft .Tan de Jong minder sterk
staan keepen dan men van „de lange
zwarte” gewend is. De Jong, wiens naam
nog steeds in relatie wordt gebracht met
lem vast. Haarlem schijnt daar vaak wel
goed gespeeld te hebben.”
Toch is een doelpunt gauw gescoord.
Boersma: „Daarom denk ik ook niet dat
we louter zullen gaan verdedigen. Dat
risico kun je volgens mij niet nemen.
Als wilden aanvallen zal natuurlijk ook
niet gebeuren. Kortom: je kunt er nog
honderd jaar over praten maar daar kon
je er toch niet mee uit. Er moet gewoon
gevoetbald worden.”
In
k in
fenen
van
mdse
arte-
ts in
jaar
n lid
van
en
cl in
ver-
NBB
ite-
pe-
ede
os-
ten-
ïl te
de
gaat
TC
i de
de
lam.
den
len-
dijk
en
spe
llen
riek
t is
lars
ed-
ook
nen
:ens
len-
lak-
eb-
oe-
lers
van
se-
dele-
Ot-
ische
i het
van
Bloem
ikstra
elman
tl een
ont-
miller
hoort
r stelt
n der
r zelf
isteld.
tegen
orma-
André
Van
Rob Boersma heeft inmiddels alweer
een nieuw contract van het Haarlem-
bestuur aangeboden gekregen. Hij weet
nog niet, of hij dat tekent. „Ik wil echt
niet zeggen dat ik niet blijf als we
onverhoopt volgend seizoen toch eerste-
divisie moeten spelen,” aldus de lange
doelverdediger. „In principe wil ik wel
blijven. Maar daar wil ik nog niet over
Zou NAC het zondag ten koste van
Haarlem opnieuw weten te redden, dan
zal daarover bij Jan de Jong (28 jaar)
niet de geringste vorm van verbazing
bestaan. „Ik moet eerlijk zeggen, dat ik
het dit seizoen wel eens somber heb
ingezien, maar de gedachte dat we het
nu eens niet zouden halen, nee, die heb
ik nooit gehad. Zelfs niet toen we op
een gegeven moment zes punten achter
stand hadden op Wageningen. Net als in
de twee voorgaande seizoenen ben ik er
op een of andere manier van overtuigd
geweest dat de geest op tijd over het
elftal zou komen en wat dat betreft ben
ik niet teleurgesteld. Kijk maar naar de
resultaten van de laatste weken, nu het
moet is NAC er ineens weer.”
Brabantse club met een Brabantse in
stelling. Het hele seizoen wordt er ge
voetbald in de trant van: och, we redden
het ook deze keer wel weer, ook al gaat
het op een gegeven moment nog zo
beroerd. En dan ineens is er bij iedereen
het besef dat er „nu toch wel iets moet
gebeuren, willen we niet de boot in
gaan.”
praten. Ik leef helemaal naar die wed
strijd tegen NAC toe. Die vind ik zo
belangrijk dat ik die zelfs wel voor niks
zou willen spelen. Sommige spelers drin
gen bij het bestuur op een extra premie
aan, maar dat interesseert mij op dit
moment niets. Niet dat ik het geld zal
weigeren hoor, maar dat wens ik op dit
moment niet centraal te stellen als het
om het behoud van het ere-divisieschap
gaat. NAC is een rotploeg om uit tegen
te voetballen. Ik kan me eigenlijk niet
herinneren dat we met Amsterdam daar
ooit een goed resultaat hebben gehaald.
Maar ik klamp me dan maar aan Haar-
Boersma heeft echter voldoende zelf
kritiek om zich te realiseren dat hij er
zelf ook nog lang niet is. Hoewel de
wedstrijd tegen NAC (Boersma: „Dat is
zo’n ongewone wedstrijd, die staat eigen
lijk overal buiten”) nog moet komen
heeft de Haarlem-doelman voor zichzelf
wel de balans opgemaakt. Boersma:
„Laat ik het zo formuleren; mijn eerste
jaar in de ere-divisie als voetballer is
mjj niet meegevallen. Dat komt echt niet
Jan de Jong: „Het is met ons inder
daad een hele gekke zaak, eigenlijk zou
iemand er eens een proefschrift over
Jan de Jong zegt het allemaal met een
vanzelfsprekendheid die om een verkla
ring vraagt. Want het is op zijn minst
opvallend dat de Bredase ploeg er steeds
maar weer in slaagt op het juiste mo
ment uit volslagen kansloze positie terug
te komen, om dan, dat was tenminste in
de twee meest recente seizoenen het
geval, de stap terug naar de eerste
divisie aan anderen over te laten. Twee
jaar geleden drukte de Brabantse ploeg
de zwarte piet in handen van Excelsior
en FC Den Bosch en vorig seizoen, toen
de situatie er op papier nog zorgwek
kender uitzag dan nu het geval is, gooi
de NAC er in de laatste wedstrijd een
krachttoer van jewelste tegenaan door
landskampioen Feyenoord met 1-0 te
verslaan. Het was net (maar dan ook nèt)
voldoende om zich boven NEC en FC
Groningen op de veilige zestiende plaats
te nestelen.
Een probleem voor Haarlem is na
tuurlijk wel dat er morgen een met gif
geladen tegenstander wacht. Boersma:
„We hebben de laatste wedstrijden re
gelmatig punten gehaald. Eerlijkheids
halve moet ik er wel aan toevoegen dat
dit ook gebeurde tegen elftallen die niet
zo nodig meer hoefden. Een Sparta, in
een uitwedstrijd normaal toch een uit
erst moeilijk duel, drong alleen in de
tweede helft even flauwtjes aan, maar
dat stelde verder ook weinig voor. Dat
zal morgen wel anders worden. Ik ben
benieuwd hoe Haarlem daar op reageert.
Gelukkig is de organisatie in het elftal
nu heel wat beter dan in het begin van
dit seizoen. Dat heeft ook te maken met
de komst van Jan Fransz. Hoe ie het
ook keert of draait: hij is een alterna
tief, terwijl er voor hem geen alternatief
is. Ergens is het natuurlijk onzinnig dat
je hem in het kader van de opbouw het
volgend seizoen weer een contract zou
moeten geven, maar dan moet je wel
bedenken: Wie moet je anders op die
plaats neerzetten? Het is nu redelijk
voorspelbaar voor mij als keeper wat er
allemaal gebeurt en opgeruimd wordt in
mijn strafschopgebied. Dat was eerst
niet zo. Dan sprongen er twee spelers
naar de bal, en die misten dan allebei,
wat prompt weer een doelpunt oplever
de. Het is echt allemaal nog geen hoog
staand voetbal wat dit Haarlem produ
ceert maar met Fransz en Derksen zit
het principe van voetbal er weer een
beetje in. Tegen een Den Haag hebben
we de laatste minuten zo knap op balbe
zit gespeeld dat er geen been meer
tussen kon komen. Fransz ruimt, met
zijn nuchtere trappen en aanwijzigingen,
veel op. Ik ben, zeker in deze situatie,
blij met hem”.
sprake is van een soort vriendjespoli
tiek. Bij de spelers van FC Utrecht
B IJ DE SPELERS VAN FC Utrecht
stond afgelopen zondag bijvoorbeeld het
schuim bij wijze op de lippen. Het is
gewoon zo, dat we nu weer gemotiveerd
lopen te voetballen en dan blijkt ge
woon dat we het heus wel kunnen.”
Hoe het in de competitie vaak als
„brandhout” afgeschildere NAC het toch
altijd maar weer redt om soms tot een
finale van een KNVB-beker door te
dringen of het vege lijf te redden in één
incidentele wedstrijd, waarin alles op
het spel staat, is ook voor Boersma een
raadsel maar toch meent hij: „Als ik me
even tot een Jan de Jong bepaal dan
vind ik het voor ons toch wel een
voordeel dat hij typisch een doelman is
die onder druk naar een enorme hoogte
toegroeit. Krijgt hij wat minder te doen
dan is het in mijn ogen een gemiddelde
ere-divisiekeeper, die ook geen wonderen
verricht. De Jong speelt vaak wel formi
dabele wedstrijden als er negentig minu
ten op zijn doel gebeukt wordt.”
alleen omdat Haarlem slecht gedraaid
heeft. Maar ik heb nu zeven jaar bij
Amsterdam op de bank gezeten. Dan zag
je iedere week ere-divisievoetbal en dan
dacht je: nou. wat hij kan dat kan ik
ook. Zelfs toen het seizoen begon had ik
die gedachte nog. Die heb ik eigenlijk
natuurlijk nog wel, maar ik moet eerlijk
bekennen dat ik dit seizoen als bijzonder
inspannend heb ervaren. Het spelen te
gen echte voetballers in de ere-divisie is
toch wel wat anders dan voetballen in
het C-elftal. Het is misschien wel extra
moeilijk geweest omdat we onderaan
staan.”
Wat, vindt Jan de Jong, voor een niet
onbelangrijk deel te maken heeft met de
komst van de van het Joegoslavische
Partizan Belgrado geleende voorstopper
Nikola Budisic. Jan de Jong: „Ik over
drijf echt niet als ik zeg dat die jongen
momenteel de beste voorstopper is die er
in Nederland rondloopt. Hij heeft een
enorm stuk rust gebracht in de achter
hoede en dat is voor een keeper natuur
lijk een niet te «mderschatten factor.
Dat moment kwam deze keer na de
uitwedstrijd tegen FC Amsterdam; We
verloren met 3-0 en we speelden zó
slecht, verschrikkelijk gewoon. Toen wa
ren er nog vijf wedstrijden te spelen en
ja hoor, plotseling was er van die laco
nieke instelling niks meer te merken.
Iedereen beseft de ernst van de situatie
„NAC IS EEN PROEFSCHRIFT WAARD
Ik ben er trouwens zeker van dat we,
als we het ook nu weer redden, volgend
seizoen zullen zorgen dat we niet in de
bedreigde hoek belanden. Ik heb de
indruk dat iedereen dan zijn lesje wel
geleerd zal hebben. NAC kan beslist een
soort Telstar worden, zeker als we een
man als Budisic kunnen houden. Qua
voetbal verdienen we het beslist niet om
zo laag te staan, maar als je naar de
instelling gedurende een groot deel van
het seizoen kijkt, verdienen we dat wél.”
DORDRECHT. Voor Jan de Jong is
het vechten tegen degradatie in de loop
der jaren bijna net zo vanzelfsprekend
geworden als zijn dagelijks werk bij de
belastingen in Dordrecht. De Jong, al
jarenlang beschouwd als een van Neder
lands betere doelverdedigers, is bezig
aan zijn vierde seizoen bij NAC en in
drie daarvan was het tot de laatste
competitiedag sidderen geblazen. „Maar
dat is wat mij betreft nog niet alles”,
zegt Jan de Jong laconiek. „Toen ik nog
bij DFC in het doel stond heb ik het
ook drie keer meegemaakt dat we voor
ons hachje moesten knokken. En net als
tot dusver bij NAC is het ook in die
gevallen steeds gelukt om de dans op
het nippertje te ontspringen.”
Voordat Budisic kwam draaide het in
het centrum van de verdediging nou niet
bepaald jofel. Daarbij kwam, dat het
hele elftal slecht speelde. Misschien ben
ik in die periode wat overgeconcentreerd
geweest en is dat de reden dat het er bij
mij allemaal niet uitkwam. Een andere
verklaring zou ik in ieder geval niet
weten.”
Jan de Jong is de eerste nm toe te
geven dat het steeds maar weer terugke
rende knokken tegen de laatste plaatsen
hem wel een beetje begint te vervelen.
„Ik ben wel goed tegen de spanning
opgewassen, uiteindelijk heb ik de nodi
ge ervaring wat het spelen van degrada
tiewedstrijden betreft, maar die druk
waarmee je in het veld staat neemt toch
wel een flink stuk plezier in het spel
weg. Financieel is het misschien wel
leuk om in de bedreigde hoek te zitten;
de supporters komen immers op de
spanning af en als je het dan redt heb
je het voordeel van een veel betere
recette, dan wanneer je in de midden
moot zou hebben meegedraaid. Let wel,
als je het redt. Maar toch zou ik wel
eens een seizoen willen zonder die eeu
wige druk.
hou-
neld.
reien
s die
die
ld.
„De
leoe-
der-
niet
pen-
ciële
a de
Jan de Jong, die nog twee jaar van
een vijfjarig contract bij NAC voor de
boeg heeft, blijkt er voor honderd per
cent van overtuigd dat NAC voor de
derde maal in successie de lachende
derde gaat worden van een trio degrada
tiekandidaten. „Je voelt het gewoon aan
alles, de sfeer in de ploeg, de stemming
bij de toeschouwers, Haarlem kan de
borst nat maken. Want denk erom dat
het publiek zondag voor ons een twaalf
de man is. Ik ga me niet te buiten aan
voorspellingen, want ik besef donders
goed, dat we domweg een punt achter
staan en dat we moeten winnen, maar
ik heb zo het idee dat het zondagavond
in heel Brabant volop feest is. In het
oosten vanwege het kampioenschap van
PSV, in het westen omdat NAC het
weer eens een keertje heeft gefikst.”
en (in de finale van 1973) tegen NEC,
daarover: „Het is waar, ik heb inderdaad
niet een van mijn sterkste seizoenen
gehad. Gelukkig is in de loop van de
tweede helft van het seizoen de oude
vorm weer helemaal terug.”
De 29-jarige leraar lichamelijke op
voeding legt duidelijk uit: „Afgelopen
zondag tegen Excelsior had ik het laat
ste kwartier een droge keel van de
zenuwen. Niet dat ik stond te trillen op
mijn benen, maar inwendig windt het
me toch op als ik zie hoeveel kansen je
krijgt en hoeveel er dan benut worden.
We stonden tegen Excelsior met 1-0
voor maar voor mijn gevoel had het
toen al drie of vier-nul moeten zijn.
Vooral voor een keeper is dat wel eens
moeilijk. Als jij namelijk één fout
maakt dan staat het wel gelijk. Dan
wordt niet meer over die kansen gespro
ken, wel over die bal die Boersma heeft
doorgelaten. Neem ook die wedstrijd op
de Berg tegen Wageningen. Ik maak een
blunder, Piet van den Berg maakt een
fout en je staat met 2-0 achter. Maar ik
wil wel eens zien wat er gebeurt als we
bij 0-0 onze goede kansen wel hadden
benut.
Amsterdam hebben we drie van de vier
wedstrijden gewonnen en alleen van
Feyenoord verloren.”
Van eventuele desinteresse bij tegen
standers voor wie het in de slotfase van
de competitie allemaal niet meer zo
nodig hoeft, wil Jan de Jong niets we
ten. „Ach, dat gezeur krijg je ieder jaar.
Vooral toen we vorig seizoen die laatste
wedstrijd tegen Feyenoord wonnen werd
er van alles en nog wat gesuggereerd.
Nou, vergeet het maar. Ik zal niet be
strijden dat de echte motivatie bij Feyen
oord een beeltje ontbrak, per slat van
rekening was de club al kampioen, maar
met name na de rust heb ik niets
gemerkt van een welwillende houding
ten opzichte van ons. En ook dit seizoen
HAARLEM. In één opzicht lijkt
Haarlem-doelman Rob Boersma voor de
allesbeslissende confrontatie met NAC
ten opzichte van zjjn Bredase collega
Jan de Jong belangrijk in het nadeel. Is
het voor De Jong zo langzamerhand
meer regel dan uitzondering dat NAC
zich uitgerekend in de laatste competi
tiewedstrijd aan degradatie weet te ont
trekken, het feit dat dat vorig jaar zelfs
tegen een tegenstander als Feyenoord
lukte is natuurlijk een aardige mentale
opsteker, voor de veel minder ervaren
Rob Boersma en met hem voor het hele
Haarlem-team is het een uitzonderlijke
zaak dat in de laatste competitiewedstrijd
wordt beslist of het seizoen op een to
taal fiasco uitdraait of niet.
tjipi i wfi 'iciuiiiffiiifiiüffii